Dag 49: Dinsdag 12 juli 2016
De dag begint zoals altijd zonder wind, maar dat is niet zo erg omdat de koers in het begin naar het westen is. Eenmaal op zee, is de wind noord, maar zeer zwak, dat schijnt hier meestal het geval te zijn. Dus ik zet alleen de Genua en maak 1,67 knopen, dat is bijna net zo relaxed als voor anker liggen, maar ik schuif toch langzaam naar het zuiden.
Om 11.00 uur draait de wind naar noordwest en neemt iets in kracht toe, snelheid nu 3,6 open, maar de SOG is 4,6 knopen. Ik heb blijkbaar stroom mee.
Ik heb een waypoint gezet bij de invaart van Aveiro en dat is nog 22 uur en 46 min varen, dat valt heel erg mee. Als het is zoals ik denk, dan kun je er ankeren. Maar raar blijft het dat de Reeds daar helemaal niets over zegt. Na alles nog eens goed te hebben na gelezen stuitte ik op de zinsnede dat ze er geen data over hebben. Ze roepen iedereen die er iets over kan vertellen op om dat aan hen te melden. Maar mijn Reeds is van 2004, dus het is mogelijk dat dat inmiddels al in orde is. Ik zie net dat de extra snelheid t.g.v. stroom mee is toegenomen tot 1,5 knopen: SOG nu 4,0 knopen, koers: 180 graden, pal zuid. Temperatuur: 20,1 graad en stijgende. Door toegenomen snelheid van 5,5 knopen is de vaartijd tot Aveiro afgenomen tot 14,0 uur, tijd: 12.45 uur, afstand: 81,1 Nm.
Uiteindelijk is het allemaal veel sneller gegaan, het ging steeds harder waaien, een kleine storm. Je ziet de zee langzaam opbouwen, de golven worden hoger, de dalen dieper en de vaarsnelheid blijft maar toenemen tot bijna 9 knopen. De boot vaart bijna net zo snel als de golven, zodoende blijf je een bepaalde tijd gevangen in zo’n golfdal. Maar uiteindelijk is de golf sneller en wordt de achterkant opgetild en gaat de golf onder je door.
De golven komen niet recht van achteren, maar schuin van stuurboord. Soms zijn er monstergolven die de boot op haar zij gooien – slagzij meer dan 45 graden, niet normaal meer. Als je toevallig buiten bent als dat gebeurt, moet je je heel goed vasthouden om er niet vanaf gegooid te worden. Het lijkt of de boot zal omslaan, maar hij richt zich daarna weer op. Je moet daar blindelings op vertrouwen, maar snel gaat het wel.
Dag 50: Woensdag 13 juli 2016
Ik had gedacht dat deze 167 Nm twee dagen zou vergen, maar om 02.30 uur was ik bij mijn waypoint. Maar dan ben je nog niet binnen.
Als je eenmaal de havenlichten hebt gezien, probeer je de invaarlijn te volgen. De invaarlijn staat op de kaart. De golven komen nu dwars in en smijten je zo ver uit de koers – soms meer dan 90 graden – dat je de havenlichten kwijt bent en niet weet waar ze zijn gebleven.
Ik stuur daarom op de automaat, die laat zich niet van de wijs brengen. Maar soms moet ik meer dan 30 graden koerscorrectie uitvoeren om niet aan de buitenkant van de pieren te geraken. In Nederland branden havenlichten permanent, hier niet, ze hebben een lichtkarakter, dat betekent dat ze soms helemaal weg zijn.
Dat was er mede de oorzaak van dat ik het groene havenlicht maar niet kon ontdekken en daardoor twijfelde ik of het rode licht wel een havenlicht was. Gelukkig was er een beetje maanlicht en kon ik de pier vaag zien.
Het is het havenlicht, zet maar door en houdt hem aan de linker- (bakboord) – kant, die groene, die komt wel. Mooi is dat hier de noordpier veel verder in zee steekt dan de zuidpier. De invaart is dus aan de zuidkant. Als je het rode licht voorbij bent, wordt de zee rustiger.
Maar nu volgt een onbekende rivier met op de rechteroever veel visindustrie en op de linkeroever donkerte. Ik moet een invaart vinden aan de linkerkant, maar daar staat gelukkig een rood licht die permanent brandt. Maar nu blijkt dat kaart en werkelijkheid van elkaar verschillen. Er is nu een met verlichte boeien aangegeven vaarweg om bij de ankerplaats te komen. Het is allemaal veel kleiner dan ik had gedacht en op een gegeven moment zijn er wel heel veel onverlichte kleine bootjes die daar aan moorings liggen.
Ik schrik me dood overal bootjes en je ziet ze bijna niet. Dan zie ik ook een geankerd Frans zeiljachtje. Ik denk dit is de ankerplaats en voorzichtig manoeuvreer ik mijzelf uit de warboel van kleine bootjes om er vlak naast voor anker te gaan. Ik heb nog maar 10 cm water onder de kiel, hoop dat het laag water is en dat het niet nog verder daalt.
Dat doet het wel en dus lig ik aan de grond in zachte modder.
Al met al heel enerverend en vermoeiend, dus ik eet een paar stukjes brood en ga slapen.
