Bert 2016: naar Griekenland

Blog – Bert Barendrecht: naar Griekenland

Beste mensen,

Het is alweer een paar weken geleden dat we Bert Barendrecht bij de Nieuwjaarsreceptie van onze vereniging ontmoetten en wij – en hij – niet uitgepraat raakten over zijn solotrip vorig jaar, zeilend van zijn thuishaven via IJsselmeer, Noordzee en Middellandse Zee naar Pylos, een kustplaatsje aan de westkust van de Peloponnesos in Griekenland. Hij vertelde toen dat hij tijdens deze tocht per dag verslagen van zijn belevenissen had gemaakt en dat hij dat wel met ons wilde delen.

Welnu, zijn uitgebreid verslag heb ik inmiddels ontvangen en met stijgende verbazing tot mij genomen. Wat een avontuur is dat geweest! Zoals hijzelf al aangaf: het was een mooie tocht, maar ook af en toe erg spannend. Hij kwam zichzelf soms tegen door vermoeidheid (lange nachten doorvaren), ook door zorgen omdat het instrumentarium aan boord (te) vaak niet voldeed, niet werkte of dat er dingen aan boord kapot gingen die onderweg maar moeilijk te verkrijgen of te repareren waren. De voortdurende zorg over de conditie van de boordaccu’s, de voorraad aan diesel of gas neemt steeds een prominente plaats in zijn verhaal in. Zijn boot, een Jeanneau Sun Odyssey 43, heeft heel wat harde klappen en ‘bijna-plat’-slaan moeten opvangen, met name in het Kanaal, voor Bert dus het minst leuke deel van de tocht. Maar de ‘overall’ indruk van zijn verhaal blijft, dat het een geweldige mooie en niet te missen ervaring voor Bert is geweest.

Wat op mij in zijn verhalen mede indruk maakte, is dat de af te leggen afstanden wel erg groot zijn, de wind vaak veel was, heel vaak verkeerd stond of (nog veel vaker) wegbleef en dat het Kanaal en de Noordzee bepaald geen makkelijk vaarwater is, in tegenstelling tot de Middellandse Zee. Er moest veel gemotord worden en het aanleggen in jachthaven/marina’s, is niet Bert’s meest favoriete keuze geweest : het aantal keren dat het anker werd uitgegooid is legio, het liefst overal gratis…

Ik zou iedereen willen aanbevelen, die wel eens overwogen heeft om zo’n reis die kant op te maken of die geïnteresseerd in de wereld van solozeilen, dit verslag te lezen.
Je moet er wel geduld voor hebben, want het verhaal is wel erg lang en natuurlijk op zijn Bert’s…
Om het ook leesbaar te houden, heb ik het hele verslag verdeeld in Blogs van ca. 2 weken en hier en daar de teksten wat vloeibaarder gemaakt, wat je tijdens zo’n reis niet altijd lukt.

Jullie vinden zijn verslag onder de rubriek ‘Reisverslagen/2016/Bert: naar Griekenland’

Klik op de afbeelding om te vergroten

Om alvast een idee te geven hoe zijn tocht is verlopen hier een kaartje van een Europa met de plaatsen die hij allemaal heeft aangedaan/genoemd (ik zal er vast wel een aantal over het hoofd hebben gezien….).

 

 

 

Met hulde aan Bert, veel leesplezier!
Hugo

Blog 01 – Reisverslag Bert Barendrecht: naar de Middellandse Zee, 27 mei – 13 juni

Dag 1: Woensdag 25 mei 2016

Jan (dhr. Jan Mulder) brengt mij weg, en brengt ook de auto weer terug. Jan wilde samen gaan eten, maar ik had een pizza gekocht als eerste maaltijd. Een klein misverstand; sorry Jan.

Plaatsing van de Navtex-antenne voor vertrek

en hopelijk doet ie ‘t ook nog….

 

 

 

 

 

 

 

Dag 2: Donderdag 26 mei 2016

Dit is het echte vertrek, niet ver deze keer, ik ga naar Stavoren. Het gaat allemaal heel vlot  en gemakkelijk.

Dag 3: Vrijdag 27 mei 2016

Het weer is goed; Noordenwind dus ik verlaat de steiger van de Marrekrite te Stavoren en zet koers naar Enkhuizen.

Dag 4: Zaterdag 28 mei 2016

Ik kies voor de Blocq van Kuffeler omdat je daar beschut kunt ankeren, dus zonder kosten.

Dag 5: Zondag 29 mei 2016

Omdat het nog altijd hard waait en het verstandiger lijkt om bij harde wind niet een vreemde haven aan te lopen, blijf ik nog even liggen.

Dag 6: Maandag 30 mei 2016

Ik ga toch maar naar de jachthaven hier, want ik heb hoognodig walstroom nodig en 24 uur walstroom zal de accu’s goed doen.

Het is een aardig fietstochtje naar Almere voor een paar boodschappen. De route gaat door een park waar ook nog aanleg steigers zijn, een mooi plekje en fantastisch beschut. Wellicht een goed idee voor een volgende keer?

Dag 7: Dinsdag 31 mei 2016

Vertrokken uit de Blocq van Kuffeler voor de tocht naar Beverwijk. In de industriehaven is misschien een gratis ligplaats te vinden.

In de Oranje sluis krijg ik op mijn duvel van de sluismeester; ik was niet ver genoeg naar voren gegaan in de sluis, zodat een Duits stel geen plek kan vinden om vast te maken. Ik zeg tegen hen maak gewoon aan mij vast, het is hier breed zat, en dat doen ze. Zij vertellen mij dat ze op weg zijn naar de Caribiën. Zo zo, dat is niet mis; ik wens jullie een heel goede reis toe. Ook ontmoet ik een Belg die alleen vaart en zegt dat hij naar de Middelandse Zee gaat. Ik zeg wat leuk dat is ook mijn bestemming kunnen we mooi samen gaan.

Dag 8: Woensdag 1 juni 2016

Dit plekje in Beverwijk bevalt eigenlijk heel goed, er is zelfs een Appie Hein vlakbij.

Ik doe makkelijk vandaag en ga Chinees halen: babi pangang. Ook de Belg die later aankomt heeft een plekje gevonden hier aan een nieuwe jachthaven die hier wordt aangelegd, Ik was niet ver genoeg doorgevaren om dit te ontdekken.

Dag 9: Donderdag 2 juni 2016

Er komt iemand om te zeggen dat ze de kade zelf nodig hebben, dus ik moet hier weg dat komt mooi uit ik wilde toch vertrekken.

Dag 10: Vrijdag 3 juni 2016

Als ik wakker wordt, zo rond 6.00 uur, is mijn Belgische vriend al vertrokken. Desondanks ga ik eerst rustig ontbijten, zoveel haast heeft zeilen nu ook weer niet. Bij de sluis van IJmuiden ligt hij daar als enige te wachten. Wat ik al vermoedde: tijdens de ochtendspits wordt de brug niet geopend, boten zonder mast worden wel geschut. Voor mij is dat makkelijk, hij helpt met afmeren. Zo rond 10.15 uur zijn wij pas aan de beurt. Er zijn nog twee jachten bij gekomen, 4 jachten is voor de kleine sluis niet veel, dus het gaat vlot.

De geringe wind zorgt er voor dat de trip naar het Slijkgat Stellendam meer dan 40 uur zou gaan duren, daar heb ik weinig zin in voor zo’n relatief korte afstand, daarom heb ik de motor er licht bijgezet om toch het Slijkgat nog op een aanvaardbare tijd te halen en om ongeveer 17.30 uur meer ik af tegen een binnenvaarttanker, want er is geen vrij plekje meer te vinden aan de achterzijde van de wachtsteiger.

Dag 11: Zaterdag 4 juni 2016

De volgende morgen word ik gewekt door de tankerschipper. Hij blijkt al te zijn vertrokken, terwijl ik er nog naast hang; ik meer je zo wel af tegen de steiger, zegt hij. Ik zeg, dat hoeft niet, dat doe ik zelf wel en start de Diesel. Ik wens hem goede reis en meer af met de boeg in de wind. Het is heerlijk weer, een prima plek om de boot verder schoon te maken. Alleen het dek en de kuip, de zijkanten daar kan ik niet bij.

Dag 12: Zondag 5 juni 2016

Het is hier zo lekker dat ik dit aangename verblijf nog even rek, wie weet komt mijn Belgische vriend nog, dat was immers de afspraak. Maar hij komt niet.

Dag 13: Maandag 6 juni 2016

Ook deze dag gaat voorbij met puur genieten. De Belg is niet gekomen. Omdat je hier maar drie dagen mag blijven liggen, ga ik morgen weer verder.

Dag 14: Dinsdag 7 juni 2016

Na het vertrek uit Stellendam van de gratis ligplaats aan de buitenzijde van de sluis gaat alles heel vlot, de wind is noord 4 Bft. En om het risico van aan de grond lopen te vermijden houd ik op zee een minimale diepte van 10 m aan. Er zijn veel grote schepen en de Straat van Dover ligt al achter mij voor ik er erg in heb. Het is inmiddels nacht en een nieuwe dag is begonnen.

Dag 15: Woensdag 8 juni 2016

Om stroom te sparen schakel ik alles uit wat niet strikt nodig is: de koelkast, de diepvries en alle binnenverlichting, maar niet de navigatieapparatuur en de stuurautomaat. Ik zit binnen en het gaat echt lekker tot nu toe.

Opeens maakt de boot een scherpe draai naar links. Ik denk wat krijgen we nou? Ik vaar juist door een ankergebied dat hier ligt en dat ik op de kaart niet kan vinden. Als ik aan dek ga zie ik dat de stuurautomaat vanzelf naar Standby is gegaan, ik zet hem terug op Auto, maar dat lukt niet. Ook de GPS is uitgevallen en ook de navigatieverlichting; er is totaal geen spanning meer. Kompas en andere apparatuur kan ik niet meer aflezen: te donker.

Ik realiseer mij dat ik zo niet verder kan omdat het onmogelijk is een onbekende haven aan te lopen zonder apparatuur. Daarom besluit ik eerst om terug te gaan naar Nederland, maar niets werkt, ook de dieptemeter niet, dus kruip ik aan de Engelse kant zo dicht mogelijk naar de vaarweg van de grote vaart. Aan de Engelse kant komen ze op je toe en dat kun je gemakkelijk inschatten. Maar zij zien mij niet, omdat ik geen verlichting meer heb.

Als ze dichterbij komen zien ze toch iets onverlichts en flitsen hun felle zoeklichten aan. Ik geef meer gas in de hoop dat er zo toch nog wat stroom wordt opgewekt, maar het helpt niet. Ik zie dat de Noordzee breder wordt en besluit over te steken naar de Belgische kant.

Dan komt er een Belgisch schip die vanwege mijn dwarrelkoers – het is heel moeilijk om met de hand een strakke koers te varen (ook mijn kompas is onzichtbaar) –  en ziet dat ik problemen heb. Hij gaat langzaam voor mij uit varen en ik volg, blij dat ik nu een vast doel heb om mij op te richten. Het begint al een beetje licht te worden als hij aangeeft dat ik er ben; hij gaat terug. Maar waar ben ik, ik heb geen idee… en dan gaat ook het alarmtoetertje van de motor af; ook dat nog: impeller alarm. Zo verder varen (en waarheen???) is ondoenlijk. Ik denk dat ik voor Walcheren zit en zend een bericht uit voor de kustwacht. Ze vragen: “waar zit u”? Ik antwoord dat ik dat niet weet, maar dat ik denk voor Walcheren te zitten. Alle stroom is uitgevallen, zeg ik. ‘We komen’ is hun antwoord. Na een tijdje komt er een kleine boot van de Belgische SAR (SAR = Search And Rescue; NL: Zoeken En Redden) die mij naar Blankenberge sleept en mij daar in de haven afmeert.

Na een vermoeiende nacht moet ik toch weer door; ik zoek een bedrijf die dit soort problemen kan oplossen, zij sturen een monteur die komt kijken wat er aan de hand is. Hij gaat voor een nieuwe wallader zorgen en samen bouwen we de dynamo uit en ik ook nog de boegschroefmotor, hij neemt beiden mee. ‘Ik kom morgen wel weer langs’ roept hij nog.

Dag 16: Donderdag 9 juni 2016

Hij komt en brengt de nieuwe wallader. Om toch iets te hebben mocht ik de acculader lenen van de jongen die de kapitein was van de reddingboot. Ik ben er blij mee, maar de volkomen lege accu’s vragen zoveel stroom dat het bijna te veel is voor die lader: hij wordt erg warm.

De rest van de dag gaat op aan boodschappen, een praatje met mensen langs de haven en genieten van het mooie weer; maar ik ga vroeg slapen.

Dag 17: Vrijdag 10 juni 2016

‘Het leven bestaat uit wachten’ zegt men wel eens: nou dat klopt wel. Toch heb ik niets te klagen. ‘s Middags werd de nieuwe wallader gebracht en hoewel hij veel lichter is dan mijn oude lader nl. oud 50 A, nieuw 35 A, laadt hij als de beste: binnen de kortste keren vult hij de accu’s tot 15 Volt. Zo hoog heeft de oude lader de spanning nooit gebracht. Dat ziet er dus goed uit. Later brengt hij ook nog de nieuwe dynamo – ook een gerepareerd exemplaar – en de boegschroefmotor. Hij bouwt de dynamo in en ik de boegschroefmotor.

De dynamo is OK, de laadstroom bijna 21 Amp. bij stationair toerental, de boegschroef doet het weer, over één kant, net als voorheen. De oorzaak is natuurlijk ingebrande contacten.

Dag 18: Zaterdag 11 juni 2016

Ik ben zojuist om ca. 16.00 uur vertrokken uit de haven van Blankenberge in België, met noorden wind 2,5 knopen. Het gaat zeer rustig.

In Blankenberge is een nieuwe wallader (een acculader op stroom van de wal) aan boord geplaatst, die fantastisch laadt. De accu’s worden opgeladen tot wel 15 volt. Zo’n hoog voltage heeft mijn oude lader nooit bereikt. Ook de dynamo –  die hier consequent altenator wordt genoemd – was kapot en is vervangen. Deze dynamo laadt bij stationair toerental al met 21 Amp. iets dat ik bij mijn oude dynamo nooit gezien heb. Ik tobte altijd met te weinig stroom en uitgeputte accu’s. Ik hoop echt dat die ellende tot het verleden behoort. Het was wel een pittige rekening, ruim €1200,00. Maar om door zo’n  tegenslag je hele plan overboord te zetten is ook niet verstandig, omdat de reparatie gewoon noodzakelijk is.

In de aanloop naar de Straat van Dover gaat het minder voorspoedig; de stroom staat fel tegen, en nadat het eerst windstil werd, waait het nu uit het zuidwesten zo’n 23 knopen. Omdat laveren mij niet verstandig lijkt vanwege de drukke scheepvaart, vaar ik op de motor. Maar het gaat zeer moeizaam.
Ik had op een plek waar de koers zuidelijker moet worden, een waypoint geplaatst. Aan het begin van de avond was dat 4 uur en 55 min. varen, maar nu, de volgende ochtend 9.15 uur, is de vaartijd nog altijd ruim 2 uur: geen doorkomen aan.

Dag 19: Zondag 12 juni 2016

De eerste keer heb ik blijkbaar toevallig de stroom mee gehad en dan ben je er snel doorheen, maar de tegenstroom is inmiddels afgenomen tot 1,6 knopen. De vaartijd tot dat waypoint is nog altijd 1 uur 40 min., daarna wordt de koers meer westelijk en is zeilen misschien mogelijk. Wind ZW. Het is bewolkt en niet warm, maar ja, je kunt niet alles hebben. Het is nu 10.15 uur en het waypoint is bereikt en vaar ik nu een meer zuidelijke koers naar een volgend punt. Verwachte vaartijd ca. 4 uur, maar de tegenstroom neemt af, nu nog zo’n 0,5 knoop, dus zal dit volgende punt wel sneller bereikt worden.

Zeilen kan nu wel, maar de wind is hard, ongeveer 28 knopen. Als je zeilt nemen de vreselijke klappen bij het vallen in een golfdal af omdat de golven nu meer dwars inkomen. Maar het is koud, de zee is verschrikkelijk en er zijn heel veel grote schepen. Maar na één laveerslag wordt duidelijk dat dit tot niets leidt: je gaat heen en terug en komt uit waar je bent begonnen: ondoenlijk dus. Dus dan toch maar de Diesel erbij zetten.

Ik kies voor Le Havre omdat dat een eenvoudige haven is die bij elk tij kan worden aangelopen. Maar het is wel ver.  Het systeem berekent een vaartijd van 33 uur: dus een nacht op zee. En wat voor een zee: de klappen in de golfdalen – nu ik er recht tegenin vaar – zijn verschrikkelijk. Het lijkt wel of de boot op beton slaat. In de kajuit is het een puinhoop en ik vrees oprecht dat de boot lek zou kunnen slaan in dit geweld. Maar er is geen alternatief, dus doorzetten maar. Het zicht is er nauwelijks. De kusten van Engeland en Frankrijk heb ik nergens kunnen zien, zelfs niet vaag. Het is een lange zware nacht.

Dag 20: Maandag13 juni 2016

Het rammen gaat maar door, de aankomsttijd is rond 16.00 uur, overdag gelukkig, slecht zicht is beter dan helemaal geen zicht. Ondanks dat heb ik het vage vermoeden dat de wind afneemt.

Het vermoeden is juist en het effect van wind tegen stroom neemt geleidelijk af, waardoor alles wat dragelijker wordt.

Tegen 16.00 uur bereik ik Le Havre. De kust is nauwelijks te zien, maar waar de invaart is, is heel eenvoudig te zien omdat er veel grote schepen zijn. Ik zie ze heel vaag en de boeien zie ik helemaal niet. Wel passeer ik een paar onbegrijpelijke kardinale boeien, waar iedereen aan de verkeerde kant voorbij vaart.

Afmeren is eenvoudig omdat een Nederlander direct hulp aanbiedt. Maar de gekozen plek is niet zo fijn omdat de golven van de in- en uitvarende schepen hinderlijke golven veroorzaken. Op advies van mijn aanmeerhulp kies ik een andere ligplaats in een box, dat is veel beter.

Nu was mij al opgevallen dat de bovenste bakboord railing-draad er slap bij hangt. De voorste bevestiging bij de boeg is geheel verdwenen. Helaas blijkt de bevestiging die ik heb niet te koop. Ook de bevestiging van één van de stangen van de satelliet volgantenne blijkt te zijn verschoven. Deze bevestiging is niet meer goed en ik repareer het eenvoudig door dubbel gevouwen plakband onder de klemband aan te brengen met de plakzijde naar buiten. Het zit, maar echt betrouwbaar is het niet. Morgen maar eens op zoek gaan naar een betere klemconstructie.

Blog 02 – Reisverslag Bert Barendrecht: naar de Middellandse Zee, 14 juni – 27 juni

Dag 21: Dinsdag 14 juni 2016

Ik ga naar de watersportwinkel om toch maar een wantspanner te kopen die ik dan als railing-spanner kan gebruiken en een Frans gastenvlaggetje. Dat lukt allemaal wel, maar een klem lukt niet. Ik vraag of de man niet een bedrijf weet waar ze er één kunnen maken, dan zorg ik wel voor een tekening. Hij stuurt mij naar een adres dat een gereedschapswinkel blijkt te zijn. Die kunnen mij natuurlijk ook niet helpen.

Maar er is een andere zeiler die wel een bedrijf weet. Het is niet ver. Maar het bedrijf bestaat niet, zelfs de straat bestaat niet meer. De mensen van weer een ander bedrijf denken dat het bedrijf verplaatst is bij het opheffen van de straat en zoeken uit waar het thans gevestigd zal zijn. Het blijkt een adres boven op de citadel te zijn en ze printen de kortste weg voor mij uit, zo’n 4 km wandelen met daarin een klim langs een stel hele hoge trappen. Het blijkt allemaal vergeefse moeite, er is niets.

Ik loop terug naar de haven en zie overal bordjes die naar een toeristen informatie punt verwijzen en die blijkt vlak bij de haven te zijn. Ik vraag de meisjes daar of zij mij kunnen helpen. De vraag is natuurlijk bijzonder en ik leg uit wat voor soort bedrijf het moet zijn. Ze beloven hun best te doen en dus moet ik morgen nog maar eens terugkomen.

