De storm is uitgeraasd, ik zit weer op zee op het Skagerrak om precies te zijn. De koers is 340 graden en de wind zit in de west hoek. Het is wolkenloos zonnig prachtig zeilweer. Bij het diesel tanken heb ik hulp gehad van het Noorse stel dat naast mij lag. Hij bood het zelf aan, en ik accepteerde dat graag omdat er veel wind stond in de haven. Nu waait het ca. 10 knopen en de snelheid is tussen 5 en 6 knopen. Ik moet deze koers nog minstens vijf en een half uur aanhouden voor ik overstag kan gaan. Kristiansand is niet bezeild zoals dat heet. De weerberichten voorspellen dat de wind naar het noorden draait. Dat is de goede richting voor de thuisreis, maar zover is het nog niet. Omdat de wind west was besloot ik om zo hoog mogelijk te zeilen, d.w.z. zo veel mogelijk naar het westen te sturen dan zie ik wel waar ik Noorwegen tegen kom. Gedurende de dag en de nacht draaide de wind enigszins naar het zuiden zodat mijn koers steeds westelijker werd. Maar het Skagerrak is heel breed en als je in een boog vaart wordt de reis nog langer. Uiteindelijk viel de wind weg toen ik vlakbij de invaart van het fjord bij de stad Arendal was. Een mooi fjord, maar een ankerplek kon ik niet vinden; ik heb vastgemaakt bij een vrije steiger bij de voorstad Tyholmen. Daar lig ik nu. Ik heb gemerkt dat de dieptemeter niet tegen grote diepten kan; hij vermeld dat het 4 meter diep is terwijl het voor de Noorse kust honderden meters diep is, uiteindelijk geeft hij er de brui aan en vermeld helemaal niets meer. Aanvankelijk was ik bang dat dat zich niet zou herstellen, maar dat valt gelukkig mee. Als de bodem dichterbij komt dan doet hij het weer. Hij werkt goed tot ca. 150 m.