Nu ik dit schrijf is het alweer middag en is alles veel duidelijker. De vorige ankerplek was veel mooier, zeker qua natuurschoon, maar alla niet klagen. Wat opvalt is dat hier geen jachthavens zijn. Blijkbaar geen interessant vaargebied! Deze rivier toont wel een soort gebied dat lijkt op de Biesbosch, met kleine ondiepe rivierarmen, waar het getij de dienst uitmaakt.
Aan de grond in de baai van Sao Jacinto
Ik heb mijn ankerpositie gecontroleerd met de GPS. Waar ik lig is het niet diep genoeg en moet ik een betere plek kiezen als het vloed is. Door het aan de grond liggen, lig ik steeds schever, dus de vloed in de gaten houden en dan naar dieper water. Het water zakt veel, de helling is nu 45 graden en tussen vloed en vloed zit 12 uur, dus pas om 01.00 uur heb ik een kans om weer vlot te komen: verschrikkelijk!
Onwaarschijnlijk scheef!!
Het is rustig water, dus er is alleen ongemak. De vraag is of hier überhaupt een plek te vinden is die diep genoeg is. De kaart zit er helemaal naast. Die zegt dat het er 7 m diep is bij eb, daar klopt niets van. Ook is de plek veel kleiner dan ik had gedacht, het is dus dringen. Ik lig heel rustig en onwaarschijnlijk scheef.
Hierbinnen valt niet meer te leven..
Omdat ik in de scheef liggende boot niets kon doen en omdat ik flink trek had en wachten lang duurt, ben ik in het dorp gaan eten: vissoep en een gegrilde dorade, smaakte heerlijk. Omdat de weg over de dam moeilijk is, wilde ik voor donker weer aan boord zijn. De boot ligt al bijna weer recht, maar zit nog wel aan de grond.
Zo gauw de dieptemeter aangeeft dat ik vrij drijf, haal ik het anker op en kies een betere ligplaats. Omdat er na het ankeren ook een eb en een vloed is geweest waar ik compleet doorheen ben geslapen, kun je zien hoe moe ik was. Van een lange dag, van een deel van de nacht op zee en van de ruigte van de oceaan. En niet te vergeten: de moeilijke navigatie op de rivier.
Als je het overdag ziet is het eigenlijk best eenvoudig, maar de onbekendheid ter plaatse nekt je.
Dag 51: Donderdag 14 juli 2016
Precies om 24.00 uur gaf de dieptemeter 0,1 m diepte aan. Ik heb direct de diesel gestart en het anker opgehaald. Dat kostte moeite, zo vast zat het anker. Het is dus goede ankergrond: zand. Voor het eerst heb ik nu ook het dek floodlight gebruikt. Handig! Nu kun je tenminste zien op welke knop je moet drukken voor neerlaten en ophalen van het anker en hoeveel ketting je nodig hebt.
De nieuwe ankerplek ligt maar enkele meters meer naar de wal waar het dorp ligt. Het is er 5,4 m diep, dus diep zat! Een andere reden was dat er een veerboot vaart en ik niet in zijn vaarweg mag ankeren. Ik heb mij schrik laten aanjagen door de vele kleine en onverlichte bootjes die er liggen. Waar ik totaal niet op verdacht was, de angst had om er tegenaan te varen en waardoor ik het overzicht van de mogelijkheden miste.
Je komt vaak in het donker ergens aan en dat is een extra moeilijkheid. En daar komt de vermoeidheid nog bij. Maar nu had ik bij daglicht de mogelijkheid een goede plek te zoeken.
Zo dat dat heb ik nu ook eens meegemaakt, maar dat ik door de scheefstand ben heen geslapen, snap ik nog altijd niet. Maar de rare blikken van de mensen waarom ik er niet meteen wegging, begrijp ik nu.
De wind blaast nog altijd stevig door uit het noordwesten, dat is hier vrijwel altijd het geval, zie ook de haven invaart op het zuiden; een goede keuze. Ik heb geprobeerd er naar te informeren maar vrijwel iedereen spreekt alleen Portugees. Maar iedereen is vriendelijk. Er zijn hier totaal geen toeristen er zijn alleen Portugezen. Ik denk dat iedereen hier in de visindustrie werkt. Toch nog maar een nacht er bij aanplakken, en dan weer de golven van de oceaan. Die constante krachtige noordwestenwind wordt nog een probleem als je weer terug wilt. Wat mij bij andere jachten is opgevallen, ook de tegenliggers, is dat ze zo dicht onder de kust varen. Dat kan hier, het is er diep zat, maar het is niet de kortste weg en er zijn krachtiger getij stromen, waarom doen ze dat? Ik kies altijd voor de kortste weg, ook als die ver uit de kust ligt.
Dag 52: Donderdag 14 juli 2016
Eigenlijk heet deze plaats waar ik nu lig geen Aveiro. Die stad ligt verder het binnenland in, de rivierdelta heet Cale de Aveiro en het dorp hier heet São Jacinto. Het met dammen van de rivier afgescheiden gebied (een klein meertje) heet Baia de Jacinto. Nu ik op dieper water lig is het een prima plek. Toch gek dat de Reeds daar niets over vermeldt.
Gisteren was de noordwestenwind geruimd naar een noordoost en minder krachtig. Nu, 09.00 uur, is de wind west, maar bijna helemaal weg. Het ziet er naar uit dat ik toch nog een behoorlijk krachtige wind heb gehad hier naar toe. Ik schat meer dan 25 knopen, maar de windmeter werkt niet goed bij het voor de wind varen. De meter zit in de luwte van de mast. Zoals normaal hier, is het weer een prachtige dag. Ik merk nu dat ik nu pas echt uitgerust ben. Als je op de oceaan lange tijd zulke harde wind hebt, dan raak je oververmoeid, dat kan niet anders.