Dag 22: Woensdag 15 juni 2016

Het weer is nog altijd slecht, de wind is west, dus verkeerd, en om de haverklap regen. Ook is het koud, zeker voor juni. Ik heb de railing-spanner gemonteerd, maar nog niet aangespannen. Het begint weer eens te regenen. Ik ben bang dat de spanner te lang is en ik de railing-draad niet op spanning kan krijgen. Eerst maar even wachten tot het weer droog is.

De nieuwe spanner is inderdaad te lang en de railing is dus niet strak te spannen. Maar iets is beter dan niets.

Vanmiddag om 17.16 uur komt er iemand om te zien wat het probleem is. Zomaar mijn tekening accepteren doen ze dus niet, maar we zien wel. De monteur is inderdaad gekomen, samen met een vrouw van de toeristeninformatie die uitstekend Engels spreekt.  Mijn ontwerp van de klem had hij niet nodig. Hij had een mooie klem bij zich die eigenlijk van een Bimini is, zo’n zonnekap over de kuip. Het voldoet prima en ziet er netjes uit. Het is alleen jammer dat het van Engelse makelij is, zodat geen enkel metrisch gereedschap er op past. Ik denk dat hij het wel goed heeft vastgezet.

Dag 23: Donderdag 16 juni 2016

Eerst ben ik gaan tanken omdat ik de tank gevuld wil houden. Ook wilde ik nog een nieuwe gasfles halen, maar ze hebben alleen butaan en bij dat systeem moet je de hele fles kopen en die kun je dan nergens meer inleveren, een uiterst ongunstig systeem. Propaan moet je hebben, zodat ik nu geen reserve fles meer heb. Ik hoop dat het bij een andere haven wel lukt. Tonneke – mijn vrouw – heeft me nog gebeld. Ik had het trillen al vaker gevoeld maar dacht dat het van de motor was. Ik moet nog wennen aan het trillen van de telefoon, die ook op trillen is ingesteld omdat ik vanwege mijn gehoorprobleem de beloproep niet kan horen.

De wind – 4 Bft – is vandaag een stuk gunstiger. Weliswaar kan ik mijn waypoint niet in één keer bezeilen, maar met één slag is het te doen. Dus niet op de motor deze keer. Ik vaar nu COG(*) 300 graden, maar het zou eigenlijk 288 graden moeten zijn.
Ben ik rustig aan het zeilen en valt de boot een keer in een golfdal: valt er een plafondplaat naar beneden. Die platen zijn bevestigd met klittenband die weer verlijmd zijn met het kajuitdak en de plafondplaat. Die lijmnaad houdt het blijkbaar niet. De reparatie is een klusje voor later, een beetje rust moet je daar wel bij hebben. Zo heb je altijd wat te doen.

Nu ik dit verder schrijf is alles helemaal anders, het is nu 15.48 uur en de mooie wind die zelfs voor ruim 7 knopen zorgde, is helemaal weg en de buien ook. De zon is gaan schijnen en het is windstil geworden en dus moet de Diesel het weer opknappen. Het waypoint  bij de westkaap van Normandië is nog 4.30 uur varen, daarna moet ik pal west sturen en wordt de koers daarna iets zuidelijker langs de Channel Islands: Alderney en Guernsey. Langs Jersey kom ik niet, dat ligt meer naar het zuiden.
Op dit moment – 19.50 uur – merk je de kracht van de stroming die hier heerst: hoewel ik 5 knopen door het water maak, is de SOG(**)  slechts 1,5 knopen. Het weer is mooi geworden, maar de vaarsnelheid over de grond is verschrikkelijk, niet om door te komen.

De westkaap van Normandië ligt nu bijna 10 uur varen van mij af, terwijl de afstand echt veel kleiner is geworden: de desastreuze invloed van de stroming. Er vaart een groot zeeschip met mij op – op ramkoers – die net zo veel moeite heeft om vooruit te komen. Echt verschrikkelijk.

Het is avond geworden – 22.30 uur – en ik zit voor Cherbourg. Het is nog niet helemaal donker en nog altijd windstil. De Diesel doet al uren het werk, maar ik wil doorzetten tot de Rade De Brest. Dat zal dus ver in de volgende morgen zijn.
*)  COG = Cours Over Ground (Koers over de grond).
**) SOG = Speed Over Ground (Snelheid over de grond)

Dag 24: Vrijdag 17 juni 2016

Het was een zeer vermoeiende nacht. Het Engelse kanaal met zijn eeuwige westen winden is geen ontspannen vaargebied. Om 6.30 uur was ik de laatste restanten – eilanden en rotspartijen – van Normandië voorbij. Ik heb er weinig van gezien omdat ik op ruime afstand blijf van deze gevaren. Nu kon de koers 231 graden worden, dus veel zuidelijker. Dat betekende dat er gezeild kan worden. Het systeem berekende – varende op de motor – 96 uur voor dit stuk.. Na het zetten van zeil liep dat terug tot 36 uur en 42 min. Zeilen is veel rustiger, spaart brandstof en motor en is bij redelijke wind ook sneller. Toch is de zee nog steeds erg ruw, veroorzaakt door de felle stromingen die hier zijn en het probleem van wind tegen stroom. Bij het punt waar ik nu naar toe zeil ben ik nog niet, maar daarna wordt de koers oostelijker en dus gemakkelijker en wind mee.

Het is 10.45 uur, er is geen zon gekomen, maar de wind is prima. Ik heb iets gereefd. omdat de boot zo schuin lag en omdat alles op de grond valt. Dit kost wel een beetje snelheid, maar is comfortabeler en dat is ook wat waard. De snelheid is toch nog 5,5 knopen, maar het was 7,5 knopen. De vaartijd tot het waypoint : 21,20 uur.

Voor de westpunt van Bretange ligt een eilandje: Ile d’ Ouessant, van het vaste land gescheiden door een zeestraat met de naam: Chenal Du Four. Daar doorheen varen snijdt een flink stuk af, maar ik vraag mij wel af: ‘durf ik dat of is het veiliger om om het eiland heen te varen’. Duurt langer, maar er is veilig diep water en het is er breed.

Dag 25: Zaterdag 18 juni 2016

Dat was dan weer een nachtje op zee. Doordat de wind west was kon ik niet precies uitkomen waar ik wilde, dus moest het laatste stuk langs de Bretonse noordkust op de motor. Maar ik voer nog maar net op de motor toen ik het idee had dat de wind naar het noorden was gedraaid. Ik zat binnen om de koers te controleren. Zou ik dan toch nog kunnen zeilen? Als je op de motor vaart, slingert de boot enorm heen en weer, zeilen is veel rustiger. Dat slingeren komt door de krachtige stroom die hier overal staat en die een onrustige zee oplevert. En ja hoor, er kon weer gezeild worden, maar de tegenstaande stroming maakte de voortgang gering. Om 05.00 uur de motor er weer bij gezet. Ik kies voor de veilige weg om het eilandje heen. Ik heb een waypoint gezet bij de westkaap  van het eiland d’ Ouessant, het is nog 3,45 uur varen. Het slingeren is een bezoeking, maar er is niets aan te doen. Het belooft een mooie dag te worden, zonder wind en met weinig wolken, tenminste tot nu toe. Het slingeren (rollen) is zo erg dat ik niet kan ontbijten. Je kunt niets neer zetten, alles valt gelijk op de grond. Ik hoop dat ik snel in de Rade De Brest ben, maar ik vrees dat het de hele dag gaat duren.

Invaart Rade de Brest

Deze vrees klopt wel: het is nu 21.45 uur en ik lig geankerd in de L’Aulne rivier die in de binnenzee van Brest (De Rade De Brest) uitmondt. Het is een schitterende rivier en een heerlijk beschutte ankerplek. Je denkt, ik ben er bijna….. maar er komt zo nog een dag bij. Er zijn hier twee nadelen:

Ten eerste: je hebt hier geen netwerk; blijkbaar te afgelegen, dus kan ik Ton niet bellen.
Ten tweede: de Franse marine parkeert hier ook oude marineschepen. Geen fraai gezicht, die roestbakken.

Industriehaven van Brest

 

Ik heb eten gemaakt en het heeft mij uitstekend gesmaakt. Ik had de hele dag nog niets gegeten. Een ander probleem is dat de ankerlier het niet meer doet, maar ik moest ankeren. Ik ben echter zeer vermoeid. Ik heb nu simpelweg de ketting van de lier genomen, het anker laten vallen en daarna de ketting weer om de lier gelegd. Wat de oorzaak van dit probleem is weet ik niet, maar het zal wel iets elektrisch zijn. Eerst uitrusten en dan kijken of het te verhelpen is.

Maar ik moet toch naar een jachthaven, in Brest of hier iets verder stroomopwaarts, waar ook een jachthaven schijnt te zijn. Wat is wijsheid, mijn gebit is ook nog kapot –  dat kwam door het bijten op het harde Franse stokbrood –  en dan heb je in Brest meer kans op succes dunkt me. Hierna volgt de Golf van Biskaje en dat duurt meestal 4 dagen om over te steken. En dan ben je in Spanje, Andalucië, om precies te zijn. Waar ik heen wil ligt vlakbij Santiago de Compostella – op zo’n 60 km afstand.

Dag 26: Zondag 19 juni 2016

Een maaltijd en een douche en je voelt je al beter, maar na een nachtrust is dat helemaal OK. Dat ik Ton niet kan bellen is een enorme teleurstelling waarop ik niet had gerekend alsook het probleem met de ankerlier dat moet opgelost worden. Ik was om 22.00 uur gaan slapen en pas om 10.00 uur weer op. Nu eerst maar eens gaan ontbijten en dan een oplossing vinden voor het probleem van de lier.

Fort in Rade de Brest

Maar er is een ernstiger probleem: ik lig veel te dicht bij de oever en het water blijft maar zakken. Ik moet verder uit de kant ankeren, maar de lier doet het niet. Met de hand er uit trekken gaat echt niet: te vast en te zwaar. Dus ga ik de lier van de genua gebruiken met behulp van de genuaschoot. Dit gaat niet met deze schoot omdat het touw is te dik om door de ketting te halen. Ik heb gelukkig ook dunner touw. Met de genualier is het geen probleem, zodra het anker los is vaar ik naar een plek verder uit de oever en laat het anker opnieuw vallen. Ik vermoed dat het probleem met de lier veroorzaakt wordt door een slecht contact in de stekkerverbinding, maar doormeten kan ik het niet. Ik kom steeds een hand te kort: de contacten aanraken met de universeelmeter lukt wel, maar dan is er niemand die op de knop drukt. Dus alleen: onuitvoerbaar.

De wind is naar het zuiden gedraaid en daardoor kwam ik dicht bij de wal te liggen. Dat is nu opgelost, nu eerst koffie. Morgen toch maar naar Brest omdat mijn gebit gemaakt moet worden.

Dag 27: Maandag 20 juni 2016

Het Nederlandse weerbericht voorspelde voor vandaag een regendag, nou dat geldt ook hier: het regent en niet een klein beetje. Niet zo’n leuke dag om naar Brest te varen en de problemen met de ankerlier op te lossen. Het lijkt mij beter om te wachten tot dit regenfront voorbij is. Niets anders te eten dan Knackebrod, dat hard en droog is. Geen gebit om het fijn te kauwen is echt niet zo leuk, maar het is te overleven.

Zeilen is leuk met goed weer en 15 à 20 knopen wind, maar daar is vandaag geen sprake van. Maar het ergste vind ik dat ik Ton niet kan bellen, er is geen bereik op deze plek, jammer. Wat moet zij wel niet denken dat ze al zo lang niets hoort. Het blijft de hele dag regenen, maar om 17.10 uur lijkt het droog te worden. De regen wordt vervangen door mist.

Hopelijk is het morgen beter, kan ik naar Brest gaan en mijn gebit laten maken. Ik krijg steeds sterker de indruk dat de problemen met de ankerlier veroorzaakt worden door de stekker van de handbediening, dus daar moet een nieuwe voor komen. Ook lekt er water door het plafond. Ik heb ooit de railing langs de kuipingang verstevigd en de bevestiging door het kajuitdak gemaakt  (boutje moertje). Dat zit nu stevig, maar blijkbaar heb ik het niet goed waterdicht afgedicht. Ik vrees dat ik dat een keer opnieuw moet doen. Ondanks het slechte weer – geen zon en weinig wind – blijven de accu’s voldoende op spanning, nu ongeveer 12,5 Volt. Maar de TV aanzetten zal wel teveel vragen van de stroomvoorziening.

Dag 28: Dinsdag 21 juni 2016

Omdat ik denk dat het probleem met de ankerlier komt door slechte contacten, heb ik een stukje draad gezocht cq. gemaakt om rechtstreeks contact tussen de bussen van het vaste stekkerdeel te kunnen maken. Als dat de oorzaak is moet het mogelijk zijn om zo het anker op te halen. In Cuxhaven hebben ze indertijd die stekkerdoos beschadigd en ik heb dat zo goed mogelijk hersteld. Het heeft lange tijd goed gewerkt, maar nu niet meer vrees ik. Daarom verdenk ik de stekkerverbinding. Als het vanmiddag hoogwater is ga ik het proberen en als het lukt, vertrek ik naar de jachthaven bij Brest.

Die haven is nog een aardig eind van de stad vandaan, maar ik hoop dat ze mij kunnen helpen en dat er netwerk is voor de GSM. Dit is een mooi, maar erg afgelegen plekje in deze rivier de L’Aulne, die hoger stroomopwaarts een sluis heeft en gekanaliseerd is, maar zo ver ga ik niet. Weliswaar zijn de eerste bruggen heel hoog 25 m, maar daarna weet ik het niet.

Dag 29: Woensdag 22 juni 2016

Het is een mistige regenachtige ochtend en het meest acute probleem is mijn gebit en dat ik geen brood heb. Wel heb ik reeds kunnen vaststellen dat de stekkerverbinding bij de ankerlier niet het enige probleem is. Het verbinden van de draadjes levert namelijk geen reactie op. Er is dus meer aan de hand. Omdat er veel dingen zijn die moeten gebeuren heb ik een boodschappenlijstje gemaakt. Dan is de kans dat er iets vergeten wordt, kleiner. Of de weersverbeteringen die in Nederland voorspeld zijn, ook voor hier gelden, moet ik afwachten. Echt beter weer zal er pas in Spanje of Portugal zijn.

Om mijn gebit te laten maken moest ik naar het  L’Hôpital in Brest. Mijn eerste plan was om te gaan wandelen, maar Brest is groter dan je denkt en de jachthaven ligt nog achter de industriehaven. Het is een heel eind lopen, dus heb ik voor de heenreis de bus (€ 1,70) genomen. Heel weinig Fransen spreken Engels, maar tot mijn geluk was er een Canadese stagiaire uit Montreal en die sprak behalve goed Frans ook uitstekend Engels. Ze was nog heel jong en een beetje verlegen wat haar heel charmant maakte. Ze regelde alles en morgenmiddag 13.30 uur is het gebit weer klaar. Kosten: € 43,50.

Later kreeg ik nog een rekening thuisgestuurd van het ziekenhuis. Groot: € 6,90 i.v.m. de reparatie van mijn gebit. En waarvoor?: ik heb geen idee. Daarvoor is mijn Frans te summier.

Op de terugweg heb ik gewandeld langs een paar mooie voetpaden, maar de jachthaven is erg ver. Ik ben gesleten: morgen neem ik de bus maar weer. Bij de administratie van het ziekenhuis wilde ze wel weten of ik getrouwd was, en zo ja, waarom mijn vrouw er dan niet bij was. Ik heb het zo goed mogelijk uitgelegd.

Dat vrouwen vaak wat meer ontzag hebben voor de zee begrijpen ze heel goed, evenals dat je niet zo lang van huis wil. Wat ze nauwelijks snappen is waarom ik het wil.

Dag 30: Donderdag 23 juni 2016

Het is nog altijd bewolkt, volgens de satellietbeelden van de Nederlandse TV is de bewolking niet zo dik maar daar is hier niets van te merken, het oogt somber. De wind is Noord geworden en zwak ongeveer 7 knopen (2 Bft.). Nu is noordenwind natuurlijk wel de goede richting als je naar het zuiden wil, maar wind mee moet krachtiger zijn wil je er iets aan hebben. Maar vandaag ga ik nog niet weg, ik moet mijn gebit ophalen en nog veel andere dingen. De ankerlier werkt ook nog niet en ik heb gas nodig. De temperatuur is binnen 17 graden.

Tot de baai van Camariñas – in de buurt van de beroemde kaap Cabo Finisterre – is het 375 Nm, dat is met een gemiddelde snelheid van 5 knopen zo’n 75 uur varen, dus ruim 3 dagen. Maar 5 knopen is veel te optimistisch ingeschat. Het zal eerder 5 à 6 dagen duren.

Het is inmiddels 9.45 uur en ook een beetje zonnig geworden. Het is nog een flauw zonnetje maar als dat doorzet kan het een mooie dag worden. Na deze opklaringen begon het te regenen. Maar nu schijnt de zon weer; het lijkt Nederland wel.

Ik ben toch maar gaan lopen naar het ziekenhuis waar blijkt dat mijn gebit uitstekend gemaakt is. Wat mij vooral zorgen baart is dat het in Frankrijk blijkbaar onmogelijk is om propaangas te kopen. Ze hebben alleen butagas – blauwe flessen – en die wil ik niet. Het blijft natuurlijk mogelijk dat de beschaving in Spanje wel is doorgedrongen. Ik heb de haven al afgerekend, maar ik heb nog altijd een niet werkende ankerlier! Ook de WiFi toegang wil niet echt lukken, zodat ik geen toegang heb tot de bank gegevens.

Dag 31: Vrijdag 24 juni 2016

En ook deze dag begint weer bewolkt, het is 8.00 uur en een zonnige dag blijft een niet vervulde wens. Eerst nog wat boodschappen en dan een ankerplek zoeken, waar ik in alle rust kan zoeken naar de oorzaak van de niet werkende ankerlier. Er is vandaag totaal geen wind, maar dat komt vaker voor in de nacht. De boodschappen zijn gedeeltelijk succesvol geweest. Ik heb een driepolige stekker kunnen vinden en afdichtingskit, de rest lukt niet. De Duitsers –  de vrouw – die achter mij liggen, kwamen informeren of ik nog gas heb kunnen vinden. Ik moest toegeven dat ik daar niet meer naar gevraagd heb. Zij adviseerde mij om naar La Coruña te gaan. Daar lukt het om de gastank te laten vullen en het is er goedkoper dan in Portugal, dus dat ga ik doen.

Ik ben er inmiddels achter gekomen waarom de ankerlier niet meer werkte: het was mijn eigen schuld. In België zei die monteur: ‘geef ook de boegschroefmotor maar mee dan kijk ik er naar’, dus heb ik die uitgebouwd. Daarvoor moet je alle kabels los maken en daar zat ook de kabel naar de ankerlier bij. En die laatste ben ik vergeten weer aan te sluiten. Deze kabel was een beetje weggevallen en daardoor viel het mij niet op in eerste instantie. Toen ik wat beter ging kijken wat er aan de hand was, ontdekte ik de losse kabel. Toen ik die weer aansloot begon de ankerlier meteen te lopen. Dat is raar, omdat niemand op de knoppen drukte, en omdat het anker niet verder kon, werd alles heel heet. Gelukkig kon ik de hoofdschakelaar uitzetten. Hoe komt dit nu, dacht ik:  zit er ergens sluiting in de stuurstroomkabel? Maar na doormeten bleek alles goed te zijn. Rara, hoe kan het toch dat de lier vanzelf gaat lopen???

Nog erger is dat er veel water in de voorpunt staat: is het daar lek geworden door de harde klappen in de golfdalen in het Engelse kanaal? Dat weet ik niet maar ik verdenk de reparatiewerf in Cuxhaven nog altijd van knoeiwerk. Ik heb het water weggepompt en kijk hoe snel het zich weer vult. De accu’s voor boegschroef en ankerlier bevinden zich vòòr het waterdichte schot waardoor het water daar niet naar de bilge wordt afgevoerd. Daarom moet het juist daar heel goed waterdicht zijn.

Ik moet de stuurleiding doormeten met de stekker van de handbediening aangesloten. Tot nu toe heb ik beide delen los van elkaar gemeten en dan is het goed.
Misschien zitten niet de juiste draden tegenover elkaar?

Dag 32: Zaterdag 25 juni 2016

Afgelopen nacht nog illegaal gebivakkeerd in de haven Du Moulin Blanc. Moet kunnen, de havengelden zijn hoog genoeg. De ligplaats is lagerwal en het is lastig om daarvan weg te komen. Vooral als er voor en achter je andere jachten liggen. Dat was ook een reden om gisteren niet te vertrekken. Maar nu was er iets minder wind – het was nog vroeg – dus ben ik vertrokken. Eerst tanken en dan weg. Nog op de Rade de Brest belde mijn lief Tonneke, die kon ik dus even bijpraten.

Op zee, na verlaten van Rade de Brest

De uitvaart uit de Rade is nog niet zo eenvoudig. Het lijkt vrije zee, maar er zijn heel veel onderwater rotsen en piepkleine eilandjes. Je moet onwaarschijnlijk ver naar het westen om er omheen te komen en Frankrijk is dan allang uit zicht verdwenen. Er zijn hier en daar doorvaartmogelijkheden tussen de onderwaterrotsen waardoor de afstand kleiner wordt, maar ik heb niet het lef om dat te proberen. Dat is naar mijn idee vragen om problemen, dan maar liever er omheen. Omdat de wind 280 graden is heeft de Diesel moeten helpen.

Nu 16.40 uur, is de koers 207 graden en de wind 11 à 12 knopen, dus rustig weer. Toch sloeg er tijdens het tegen de wind in varen, een enorme golf helemaal over de boot heen. Ik zat op dat moment binnen om mijn positie te controleren. Zoiets had ik nog niet meegemaakt. Mijn positie is nu: 47*.55,0′ N, en 5*.11,23′ W. Het is zonnig, snelheid 4,7 knopen, reistijd tot in de buurt van La Coruña 62,30 uur. Maar als de omstandigheden niet veranderen, mag ik niet klagen.

Het is nu 21.30 uur en er is nog 286,3 Nm te gaan, ca. 58,15 uur varen.

Ik heb mij weer eens in de luren laten leggen door de dieptemeter. Ik vaar in de Golf van Biskaje en het is hier meer dan 5000 m diep. Toevallig werp ik een blik op de dieptemeter en die geeft 2,5 m diepte aan! Ik schrik me een ongeluk, er is hier verd…een ondiepte. Meteen gooi ik het roer om om terug te varen naar het noorden. Na een tijdje dringt het tot me door dat dat helemaal niet kan, de kaart liegt niet. Het is een onvolkomenheid van de dieptemeter die niet met grote diepten kan omgaan, jammer maar helaas.

Dag 33: Zondag 26 juni 2016

Het is nog altijd heerlijk rustig weer. De wind zit nog altijd in dezelfde hoek en is weer toegenomen tot 12 à 13 knopen, bootsnelheid 5 knopen, resterende vaartijd 44,15 uur en de afstand is nog 225,6 Nm. Rest nog de positie: 46* 49,00′ N, 06*  06,00′ W. In de loop van de dag – nu 12.00 uur – wordt de wind steeds zwakker, dus wordt ook de snelheid minder, nu 2,5 knopen. Dus wordt de vaartijd langer, het systeem berekent nu 59,15 uur. Het is ontspannen en rustig, al is er veel deining, met soms een idioot hoge golf. Zo’n golf heeft de thermosfles op de vloer doen vallen en daar kon hij niet tegen, helaas. Ik gebruik nu de roestvrijstalen thermoskan. Die kan meer hebben, maar houdt minder goed warm. Dus ik moet de koffie sneller opdrinken.

Hoewel het zonnig is, is het een omfloerste zon met hoge sirusbewolking en ook niet zo erg warm: zo’n 20 graden binnen. Die hoge dunne bewolking is vaak het eerste teken van weersomslag, ik hoop dat dat allemaal gaat meevallen.

Het is intussen 15.30 uur en de wind is naar het zuidwesten gedraaid en sterker geworden, weer 10 knopen. Ik moet nu hoog aan de wind zeilen en maak 4,7 knopen. Vaartijd nu 38,23 uur, dus in ieder geval nog een etmaal op zee.

De wind draait meer en meer naar het zuiden – ik zeil nu hoog aan de wind – als dat nog verder gaat kan ik mijn koers niet meer aanhouden en zal ik moeten afvallen. Dan kom ik oostelijker uit dan de bedoeling is en dat kan met nog 181,5 Nm te gaan een grote afwijking worden. Dat mag de Diesel dan weer opknappen, dus ik hoop dat mijn bestemming bezeild blijft. De grens van de wolkenband die in het NPO-journaal satellietbeeld goed te zien is, ben ik intussen gepasseerd: het is dus onbewolkt geworden en de zon heeft veel kracht. Maar ik ben nog niet op de helft van de afstand. Dus nog altijd in het noordelijke deel van de Golf van Biskaje, maar het kan niet lang meer duren. De halve afstand is 143 Nm, de resterende afstand is nu, om18.30 uur: 180,5 Nm.

Een ander probleem is dat de onderste punt van het grootzeil bij de mast los hangt. Het zeil is dus iets gezakt. Dat is eerder gebeurd, toen was Jan  erbij. Je moet met z’n tweeën zijn om dit weer goed te krijgen. Ik heb het geprobeerd, maar het is ondoenlijk. Als het al lukt om de lus van het zeil weer om de haak te krijgen, is hij er weer af voor je het zeil kunt optrekken. Hier is absoluut een hulp bij nodig. Ik maak mij er nu al zorgen over of ik het zeil nog wel kan oprollen straks in de haven.

Ik moet moeite doen om de verleiding te weerstaan om de TV aan te zetten. Vooral bij een rechte strakke koers en rustig weer is het aantrekkelijk om de TV aan te zetten, maar of de accu’s dat kunnen trekken weet ik niet. Als de Diesel loopt zou het moeten kunnen. De windcharger laadt niets bij dit weer en de zon is straks weg. Maar nog voor de zon weg is, is de wind weg en dat is heel jammer, want het ging juist zo lekker.

Omdat er nu stroom genoeg is, heb ik de TV aangezet, maar dat lukt niet best. Er is teveel beweging, al heb ik nog wel gezien dat België met 1 – 0 voor staat tegen Hongarije.

Het is 21.30 uur en de vaartijd is op de motor 37,20 uur, snelheid: 5 knopen. Ik vrees dat wind hier schaars is. Pas over 35 Nm ben ik op de helft, dus om ca. 5.00 uur. Dat is niet best. Ik vaar hier over een volkomen lege zee die meer dan 5000 m diep is. De dieptemeter zegt hier helemaal niets over, dieper dan 150 m kan hij niet aan.

Dag 34: Maandag 27 juni 2016

En zo wordt dit weer een doorwaakte nacht en dan ook geen wind. Een voordeel is wel dat er nu stroom zat is en dat ik dus niet in het donker hoef te zitten. Als dat maar niet de regel is hier in het zuiden! Dat ik zelfs nu nog niet over de helft ben, frustreert en verbaast mij. Zou er morgen nog wind komen? ‘s Nachts is er wel vaker weinig of geen wind en zeilen zonder wind kan niet.

De helft van de totale afstand van de oversteek van de Golf van Biskaje zit er om 4.00 uur op. Nu nog 143 Nm tot La Coruña, nog 27 uur varen.

Als het licht wordt, blijkt het weer een sombere bewolkte ochtend, er is geen enkele golf meer te ontdekken; de zee is een rimpelloze vlakte. Het is nu 10.30 uur, nog 102 Nm te gaan en 18 uur varen. Ja, de Bay of Biscay liegt er niet om: groot water!

Het is intussen halfvier en bladstil, geen zuchtje wind en geen rimpel op het water. Het lijkt wel olie. Hoe deden ze dat vroeger in zulke omstandigheden, gewoon dobberen, denk ik. Nog 73,5 Nm, zo’n 12,3 uur varen. Om 19.00 uur kwam er weer een klein beetje wind uit het noorden. Ik heb de Genua uitgezet en de Diesel af. De snelheid is nu dus veel minder, zo’n 3 knopen en dan wordt de vaartijd wel weer 17,5 uur. Maar wat kan het schelen, zeilen heeft de voorkeur. Misschien neemt de wind nog wat toe? Nou vergeet het maar. Om 22.30 uur was de wind weer zo goed als weg, de snelheid 1 knoop en dus knapt de Diesel het weer op. De Diesel is de betrouwbare remedie voor alle moeilijkheden. Als het zo doorgaat is het nog zeven-en-een-half uur varen. Dus zo rond 4.30 uur morgenochtend.

Blog 03 – Reisverslag Bert Barendrecht: naar de Middellandse Zee, 28 juni – 11 juli

Dag 35: Dinsdag 28 juni 2016

Om 7.15 uur was ik in La Coruña afgemeerd in de oude haven dicht bij de stad. Eerst de vaat en schoonschip maken, daarna een stukje slapen en dan even een wandeling in de omgeving. Om 13.00 uur waren alle werkjes gedaan. Dit was de eerste keer dat ik een onbekende haven in het donker heb aangelopen. Maar het is geen moeilijke haven: vertrouw de kaart en de GPS, en het komt goed.

La Coruña is de tweede stad van Andalucia. Santiago de Compostella is de hoofdstad, in het Andalusisch heet deze stad A Coruña.

Ik heb advies gevraagd aan de havenmeester waar je het beste een paella kon eten. Hij stuurde mij naar een restaurant met de naam O Fado. Ik was er de enige restaurant klant. De reden daarvan is: ik was er te vroeg, om 19.30 uur. Later kwamen er meer klanten, de paella was fantastisch, maar veel te groot voor één persoon – hij maakt alleen paella’s voor minimaal 2 personen. Ik heb de rest meegenomen voor morgen en dat alles inclusief een fles wijn voor € 30,00. Achteraf kon ik vaststellen dat die Spaanse huiswijn – Vino de la Casa – veel beter is dan de wijnpakken die ik uit Nederland heb meegenomen.

De hulp in België voor de boegschroef heeft fataal uitgepakt: die nieuwe stekker verbinding heeft een metalen behuizing en is de oorzaak van de kortsluiting waardoor die uiteindelijk het relais vernielde. Je moet niet te snel ongevraagde hulp accepteren, dat is de les. Maar er is natuurlijk nog een andere conclusie te trekken: de zekeringen die op diverse plaatsen zijn aangebracht hebben ook niet gewerkt. Misschien zijn ze te zwaar of helemaal niet aanwezig? Dat laatste bleek later het geval te zijn.

Dag 36: Woensdag 29 juni 2016

Hoe het komt weet ik niet, maar weer is het bewolkt, geen zon. Normaal staat het weer hier in noordwest Spanje niet bekend als zonnig, eerder als koud, winderig en regenachtig. Het is 8.30 uur en 17,3 graden. Doordat er ‘s nachts cq. ‘s morgensvroeg veel vissersboten naar zee gaan die golven veroorzaken, ligt de boot niet zo stil als je zou wensen.

Ik ben weer naar de winkel geweest, die mij zei dat hij wel kon helpen met een relaisblok dat functioneel gelijkwaardig was. Toen hij mij zag, zei hij gelijk: ‘I can’t help you, you must go to another shop. You must go to Naval Noroeste Avenida Ejercito 8 and it is a long walk, you must take a taxi’. Ik zei ik ga wel met de bus, maar liep in de verkeerde richting. Daar kwam ik achter toen ik aan iemand vroeg of ik de goede kant uit liep: nee dus. Hij is helemaal met mij meegelopen om mij bij de juiste bushalte te brengen. Spanjaarden zijn fantastisch!

Uiteindelijk bleek het helemaal niet zo ver, maar ze hielpen mij daar direct. Vrijdag wordt het nieuwe relaisblok daar afgeleverd. Ik moest het wel gelijk betalen: € 105,–, maar dan heb ik wel een originele. De prijs viel mij mee omdat ik € 150  had verstaan. Op vrijdag vòòr 13.30 uur moet ik hem ophalen. Om een probleem met het nieuwe relais te voorkomen, heb ik de ankerketting van de lier gehaald en even met een touw aan de kikker vast gemaakt. Nu kan de lier vrij draaien in beide richtingen, dus doorbranden kan niet meer. Pas als alles goed werkt, leg ik de ketting er weer om.

Dag 37: Donderdag 30 juni 2016

De ligplaats die ik heb genomen ligt heel dicht bij de invaaropening van deze haven, wat  betekent dat de golfslag van de zee hier nog heel goed merkbaar is nu er wat wind gekomen is. Dat wordt dus een nachtje schommelen. De Reeds Almanak noemt dat swell en waarschuwde daar ook voor. Ik had beter door kunnen varen naar de tweede havenkom, die is rustiger. Maar je moet er geen drama van maken.

Ook deze dag begint somber. Dat lijkt hier zo de regel. Ik zou zeggen er komt regen, maar alle vorige dagen werden uiteindelijk zonnig en warm, temperatuur 17 graden om 9.30 uur.

‘s Middags kwam er iemand van de winkel om het nieuwe relaisblok te brengen: dat is nog eens service! In de verpakking zat ook een aansluitschema en daarin is wel degelijk een zekering opgenomen die bij mij niet is geïnstalleerd. Dus ga ik morgen nog even bij die winkel langs om een zekering van 150 Amp. ertussen te plaatsen. Morgen kan ik het installeren, kijken of het werkt en of de motor schade heeft.

Dag 38: Vrijdag 1 juli 2016

Ook deze eerste juli begint zwaar bewolkt. Zo grijs als het vandaag is zag ik het niet eerder. Het is 17,7 graden en het ziet er somber uit, dat is blijkbaar de regel hier.

Het lijkt een regendag te worden, het is negen uur en het regent. Ik weet niet hoe laat de winkel open gaat maar ik weet wel dat hij na 13.30 uur gesloten is, dus ik ga er maar heen. Dat bedrijf had de zekeringen die ik er tussen wil plaatsen maar niet de zekeringhouder en ook niet een stukje accukabel van 150 mm lang. Ze sturen mij naar elektronicawinkels in de stad en die hebben wel zekeringen en houders maar alleen voor veel lagere waarden. Ook gas is nog altijd een probleem. Toch maar de hulp van de havenmeester gevraagd, die zorgde er voor dat de spullen laat in de middag werden afgeleverd. Ik ben direct begonnen met alles te installeren, om 19.30 uur was ik er mee klaar. Maar ik heb alles nog niet getest; ik wil m’n avond niet bederven. Maar ik vind het toch sneu voor de Belgen dat ze zijn uitgeschakeld. Bij de relatief snelle goal vreesde ik al dat het net zo zou aflopen, als bij Polen; helaas, maar de Polen hebben niet verloren, dus toch een verschil.

Dag 39: Zaterdag 2 juli 2016

Dit is de eerste ochtend die zonnig begint, maar er is wel Sirus-bewolking en er zijn wolkenbanken zowel in het westen als in het oosten, dus of het ook mooi blijft is de vraag. Het is 18,5 graden om 9.00 uur. Maar het is nu om 10.30 uur volledig bewolkt, alleen in het zuidwesten is nog een klein beetje blauw te zien, dus een dag zoals gewoonlijk, temp. 19,8 graden.

Je kan natuurlijk niet voor het uur van de waarheid blijven vluchten, dus heb ik de ankerlier getest; en hij doet het weer als vanouds, en de draairichting is ook meteen goed, ik heb de ketting er weer omheen gelegd, zo dit is weer in orde. Nu kan ik weer ankeren als ik dat wil. Nu kan ik natuurlijk ook gelijk de boegschroef nakijken; het is vaak makkelijk als je er over kunt beschikken.

Het is toch een heel mooie dag geworden, om 13.00 uur was het onbewolkt en een strak blauwe hemel, temp. 25,1 graden. Dus een mooie gelegenheid om alle staglijnen weer op de juiste spanning te brengen, en dat was nodig ook sommigen stonden echt veel te slap. Ook heb ik nog op TV kunnen zien hoe Duitsland uiteindelijk de terechte winnaar werd tegen Italië.

Dag 40: Zondag 3 juli 2016

Het is 16,8 graden en zonnig om 8.30 uur en er is een hele ijle bewolking; het wordt weer een mooie dag.

De werkjes voor vandaag zijn:
A – Splitpennen plaatsen in de wandspanners.
B – Plafondplaat die de ankerlierruimte afsluit monteren.
C – Boegschroef weer aan de praat zien te krijgen.
D – De naar beneden gekomen plafondplaat in de kajuit weer monteren.

Het werkje B is gedaan. Het klusje C lukt niet. Ik geloof niet meer dat het in de aanstuur-relais zit, ik heb de contacten opgezuiverd en dat haalt niets uit; het probleem zit in de motor volgens mij. Welke mogelijkheden heb ik nog om duidelijkheid te krijgen in wat er aan de hand is?

A, Ik kan de relais met een draadje rechtstreeks bekrachtigen en kijken of hij werkt.
B, Met een dikkere draad de relais overrulen zodat de motor rechtstreeks wordt bekrachtigd, de motor moet dan lopen, zo niet dan zit het probleem in de motor.
Bij het werkje D heb ik de stukjes klittenband opnieuw gelijmd, dat moet nu eerst uitharden. Dan resteren alleen nog de splitpennen.

Het is 15.00 uur, strak blauwe hemel en 24,8 graden; daar kan Nederland een puntje aan zuigen; schitterend weer.

Dag 41: Maandag 4 juli 2016

Vandaag moet er gas gescoord worden. De havenmeester beveelt een taxi aan, maar ik neem liever de bus. Om goed 9.00 uur was ik bij de bushalte voor lijn 23A, de halte is vlak bij de haven en na 10 minuten komt de bus al. Doordat het wat verder de stad in is, zit ik wat te dommelen, maar de buschauffeur waarschuwt mij op tijd. Aan een andere chauffeur, die bij de bushalte was gestopt om iets na te zien, vraag ik of hij het adres kent dat ik van de havenmeester heb gekregen. Het adres luidt:

Arbupes, carretera de Mesoiro, 8.
Poligono de Pocomaco.
A Coruña.

Het blijkt vrijwel recht tegenover de halte, de bus stopt er voor de deur. Ze vullen mijn lege fles met LPG dat hier GPL heet. Kosten: € 7,92 voor 12,5 liter; een koopje. Daar komen dan wel twee buskaartjes bij à € 1,30. Nog altijd niet duur. Spanje is perfect. En de bussen rijden frequent en op tijd: hulde!

Ik blijf nog één nachtje hier en dan weer verder. De boegschroef problemen bewaar ik voor later, nu eerst koffie. Het is mogelijk dat de oorzaak gezocht moet worden in de koolborstels, slecht contact of zo.

Op het heetst van de dag, nu 16.45 uur 27,5 graden is het heel rustig op straat: siësta. Morgen, na een verblijf van 7 dagen, gaat de reis weer verder. Waar ik ga ankeren weet ik nog niet. Je moet niet alles willen plannen, dan zijn er geen verrassingen meer. Toch heb ik de Reeds er maar is op nagekeken, zonder veel succes overigens. Dan maar op de zeekaart zoeken en dat leverde wel iets op.  Er is een soort binnenzeetje bij de plaats Aveiro, in Portugal. De Reeds zegt daar niets over, maar er zijn wel ankerplekken. Ik denk dat het erg afgelegen is, maar dat vind ik nu juist geen probleem.

Dag 42: Dinsdag 5 juli 2016

De dag van vertrek uit A Caruña is geen mooie. Het is zwaar bewolkt en somber, een enorm verschil met gisteren. Het weerbericht bij de havenmeester geeft aan dat er harde wind (25 knopen) staat rond de noord-westkaap van Spanje, tot Cabo Finistere, maar naar het zuiden en het noorden neemt de wind weer af. Het is ook niet meer zo warm, maar nog altijd 19,2 graden.

Uiteindelijk is er meer wind dan ik had gedacht. Vandaag 30 knopen wind gehad op de open oceaan en dat is toch wat anders dan op de Oostzee met dezelfde windkracht. Daarom ben ik niet doorgegaan naar Porto, maar ben de baai Ria de Camariñas ingevaren, een mooie baai. Er staat ook hier nog veel wind, maar de grote golven van de oceaan zijn er gelukkig niet.