Omdat ik nog altijd het verende scharniertje van het scheerapparaat kwijt ben, heb ik in de achterkajuit alle vloerplaten verwijderd en alles heel goed schoon gemaakt. Maar niets gevonden, alleen haren en stof en een klein sluitringetje M5, verder niets van waarde, helaas.
Ik probeer ook nog wat boodschappen te doen, daarom roei ik naar de wal met de bijboot, maak hem vast aan een ponton waar een oud schip ligt afgemeerd en ga aan land. De toegang is afgesloten met een hek, maar je kunt er omheen klauteren. Het blijkt militair terrein, maar de soldaat die bij de poort staat maakt er geen probleem van. Op zoek naar een supermarkt blijkt er alleen een klein winkeltje te zijn, er is vrijwel niets te koop. Ik koop drie pakken houdbare melk en vier bolletjes, dat is alles. Dat is een nadeel van kleine dorpjes; er zijn geen winkels meer.
Morgen gaat de reis verder, het doel is Setúbal. Je moet jezelf een doel stellen, maar de omstandigheden kunnen dat natuurlijk veranderen. Welterusten!
Dag 53: Vrijdag 15 juli 2016
De dag begint goed er is oostenwind, dat betekent halve wind. Beter kan niet, maar al gauw blijkt de wind helemaal te verdwijnen. Geen wind alleen deining: dus weer de motor, bah. En ook het systeem geeft constant ‘No Fix’ Treurig! Hoe komt dat toch dat er geen positie bepaald kan worden?
Nu is de koers simpel: gewoon de kust volgen. Na het Alveira moeras komt er een hele lage kust met strand, er lijkt niemand te wonen. Deze kust is nog saaier dan de Nederlandse kust en heel erg lang! Maar deze kust heeft wel een naam, het eerste noordelijk deel heet: Dunas De Cantanhede en het tweede deel heet: Dunas De Quiados. Het zijn lage duinen en eindeloos strand. Dan duikt er een bergje (heuvel) op, daar ligt de stad Figuera Da Foz.
Er kwam wat wind, uit NNW, je zag het aankomen door de rimpeling op het water. Ik passeer deze stad om 15.00 uur. Omdat ik geen positie heb, moet ik het hebben van de bijzonderheden van de kustlijn en het diepte contour.
Er komt een plaats – Nazaré – waar de zee vlak bij de kust extreem diep is, tot wel 500 m diep, terwijl de overige kust 40 m diep is. Dat moet je dus kunnen zien op de dieptemeter. Afwachten of ik dat merk. Blijkbaar wil het systeem dat niet op zich laten zitten, want voor ik die diepe scheur heb bereikt doet hij het weer.
Ik had al een tijdje aandrang en nu het zo rustig is was er een goede gelegenheid, met een douche tot slot, er was immers heet water, dat is een gunstig neven effect van op de motor varen. De snelheid is nu 4,6 knopen tot Peniche, dat is een schiereiland – een soort vestingstad – die tamelijk ver naar het westen uitsteekt. Daarom maakte ik mij niet zo druk om de positie, omdat je zo’n punt altijd ziet. De vaartijd tot Peniche is nog 10 uur, omdat de snelheid zo laag is. Het is constant zonnen in je nakie.
Om 21.30 uur weer de wind weg, dus weer de motor, tot Peniche nog 5.50 uur en dan ben ik pas bij het schiereiland. En dan moet Setúbal nog komen: weinig wind is duur!
Dag 54: Zaterdag 16 juli 2016
Het is een lange trip deze keer! Eerst moet je tussen een schiereiland (Peniche) en een voor de kust liggend rotseiland door en dan naar het zuiden. Bij het bekijken van mogelijke ankerlocatie’s valt op dat ze alle niet goed beschut zijn en in een lawaaiige omgeving liggen met veel industrie. De Reeds adviseert Sines, een stad halverwege Lisboa (Lisabon) en Cabo São Vincente (de uiterste zuidwestpunt van Portugal). Dat is een veel aangenamere plek dan de andere plaatsen, maar wel verder varen en alles op de motor wegens gebrek aan wind.
Het is nu 05.15 uur en ik schat dat het nog zeker 10 uur varen is. Dan is het 15.15 uur, dus overdag en dat is altijd prettig bij een onbekende haven. Bij Sines is de ankerplaats ook tussen de havenpieren van een ruime haven met een strandje aan de stadskant. Dat strand heet: Praia Vasco da Gama. Vasco da Gama is een Portugese zeeheld. Praia = strand.
Dit is nu al een vermoeiende trip, dus als ik eenmaal geankerd ben, ben ik zo ongeveer kapot. Maar dan is het goed slapen, het is ca. 10 uur varen vanaf de kaap bij de Rio Tego (rivier De Taag). Ik weet dat niet precies omdat het systeem weer ‘Lost Fix’ geeft.
Ik was er om ca. 22.00 uur. Vooral de baai van Setúbal is enorm groot, de overkant is niet te zien. Er is weer veel diesel verstookt, dat moet worden aangevuld. Ook vandaag waren er weer veel dolfijnen. En tijdens de lange baai oversteek heb ik ook de loshangende onderste punt bij de mast van het grootzeil weer op z’n plaats gekregen.