Het is snel gegaan met 30 knopen wind uit het oosten, die om de noordwestkaap van Spanje naar het noorden met de koers meedraaien, dus de hele weg de wind mee. Door kans op rotsen onder water moet je ver uit de kust blijven op water dat meestal meer dan 100 m diep is. Ondieper dan 50 m is gevaarlijk. Daar kunnen onderwater bergen opduiken.

Op de oceaan waren er ineens een heleboel dolfijnen aan alle kanten. Je kon ze ook onderwater volgen zo helder is het hier, heel leuk allemaal, alsof ze even gedag kwamen zeggen. Ze schieten echt als een speer door het water, wat een fantastische dieren.

Ik lig hier geankerd, maar of ik goed lig, dat weet ik niet. Toen ik de positie van de boot controleerde met behulp van de zeekaart, bleek dat er hier onderwater rotsen zijn. Maar ik heb daar niets van gemerkt,: moet ik misschien iets verder uit de wal ankeren?  Er zitten natuurlijk ook goede kanten aan die harde wind: je haalt hoge snelheden, een paar keer meer dan 9 knopen, maar daar horen ook diepe golfdalen bij, die alles aan boord door elkaar en op de vloer gooien.

Nu eerst iets te eten maken. Er was onderweg vanwege de hectiek geen gelegenheid iets te maken en Griekse yoghurt kennen ze hier niet.

Jachthaven Ria de Camarinas

Ik heb Ton nog gebeld maar zij viel steeds weg, waarschijnlijk raakte ik te ver verwijderd van het netwerk, jammer. Of het hier lukt moet ik nog proberen. Het antwoord is ja, gaat prima. Alleen het ankeren is niet gelukt. De bodem is rotsachtig en dat houdt niet. Dus heb ik de jachthaven gekozen, het is niet anders. Het anker heeft wel een heleboel wier en andere troep mee omhoog gebracht.

Camariñas is een kleine haven met kleine boxen, maar er was plaats aan de kop van de steiger en er kwam gelijk iemand om met aanmeren te helpen. Er is een schipperscafé en een restaurant. Zo’n kleine haven is ook wel is leuk. Een toiletgebouw kon ik niet ontdekken, dus douchen en toilet moet aan boord.

Dag 43: Woensdag 6 juli 2016

Natuurlijk ben ik wel uitgerust na een nachtje slapen, maar de boot is constant in beweging. De harde wind rond deze kaap is in de haven nog goed te merken. Merkwaardig is dat het alleen rond de kaap zo hard schijnt te waaien. Ankeren is hier net als in Noorwegen vaak niet mogelijk omdat de bodem rotsachtig is. Aan de vele vlaggetjes is te zien dat het nog altijd stevig waait.

Maar ik heb nu warm water, zodat ik de vaat eindelijk eens kan wegwerken.

De temperatuur is 17,6 graden om 8.45 uur, maar het is wel zonnig en de hemel is omfloerst blauw. De barometer is gedaald naar 1016 hPa, en het weerstation aan boord voorspelt bewolking. Dat zal wel kloppen omdat er al Sirusbewolking is. Toch denk ik dat het weerstation er naast zit; het is een beetje heiïg, maar verder stralend blauw. De temperatuur om 10.00 uur is 20 graden en gaat volgens het station nog verder stijgen. De barometerstand zit niet in de lift.

Wat mij is opgevallen, is dat het om mijn boot wemelt van de vissen. Niet van die kleintjes, nee er zitten hele grote bij. Ik denk dat dat komt omdat ik gisteren niet naar de WC in de haven kon. Alles was op slot, dus ging ik aan boord. Dat trekt blijkbaar veel vissen aan die er nog van alles van hun gading in kunnen vinden. Later bleek dit niet de echte reden van de vele vissen, de vissen eten de aangegroeide alg op. Het is erg aanlokkelijk om een hengeltje uit te leggen en proberen er eentje te vangen: verse vis in de pan!

Morgen is er minder wind volgens de havenmeester. Er zijn veel boten die hier beschutting hebben gezocht: Spanjaarden, Fransen en ook Nederlanders en Britten. Toch is die beschutting hier niet zo geweldig, maar als je moe bent, krijg je nu toch je rust en kan ik Ton bellen. Er is hier gratis WiFi.

Hoe erg de oceaan te keer is gegaan bleek ook uit het feit dat de bijboot niet meer op het zwemplatform stond, maar alleen nog aan de touwen hing waarmee hij was vastgezet. Ik heb de bevestiging meteen verbeterd.

Maar ik ben niets kwijt geraakt. Het is alleen weer een bewijs dat je de zee niet moet onderschatten.

Vreemde bouwsels in het dorp

Het is ‘s-middags 25,6 graden geworden en ik heb een wandeling door Camariñas gemaakt. Het is veel groter dan je denkt. Het plan was om het hoogste punt en zeezicht te bereiken, maar het gaat maar door en uiteindelijk ben ik maar naar de haven teruggelopen en een portie gebakken fruits de mer genomen. Het smaakte omdat ik trek had, maar een Nederlands lekkerbekje is veel beter!

Ik heb ook de shirts die ik door elkaar gedragen had, uitgewassen, uitgespoeld en te drogen gehangen; met een beetje geluk zijn ze voor zonsondergang droog. Ik heb ook nog ontdekt dat mijn scheerapparaat op de vloer was gevallen door de golven op zee. Het scharnierende scheerhoofd is eraf gevlogen en de verende scharnierbevestiging heb ik niet meer terug kunnen vinden. Of ik die nog kan vinden is de vraag. Het is een heel klein onderdeel.

Dag 44: Donderdag 7 juli 2016

De dag begint somber, veel bewolking. Maar gelukkig niet zo heel veel wind. De steiger waar ik tegenaan lig, is lagerwal en in de box ernaast ligt een Engels echtpaar met een grote Catamaran. Ze willen vertrekken, maar de boot ligt niet goed om uit  te varen zonder schade. Ik ga helpen, ik heb nog iets meer kracht om dit grote windvang object in het gareel te krijgen. Als hij goed ligt, zeg ik: ‘Its better that you go on board now.I’l give you the lines’. Het gaat allemaal goed en hij vaart uit. Nu ik nog!

Omdat het een lagerwal is besluit ik in de spring te varen, maar je weet nooit of vooruit of achteruit vertrekken de beste optie is, daarom hang ik overal fenders. Bij de boeg, langs het boord en achteraan. Ik maak alle meertouwen los behalve de middenbolder. Ik ga aan boord, sluit de railing en ruim alles op en dan vaar ik weg. Door in de spring te varen had ik de boeg vrij van de steiger, maar toen ik de landvast van de middenbolder had weggenomen was de boeg alweer tegen de steiger gewaaid. En zo krachtig zelfs dat het achterschip vrij draaide van de steiger: ook goed dan maar achteruit. En dat ging heel goed eigenlijk.

Bij het naar zee varen heb ik Ton nog gebeld. En heel gek bij het weg varen uit Ria de Camariñas was de wind ineens weg. Maar na korte tijd stak hij weer op uit het noordoosten: de goede richting. Met alleen de Genua maakte ik 3,35 knopen. Maar geleidelijk werd de bewolking dunner en er kwam meer wind, het zicht bleef matig. Maar de wind nam in kracht toe en al snel maakte ik 5,5 tot 7 knopen. Perfect zeilweer! Later op de dag kwam ook de zon erbij en werd het zicht beter. Omdat er hier in Noord-Spanje zoveel grote en mooie baaien zijn besloot ik naar de Ria de Muros te gaan, een heel grote baai waarin de Reeds ankerplekken aangeeft. En daar lig ik nu, geankerd, om 17.50 uur. Het is er warm en zonnig. Op het laatst gaf de GPS er de brui aan. No Fix, maar op kustzicht en de vele rotseilandjes is de positie goed te bepalen.

Op zee voor de kust van NW Spanje

Toch heeft de kaart iets raars. Hij geeft onderwaterrotsen aan die 0,5 tot 1,5 m onderwater liggen Maar ze steken boven het water uit, niet veel, maar de branding verraad ze. Ik ben dus de beroemde kaap: Cabo Finisterre voorbij. Cabo Finisterre was in vroegere dagen het einde van de toen bekende wereld, wie verder ging viel van de wereld af. Hier bij Muros is de ankergrond goed. Het ligt voor een strandje en is in feite de monding van een klein riviertje, achter de vissers- en jachthaven.

Ik heb iets te eten gemaakt met prei en bleekselderie en toen een douche genomen: warm water daar moet je van profiteren. Ton bellen is niet gelukt, blijkbaar niet thuis. Later op de avond lukte het wel.

Dag 45: Vrijdag 8 juni 2016

Ook deze dag begint prachtig. De hemel is strak blauw, geen wolkje te bekennen. Ik denk dat ik maar eens op zoek ga naar de verende scharnier van het scheerapparaat. Misschien is hij nog te maken als ik dat terug vind.

Vanmiddag was het weer helemaal mis, het was harder gaan waaien en het anker hield niet. Maar ik merkte daar niets van. Ik deed even een tukje omdat ik toch niet langer in de zon kon blijven. Op een gegeven moment merkte ik dat er iemand over de boot liep. Het was een visser die door de havenmeester op mij was afgestuurd omdat hij zag dat de wind mij naar zee blies. Hij zag het schokken, als het anker even hield en dan weer werd los getrokken. Ik stond snel op en haalde het anker op. Het zat vol met troep met touw, visnetten en aangegroeide schelpdieren: zo kan een anker niet ingraven.

View op Ria de Muros

Zij – de vissers – meerden mij af in de vissershaven, maar daar mocht ik niet blijven liggen. Er bleef dus niets anders over dan naar de jachthaven te gaan. Ik ben natuurlijk blij dat de havenmeester actie heeft ondernomen en de hulp van de vissers heeft gevraagd. Blijft de vraag: hoe betrouwbaar is het anker en de ankergrond eigenlijk bij harde wind? De andere twee jachten bleven wel gewoon liggen. Ik denk dat ik de houdkracht vooraf had moeten testen voor ik het mijn vertrouwen schenk.

Mooie ligging bij Ria de Muros

 

Vissers zijn prima mensen, maar ze hebben een gemeenschappelijke tekortkoming: ze flikkeren alles in zee en veroorzaken zodoende problemen voor zichzelf en anderen.

Omdat de havens hier duur zijn, wel goed overigens, kan ik beter mijn trip voortzetten. Het weer is hier zonnig en warm, met alleen wind tussen 11.00 uur en 17.00 uur. Net als indertijd in Turkije. De boodschappen heb ik nu natuurlijk wel kunnen doen.

Dag 46: Zaterdag 9 juli 2016

De kopie van de verzekering heb ik ontvangen. Jan nog heel erg bedankt voor de moeite. Ik heb het verslag naar jou toe gemaild, maar of je het ook werkelijk zal ontvangen dat weet ik niet, er komen steeds foutmeldingen van de KPN. Ik denk dat de KPN geen goede provider is, anders zouden de mails gewoon verzonden worden. Ontvangen gaat wel goed. Wat hier normaal is, is het weer: fantastisch! Daar hoef je het dus niet meer over te hebben.

Gedurende de dag kwam er steeds meer wind uit NNW dus bijna plat achter; dat schiet lekker op, maar een probleem was dat de GPS de hele dag ‘No Fix’ gaf, dus geen positie. Bleef over gegist bestek en kust herkenning. Om toch nog een rustige nacht te hebben besloot ik te kiezen voor Ria de Vigo bij de plaats Bayona en het strand Subaris. Daar lig ik nu, geankerd en dat doen er velen. Ik heb er eten gemaakt want ik rammelde.

Het is hier tot vlak bij de kust zeer diep, terwijl er ook rotspartijen zijn onder water. Dus voortdurende schrik als de dieptemeter geringe diepte aangeeft, terwijl dat gewoon een tekortkoming is van het systeem. De golven van de oceaan zijn hier heel goed te merken: voortdurend rollen. Ik begin echt de pest te krijgen aan Raymarine dat ze dat niet wat beter konden maken. Ik hou goed mijn positie in de gaten ten opzichte van de andere jachten en de wal, maar het anker schijnt goed te houden. Ton gebeld, maar ze neemt niet op. Blijkbaar op stap.

Dag 47: Zondag 10 juli 2016

Ik was al naar bed gegaan toen Ton toch nog belde, half een.

Ik weet nog niet of ik gelijk weer verder ga. Geen positie is een ernstige tekortkoming van het systeem, dat zou eigenlijk niet mogen voorkomen. Bij het nalezen van de aanlooproute naar de Ria de Vigo waarschuwt de Reeds voor een ondiepte waar je vrij van moet blijven. Ik heb daar niets van gemerkt en heb geen idee waar die ondiepte zich bevindt. Ik let wel heel goed op de andere jachten en schepen als die er zijn, en op de dieptemeter, maar een nauwkeurige positie is beter. Ik hoop dat het zich weer herstelt. Het is vaker voorgekomen en het herstelt meestal vanzelf, maar het blijft onbegrijpelijk. Als je het er met anderen over hebt, zeggen ze: ‘kijk dan toch op je mobiel’. Maar mijn mobiel heeft geen GPS.

Ik heb toch het systeem weer aangezet om te kijken of hij het weer doet. En: hij doet het! Wat blijkt: ik lig heel ergens anders dan waar ik dacht dat ik lag. Ik lig bij de eilanden die de baai beschermen tegen de hoge golven van de oceaan. Die eilanden zijn: Isola Del Norte en Isola Del Faro, die met elkaar verbonden zijn door een smalle stranddam.

Ik werd achterdochtig over mijn ligplaats omdat ik hier geen auto’s zie en iedereen met een veerboot arriveert, dat wijst op een eiland. Maar ik heb ook nog andere eilanden gezien die blijkbaar onbewoonde rotsen zijn maar die best wel aardig groot zijn, zeker zo groot als Vlieland. En het gekke is, ik kan ze op de kaart niet vinden, ze liggen veel verder in zee. Ik denk dat ik niet op de juiste plaats gezocht heb. Nu zie je pas hoe fout of het kan gaan als je moet afgaan op kustherkenning en als je bent er nooit eerder geweest.

Ik dacht dat ik ten zuiden langs de eilanden was gevaren, maar in werkelijkheid ben ik er ten noorden langs gegaan. Het is allemaal niet zo erg omdat deze plek ook als een goede ankerplek wordt aangeduid. Het enige nadeel is dat de boot – alle boten overigens – voortdurend in beweging zijn, het rollen is soms niet normaal meer. Ik weet natuurlijk dat een stilliggende boot in stabiel evenwicht verkeert en dat de oprichtende kracht nul is bij rechtop liggen: daarom reageren de boten ook zo goed op de krachten uit het water.

Mijn eerste achterdocht kwam omdat er geen jachthaventje in de buurt is en dat was op de plaats waar ik dacht te zijn wel het geval. Maar het is een mooi eiland en er zijn strandmensen, ook veel kinderen. De mensen uit de stad nemen de veerboot en zijn er even helemaal uit. Maar voor mij was deze plek een verrassing. De eilanden heten gezamenlijk: Islas Cies, bestaan uit Isola Del Norte en Isola Del Faro en zijn eigenlijk door de stranddam één eiland. En dan is er nog Isola De St. Martin. Alle drie zijn eigenlijk bergen van enkele honderden meters hoog, alleen de stranddam is erg laag, hooguit 3m.

Ik heb de Reeds nog eens doorgenomen met betrekking tot Portugal. De Reeds zegt dat het moeilijkdoeners zijn als de papieren niet perfect in orde zijn. En mijn papieren zijn dat niet; ik heb geen registratie en de verzekeringspolis alleen op de LapTop. Op dat soort problemen zit ik niet te wachten, dus ik overweeg om Portugal gewoon voorbij te zeilen en in een keer naar Cádiz te gaan. Dat is dan weer Spanje. Dat wordt dan wel een lange trip.

Een mogelijkheid is nog om een stop in te lassen in Aveiro: ca. 44*40′ N 8*45′ W.
Daar woont toch niemand (denk ik, omdat de Reeds er helemaal geen melding van maakt ), je kunt er – volgens de zeekaart – mogelijk beschut ankeren en in Faro waar je mogelijk kunt ankeren in een soort mini Waddenzee. Dat alles is alleen mogelijk als de GPS mij niet in de steek laat. Ik zit nu op 42*13,4′ N, dus ca. 156,4 Nm.

Inmiddels is het 18.45 uur en het zit hier potdicht van de mist. Zelfs de boten die vlak naast mij voor anker liggen zijn bijna niet te zien, maar het gekke is dat de zon er wel doorheen brandt, dus het is zeer laag hangende mist: zomermist!  Maar als ik vertrek ga ik toch eerst naar de ankerplek die ik eigenlijk bedoeld had. Er is daar een jachthaven en het dorp Bayona en je kunt er Diesel tanken.

Ik kijk alles nog eens na om 20.45 uur, de zon schijnt weer en de mist wordt almaar dunner.

Dag 48: Maandag 11 juli 2016

Vanmorgen om ca. 9.00 uur de ankerplek bij de Cies eilanden verlaten en naar Bayona (Galisisch, Baiona) gegaan, ook een mooie baai en goed beschut. Er zijn twee marina’s naast elkaar en je kunt bij allebei tanken.

Ik mocht de boot even aan de transitsteiger leggen om brood te kopen en andere boodschappen te doen. Ik lig nu om 13.30 uur geankerd net buiten de jachthavens, op heerlijk rustig water. Hoewel het vanmorgen somber oogde, is het een stralende dag. Ook de GPS gedraagt zich weer normaal en dat is prettig omdat hier gemene rotspartijen liggen die alleen zichtbaar zijn door het breken van de zee. Ook de kardinale boeien zijn hier zo licht geconstrueerd dat ze bijna niet zichtbaar zijn, maar wel heel belangrijk. De wind is uit het noordwesten en zeer zwak. Het systeem geeft 0,0 knopen, maar voelen kan je hem wel, zeer aangenaam met die warmte. Door de geringe wind betekent verder gaan ‘motoren’ en dat is niet leuk. Het betekent rollen op de deining, omdat de stabiliserende invloed van het zeil er niet is.

Vanmorgen vond ik bij het binnenhalen van het anker een roestvast stalen pen op het dek. Die is van mijn boot, maar waar komt hij vandaan? Zulke pennen worden gebruikt om de staglijnen aan het dek te bevestigen, dus snel alles gecontroleerd; alle staglijnen in orde. Waar komt die pen vandaan? Na goed zoeken bleek hij van de neerhouder, die zat aan de onderkant los, hoe kan dat? Ik heb nog splitpennen, dus het is snel in orde te brengen. Ik snap hier echt niets van. Is de splitpen doorgesleten of gebroken? Bijna niet voor te stellen.

Ik hoop natuurlijk dat er op zee iets meer wind is, zodat de weg naar het zuiden zeilend kan worden afgelegd. Op het TV-nieuws in Nederland is te zien dat het hier veel gunstiger is: hier geen extreem harde winden. Hier is sprake van landwind en zeewind ten gevolge van de temperatuur verschillen tussen land en zee en niet van depressies. Het Azoren-hoog is machtig!

Blog 04 – Reisverslag Bert Barendrecht: naar de Middellandse Zee, 12 juli – 25 juli

Dag 49: Dinsdag 12 juli 2016

De dag begint zoals altijd zonder wind, maar dat is niet zo erg omdat de koers in het begin naar het westen is. Eenmaal op zee, is de wind noord, maar zeer zwak, dat schijnt hier meestal het geval te zijn. Dus ik zet alleen de Genua en maak 1,67 knopen, dat is bijna net zo relaxed als voor anker liggen, maar ik schuif toch langzaam naar het zuiden.

Om 11.00 uur draait de wind naar noordwest en neemt iets in kracht toe, snelheid nu 3,6 open, maar de SOG is 4,6 knopen.  Ik heb blijkbaar stroom mee.