Dag 55: Zondag 17 juli 2016
Zo’n nomadisch bestaan is dus vakantie.. Ik breek nu constant persoonlijke records als je naar de afstanden kijkt die ik afleg. Zover als nu, ben ik nooit eerder geweest. Omdat ik nogal veel afval heb waar ik vanaf wil en omdat ik een paar boodschappen wil doen, vraag ik mij af of ik de bijboot onbeheerd op het strand kan achterlaten, of dat veilig is? Maar de Reeds heeft gelijk, dit is best een aardige ankerplek.
Mijn scheerapparaat is door een val tijdens een van de grote smakken die de boot in het Engelse kanaal te verduren heeft gehad kapot gegaan, meer preciezer: het scharnier van de scheerkop is weg. Ik heb de kop nu vastgezet met een stukje plakband en dat gaat heel goed. Het plakband is zwart en het apparaat is ook zwart, dus je ziet er ook bijna niets van en hij is nu weer bruikbaar.
Ik ben met de dinghy naar het strand geroeid en heb wat boodschappen gedaan. Geen enkel probleem ondanks dat het zondag is. Ik kwam langs een eenvoudig terras en trakteerde mijzelf op een cappuccino. Die was werkelijk uitstekend en de mevrouw vroeg er € 0,95 voor, ongelofelijk. Op dat terras zat ook een Duits echtpaar, de man dronk port en de vrouw mineraal water. De man zeilde ook en hij klaagde dat hij naar Ibiza wilde zeilen, maar dat de wind constant oost was. Ik zei hem dat ik ook veel op de motor had gevaren omdat er helemaal geen wind was.
Om mijzelf te bewijzen dat ik niet te bang ben voor wat frisser water ben ik ook nog naar het strand gezwommen en daar gevraagd waar ik een Portugees gastenvlaggetje zou kunnen kopen. Volgens de man die ik sprak moet ik in de haven zijn. Hij zei: ‘neem de dinghy en ga naar de jachthaven. Daar kunnen ze je aan alles helpen wat je nodig hebt’. Ik laat nu eerst mijn zwembroek drogen, want die is toch wel handig; diepe zakken bijvoorbeeld, waar niet zo snel iets uitvalt.
Goed beschouwd is het hier een uitstekende plek. Er ligt hier vlakbij een zeiljacht met de Stars and Stripes, die komt dus uit de USA (Amerika). Er zijn dus wel meer mensen die een oceaan-oversteek maken. Met hoeveel man ze aan boord zijn, dat weet ik niet.
Iets anders is dat mijn gehoorapparaat steeds meer gaat kraken en de versterking van het geluid wordt voortdurend minder, zodat ik er niets meer aan heb. Heel vervelend allemaal omdat ik zo slecht zonder kan. Dit soort narigheid krijg je altijd als je niet thuis bent, de ironie van het noodlot.
De oorzaak van het kraken is roest op de batterijen, maar dat realiseerde ik mij pas veel later. De batterijen zijn van vernikkeld ijzer. Als je de roest verwijdert, is alles weer ok.
Het is hier toch niet alle dagen mooi zonnig, nu, om 19.10 uur is het volledig bewolkt en op zee is een dichte mist ontstaan. Of dit bijzonder is weet ik niet, maar het komt dus wel voor. De mist op zee is inmiddels zo dicht dat de havenpieren niet meer te zien zijn. Of dit hardnekkig is moeten we afwachten.
Dag 56: Maandag 18 juli 2016
Er is wind gekomen uit het zuiden. Aan de zuidkant is de haven gewoon open zodat de golven ongehinderd de haven kunnen binnen lopen, dus de hele nacht rollen en schommelen. Iets anders is dat naar het zuiden varen dus recht tegen de wind in is; ondoenlijk!
Ik schreef deze zin vannacht omdat ik niet kon slapen door al dat bewegen, nu is het ochtend 08.00 uur en dichte mist op zee. De boeg van de boot wijst naar het zuidwesten, dus daar komt de wind vandaan; niet echt de goede richting. Het is ook niet echt warm. 18 graden, om 08.30 uur. Hoewel het zicht op zee nog altijd slecht is, is er toch ook weer een zonnetje doorgebroken en zijn al een aantal jachten die hier voor anker lagen reeds vertrokken. Ik ga morgen ook weer verder. Natuurlijk hoop ik op wat wind, maar ik ga in ieder geval weer verder. Uiteindelijk was Griekenland het doel.
De problemen met mijn gehoorapparaat lijken te worden veroorzaakt door de TV. Bij normaal gebruik in de winkel bijvoorbeeld is dat kraken er niet. Dat betekent dat ik de TV zonder apparaat moet beluisteren en moet de TV harder zetten, niet leuk voor anderen.
Omdat ik morgen weer verder wil, ben ik eerst maar gaan tanken: € 95,43. Ik moet meer mijlen afleggen op windkracht. De wind is nu NW en dat is een prima richting, bovendien verlang ik naar mijn Tonneke, dus ik moet voortgang maken.