Ik heb een waypoint gezet bij de invaart van Aveiro en dat is nog 22 uur en 46 min varen, dat valt heel erg mee. Als het is zoals ik denk, dan kun je er ankeren. Maar raar blijft het dat de Reeds daar helemaal niets over zegt. Na alles nog eens goed te hebben na gelezen stuitte ik op de zinsnede dat ze er geen data over hebben. Ze roepen iedereen die er iets over kan vertellen op om dat aan hen te melden. Maar mijn Reeds is van 2004, dus het is mogelijk dat dat inmiddels al in orde is. Ik zie net dat de extra snelheid t.g.v. stroom mee is toegenomen tot 1,5 knopen: SOG nu 4,0 knopen, koers: 180 graden, pal zuid. Temperatuur: 20,1 graad en stijgende. Door toegenomen snelheid van 5,5 knopen is de vaartijd tot Aveiro afgenomen tot 14,0 uur, tijd: 12.45 uur, afstand: 81,1 Nm.

Uiteindelijk is het allemaal veel sneller gegaan, het ging steeds harder waaien, een kleine storm. Je ziet de zee langzaam opbouwen, de golven worden hoger, de dalen dieper en de vaarsnelheid blijft maar toenemen tot bijna 9 knopen. De boot vaart bijna net zo snel als de golven, zodoende blijf je een bepaalde tijd gevangen in zo’n golfdal. Maar uiteindelijk is de golf sneller en wordt de achterkant opgetild en gaat de golf onder je door.

De golven komen niet recht van achteren, maar schuin van stuurboord. Soms zijn er monstergolven die de boot op haar zij gooien – slagzij meer dan 45 graden, niet normaal meer. Als je toevallig buiten bent als dat gebeurt, moet je je heel goed vasthouden om er niet vanaf gegooid te worden. Het lijkt of de boot zal omslaan, maar hij richt zich daarna weer op. Je moet daar blindelings op vertrouwen, maar snel gaat het wel.

Dag 50: Woensdag 13 juli 2016

Ik had gedacht dat deze 167 Nm twee dagen zou vergen, maar om 02.30 uur was ik bij mijn waypoint. Maar dan ben je nog niet binnen.

Als je eenmaal de havenlichten hebt gezien, probeer je de invaarlijn te volgen. De invaarlijn staat op de kaart. De golven komen nu dwars in en smijten je zo ver uit de koers – soms meer dan 90 graden – dat je de havenlichten kwijt bent en niet weet waar ze zijn gebleven.

Ik stuur daarom op de automaat, die laat zich niet van de wijs brengen. Maar soms moet ik meer dan 30 graden koerscorrectie uitvoeren om niet aan de buitenkant van de pieren te geraken. In Nederland branden havenlichten permanent, hier niet, ze hebben een lichtkarakter, dat betekent dat ze soms helemaal weg zijn.

Dat was er mede de oorzaak van dat ik het groene havenlicht maar niet kon ontdekken en daardoor twijfelde ik of het rode licht wel een havenlicht was. Gelukkig was er een beetje maanlicht en kon ik de pier vaag zien.

Het is het havenlicht, zet maar door en houdt hem aan de linker- (bakboord) – kant, die groene, die komt wel. Mooi is dat hier de noordpier veel verder in zee steekt dan de zuidpier. De invaart is dus aan de zuidkant. Als je het rode licht voorbij bent, wordt de zee rustiger.

Maar nu volgt een onbekende rivier met op de rechteroever veel visindustrie en op de linkeroever donkerte. Ik moet een invaart vinden aan de linkerkant, maar daar staat gelukkig een rood licht die permanent brandt. Maar nu blijkt dat kaart en werkelijkheid van elkaar verschillen. Er is nu een met verlichte boeien aangegeven vaarweg om bij de ankerplaats te komen. Het is allemaal veel kleiner dan ik had gedacht en op een gegeven moment zijn er wel heel veel onverlichte kleine bootjes die daar aan moorings liggen.

Ik schrik me dood overal bootjes en je ziet ze bijna niet. Dan zie ik ook een geankerd Frans zeiljachtje. Ik denk dit is de ankerplaats en voorzichtig manoeuvreer ik mijzelf uit de warboel van kleine bootjes om er vlak naast voor anker te gaan. Ik heb nog maar 10 cm water onder de kiel, hoop dat het laag water is en dat het niet nog verder daalt.

Dat doet het wel en dus lig ik aan de grond in zachte modder.

Al met al heel enerverend en vermoeiend, dus ik eet een paar stukjes brood en ga slapen.

Nu ik dit schrijf is het alweer middag en is alles veel duidelijker. De vorige ankerplek was veel mooier, zeker qua natuurschoon, maar alla niet klagen. Wat opvalt is dat hier geen jachthavens zijn. Blijkbaar geen interessant vaargebied! Deze rivier toont wel een soort gebied dat lijkt op de Biesbosch, met kleine ondiepe rivierarmen, waar het getij de dienst uitmaakt.

Aan de grond in de baai van Sao Jacinto

Ik heb mijn ankerpositie gecontroleerd met de GPS. Waar ik lig is het niet diep genoeg en moet ik een betere plek kiezen als het vloed is. Door het aan de grond liggen, lig ik steeds schever, dus de vloed in de gaten houden en dan naar dieper water. Het water zakt veel, de helling is nu 45 graden en tussen vloed en vloed zit 12 uur, dus pas om 01.00 uur heb ik een kans om weer vlot te komen: verschrikkelijk!

 

Onwaarschijnlijk scheef!!

 

 

 

 

 

 

 

Het is rustig water, dus er is alleen ongemak. De vraag is of hier überhaupt een plek te vinden is die diep genoeg is. De kaart zit er helemaal naast. Die zegt dat het er 7 m diep is bij eb, daar klopt niets van. Ook is de plek veel kleiner dan ik had gedacht, het is dus dringen. Ik lig heel rustig en onwaarschijnlijk scheef.

Hierbinnen valt niet meer te leven..

Omdat ik in de scheef liggende boot niets kon doen en omdat ik flink trek had en wachten lang duurt, ben ik in het dorp gaan eten: vissoep en een gegrilde dorade, smaakte heerlijk. Omdat de weg over de dam moeilijk is, wilde ik voor donker weer aan boord zijn. De boot ligt al bijna weer recht, maar zit nog wel aan de grond.

Zo gauw de dieptemeter aangeeft dat ik vrij drijf, haal ik het anker op en kies een betere ligplaats. Omdat er na het ankeren ook een eb en een vloed is geweest waar ik compleet doorheen ben geslapen, kun je zien hoe moe ik was. Van een lange dag, van een deel van de nacht op zee en van de ruigte van de oceaan. En niet te vergeten: de moeilijke navigatie op de rivier.

Als je het overdag ziet is het eigenlijk best eenvoudig, maar de onbekendheid ter plaatse nekt je.

Dag 51: Donderdag 14 juli 2016

Precies om 24.00 uur gaf de dieptemeter 0,1 m diepte aan. Ik heb direct de diesel gestart en het anker opgehaald. Dat kostte moeite, zo vast zat het anker. Het is dus goede ankergrond: zand. Voor het eerst heb ik nu ook het dek floodlight gebruikt. Handig! Nu kun je tenminste zien op welke knop je moet drukken voor neerlaten en ophalen van het anker en hoeveel ketting je nodig hebt.

De nieuwe ankerplek ligt maar enkele meters meer naar de wal waar het dorp ligt. Het is er 5,4 m diep, dus diep zat! Een andere reden was dat er een veerboot vaart en ik niet in zijn vaarweg mag ankeren. Ik heb mij schrik laten aanjagen door de vele kleine en onverlichte bootjes die er liggen. Waar ik totaal niet op verdacht was, de angst had om er tegenaan te varen en waardoor ik het overzicht van de mogelijkheden miste.

Je komt vaak in het donker ergens aan en dat is een extra moeilijkheid. En daar komt de vermoeidheid nog bij. Maar nu had ik bij daglicht de mogelijkheid een goede plek te zoeken.

Zo dat dat heb ik nu ook eens meegemaakt, maar dat ik door de scheefstand ben heen geslapen, snap ik nog altijd niet. Maar de rare blikken van de mensen waarom ik er niet meteen wegging, begrijp ik nu.

De wind blaast nog altijd stevig door uit het noordwesten, dat is hier vrijwel altijd het geval, zie ook de haven invaart op het zuiden; een goede keuze. Ik heb geprobeerd er naar te informeren maar vrijwel iedereen spreekt alleen Portugees. Maar iedereen is vriendelijk. Er zijn hier totaal geen toeristen er zijn alleen Portugezen. Ik denk dat iedereen hier in de visindustrie werkt. Toch nog maar een nacht er bij aanplakken, en dan weer de golven van de oceaan. Die constante krachtige noordwestenwind wordt nog een probleem als je weer terug wilt. Wat mij bij andere jachten is opgevallen, ook de tegenliggers, is dat ze zo dicht onder de kust varen. Dat kan hier, het is er diep zat, maar het is niet de kortste weg en er zijn krachtiger getij stromen, waarom doen ze dat? Ik kies altijd voor de kortste weg, ook als die ver uit de kust ligt.

Dag 52: Donderdag 14 juli 2016

Eigenlijk heet deze plaats waar ik nu lig geen Aveiro. Die stad ligt verder het binnenland in, de rivierdelta heet Cale de Aveiro en het dorp hier heet São Jacinto. Het met dammen van de rivier afgescheiden gebied (een klein meertje) heet Baia de Jacinto. Nu ik op dieper water lig is het een prima plek. Toch gek dat de Reeds daar niets over vermeldt.

Gisteren was de noordwestenwind geruimd naar een noordoost en minder krachtig. Nu, 09.00 uur, is de wind west, maar bijna helemaal weg. Het ziet er naar uit dat ik toch nog een behoorlijk krachtige wind heb gehad hier naar toe. Ik schat meer dan 25 knopen, maar de windmeter werkt niet goed bij het voor de wind varen. De meter zit in de luwte van de mast. Zoals normaal hier, is het weer een prachtige dag. Ik merk nu dat ik nu pas echt uitgerust ben. Als je op de oceaan lange tijd zulke harde wind hebt, dan raak je oververmoeid, dat kan niet anders.

Omdat ik nog altijd het verende scharniertje van het scheerapparaat kwijt ben, heb ik in de achterkajuit alle vloerplaten verwijderd en alles heel goed schoon gemaakt. Maar niets gevonden, alleen haren en stof en een klein sluitringetje M5, verder niets van waarde, helaas.

Ik probeer ook nog wat boodschappen te doen, daarom roei ik naar de wal met de bijboot, maak hem vast aan een ponton waar een oud schip ligt afgemeerd en ga aan land. De toegang is afgesloten met een hek, maar je kunt er omheen klauteren. Het blijkt militair terrein, maar de soldaat die bij de poort staat maakt er geen probleem van. Op zoek naar een supermarkt blijkt er alleen een klein winkeltje te zijn, er is vrijwel niets te koop. Ik koop drie pakken houdbare melk en vier bolletjes, dat is alles. Dat is een nadeel van kleine dorpjes; er zijn geen winkels meer.

Morgen gaat de reis verder, het doel is Setúbal. Je moet jezelf een doel stellen, maar de omstandigheden kunnen dat natuurlijk veranderen. Welterusten!

Dag 53: Vrijdag 15 juli 2016

De dag begint goed er is oostenwind, dat betekent halve wind. Beter kan niet, maar al gauw blijkt de wind helemaal te verdwijnen. Geen wind alleen deining: dus weer de motor, bah. En ook het systeem geeft constant ‘No Fix’ Treurig! Hoe komt dat toch dat er geen positie bepaald kan worden?

Nu is de koers simpel: gewoon de kust volgen. Na het Alveira moeras komt er een hele lage kust met strand, er lijkt niemand te wonen. Deze kust is nog saaier dan de Nederlandse kust en heel erg lang! Maar deze kust heeft wel een naam, het eerste noordelijk deel heet: Dunas De Cantanhede en het tweede deel heet: Dunas De Quiados. Het zijn lage duinen en eindeloos strand. Dan duikt er een bergje (heuvel) op, daar ligt de stad Figuera Da Foz.

Er kwam wat wind, uit NNW, je zag het aankomen door de rimpeling op het water. Ik passeer deze stad om 15.00 uur. Omdat ik geen positie heb, moet ik het hebben van de bijzonderheden van de kustlijn en het diepte contour.

Er komt een plaats – Nazaré – waar de zee vlak bij de kust extreem diep is, tot wel 500 m diep, terwijl de overige kust 40 m diep is. Dat moet je dus kunnen zien op de dieptemeter. Afwachten of ik dat merk. Blijkbaar wil het systeem dat niet op zich laten zitten, want voor ik die diepe scheur heb bereikt doet hij het weer.

Ik had al een tijdje aandrang en nu het zo rustig is was er een goede gelegenheid, met een douche tot slot, er was immers heet water, dat is een gunstig neven effect van op de motor varen. De snelheid is nu 4,6 knopen tot Peniche, dat is een schiereiland – een soort vestingstad – die tamelijk ver naar het westen uitsteekt. Daarom maakte ik mij niet zo druk om de positie, omdat je zo’n punt altijd ziet. De vaartijd tot Peniche is nog 10 uur, omdat de snelheid zo laag is. Het is constant zonnen in je nakie.

Om 21.30 uur weer de wind weg, dus weer de motor, tot Peniche nog 5.50 uur en dan ben ik pas bij het schiereiland. En dan moet Setúbal nog komen: weinig wind is duur!

Dag 54: Zaterdag 16 juli 2016

Het is een lange trip deze keer! Eerst moet je tussen een schiereiland (Peniche) en een voor de kust liggend rotseiland door en dan naar het zuiden. Bij het bekijken van mogelijke ankerlocatie’s valt op dat ze alle niet goed beschut zijn en in een lawaaiige omgeving liggen met veel industrie. De Reeds adviseert Sines, een stad halverwege Lisboa (Lisabon) en Cabo São Vincente (de uiterste zuidwestpunt van Portugal). Dat is een veel aangenamere plek dan de andere plaatsen, maar wel verder varen en alles op de motor wegens gebrek aan wind.

Het is nu 05.15 uur en ik schat dat het nog zeker 10 uur varen is. Dan is het 15.15 uur, dus overdag en dat is altijd prettig bij een onbekende haven. Bij Sines is de ankerplaats ook tussen de havenpieren van een ruime haven met een strandje aan de stadskant. Dat strand heet: Praia Vasco da Gama. Vasco da Gama is een Portugese zeeheld. Praia = strand.

Dit is nu al een vermoeiende trip, dus als ik eenmaal geankerd ben, ben ik zo ongeveer kapot. Maar dan is het goed slapen, het is ca. 10 uur varen vanaf de kaap bij de Rio Tego (rivier De Taag). Ik weet dat niet precies omdat het systeem weer ‘Lost Fix’ geeft.

Ik was er om ca. 22.00 uur. Vooral de baai van Setúbal is enorm groot, de overkant is niet te zien. Er is weer veel diesel verstookt, dat moet worden aangevuld. Ook vandaag waren er weer veel dolfijnen. En tijdens de lange baai oversteek heb ik ook de loshangende onderste punt bij de mast van het grootzeil weer op z’n plaats gekregen.

Dag 55: Zondag 17 juli 2016

Zo’n nomadisch bestaan is dus vakantie.. Ik breek nu constant persoonlijke records als je naar de afstanden kijkt die ik afleg. Zover als nu, ben ik nooit eerder geweest. Omdat ik nogal veel afval heb waar ik vanaf wil en omdat ik een paar boodschappen wil doen, vraag ik mij af of ik de bijboot onbeheerd op het strand kan achterlaten, of dat veilig is? Maar de Reeds heeft gelijk, dit is best een aardige ankerplek.

Mijn scheerapparaat is door een val tijdens een van de grote smakken die de boot in het Engelse kanaal te verduren heeft gehad kapot gegaan, meer preciezer: het scharnier van de scheerkop is weg. Ik heb de kop nu vastgezet met een stukje plakband en dat gaat heel goed. Het plakband is zwart en het apparaat is ook zwart, dus je ziet er ook bijna niets van en hij is nu weer bruikbaar.

Ik ben met de dinghy naar het strand geroeid en heb wat boodschappen gedaan. Geen enkel probleem ondanks dat het zondag is. Ik kwam langs een eenvoudig terras en trakteerde mijzelf op een cappuccino. Die was werkelijk uitstekend en de mevrouw vroeg er € 0,95 voor, ongelofelijk. Op dat terras zat ook een Duits echtpaar, de man dronk port en de vrouw mineraal water. De man zeilde ook en hij klaagde dat hij naar Ibiza wilde zeilen, maar dat de wind constant oost was. Ik zei hem dat ik ook veel op de motor had gevaren omdat er helemaal geen wind was.

Om mijzelf te bewijzen dat ik niet te bang ben voor wat frisser water ben ik ook nog naar het strand gezwommen en daar gevraagd waar ik een Portugees gastenvlaggetje zou kunnen kopen. Volgens de man die ik sprak moet ik in de haven zijn. Hij zei: ‘neem de dinghy en ga naar de jachthaven. Daar kunnen ze je aan alles helpen wat je nodig hebt’. Ik laat nu eerst mijn zwembroek drogen, want die is toch wel handig; diepe zakken bijvoorbeeld, waar niet zo snel iets uitvalt.

Goed beschouwd is het hier een uitstekende plek. Er ligt hier vlakbij een zeiljacht met de Stars and Stripes, die komt dus uit de USA (Amerika). Er zijn dus wel meer mensen die een oceaan-oversteek maken. Met hoeveel man ze aan boord zijn, dat weet ik niet.

Iets anders is dat mijn gehoorapparaat steeds meer gaat kraken en de versterking van het geluid wordt voortdurend minder, zodat ik er niets meer aan heb. Heel vervelend allemaal omdat ik zo slecht zonder kan. Dit soort narigheid krijg je altijd als je niet thuis bent, de ironie van het noodlot.

De oorzaak van het kraken is roest op de batterijen, maar dat realiseerde ik mij pas veel later. De batterijen zijn van vernikkeld ijzer. Als je de roest verwijdert, is alles weer ok.

Het is hier toch niet alle dagen mooi zonnig, nu, om 19.10 uur is het volledig bewolkt en op zee is een dichte mist ontstaan. Of dit bijzonder is weet ik niet, maar het komt dus wel voor. De mist op zee is inmiddels zo dicht dat de havenpieren niet meer te zien zijn. Of dit hardnekkig is moeten we afwachten.

 Dag 56: Maandag 18 juli 2016

Er is wind gekomen uit het zuiden. Aan de zuidkant is de haven gewoon open zodat de golven ongehinderd de haven kunnen binnen lopen, dus de hele nacht rollen en schommelen. Iets anders is dat naar het zuiden varen dus recht tegen de wind in is; ondoenlijk!

Ik schreef deze zin vannacht omdat ik niet kon slapen door al dat bewegen, nu is het ochtend 08.00 uur en dichte mist op zee. De boeg van de boot wijst naar het zuidwesten, dus daar komt de wind vandaan; niet echt de goede richting. Het is ook niet echt warm. 18 graden, om 08.30 uur. Hoewel het zicht op zee nog altijd slecht is, is er toch ook weer een zonnetje doorgebroken en zijn al een aantal jachten die hier voor anker lagen reeds vertrokken. Ik ga morgen ook weer verder. Natuurlijk hoop ik op wat wind, maar ik ga in ieder geval weer verder. Uiteindelijk was Griekenland het doel.

De problemen met mijn gehoorapparaat lijken te worden veroorzaakt door de TV. Bij normaal gebruik in de winkel bijvoorbeeld is dat kraken er niet. Dat betekent dat ik de TV zonder apparaat moet beluisteren en moet de TV harder zetten, niet leuk voor anderen.

Omdat ik morgen weer verder wil, ben ik eerst maar gaan tanken: € 95,43. Ik moet meer mijlen afleggen op windkracht. De wind is nu NW en dat is een prima richting, bovendien verlang ik naar mijn Tonneke, dus ik moet voortgang maken.

Er blijkt allemaal dieselolie in het bilgeputje te zitten. Oorzaak: de aanvoerleiding is niet goed gemonteerd, de pakking is er tussenuit gedrukt en dus niet meer dicht. Dat is natuurlijk te verhelpen, maar niet nu ik net getankt heb. Eerst moet de tank een beetje leger zijn, dan is het te proberen het euvel te herstellen. Dieselolie is heel glad en de rubber pakking die er tussen zit glijdt er tussenuit. Hoe kun je zo iets voorkomen? Blijkbaar is er wrijving tussen de afdichtvlakken nodig om de pakking op zijn plaats te houden en die wrijving is er niet. Ik zit te denken om er een tiewrap om heen te doen maar dan moet die wel blijven zitten en zonder wrijving lukt dat nooit! Bij gebrek aan wrijving denk je al heel snel aan plakband of lijm (kit). Dat lukt alleen als de vlakken heel schoon zijn, maar ik moet iets proberen.

Ik ben nog een keer naar de wal geroeid voor een cappuccino, lekker en ongelofelijk goedkoop en ik hoef zelf geen koffie te maken.

Dag 57: Dinsdag 19 juli 2016

De dag begint rustig: wind Noord ca. 10 knopen, 3Bft. Na het ontbijt eerst de vaat aan kant en dan weg. Het verlaten van de haven op zeil duurt een uur. Snelheid in het begin 0,06 knopen, nu 11.30 uur, is dit 2,4 knopen. Vaartijd tot Cabo São Vincente (de uiterste zuidwesthoek van Portugal) is 23,4 uur; dus lekker sukkelen. Het is niet warm, ca. 20 graden en bewolkt.

Sines was een goed advies van de Reeds. De baai is beschut tegen de overheersende noordenwinden, hoge oever en er is van alles te koop. Het is intussen 13.30 uur en nog altijd bewolkt, Portugal is vaag te zien, snelheid 3,8 knopen, vaartijd 12,5 uur.

Het blijft jammer dat hier geen Griekse yoghurt te koop is, samen met muesli is het goed voor de trek in de loop van de dag. Je kan merken dat het mooie weer naar Nederland is gegaan voor de Vierdaagse en dat het hier een beetje minder is. Het is geheel bewolkt en niet warm. Vrijwel de gehele dag waait er een matig windje uit het NW die de boot  een snelheid geeft van 3,5 à 4,5 knopen.

Het blijft bewolkt en ‘s-middags is de wind zo’n 2 uur weg en knapt de Diesel het op. Maar de wind komt terug uit dezelfde richting en bij het ronden van Cabo São Vincente begint het harder te waaien, te onweren en er valt een beetje regen: welkom in de Algarve!

Dag 58: Woensdag 20 juli 2016

Het is 00.00 uur en de wind wordt zo krachtig dat ik moet reven. Ik besluit een ankerplek te zoeken die op de kaart staat aangegeven als een kleine haven. Ik vind hem met moeite met behulp van de GPS en de kaart. Daar lig ik nu, het heet hier: Sagres en de baai heet Enseada De Baleeira. Een echt rustig plekje is het niet, daarvoor waait het te hard. Het is bij een strandje, dus zand, en het anker houdt goed, diepte tussen de 8,5 en 10,5 m. in verband met eb en vloed. Als je moe bent moet je niet te veel eisen stellen, goed is bruikbaar. Links en rechts liggen hoge rotspartijen, maar bij het strand is het laag, zodat de wind niet wordt gedempt, de golven wel natuurlijk. Voor de goede orde: het is intussen 04.00 uur geworden. De afstand tot het strand is nog altijd behoorlijk groot waardoor de golven met die harde wind zich nog behoorlijk kunnen opbouwen. Dat gaat zo snel, dat het zeer onrustig is. Voor de volledigheid: het is natuurlijk wel een hogerwal. (hogerwal = de wal waar de wind vandaan komt en heeft niets te maken met de hoogte van de oever.)

Ondanks het geschommel en de rukken van de ankerketting heb ik toch goed geslapen. Ik heb het systeem aangezet om te zien hoe hard het nu nog waait: zo’n 27 á 30 knopen, 7 Bft. Near Gale, volgens de Reeds. (Near Gale = storm volgens Nederlandse opvattingen)

De dag loopt ten einde en het waait nog altijd hard, maar wel in de goede richting en de wind nog altijd NW. Als dat zo blijft kan ik beter in één keer doorgaan naar Gibraltar of Algeciras. Helaas vermeldt de Reeds niet altijd de kosten van de marina, maar misschien is ankeren mogelijk en met de dinghy de wal te bezoeken.

Op Gibraltar hebben ze een apenrots. Waar ik nu lig, is in verband met de harde wind een bezoek aan de wal niet mogelijk. De dinghy is een speelbal van de wind en de afstand tot de wal is hier behoorlijk groot. Ik hoopte dat de wind ‘s-avonds wat minder zou worden, maar daar ziet het niet naar uit. Omdat ik niet veel slaap heb, heb ik nogmaals de windsnelheid gecheckt, die is nu om 24.00 uur nog altijd 20 knopen: 5 Bft., dus maar weinig minder dan overdag. Er waren veel kitesurfers en windsurfers vandaag die profiteerden van de harde wind.

Dag 59: Donderdag 21 juli 2016

Zoals vrijwel altijd hier is het weer zonnig en de wind is iets minder geworden, 15 knopen, 4 Bft. uit het noorden lijkt het. Dat is de goede richting als je doel in het zuidoosten ligt. Het is net 09.00 uur (Portugal tijd 08.00 uur) en de vaat is gedaan: ik ben klaar voor vertrek. Uit de manier waarop hier de havens zijn aangelegd, blijkt dat de wind hier overwegend noord is. Dat wordt nog een probleem als je weer terug wilt naar Nederland.

En weer geeft het systeem: ‘No Fix’, het is een onbetrouwbaar rotding! Als je hem nodig hebt, dan doet hij het niet. En de oorzaak ervan blijkt niet te achterhalen. Ook het kompas blijkt onbetrouwbaar te zijn uitgelijnd met de as van het schip. Krijgsman heeft knoeiwerk geleverd! In weerwil van wat je zou verwachten is het niet erg warm buiten. Binnen is het 21,6 graden, maar buiten is dat flink lager, dat valt toch een beetje tegen.

Het is nu 15.00 uur en zeer warm. Op het houten dek in de kuip kan ik met blote voeten niet lopen, zo heet is het. Je kan er eieren op bakken, binnen is het 29,2 graden.

Ik moest Portimão op kustherkenning vinden. Dat is niet zo moeilijk omdat het een grote stad is. Daarna volg je de 10 m dieptecontour tot je de haveningang – de riviermonding – hebt gevonden. De rivier heet: Rio Arade. Je kunt ankeren achter de havenpieren en dat doen er zeer velen. Het is hier druk, ik zie Portugezen, Engelsen, Zweden, Nederlanders en wat niet al. Ik heb ze is geteld er liggen er 25. Opvallend is dat ik geen Spanjaarden zie. Het is nu 18.45 uur, weer hard gaan waaien, westenwind, ook dat is een prima richting.

Al tweemaal heb ik geprobeerd om Ton te bellen tot nu toe zonder succes. Uiteindelijk is het wel gelukt.

Dag 60: Vrijdag 22 juli 2016

Het is 3.20 uur, Portugese tijd, en er is nagenoeg geen wind. Maar ik ben uitgeslapen, daarom tik ik deze eerste regels. Ik begin zelfs trek te krijgen, maar ik geef er niet aan toe, het is nog veel te vroeg.

Ik heb toch nog goed geslapen tot 08.00 uur. Er is ook weer wind, pal noord.

Het was een enorme wandeling om een railing-spanner volgens Jeanneau te vinden en natuurlijk vergeefse moeite. Ik dacht zo’n ship equipment shop vind je natuurlijk bij de jachthavens. Dus roeide ik naar de overkant, want daar zijn de jachthavens. Iedereen wees me wel ergens heen, maar het leidde tot niets. Toen zag ik iemand van de jachthavensteiger komen en ik dacht die zal het wel weten, dus vroeg ik het hem. Het bleek een Nederlander, je moet aan de overkant zijn zei hij, daar zijn de herstelwerven vlak bij de bruggen. Da’s ook wat moois, dan moet ik weer naar de overkant.

Ik nam daar een cappuccino en roeide weer terug, na een heel eind lopen en veel vragen kwam ik er uiteindelijk. Er zijn drie shops, maar niemand heeft een spanner volgens Jeanneau. Erger nog, ze weten helemaal niet wat een railing is, laat staan een railing-spanner. Ik moet zo’n ding dus bij Jeanneau bestellen en dat moet thuis omdat de levering te lang duurt, wel drie maanden.

Ik heb wel gelijk boodschappen gedaan, maar heb het brood in de winkel laten staan. Dat merkte ik pas toen ik weer bij de boot was. Al die tijd heeft de dinghy op het strand gelegen, geen enkel probleem. Ik ga eerst even zwemmen en dan terug naar die winkel en een visje eten. Inderdaad een duik in zee is de beste manier om op te frissen. Maar er is ook een risico aan het zwemmen op getijde water, je wordt ongemerkt door de stroming mee gevoerd en je moet hard zwemmen om er weer bij de boot te komen.

Ik ben een vis wezen eten in een klasse restaurant, dat was lekker en meer dan genoeg, maar erg duur € 42,00, zoals meestal in Portugal. De gewone prijzen zijn niet hoog hier, maar de toeristenprijzen wel. Dus dat moet ik niet te vaak doen!

De dinghy lag nog keurig op z’n plaats, het was intussen laag water geworden en door de laag staande zon kon ik mijn boot niet ontdekken. Dus op goed geluk in de goede richting varen. Ik heb diverse malen achterom gekeken maar kon de boot niet vinden. Doorroeien dus maar en toen ik nogmaals keek lag ik er vlakbij. Nog een haal en ik was er. Dat ik er zo dicht bij kwam zonder de boot ook maar één keer te hebben gezien, komt doordat ik merktekens op de wal had gekozen. Zolang ik die boven elkaar houd, ga ik in een rechte lijn op de boot af. En bij roeien zit je met je rug in de vaarrichting, dus met je gezicht naar de wal. Zo’n laagstaande zon is een enorme hinder. Door de warmte krijg je hier een enorme dorst en dan smaakt bier goddelijk.

Ik krijg van het nieuws nog net mee dat er bij een terroristische schietpartij in München 9 mensen zijn gedood, voornamelijk jongeren onder de 20 en de dader(s) zijn (nog) niet gevonden. Verschrikkelijk!

In het begin van onze jaartelling was de stoommachine al uitgevonden, honderden jaren voor James Watt, was Alexandrië in Egypte het centrum van wetenschap en techniek en toen kwam het christendom die alles vernietigde. 600 Jaar later komt de Islam met vernietiging….

Dag 61: Zaterdag 23 juli 2016

Deze dag begint volkomen windstil en dat lokt niet aan om te vertrekken. Dus als dat niet verandert, zit ik hier vast. De Zweden, die naast mij lagen zijn vertrokken, ze zijn op thuisreis en dan kun je beter geen wind hebben dan tegenwind.

Er is weer wind gekomen (om 14.30 uur) uit het zuiden ditmaal; ik denk dat die Zweden dat hebben geweten. Als je stil ligt en een diepvriezer aan hebt staan is de accuspanning een voortdurend punt van zorg. Vanmorgen was de spanning krap 12 Volt, eigenlijk te weinig. Nu is het 12,6 Volt met alleen de zonnecellen en nu er wind is gekomen kan de windcharger er ook nog iets aan doen. Ik hoop natuurlijk dat er wind uit het noorden of westen komt, maar het is hier alle dagen wolkeloos prachtig weer.

De dader in München die zelfmoord pleegde, was een zieke eenling met een fascinatie voor geweld. Zijn daad was niet religieus gemotiveerd, zegt men, maar het was wel een moslim uit Iran, iemand zonder vrienden.

Dag 62: Zondag 24 juli 2016

Het is 05.45 uur en er is een beetje wind gekomen uit het noordwesten 6 knopen, ca. 2 Bft. Dat is de goede richting, dus lijkt het moment van vertrek aangebroken. Als dit in de loop van de dag mogelijk nog wat toeneemt, ziet het er goed uit. Om 06.45 uur is de windkracht afgenomen tot 4 knopen: een slechte zaak.

Ik ben toch vertrokken. En wat bleek: de wind komt niet uit het noorden, maar uit het oosten, de draaiing wordt veroorzaakt door de omringende bergen. Ik zeil nu op een koers van 150 graden met 12 knopen wind, zo hoog mogelijk, snelheid 2,3 knopen. En natuurlijk weer geen positie. Als deze situatie zo blijft kom ik in Marokko uit. Dat voortdurende ‘No Fix’ is een ernstige tekortkoming van het systeem.

In Marokko wil ik niet uitkomen, dus moet ik op zoek naar een punt om overstag te gaan. Dat punt kan ik nu vrij kiezen omdat het systeem het niet doet. Uit de kaart blijkt dat ik voor de 200 m dieptecontour overstag moet gaan, maar deze diepte kan het systeem niet aan en dus ik kies voor de 100 m contour. Het is nu 12.00 uur, diepte: 45,6 m. Aan de kust houd ik 30 m aan.

Gedurende de dag neemt de wind in kracht toe en ik baal omdat ik niet weet waar ik ben. Ik besluit dichter bij de kust te gaan varen; tot 20 m diepte is er toch niets aan de hand. Als het later wordt en de wind voortdurend krachtiger besluit ik uit te kijken naar een haveningang. Dat is vanuit zee overdag moeilijk te zien, de andere jachten die er zoeven nog waren zijn ineens weg. Er moet dus een haven zijn. Op een gegeven moment zie ik een groen-wit geringd vuurtorentje, althans dat lijkt het, en als dat een haveningang is moet er ook een rode zijn. Pas veel later ontdek ik die aan de verkeerde kant van de groene. Daarom zag ik hem niet. Bij binnenvaren staat de rode links en de groene rechts. Ik nader de haven dus verkeerd. Hier zie je het belang van de kleuren.

Als ik dichterbij ben wordt alles duidelijk. Ik meer af aan de eerste ponton, die blijkt van het Hilton Hotel. De incheck-juffer doet moeilijk omdat ik geen registratie heb. Zal ik de politie bellen, dreigt ze. Moet je doen roep ik, kunnen die ook eens lachen. Ik kan U zo niet inschrijven zegt ze. Laat maar zitten roep ik, ik ga al, blij dat ik er weg ben.

Ik ga niet terug naar zee maar naar de haven, meer af aan de buitenzijde van de kop van de steiger en ga op zoek naar de havenmeester. Een mevrouw van een winkeltje wijst mij waar ik moet zijn. Het is helemaal aan de andere kant van de haven, een enorm eind lopen. Opeens ben ik het zat, ik wil terug op de steiger, maar de poort is gesloten, en ik heb ook nog de map bootpapieren bij me, dus dat wordt lastig. Ik wriemel de map ergens tussendoor en die valt op de loopbrug. Zo nu heb ik mijn handen vrij en klauter ik langs de buitenkant van de loopbrug tot ik er overheen kan klimmen. Zo, nu lig ik voorlopig gratis.

Je kan er water innemen en dat doe ik dus. En of ik ook stroom kan nemen moet ik nog proberen, ik heb het idee dat mijn stekker niet past, ik zie wel. De plaats heet Fillamoura en is nog voor Faro, maar dat krijg je als de GPS het verdomd.

Er zijn twee mannen geweest om te vertellen dat ik weg moest omdat ik geen registratiepapieren heb. Ik heb geweigerd, er kan wel een storm woeden en dan sturen jullie om zo iets lulligs iemand weer de zee op: ik ga niet weg. Morgen ben ik vertrokken, niet eerder. Ze doen hun werk, maar een schande blijft het dat iemand dat ooit tegen mij heeft gezegd. Administratieve ellende, een schande. Vrij in- en uitvoer van goederen en personen, het mocht wat. Ze haalden er de politie bij omdat ik bij hen was weggegaan en in de marina was gaan liggen.

Ik verklaarde – naar waarheid – dat ik was weggegaan omdat ik meende dat zij bij het Hilton Hotel hoorde en, omdat Hilton duur is, wilde ik er niet liggen. Maar zij waren wel degelijk de incheckbalie van de marina. Één overnachting koste € 68,00, veel te duur zei ik. Zoveel geld voor één overnachting dat kan ik mijn vrouw niet uit leggen. Dat doe ik niet. Ik ben hier binnengelopen omdat mijn GPS constant ‘No Fix’ gaf en ik dus niet wist waar ik was. Ik wil hier helemaal niet zijn.

Ik ben dus vertrokken. Faro was 2,15 uur varen. Dat  redde ik niet meer voor donker. Het is daar op zee super gevaarlijk omdat er overal klein bootjes met vissers drijven cq. Ankeren en met nagenoeg geen verlichting. De invaart tussen de havenhoofden is een verschrikking: hoge golven en veel zuiging. Opeens dook er een klein wit licht voor mij op, daar vaart iemand. Het bleek een klein zeiljachtje met een  buitenboordmotor te zijn, die alle kanten op werd gesmeten, net als ik overigens. Ik had hem bijna overvaren! Maar ik dacht gelijk dit is mijn gids, hij zal de weg wel weten, dus ik blijf achter hem varen.

Dat ging goed totdat ik geankerde jachten zag en besloot om daar ook te gaan ankeren. Wat er daarna gebeurd is weet en begrijp ik niet. Ik heb een douche genomen, wat gegeten en ben gaan slapen.

Dag 63: Maandag 25 juli 2016

Om 04.00 uur werd er op de boot gebonkt: politie! Mijn boot was heel ver afgedreven en daarvoor wilde ze mij waarschuwen. Ik haalde gelijk het anker op en wat bleek: het anker was totaal verdwenen! Ik haalde alleen een kale ketting op! Toen ik dat de politie toonde, en zei: ‘Wat moet ik nou’?, zeiden ze ‘vaar maar achter ons aan. We brengen je naar een ligplaats’. En dat deden ze perfect. Het is een moeilijke tocht door een soort Waddenzee, maar achter iemand aanvaren is gemakkelijk. Na het controleren van mijn identiteit en dat de boot niet was gestolen, wensten zij mij goede nacht en lieten zien waar ik hen kon bereiken als dat nodig mocht zijn. Hulde voor de politie!!

De volgende ochtend heb ik direct gekeken waar ben ik nu eigenlijk? Ik lig in of bij de haven van Olhão, dat ligt aan de oostkant van de binnenzee, aan de westkant ligt Faro. In de Reeds Almanak staat de vaarweg precies aangegeven, met de boeien waarop je je moet richten, maar echt eenvoudig is het niet. Maar dat is van later zorg. Ik moet hoe dan ook een ander anker hebben. Of dit verlies verzekert is?? Ik hoop het. Maar wat er is gebeurd, blijft een raadsel.

Nu ik op zoek ben naar een nieuw anker, begin ik het een en ander een beetje te begrijpen. Als je een anker wil hebben vragen ze naar de boot lengte, ik zeg 13,24 m. Dan moet je een anker hebben van 20 kg en die hebben we niet. Ik vond wel een anker van 12,5 kg, die heel erg leek op mijn eigen anker. Dat anker kostte € 134,00. Mijn eigen anker – zeker niet zwaarder – koste indertijd € 530,00, maar dat was wel inclusief ketting.

Toen ik dat wilde kopen zei de verkoper dat moet je niet doen, deze is te licht voor uw boot, U kunt beter naar Huelva gaan, daar hebben ze die vast wel. Conclusie: Krijgsman heeft de zaak b.. .  Een anker van 12,5 kg verkocht voor de prijs van een 20 kg anker. En dat is mij nu noodlottig geworden. Daarom is het anker bezweken (afgebroken). Dat mijn anker te licht was merkte ik ook na het ankeren in Portimão: één van de vloeien was helemaal krom. En nu wordt mij ook duidelijk waarom mijn anker niet hield in Rio de Camariñas, hij was gewoon te licht. Krijgsman is …, dat is nu wel duidelijk! De mensen hier, houden hogere fatsoensnormen aan.

Een andere moeilijkheid is dat de Reeds Huelva helemaal niet noemt. Zeker niet toeristisch genoeg. De kaart geeft Huelva natuurlijk wel. Er is een kade bij Huelva maar of daar plaats is??? En er is een marina aan de rivier, dichter bij zee en behoorlijk ver van de stad. Er ligt een Engelsman achter mij die adviseerde om naar Ayamonte te gaan aan de Spaanse kant van de grensrivier Rio Guadiana. Die hebben ook zwaardere ankers op voorraad. Ik kan daar dus naar toe varen en er daar een kopen. Het is niet zo heel ver hier vandaan. Een probleem kan zijn dat de invaart niet al te diep is, zodat ik met vloed moet binnenlopen. Eenmaal over de invaardrempel zijn er geen diepte problemen meer. Een beetje twijfelachtig is nog de diepte van het haventje. Reeds zegt 1 m. en de pilot van mijn Nederlandse buren houdt het op 3 m, dat verschilt nog al.