Er blijkt allemaal dieselolie in het bilgeputje te zitten. Oorzaak: de aanvoerleiding is niet goed gemonteerd, de pakking is er tussenuit gedrukt en dus niet meer dicht. Dat is natuurlijk te verhelpen, maar niet nu ik net getankt heb. Eerst moet de tank een beetje leger zijn, dan is het te proberen het euvel te herstellen. Dieselolie is heel glad en de rubber pakking die er tussen zit glijdt er tussenuit. Hoe kun je zo iets voorkomen? Blijkbaar is er wrijving tussen de afdichtvlakken nodig om de pakking op zijn plaats te houden en die wrijving is er niet. Ik zit te denken om er een tiewrap om heen te doen maar dan moet die wel blijven zitten en zonder wrijving lukt dat nooit! Bij gebrek aan wrijving denk je al heel snel aan plakband of lijm (kit). Dat lukt alleen als de vlakken heel schoon zijn, maar ik moet iets proberen.
Ik ben nog een keer naar de wal geroeid voor een cappuccino, lekker en ongelofelijk goedkoop en ik hoef zelf geen koffie te maken.
Dag 57: Dinsdag 19 juli 2016
De dag begint rustig: wind Noord ca. 10 knopen, 3Bft. Na het ontbijt eerst de vaat aan kant en dan weg. Het verlaten van de haven op zeil duurt een uur. Snelheid in het begin 0,06 knopen, nu 11.30 uur, is dit 2,4 knopen. Vaartijd tot Cabo São Vincente (de uiterste zuidwesthoek van Portugal) is 23,4 uur; dus lekker sukkelen. Het is niet warm, ca. 20 graden en bewolkt.
Sines was een goed advies van de Reeds. De baai is beschut tegen de overheersende noordenwinden, hoge oever en er is van alles te koop. Het is intussen 13.30 uur en nog altijd bewolkt, Portugal is vaag te zien, snelheid 3,8 knopen, vaartijd 12,5 uur.
Het blijft jammer dat hier geen Griekse yoghurt te koop is, samen met muesli is het goed voor de trek in de loop van de dag. Je kan merken dat het mooie weer naar Nederland is gegaan voor de Vierdaagse en dat het hier een beetje minder is. Het is geheel bewolkt en niet warm. Vrijwel de gehele dag waait er een matig windje uit het NW die de boot een snelheid geeft van 3,5 à 4,5 knopen.
Het blijft bewolkt en ‘s-middags is de wind zo’n 2 uur weg en knapt de Diesel het op. Maar de wind komt terug uit dezelfde richting en bij het ronden van Cabo São Vincente begint het harder te waaien, te onweren en er valt een beetje regen: welkom in de Algarve!
Dag 58: Woensdag 20 juli 2016
Het is 00.00 uur en de wind wordt zo krachtig dat ik moet reven. Ik besluit een ankerplek te zoeken die op de kaart staat aangegeven als een kleine haven. Ik vind hem met moeite met behulp van de GPS en de kaart. Daar lig ik nu, het heet hier: Sagres en de baai heet Enseada De Baleeira. Een echt rustig plekje is het niet, daarvoor waait het te hard. Het is bij een strandje, dus zand, en het anker houdt goed, diepte tussen de 8,5 en 10,5 m. in verband met eb en vloed. Als je moe bent moet je niet te veel eisen stellen, goed is bruikbaar. Links en rechts liggen hoge rotspartijen, maar bij het strand is het laag, zodat de wind niet wordt gedempt, de golven wel natuurlijk. Voor de goede orde: het is intussen 04.00 uur geworden. De afstand tot het strand is nog altijd behoorlijk groot waardoor de golven met die harde wind zich nog behoorlijk kunnen opbouwen. Dat gaat zo snel, dat het zeer onrustig is. Voor de volledigheid: het is natuurlijk wel een hogerwal. (hogerwal = de wal waar de wind vandaan komt en heeft niets te maken met de hoogte van de oever.)
Ondanks het geschommel en de rukken van de ankerketting heb ik toch goed geslapen. Ik heb het systeem aangezet om te zien hoe hard het nu nog waait: zo’n 27 á 30 knopen, 7 Bft. Near Gale, volgens de Reeds. (Near Gale = storm volgens Nederlandse opvattingen)
De dag loopt ten einde en het waait nog altijd hard, maar wel in de goede richting en de wind nog altijd NW. Als dat zo blijft kan ik beter in één keer doorgaan naar Gibraltar of Algeciras. Helaas vermeldt de Reeds niet altijd de kosten van de marina, maar misschien is ankeren mogelijk en met de dinghy de wal te bezoeken.
Op Gibraltar hebben ze een apenrots. Waar ik nu lig, is in verband met de harde wind een bezoek aan de wal niet mogelijk. De dinghy is een speelbal van de wind en de afstand tot de wal is hier behoorlijk groot. Ik hoopte dat de wind ‘s-avonds wat minder zou worden, maar daar ziet het niet naar uit. Omdat ik niet veel slaap heb, heb ik nogmaals de windsnelheid gecheckt, die is nu om 24.00 uur nog altijd 20 knopen: 5 Bft., dus maar weinig minder dan overdag. Er waren veel kitesurfers en windsurfers vandaag die profiteerden van de harde wind.
Dag 59: Donderdag 21 juli 2016
Zoals vrijwel altijd hier is het weer zonnig en de wind is iets minder geworden, 15 knopen, 4 Bft. uit het noorden lijkt het. Dat is de goede richting als je doel in het zuidoosten ligt. Het is net 09.00 uur (Portugal tijd 08.00 uur) en de vaat is gedaan: ik ben klaar voor vertrek. Uit de manier waarop hier de havens zijn aangelegd, blijkt dat de wind hier overwegend noord is. Dat wordt nog een probleem als je weer terug wilt naar Nederland.
En weer geeft het systeem: ‘No Fix’, het is een onbetrouwbaar rotding! Als je hem nodig hebt, dan doet hij het niet. En de oorzaak ervan blijkt niet te achterhalen. Ook het kompas blijkt onbetrouwbaar te zijn uitgelijnd met de as van het schip. Krijgsman heeft knoeiwerk geleverd! In weerwil van wat je zou verwachten is het niet erg warm buiten. Binnen is het 21,6 graden, maar buiten is dat flink lager, dat valt toch een beetje tegen.
Het is nu 15.00 uur en zeer warm. Op het houten dek in de kuip kan ik met blote voeten niet lopen, zo heet is het. Je kan er eieren op bakken, binnen is het 29,2 graden.
Ik moest Portimão op kustherkenning vinden. Dat is niet zo moeilijk omdat het een grote stad is. Daarna volg je de 10 m dieptecontour tot je de haveningang – de riviermonding – hebt gevonden. De rivier heet: Rio Arade. Je kunt ankeren achter de havenpieren en dat doen er zeer velen. Het is hier druk, ik zie Portugezen, Engelsen, Zweden, Nederlanders en wat niet al. Ik heb ze is geteld er liggen er 25. Opvallend is dat ik geen Spanjaarden zie. Het is nu 18.45 uur, weer hard gaan waaien, westenwind, ook dat is een prima richting.
Al tweemaal heb ik geprobeerd om Ton te bellen tot nu toe zonder succes. Uiteindelijk is het wel gelukt.
Dag 60: Vrijdag 22 juli 2016
Het is 3.20 uur, Portugese tijd, en er is nagenoeg geen wind. Maar ik ben uitgeslapen, daarom tik ik deze eerste regels. Ik begin zelfs trek te krijgen, maar ik geef er niet aan toe, het is nog veel te vroeg.
Ik heb toch nog goed geslapen tot 08.00 uur. Er is ook weer wind, pal noord.
Het was een enorme wandeling om een railing-spanner volgens Jeanneau te vinden en natuurlijk vergeefse moeite. Ik dacht zo’n ship equipment shop vind je natuurlijk bij de jachthavens. Dus roeide ik naar de overkant, want daar zijn de jachthavens. Iedereen wees me wel ergens heen, maar het leidde tot niets. Toen zag ik iemand van de jachthavensteiger komen en ik dacht die zal het wel weten, dus vroeg ik het hem. Het bleek een Nederlander, je moet aan de overkant zijn zei hij, daar zijn de herstelwerven vlak bij de bruggen. Da’s ook wat moois, dan moet ik weer naar de overkant.
Ik nam daar een cappuccino en roeide weer terug, na een heel eind lopen en veel vragen kwam ik er uiteindelijk. Er zijn drie shops, maar niemand heeft een spanner volgens Jeanneau. Erger nog, ze weten helemaal niet wat een railing is, laat staan een railing-spanner. Ik moet zo’n ding dus bij Jeanneau bestellen en dat moet thuis omdat de levering te lang duurt, wel drie maanden.
Ik heb wel gelijk boodschappen gedaan, maar heb het brood in de winkel laten staan. Dat merkte ik pas toen ik weer bij de boot was. Al die tijd heeft de dinghy op het strand gelegen, geen enkel probleem. Ik ga eerst even zwemmen en dan terug naar die winkel en een visje eten. Inderdaad een duik in zee is de beste manier om op te frissen. Maar er is ook een risico aan het zwemmen op getijde water, je wordt ongemerkt door de stroming mee gevoerd en je moet hard zwemmen om er weer bij de boot te komen.
Ik ben een vis wezen eten in een klasse restaurant, dat was lekker en meer dan genoeg, maar erg duur € 42,00, zoals meestal in Portugal. De gewone prijzen zijn niet hoog hier, maar de toeristenprijzen wel. Dus dat moet ik niet te vaak doen!
De dinghy lag nog keurig op z’n plaats, het was intussen laag water geworden en door de laag staande zon kon ik mijn boot niet ontdekken. Dus op goed geluk in de goede richting varen. Ik heb diverse malen achterom gekeken maar kon de boot niet vinden. Doorroeien dus maar en toen ik nogmaals keek lag ik er vlakbij. Nog een haal en ik was er. Dat ik er zo dicht bij kwam zonder de boot ook maar één keer te hebben gezien, komt doordat ik merktekens op de wal had gekozen. Zolang ik die boven elkaar houd, ga ik in een rechte lijn op de boot af. En bij roeien zit je met je rug in de vaarrichting, dus met je gezicht naar de wal. Zo’n laagstaande zon is een enorme hinder. Door de warmte krijg je hier een enorme dorst en dan smaakt bier goddelijk.
Ik krijg van het nieuws nog net mee dat er bij een terroristische schietpartij in München 9 mensen zijn gedood, voornamelijk jongeren onder de 20 en de dader(s) zijn (nog) niet gevonden. Verschrikkelijk!
In het begin van onze jaartelling was de stoommachine al uitgevonden, honderden jaren voor James Watt, was Alexandrië in Egypte het centrum van wetenschap en techniek en toen kwam het christendom die alles vernietigde. 600 Jaar later komt de Islam met vernietiging….