Blog 05 – Reisverslag Bert Barendrecht: naar de Middellandse Zee, 26 juli – 8 aug

Dag 64: Dinsdag 26 juli 2016

Nog altijd zit ik te dubben of ik Ayamonte of Huelva moet kiezen. Ayamonte betekent de jachthaven en de kosten, bij Huelva is misschien een kade te vinden. Ik weet het niet, maar dat ik vandaag hier vertrek, dat weet ik wel. Dus eerst de vaat en dan afval weggooien, misschien een cappuccino en dan gaan. De cappuccino is er bij ingeschoten omdat de watertaxischippers begonnen te zeuren. Je mocht er maar drie dagen liggen, ik lag er nog geen twee! Maar het is toch nuttige informatie!

Ik ben vertrokken om 09.00 uur Portugese tijd en met gunstige westenwind, dus pal achter, snelheid 3,3 knopen. De GPS deed het weer niet, dat klote ding. Ik heb hem naar de hel gewenst. Er gaat dus een klacht naar Raymarine. Zoiets mag gewoon niet voorkomen: levensgevaarlijk. Omdat de GPS het weer eens verdomde, hield ik de kust goed in de gaten. Vrijwel overal strand met veel mensen en dan opeens toch een haveningang.

Ik ben er ingegaan. Het is een rivier met aan de westkant een vakantie eiland (Iloha ????) en nergens een rechte kade, dus aanmeren kon niet. Ankeren wel, maar ik heb geen anker meer, dus ben ik er maar weer weggegaan en doorgevaren tot de Ria Guadiane bij Ayamonte. De invaart is verraderlijk ondiep. Ik volgde de 12 m contour en opeens nog maar 2,3 m water, dat is verraderlijk weinig.

Pas toen zag ik de vaarwegboeien waar ik al die tijd naar had uitgekeken, heel ver in zee liggen. Ik moest een heel eind terug de zee op, omdat er verder in zee nog een paar – rode en groene – boeien lagen. Dus tot daar was de geul gebaggerd. Die ondiepten komen door al het zand dat de rivier aanvoert.  Daarna was het een makkie. Ik lig nu in de haven van Ayamonte aan de Spaanse kant gelukkig en ga mij morgen wel melden.

Hier moet het lukken om een anker te kopen; ik ben benieuwd! Het is nu 22.15 uur Spaanse- (dus Nederlandse-) tijd.

Dag 65: Woensdag 27 juli 2016

Ik hoop dat ik er in slaag om een anker te kopen dat zwaar – sterk – genoeg is voor mijn boot. Maar ik ga eerst wat eten.

Nou dat anker is prima gelukt en het meest bijzondere is wel dat de winkel gerund wordt door een Nederlands (Man) / Engels (Vrouw) echtpaar die beiden zuiver Nederlands spreken. Ik heb nu een ploegschaaranker van 16 kg. Dit type anker wordt algemeen als het beste beschouwd. De prijs was € 227,00 voor het anker en € 35,00 voor de swivel, de torsievrije bevestiging tussen anker en ketting.

Vlak bij die winkel zit een Pakistani die uitzonderlijk lekkere koffie maakt voor maar
€ 1,00. Het enige probleem nu is een internet café te vinden om het gebeurde aan de verzekering te melden. Hoewel, wat er echt gebeurd is weet ik helemaal niet. Ik weet alleen dat ik mijn anker kwijt ben.

Dag 66: Donderdag 28 juli 2016

Die Pakistani had gratis WiFi, maar ook hier lukte het niet de mails verzonden te krijgen. Ik heb alle mails als concept opgeslagen, dan kunnen ze later verstuurd worden.

De shoarma die ik bij deze Pakistani nam, kostte inclusief tweemaal tonic en één maal koffie slechts € 7,00: ongelofelijk!

Waar ik niet goed achter kan komen is of Gibraltar aanlopen verstandig is of niet? Als ik dat niet doe, moet ik in één keer door naar Formentera of Ibiza. In Gibraltar hebben ze de Engelse pond en de koers daarvan ken ik niet. Maar het is natuurlijk wel een aansprekende mijlpaal. Maar tussen hier en Gibraltar zijn nauwelijks ankerplaatsen of het zijn hele moeilijke en gevaarlijke vanwege de riffen en ondiepten. Sancti-Petri is er zo één, waarvan de Reeds zegt dat in het donker aanlopen, afgeraden moet worden. De enige andere grote baai is Cádiz en daarvan is de marina onbetaalbaar. De enige betaalbare marina is Rota en er worden in de Reeds geen ankerplekken aangegeven. In de baai van Cádiz is oostelijk van de invaart naar Puerto, de Santa Maria, dat is de rivier Rio Guadalete, een gebied waar je zou kunnen ankeren. Gek eigenlijk dat dat niet staat aangegeven. Het kan verboden zijn, maar dan zou dat zeker zijn aangegeven, of niet mogelijk door rotsige bodem. Ik weet het niet. Ik kan er natuurlijk een kijkje nemen en als er andere jachten liggen, daarop anticiperen.

Om 13.40 uur vertrek ik uit Ayamonte met een rustig windje van 7 knopen uit het zuiden. Dat is eigenlijk niet zo gunstig, maar het is te doen, koersfout zo’n 20 graden. Hoger kan ik niet zeilen. Die moet ik later natuurlijk weer goedmaken. Het betekent alleen dat ik niet in de straat van Gibraltar uitkom, maar een stuk noordelijker weer tegen Spanje bots. Mijn snelheid is 2,9 knopen en tot de Gibraltar straat is het 79,8 NM, ofwel 34,4 uur varen. De baai van zuidwest Spanje is ook niet erg diep. Ik vaar al 5 uur en het is pas 19,7 m diep. Toch is de Gibraltar straat zelf in het midden best wel diep, ca. 1000 m. Zoals ik het nu kan bekijken kom ik in de baai van Cádiz uit.

Alle voorgaande doelstellingen zijn eigenlijk te ambitieus, dus ik stel mijn doel bij en neem de Rio Gualdalquivir. Op deze rivier kun je ook ankeren en het lijkt goed beschut. Belangrijk is dat het niet zo ver is, 42 NM, met motorhulp ongeveer 7 uur varen tot de oriëntatieboei. Voor binnenlopen is er een betonde geul. Gedurende de dag is de wind even zo zwak geweest dat de Diesel heeft moeten helpen. Nu, om 20.00 uur, is de wind weer terug en is het weer zeilen geblazen, maar wel langzaam: 2,6 knopen. Tijd tot het waypoint is nu 12,2 uur. Dus ik kom daar met licht aan en dat is prettig, ca. 08.00 uur morgenvroeg. Het is nu 22.00 uur en de wind is helemaal weg, zodat de Diesel het weer moet doen. Dat gaat natuurlijk sneller zodat ik in het donker bij de invaart aankom, verwachte tijd 02.00 uur, morgenvroeg. Ik kan natuurlijk langzamer varen maar dat is oneconomisch. Of gewoon dobberen, maar dat is ‘s-nachts ongewenst. Ik heb toch de snelheid teruggebracht tot 1,9 knopen, nu wordt de aankomsttijd 05.30 uur, dan is het al bijna weer licht.

Dag 67: Vrijdag 29 juli2016

Het is 07.45 uur en ik lig geankerd op de Rio Guadalquivir, bij de stad Sanlucar De  Barrameda en het dorp Bonanza. Het is de vaarweg naar Sevilla. En weer werd ik gewaarschuwd door een Spanjaard dat de boot afdreef. Er zat rotzooi – lappen – om het anker. Hij adviseerde om verder de rivier op te gaan. Maar de oever is laag en biedt weinig beschutting tegen de wind. Ook zijn er geen bochten in de rivier waar beschutting te vinden is. Het waait 25 knopen, NW. Ook op de nieuwe plek heb ik het tweemaal moeten proberen omdat er de eerste keer weer rommel om het anker was gekomen. Verder valt op dat hoewel ik voor anker lig, de boot met de kont in de wind ligt, heel raar. Dat komt natuurlijk door de stroming. Het is nu 16.30 uur en nog altijd harde wind, ik blijf hier nog wel even. Wat verder opvalt is dat er niemand woont op de NW-oever, alleen natuur, lage bossen.

Maar er vaart wel een veerboot die de bezoekers gewoon op het rivierstrand afzet. Omdat je dat niet kunt zien – geen veeraanlegsteiger – was ik onbedoeld in de vaarweg van de veerboot gaan ankeren. En op die andere plek hield het niet. Maar het lijkt nu in orde. Deze rivier heeft aan beide zijden natuurlijke oevers en hij is enorm breed. In het midden is de rivier tussen de 6 en 10 meter diep, zodat het goed mogelijk is om buiten de vaarweg voldoende diep water te vinden om veilig te ankeren. Omdat intussen de stroomrichting van het getij veranderd is, is het veel rustiger geworden. De andere geankerde boten zijn dagjesmensen en zijn intussen allemaal verdwenen. Dus erg rustig hier. De rivier overroeien is niet te doen: veel te breed. Ik heb het idee dat de rivier hier meer dan een kilometer breed is. De GPS blijft een systeem waar geen pijl op valt te trekken, maar niet klagen: hij doet het nu. Mijn positie is: 36*48,822′ N, 006*20,900′ W. Dat is na de bocht in de rivier bij de NW-oever, diepte: 4,4 m. Dus geen problemen te verwachten bij eb. Totaal verschil hier: 3 m (bij neap, d.w.z. bij doodtij, bij spring gaat het tegen de 4 m, maar zelfs dat gaat nog goed). Wind: 10,5 knopen, 60 graden over stuurboord, d.w.z. zuidwestenwind: een rustige nacht.

Dag 68: Zaterdag 30 juli 2016

De storm is uitgeraasd, ik lig nu met de boeg naar zee gericht doordat de stroming inwaarts is. Het wordt vloed. De rivier splitst zich in twee armen die beide naar Sevilla gaan. Er zijn drie marina’s die vermoedelijk bijna € 100,00 vragen voor een overnachting. Een ervan is dicht bij het centrum, de ander liggen daar 3 NM vandaan. Wat moet ik in Sevilla? Niets eigenlijk, de boodschappen kan ik ook hier doen. Maar dan moet ik deze plek verlaten en aan de overkant gaan ankeren en dan naar de wal roeien. Van hieruit – ook zonder wind – niet te doen. Ik heb warm water en ga eerst de vaat en dan een wasje doen. Die was moet dan natuurlijk eerst weer drogen.

Ik moet vers brood hebben, en ik hoop dat dat in het dorp Bonanza mogelijk is. Het gekke is dat alle ankerplekken aan de overzijde van de rivier zijn aangegeven, maar aan overroeien hoef ik niet te denken. Ik moet dus aan de andere kant van de rivier gaan ankeren en dan naar het dorp roeien. De stad ligt zo ver terug dat die eigenlijk niet meer aan de rivier ligt maar aan zee. Maar die zee is heel ondiep door zandafzetting van de rivier. Behalve op één plaats en daar ligt nu juist een jachthaven. Of er in Bonanza winkels zijn is de vraag omdat het dicht bij een stad ligt. Er is maar één manier om er achter te komen en dat is gewoon gaan.

Ik heb gekeken naar de dieselolie lekkage. De pakkingring is veel te groot, dus dat moest wel misgaan. De oorzaak is eenvoudig: het rubber van de ring is niet goed geweest en was niet tegen dieselolie bestand, is steeds groter geworden en er uiteindelijk tussenuit gepiept: knoeiwerk van Krijgsman. Gereedschap om het los te draaien heb ik niet, dus heb ik touw gewikkeld om de plek waar de pakking zat, zo strak mogelijk in de hoop dat het voldoende afdicht. Ik overweeg nog of ik er kit tussen moet smeren. Misschien moet ik het touw met kit insmeren om afdichting te verkrijgen. Natuurlijk is het ook mogelijk de plek tijdens het tanken in de gaten te houden, maar afdichten is beter.

Omdat de jachthavens rond de baai van Cádiz duur zijn en omdat ik vind dat de tocht nu lang genoeg is geweest, overweeg ik om naar Croatië te gaan, een overwinterplek te zoeken en naar mijn Tonneke te gaan. Maar morgen ga ik eerst naar de overkant naar Bonanza en ga een winkel zoeken. Vooral brood, het Spaanse brood is beter dan het Portugese. De Portugese politie was stomverbaasd dat ik rond Portugal kon zeilen zonder een haven aan te lopen. Ze vroegen mijn last Port of Call (de haven waar ik vandaan kwam), en ik zei La Caruña in Spain, ‘the other places where anchoring places’. Nu ik dit schrijf bedenk ik dat dat niet klopt omdat in Rio de Camarña mijn anker niet hield en ik daardoor toch in de jachthaven belandde.

Dag 69: Zondag 31 juli 2016

Het is ongelofelijk rustig op dit moment, er is helemaal niemand. Maar de accuspanning is erg laag, dus ik moet stroom draaien. De vraag is of er op zondag winkels open zijn. Het antwoord is alleen te krijgen door er naar toe te gaan. Ik heb geen brood meer en het Portugese brood raakt zelfs in de diepvries beschimmeld. Dat brood is ook niet smakelijk, het is nog afkomstig van Portimão.

Ik ben naar de overkant gevaren en naar de wal geroeid. Maar de wal is hier een met zeegras begroeide oeverland Er is bijna geen doorkomen aan en tussen de plaats waar ik de dinghy had achtergelaten en de weg naar Puebla Bonanza lag een smal kreekje met vies water.

Gelukkig was er een stuw waar je overheen kon balanceren. En omdat zijn honden al de hele tijd blaften, was de man die er woonde, bereid mij een hand toe te steken. ‘You came rowing’, vroeg hij, en ik beaamde dat. Hij liet mij door zijn garage naar de straat gaan. Het dorp is niet ver en bij het eerst café bestelde ik een koffie. Die was uitstekend. Het was een typisch dorpscafé met alleen vissers zo te zien, de meesten dronken een glas half gevuld met witte wijn en aangevuld met water en bier natuurlijk. Er was één vrouw, duidelijk de vrouw van de kastelein, ze hielp een beetje met serveren, maar de meesten zaten op krukken aan de bar. Op de terugweg, na brood, kaas en melk, ging ik er weer langs, maar ditmaal nam ik een biertje en daar krijg je een gebakken visje bij – krijgt iedereen – dus nam ik nog een bier, en weer een gebakken visje erbij: € 4,00 alles tezamen, het waren kleine vissen – ik denk bijvangst – maar het gebaar is super. Het smaakte allemaal geweldig. Spanje is zo gek nog niet. Wat een tegenstelling met Portugal waar alles betaald moet worden. Alleen bij het Aveiro moeras daar waren de mensen wel erg aardig (ook een vissersdorp). Van de drie pakken melk die ik kocht is er al één bijna leeg; je dringt je gek in dit hete land.

Vergeleken met Portugal is Spanje een verademing, maar dan wil ik de politie in Portugal niet te kort doen, die verdienen ook alle lof. De muur die bij het dorp in het water staat is een golfbreker om de erachter liggende bootjes te beschermen, dus eigenlijk een soort haven. Maar als je er op afmeert, kun je niet naar de wal, er is geen verbinding met de oever en dat is jammer omdat er wel plaats was. Met de dinghy kan natuurlijk wel, maar dan is ankeren eenvoudiger. Door de vele voor anker liggende bootjes lig ik een beetje ver van het dorp Maar dat is niet het ergste: dat zeegras is een groter probleem. Bovendien is dat zeegras bezaaid met rotzooi, lege flessen, blikken en troep.

De bij Bonanza liggende stad ligt aan zee, heeft een strand, en ligt niet meer aan de rivier. Daar op dat strand is het een drukte van belang. De oevers van de rivier zijn van vette zachte klei, waar je lekker in wegzakt.
 

Dag 70: Maandag 1 augustus 2016

Ik ben vertrokken uit de rivier, maar omdat ik toch brandstof nodig heb, ben ik naar Rota gegaan. Rota ligt in het noorden van de baai van Cádiz en heeft een marina en een tankstation. Ik ben gaan ankeren achter de jachthaven. De beschutting is niet zo heel erg goed, maar buiten de marina is niet beter te krijgen. Ik ga nu eerst proberen de lekkage van de diesel-vulleiding te verhelpen en dan morgen tanken en verder gaan. De hele dag weer ‘No Fix’, dat klote apparaat, ik zet hem nu even weer aan en nu doet hij het wel onbegrijpelijk. Maar Raymarine zou een vergoeding moeten geven voor elke ‘No Fix’!

‘No Fix’ mag gewoon nooit voorkomen! ‘No Fix’ is spelen met mensenlevens en dus een van de ernstigste misdaden die er zijn en dat zonder dat er technisch iets aan mankeert.
Dit is dus de Bahia De Cádiz.

Ik ben op zoek gegaan naar Porto Cheli in Griekenland. Dat had ik snel gevonden, maar die haven waar wij elkaar kwijt raakte, kan ik niet vinden omdat er niet één haven in Griekenland op de kaart staat aangegeven. Ik kan naar Porto Cheli gaan en er daar naar vragen, of ik probeer op goed geluk waar ik denk dat het is. Van hieruit is de afstand 1800 NM of met 5 knopen gemiddeld ca. 360 uur varen, 15 dagen. Maar vol continu, dat houdt niemand vol.

Dag 71: Dinsdag 2 augustus 2016

Het is 06.40 uur en nog pikkedonker; het wordt hier laat licht. Ik hoop dat de kit die ik heb aangebracht, de vulleiding echt afdicht. Ik ga tanken in Rota en dan naar de Middellandse Zee. Hoe laat ik daar terecht kan weet ik niet, maar ik ga de steiger zoeken en dan wacht ik wel af.

Ik heb inmiddels getankt, (10.30 uur) de afdichting heeft niet gewerkt. Ik baal weer van  Krijgsman. Na het tanken wilde ik de haven verlaten, maar de invaart is erg ondiep en het was inmiddels eb geworden. Ik kan hier niet meer weg, er moet eerst meer water komen. Ik zit te dubben of ik het probleem hier kan verhelpen, eventueel met geleend gereedschap. Omdat dit echt onhoudbaar is.

De hele dag vrijwel geen wind (6 knopen Z). Dit gaat zo langzaam dat de Diesel heeft moeten helpen. Op het einde van de dag ging het waaien: 25 knopen, Oost, dus pal tegen. De GPS doet weer niets, maar er is hier een karakteristiek schiereilandje waarachter je een beetje beschutting kunt vinden. De boot blijft schommelen, maar ik heb er toch voor gekozen. Het heet Isola Tarifa, een rots met strand er omheen. Er staat een grote witte vuurtoren op en er zijn veel mensen op het strand.

Ik denk, laat ik het systeem nog een keer proberen en ja hoor: nu doet hij het wel. Ik lig niet bij Tarifa, maar bij Cabo Trafalgar, ook zo’n soort kaap maar geen schiereiland, dus de beschutting is veel minder. Als de GPS het had gedaan was ik naar Tarifa doorgevaren. Dit voortdurende ‘No Fix’ heeft het karakter van een moordaanslag. Bij iedereen werkt de GPS zoals het hoort alleen bij mij is het constant ‘No Fix’, het is om krankzinnig van te worden. Nooit weten waar je bent, nooit een haven kunnen vinden.

Dag 72: Woensdag 3 augustus 2016

Een zeer onrustig nachtje, waarin ik een aantal malen het systeem heb aangezet om te kijken of hij het doet. Merendeels ‘No Fix’, dus een waardeloos apparaat. Of het schelden op het systeem geholpen heeft, weet ik natuurlijk niet, maar het systeem werkt weer zoals het hoort. Daar bij Cabo Trafalgar ligt ook een in zee stekend rif, maar vlak voor de rots is ook een smalle doorvaart die diep genoeg is en omdat het systeem werkte kon ik er doorheen varen. Om het rif heen is een enorme omweg.