Dag 61: Zaterdag 23 juli 2016
Deze dag begint volkomen windstil en dat lokt niet aan om te vertrekken. Dus als dat niet verandert, zit ik hier vast. De Zweden, die naast mij lagen zijn vertrokken, ze zijn op thuisreis en dan kun je beter geen wind hebben dan tegenwind.
Er is weer wind gekomen (om 14.30 uur) uit het zuiden ditmaal; ik denk dat die Zweden dat hebben geweten. Als je stil ligt en een diepvriezer aan hebt staan is de accuspanning een voortdurend punt van zorg. Vanmorgen was de spanning krap 12 Volt, eigenlijk te weinig. Nu is het 12,6 Volt met alleen de zonnecellen en nu er wind is gekomen kan de windcharger er ook nog iets aan doen. Ik hoop natuurlijk dat er wind uit het noorden of westen komt, maar het is hier alle dagen wolkeloos prachtig weer.
De dader in München die zelfmoord pleegde, was een zieke eenling met een fascinatie voor geweld. Zijn daad was niet religieus gemotiveerd, zegt men, maar het was wel een moslim uit Iran, iemand zonder vrienden.
Dag 62: Zondag 24 juli 2016
Het is 05.45 uur en er is een beetje wind gekomen uit het noordwesten 6 knopen, ca. 2 Bft. Dat is de goede richting, dus lijkt het moment van vertrek aangebroken. Als dit in de loop van de dag mogelijk nog wat toeneemt, ziet het er goed uit. Om 06.45 uur is de windkracht afgenomen tot 4 knopen: een slechte zaak.
Ik ben toch vertrokken. En wat bleek: de wind komt niet uit het noorden, maar uit het oosten, de draaiing wordt veroorzaakt door de omringende bergen. Ik zeil nu op een koers van 150 graden met 12 knopen wind, zo hoog mogelijk, snelheid 2,3 knopen. En natuurlijk weer geen positie. Als deze situatie zo blijft kom ik in Marokko uit. Dat voortdurende ‘No Fix’ is een ernstige tekortkoming van het systeem.
In Marokko wil ik niet uitkomen, dus moet ik op zoek naar een punt om overstag te gaan. Dat punt kan ik nu vrij kiezen omdat het systeem het niet doet. Uit de kaart blijkt dat ik voor de 200 m dieptecontour overstag moet gaan, maar deze diepte kan het systeem niet aan en dus ik kies voor de 100 m contour. Het is nu 12.00 uur, diepte: 45,6 m. Aan de kust houd ik 30 m aan.
Gedurende de dag neemt de wind in kracht toe en ik baal omdat ik niet weet waar ik ben. Ik besluit dichter bij de kust te gaan varen; tot 20 m diepte is er toch niets aan de hand. Als het later wordt en de wind voortdurend krachtiger besluit ik uit te kijken naar een haveningang. Dat is vanuit zee overdag moeilijk te zien, de andere jachten die er zoeven nog waren zijn ineens weg. Er moet dus een haven zijn. Op een gegeven moment zie ik een groen-wit geringd vuurtorentje, althans dat lijkt het, en als dat een haveningang is moet er ook een rode zijn. Pas veel later ontdek ik die aan de verkeerde kant van de groene. Daarom zag ik hem niet. Bij binnenvaren staat de rode links en de groene rechts. Ik nader de haven dus verkeerd. Hier zie je het belang van de kleuren.
Als ik dichterbij ben wordt alles duidelijk. Ik meer af aan de eerste ponton, die blijkt van het Hilton Hotel. De incheck-juffer doet moeilijk omdat ik geen registratie heb. Zal ik de politie bellen, dreigt ze. Moet je doen roep ik, kunnen die ook eens lachen. Ik kan U zo niet inschrijven zegt ze. Laat maar zitten roep ik, ik ga al, blij dat ik er weg ben.
Ik ga niet terug naar zee maar naar de haven, meer af aan de buitenzijde van de kop van de steiger en ga op zoek naar de havenmeester. Een mevrouw van een winkeltje wijst mij waar ik moet zijn. Het is helemaal aan de andere kant van de haven, een enorm eind lopen. Opeens ben ik het zat, ik wil terug op de steiger, maar de poort is gesloten, en ik heb ook nog de map bootpapieren bij me, dus dat wordt lastig. Ik wriemel de map ergens tussendoor en die valt op de loopbrug. Zo nu heb ik mijn handen vrij en klauter ik langs de buitenkant van de loopbrug tot ik er overheen kan klimmen. Zo, nu lig ik voorlopig gratis.
Je kan er water innemen en dat doe ik dus. En of ik ook stroom kan nemen moet ik nog proberen, ik heb het idee dat mijn stekker niet past, ik zie wel. De plaats heet Fillamoura en is nog voor Faro, maar dat krijg je als de GPS het verdomd.
Er zijn twee mannen geweest om te vertellen dat ik weg moest omdat ik geen registratiepapieren heb. Ik heb geweigerd, er kan wel een storm woeden en dan sturen jullie om zo iets lulligs iemand weer de zee op: ik ga niet weg. Morgen ben ik vertrokken, niet eerder. Ze doen hun werk, maar een schande blijft het dat iemand dat ooit tegen mij heeft gezegd. Administratieve ellende, een schande. Vrij in- en uitvoer van goederen en personen, het mocht wat. Ze haalden er de politie bij omdat ik bij hen was weggegaan en in de marina was gaan liggen.
Ik verklaarde – naar waarheid – dat ik was weggegaan omdat ik meende dat zij bij het Hilton Hotel hoorde en, omdat Hilton duur is, wilde ik er niet liggen. Maar zij waren wel degelijk de incheckbalie van de marina. Één overnachting koste € 68,00, veel te duur zei ik. Zoveel geld voor één overnachting dat kan ik mijn vrouw niet uit leggen. Dat doe ik niet. Ik ben hier binnengelopen omdat mijn GPS constant ‘No Fix’ gaf en ik dus niet wist waar ik was. Ik wil hier helemaal niet zijn.
Ik ben dus vertrokken. Faro was 2,15 uur varen. Dat redde ik niet meer voor donker. Het is daar op zee super gevaarlijk omdat er overal klein bootjes met vissers drijven cq. Ankeren en met nagenoeg geen verlichting. De invaart tussen de havenhoofden is een verschrikking: hoge golven en veel zuiging. Opeens dook er een klein wit licht voor mij op, daar vaart iemand. Het bleek een klein zeiljachtje met een buitenboordmotor te zijn, die alle kanten op werd gesmeten, net als ik overigens. Ik had hem bijna overvaren! Maar ik dacht gelijk dit is mijn gids, hij zal de weg wel weten, dus ik blijf achter hem varen.
Dat ging goed totdat ik geankerde jachten zag en besloot om daar ook te gaan ankeren. Wat er daarna gebeurd is weet en begrijp ik niet. Ik heb een douche genomen, wat gegeten en ben gaan slapen.
Dag 63: Maandag 25 juli 2016
Om 04.00 uur werd er op de boot gebonkt: politie! Mijn boot was heel ver afgedreven en daarvoor wilde ze mij waarschuwen. Ik haalde gelijk het anker op en wat bleek: het anker was totaal verdwenen! Ik haalde alleen een kale ketting op! Toen ik dat de politie toonde, en zei: ‘Wat moet ik nou’?, zeiden ze ‘vaar maar achter ons aan. We brengen je naar een ligplaats’. En dat deden ze perfect. Het is een moeilijke tocht door een soort Waddenzee, maar achter iemand aanvaren is gemakkelijk. Na het controleren van mijn identiteit en dat de boot niet was gestolen, wensten zij mij goede nacht en lieten zien waar ik hen kon bereiken als dat nodig mocht zijn. Hulde voor de politie!!
De volgende ochtend heb ik direct gekeken waar ben ik nu eigenlijk? Ik lig in of bij de haven van Olhão, dat ligt aan de oostkant van de binnenzee, aan de westkant ligt Faro. In de Reeds Almanak staat de vaarweg precies aangegeven, met de boeien waarop je je moet richten, maar echt eenvoudig is het niet. Maar dat is van later zorg. Ik moet hoe dan ook een ander anker hebben. Of dit verlies verzekert is?? Ik hoop het. Maar wat er is gebeurd, blijft een raadsel.
Nu ik op zoek ben naar een nieuw anker, begin ik het een en ander een beetje te begrijpen. Als je een anker wil hebben vragen ze naar de boot lengte, ik zeg 13,24 m. Dan moet je een anker hebben van 20 kg en die hebben we niet. Ik vond wel een anker van 12,5 kg, die heel erg leek op mijn eigen anker. Dat anker kostte € 134,00. Mijn eigen anker – zeker niet zwaarder – koste indertijd € 530,00, maar dat was wel inclusief ketting.
Toen ik dat wilde kopen zei de verkoper dat moet je niet doen, deze is te licht voor uw boot, U kunt beter naar Huelva gaan, daar hebben ze die vast wel. Conclusie: Krijgsman heeft de zaak b.. . Een anker van 12,5 kg verkocht voor de prijs van een 20 kg anker. En dat is mij nu noodlottig geworden. Daarom is het anker bezweken (afgebroken). Dat mijn anker te licht was merkte ik ook na het ankeren in Portimão: één van de vloeien was helemaal krom. En nu wordt mij ook duidelijk waarom mijn anker niet hield in Rio de Camariñas, hij was gewoon te licht. Krijgsman is …, dat is nu wel duidelijk! De mensen hier, houden hogere fatsoensnormen aan.
Een andere moeilijkheid is dat de Reeds Huelva helemaal niet noemt. Zeker niet toeristisch genoeg. De kaart geeft Huelva natuurlijk wel. Er is een kade bij Huelva maar of daar plaats is??? En er is een marina aan de rivier, dichter bij zee en behoorlijk ver van de stad. Er ligt een Engelsman achter mij die adviseerde om naar Ayamonte te gaan aan de Spaanse kant van de grensrivier Rio Guadiana. Die hebben ook zwaardere ankers op voorraad. Ik kan daar dus naar toe varen en er daar een kopen. Het is niet zo heel ver hier vandaan. Een probleem kan zijn dat de invaart niet al te diep is, zodat ik met vloed moet binnenlopen. Eenmaal over de invaardrempel zijn er geen diepte problemen meer. Een beetje twijfelachtig is nog de diepte van het haventje. Reeds zegt 1 m. en de pilot van mijn Nederlandse buren houdt het op 3 m, dat verschilt nog al.