Het is behoorlijk bewolkt en er is een beetje wind, 8,5 knopen ZZW. Snelheid: 1,5 knoop SOG. Snelheid door het water kan niet meer bepaald worden: het meet-radje zit vast. Ik heb zo-ie-zo veel aangroei. Die antifouling is troep dat totaal niet werkt. Holland International heeft er dus geen verstand van of de Nederlandse milieu-wetten blokkeren goede middelen. Ik heb ooit gehoord dat je naar Tanger moet gaan in Marokko voor goede spullen. Marokko is hier dichtbij. Daar bij Trafalgar kwam een jongen naar mij toe zwemmen, maar even aan boord komen, durfde hij niet.

Het Raymarine systeem heeft het één uur gedaan, daarna weer ‘No Fix’, dat kl.. ding. De GPS-muis had het ook nog niet gedaan aan boord. Maar er zijn drie USB bus-contacten, ik dacht dat er maar twee waren, en die werkte beiden niet, maar de derde deed het wel! Dus heb ik nu ook een betrouwbare GPS, een regelrechte zegen!

Omdat het weer hard ging waaien uit het oosten – 25 knopen –, dat lijkt hier wel regel, en nadat ik één lange laveerslag had gemaakt, kwam ik vlakbij Tarifa uit en koos ik voor ankeren in de luwte van het schiereiland. De golfjes hier stellen niets voor maar de deining van de oceaan zorgt voor rollen, nog aangevuld met de ongedempte rukken van de ankerketting. Dat maakt ankeren op zee – want dat is het in feite – niet zo aantrekkelijk. Het water is hier glashelder, je kunt het anker in het zand zien liggen, op 5,5 m diepte.

Maar er is hier iets vreemds aan de gang. In de namiddag zo rond 17.00 uur begint het hard te waaien uit het oosten, dus kies ik voor de westkant van het schiereiland. Maar als ik daar even lig draait de wind naar het westen en lig ik op een lagerwal, pal in de wind en de golven. Dat was bij die vorige kaap ook al zo, maar daar was geen alternatief, hier wel. Dus ging ik naar de andere zijde – de oostkant – van het schiereiland. Daar is echter een veerhaven naar Tanger (duurt 35 min.).

Ik ankerde in de buitenhaven, maar werd daar door een loodsboot weggestuurd. Je moet aan de kade gaan liggen en wel nu direct! Een mooi cadeau: zo kon ik gelijk aan land, al moet ik wel iedere keer langs de douane vanwege de vele Marokkanen. Maar ze doen niet moeilijk en laten mij gelijk door, er was er slechts één die naar een ticket vroeg.

Dus morgen boodschappen, dat is nu gemakkelijk en het verschil in eb en vloed is hier niet meer zo groot 0,4 m (neap / doodtij) 0,9 m (spring). De Middellandse Zee dempt de vloed uit. Ik ben heel blij met de GPS op de laptop, formidabel en gedetailleerd. Maar er gaat toch een klacht naar Nautic Holland over het extreem slechte presteren van Raymarine, dat gewoon niet goed is!

Dag 73: Donderdag 4 augustus 2016

Gisteravond heeft Jan gebeld, en hij vroeg o.a. om te kijken of de SMS-berichten die hij gestuurd had, ook zijn aangekomen. Er waren heel veel SMS-berichten, allemaal van T-Mobil, merendeels reclame onzin voor zichzelf, een bericht van Jan heb ik niet kunnen vinden. Hoe gooi je de gelezen berichten eigenlijk weg? Wat ik mij ineens realiseer is dat ik de Marifoon slechts eenmaal heb gebruikt, dat was om hulp in te roepen toen alle elektriciteit was uitgevallen. Gek eigenlijk dat die het wel deed, heeft die soms een eigen accu voor noodgevallen? Zou zo maar kunnen. Ik vraag mij af of ik dit probleem ook zonder die hulp had kunnen oplossen? Maar ik vind de Nederlandse kust zo gevaarlijk met al die zandbanken, dat gewoon op zicht zoeken Russisch roulette is.

Om 12.15 ben ik vertrokken uit de haven van Tarifa met een mooi windje van 9 knopen, snelheid door het water 2,6 knopen – het radje draait weer – , SOG 7,0 knopen. Ik heb dus een krachtige stroom mee en een lekker windje, dit is top genieten. Krachtig de stroom mee en eveneens een steeds in kracht toenemende wind mee, uiteindelijk haal ik meer dan 9 knopen en veel dolfijnen om mij heen.

Rots van Gibraltar bij harde wind

Om 14.30 uur passeer ik de Rots van Gibraltar, maar zulke goede wind in de perfecte richting, daar moet je gebruik van maken. Er kwam een Duits jacht vanuit de beschutting van de Rots de Straat ingevaren, maar hij schrok zo van het geweld dat hij direct rechtsomkeert maakte en weer de beschutting van de Rots opzocht, groot gelijk. Ik zit dus op de Middellandse Zee. Dit is eigenlijk een hele grote baai, de golven zijn hier direct wat beschaafder. Maar ooit moet je terug!

dichterbij de Rots

en voorbij de Rots: de Middellandse Zee bereikt!

De mooie wind is toegenomen tot een storm met meer dan 35 knopen en forse golven met veel schuim. Het mag voor mij wel wat minder, de slagzij is vergelijkbaar met die in het Engelse kanaal, een paar keer 35 graden. Maar hierdoor maak ik wel een mooie snelheid 5 knopen en meer, in de Straat van Gibraltar 9 knopen. Toch maar even op de kaart kijken waar ik ergens ben. Het is nu 18.00 uur, plaats: 36*14,164′ N; 4*53,495′ W midden op zee, pal ten zuiden van Marbella. Dit gaat een nachtje doorvaren worden en ik hoop dat de wind iets afneemt. Mijn wens is verhoord: om 19.30 uur nam de wind duidelijk af.

Het rijtje van plaatsen waar ik langs vaar is: (ik kijk alleen naar de lengtegraden)
Tarifa:                             12.15 uur
Rots van Gibraltar:         14.30 uur
Marbella:                        18.00 uur
Torremolinos:                 19.30 uur
Punta de Callaburrras:   20.00 uur
Malaga:                          20.45  uur

Dag 74: Vrijdag 5 augustus 2016

Monte Maroma:                3.00 uur

De wind blijft trouw uit het westen blazen, zodat er een grote afstand kan worden gehaald. Maar uiteindelijk werd de wind zo zwak dat de Diesel moest helpen, dat kwam eigenlijk wel goed uit omdat de accuspanning zo laag werd dat ik stroom moest draaien.

Almunecar:                     5.00 uur
Motril:                             6.30 uur
Punta de Callaburrras:   8.00 uur
Gelijk met
Cabo Sacratif:                8.00 uur

Ik passeerde de bergtop:
Pico Mulhacen om:     9.00 uur
Isola de Alboran:       10.30 uur
Puerto Almerimar      18.00 uur

Nooit geweten dat er een piepklein eilandje midden in zee staat, terwijl de zee verder overal honderden meters diep is. Het eilandje heeft ook nog een ondiep haventje. Intussen is er weer wat wind gekomen – 11.00 uur – dus zeil ik weer. Wat heet! De wind steekt op met 30 knopen: storm! Ankerplekken zijn hier niet. De enige beschutting is een marina. Ik vind er één en kies daar na een laveerslag voor. Het heet hier: Puerto Almerimar.

In de haven van Almerimar

Ze meren hier af met de kont naar de kade en een mooringlijn om de kop van de kade te houden. Door de harde wind en mijn vermoeidheid is het een heel gedoe, ik moet bijvoorbeeld eerst de dinghy achter weghalen en op kop weer vastmaken.

Na een dag zonder eten en weinig drinken, vind ik dat ik wat verdiend heb: ik ga in de stad kijken. Je bent in Spanje, dus Paella voor één persoon, omdat er weinig klanten waren geen probleem. Ik denk voor de gein, laat ik het Raymarine systeem eens aanzetten en hij doet het??? Terwijl hij de laatste twee dagen ‘No Fix’ had gegeven. Ik krijg het idee dat hij het alleen doet als je ligt afgemeerd; waardeloos apparaat. Toch nog een mooie afstand van 150 NM afgelegd. Morgen weer harde wind uit het oosten, zegt iedereen. Wat te doen: blijven??

Dag 75: Zaterdag 6 augustus 2016

Het eerste wat je je afvraagt, is of het weer zo hard gaat waaien. Het is nu 10.30 uur en het waait 5 knopen (2 Bft.), niets dus. Maar de wind steekt hier meestal pas op na 12.00 uur en de richting, hoe zit het daar mee? Die is ONO, dat is voor naar het oosten zeilen te hoog. Om de wind info te kunnen krijgen had ik het systeem aangezet: weer ‘No Fix’, maar hij beeldt de bootvorm wel op de goede plaats af. De boot ligt vast afgemeerd. Daardoor weet hij het wel, maar het blijft: Lost Fix’’ !!! Klote apparaat.

Er is hier ook een onderhoudswerf. Misschien kan de dieselolie lekkage hier opgelost worden. Iets anders is dat ik nog niemand van de haven heb gezien en waar het kantoor is, geen idee.

Het is 11.30 uur en de wind is gekomen 35 knopen en inderdaad oost-noord-oost. Raymarine geeft weer: ‘No Fix’, na het ongeveer 5 á 6 min. te hebben gedaan. Als ik in gedachten een lijn trek tussen de GPS-antenne en de satelliet-volgantenne dan is de hoek met de verticaal ongeveer 35 graden. De antenne is rond natuurlijk, dus dat nauwelijks een zicht belemmering te noemen. Ik kijk weer naar het systeem en hij doet het. Heading ship 300 graden.

Maar GPS antennes kijken niet naar de evenaar, zoals TV-volgantennes, en de GPS satellieten zijn overal. Ik heb de info knop gevonden voor het aantal satellieten dat gepakt wordt. Dat varieert tussen één en vier, vijf heb ik niet gezien. Herstel: ook nul komt voor, voor het differentieel GPS geldt: geen enkel baken. Strikt genomen zijn drie satellieten voldoende wanneer geen hoogte informatie wordt gevraagd. Ik kan niet inzien dat de TV-volgantenne de oorzaak kan zijn. Maar wie ben ik? Raymarine geeft het vrije zicht van de antenne de schuld, ik geef de fa. Krijgsman of Raymarine de schuld van de slechte werking en het vrijwel altijd geven van ‘No Fix’. Dit was van het begin af aan het geval, maar ik was in het vaargebied bekend en zette het apparaat uit om ergernis te vermijden. Het is voor Raymarine misschien moeilijk te accepteren dat hun apparatuur gewoon niet werkt! Maar de fa. Krijgsman kan wel degelijk schuld hebben.

Het is een hele waslijst van wat er niet deugde:
– De ankerketting paste niet om de winch. Oorzaak: het gebruik van ongekalibreerde ketting; goedkoopte.
– Het anker bleek ondeugdelijk. Oorzaak: de prijs voor een goed anker berekenen en een goedkoop (of te licht) anker leveren.
– De acculader bleek inferieur. Oorzaak: goedkoper, een slecht merk.
– De dynamo van de motor was slecht. Oorzaak: vermoedelijk ook de prijs.
– Het Raymarine navigatiesysteem werkt vrijwel nooit. Oorzaak: mogelijk zijn er goedkopere leidingen, geen coax gebruikt. Deze conclusie is speculatief, ik heb nog niets gecontroleerd, vanwege de bewijslast moet een gekwalificeerde monteur dat doen.
– De vulleiding voor de dieselolie is met verkeerde, niet olie bestendige pakkingringen
afgedicht. Oorzaak: goedkoopte, of onbekwaamheid of slordigheid.
Het wekt de geur van onbekwaamheid en het gebruik van ondeugdelijk – goedkoper – materiaal en het berekenen van veel te hoge prijzen! Het lijkt er op dat de fa. Krijgsman het onderste uit de kan wil hebben en dat het belang van de klant totaal niet telt.

Maar ook Raymarine heeft wat uit te leggen.

Ik ben niet zo blij met deze haven omdat het moeilijk en gevaarlijk is om aan en van boord te komen.

Vandaag heb ik hulp gehad van een stel uit Finland om iets aan de Dieselolielekkage te doen. Demonteren van de bestaande aansluiting bleek onmogelijk, dus bleef er niets anders over dan die er uit te zagen, wat veel werk was en er een andere aansluiting in te zetten. Maar de maat die ik nodig heb, die hebben ze hier niet, dus moesten we een maat kleiner nemen. De pakking hebben we geknipt uit pakkingplaat die eigenlijk te dun is. Het is duidelijk dat dit geen blijvende oplossing is.

Maar het is steeds hetzelfde probleem; wat je nodig hebt dat hebben ze niet, altijd alleen maar kleiner spul. Hoe vindt je een botenwinkel die goed gesorteerd is? Dat de oude pakking door absorptie van olie er tussenuit is gepiept geloof ik ook niet meer; het was gewoon niet de juiste maat. Hij was te groot. Dus min of meer hetzelfde probleem als nu. Ik moet passende spullen zien te vinden. Het is goed beschouwd idioot dat er geen grotere maten zijn te krijgen, terwijl er zo veel grotere jachten zijn. Krijgsman blijft de hoofdschuldige, hij had spullen met de juiste maat moeten gebruiken. Ik loop morgen nog een keer naar die shop om, om een grotere aansluiting te vragen. Nu is de aansluiting te klein voor het gat in de tank. Toen was de pakkingring te groot: te gek voor woorden allemaal. Conclusie: botenwinkels houden alleen op voorraad wat je niet nodig hebt en wat niet bij elkaar past, dus eigenlijk allemaal kl….

Morgen ga ik weer verder, tegenwind of niet, ik moet in ieder geval stroom draaien en dan kun je beter varen. De elektrische walaansluitingen passen hier niet.

Dag 76: Zondag 7 augustus 2016

Het is 07.45 uur en de wind zit nog altijd straf in de oosthoek. Het waait nu al 20 knopen en dat gaat nog flink toenemen. Naar het oosten zeilen is dus niet mogelijk. Om de windsnelheid te weten zet ik het systeem aan, en o wonder hij doet het, geen ‘No Fix’. Door de harde wind kan de windcharger flink laden, maar de accuspanning is weer gevaarlijk laag; 10,2 Volt. Het zit niet mee met naar het oosten gaan.

Nog altijd had ik mij niet aangemeld bij de havenmeester, omdat ik zijn kantoor niet vinden kon. Maar dat is nu in orde. Dinsdag wordt de wind wat minder en daarna is het weer het oude liedje. De havenmeester geeft vijf plekken waar botenwinkels zitten, daar moet er toch één bij zijn die heeft wat ik zoek. Ook het lage accuspanning probleem is voorbij omdat ik nu walstroom heb. Alleen op zondag zijn de botenwinkels gesloten.

Dag 77: Maandag 8 augustus 2016

De hele morgen bezig geweest met de dingen te kopen voor een betere – betrouwbare – aansluiting van de diesel-olievulleiding. Dat is uiteindelijk gelukt, maar eerst was het aansluitdeel en de bocht uit één stuk, maar daar is niet aan te komen, dus moest ik een los aansluitdeel en een losse bocht accepteren. Dat is technisch prima in orde, maar het bouwt hoger op, zodat nu het luik niet meer dicht kan. Een echt voorbeeld van de wet van behoud van ellende. De leidingaansluiting is 3 cm te hoog. Moet ik nu alleen daardoor de hele vloer 3cm verhogen? Ik weet het niet; de k. . bij Krijgsman worden bedankt voor hun knoeiwerk.

Alles is afgedicht met een sealant op basis van een MS copolymeer; dat is feitelijk een lijm, dus of dit ooit te demonteren is, dat weet ik niet. Er staan twee wegen open: 1- Later vervangen door een koppeldeel en een bocht uit één stuk, die bouwt lager in. Moet in Nederland gebeuren. Moet vermoedelijk door Jeanneau geleverd worden. 2 – Maak de hele vloer 3 cm hoger. Kan ook beter in Nederland gebeuren. Resumerend: het acute probleem is opgelost, een definitieve oplossing moet wachten. Omdat een gecombineerd deel de opsluitmoer aan de binnenzijde van de tank heeft – slechte bereikbaarheid – is vloer verhogen misschien wel de beste oplossing. Behalve dat de stahoogte 3 cm minder wordt, zijn er verder geen moeilijkheden.

Morgen ga ik weer verder anders, wordt het een veel te dure aangelegenheid; de haven kost € 20,00 per dag. En nu het acute probleem is opgelost, is vertrekken verstandiger. De wind blijft hier misschien nog wel dagen in de oosthoek. Deze windrichting is al maanden zo, maar morgen schijnt de wind iets minder krachtig te zijn. Bovendien buigt de kust van Spanje naar het noorden (50 á 60 NM verder) en kan er misschien wel gezeild worden.

 

Blog 06 – Reisverslag Bert Barendrecht: naar de Middellandse Zee, 9 aug – 22 aug

Dag 78: Dinsdag 9 augustus 2016

Ton komt vandaag weer thuis? Voor de zekerheid zal ik de telefoon aanzetten.

Vandaag ben ik vertrokken en komt er een einde aan het gewaagde balanceren over het smalle, en eigenlijk te dunne plankje dat de verbinding vormt tussen de boot en de wal. Je meert hier af met de kont naar de wal, maar de brugvormige betonnen kade – de zee stroomt er onder door – is zo hoog, dat ik de plank op de bovenste trede van de opgeklapte zwemtrap moet leggen om het plankje enigszins horizontaal te houden. Nee, ik ben niet gecharmeerd van deze manier van afmeren, maar het is hier de regel.

Het vertrek was om 10.00 uur en ik ben op weg naar Cabo de Gata, de laatste kaap op weg naar Formentera en Ibiza. Omdat de beruchte oostenwind weer is opgestoken met 20 knopen, besloot ik om aan de westkant van Cabo de Gata het anker te laten vallen. Wat mij opviel bij het anker neerlaten, was dat het onderste harpje van de Genua losgedraaid is. De sluiting blijft hangen omdat de Genua heel strak gehesen is. Nu ben ik bang dat als ik de spanning iets verminder dat de harpsluiter er uitvalt en weg is. Dat dus dat durf ik niet te doen. Dan maar proberen om hem er met een tang uit te halen, dan kan ik daarna de spanning verminderen en hem er weer indraaien. Ik blijf het toch eigenaardig vinden dat de wind niet naar het westen wil draaien.

Even het Raymarine systeem aangezet om te kijken hoeveel wind er nog is. ‘s-Avonds wordt het vaak minder, niet te geloven de windmeter zegt: 0,0 kts. (kts = knots dat is Engels voor knopen) en het systeem doet het. Als de boot stil ligt, doet hij het, zodra hij beweegt is het ‘No Fix’.

Dag 79: Woensdag 10 augustus 2016

Ik ben vertrokken bij Cabo de Gata omdat de wind iets was gedraaid. Om de beide kapen te ronden waren twee laveerslagen nodig en er dreigde nog een derde bij te komen. Ook de rest van zuidoost Spanje was recht tegen de wind in. Dat werd allemaal wat te veel, dus moest de Diesel bijspringen. Ik besloot te kijken of er ankerplekken zijn aan deze kant, die recht in de wind ligt. Spanje bestaat hier uit indrukwekkende rotsformaties en de zee is 80 m diep tot aan de loodrecht oprijzende rotsen. Er is een kleine baai die wat beschutting zou kunnen geven.

Cabo de San Pedro, een kleine baai in Zuid-Spanje

Ik lig er nu, er is geen betere plek te vinden. Er liggen vier jachten: een kleintje van een Spanjaard en een Duits jacht. Ik was het derde jacht en er is net een Engels jacht bijgekomen.

Er is hier een hotel en een strandje. Er is ook netwerk voor de telefoon. Hoe het hier heet, moet ik op de kaart nazien. Het heet hier: Cala de San Pedro  en er is een ruïne van een kasteel met dezelfde naam: Caserio de San Pedro. Het is nu 18.00 uur en er staat nog altijd meer dan 20 knopen wind. Het valt te hopen dat dat nog wat afneemt. Bestemmingen die tegen de wind in liggen – niet bezeild zijn – zijn uitermate slecht te bereiken.

Dag 80: Donderdag 11 augustus 2016

Het waait – hier in het baaitje – nog altijd 15 knopen Noord, niet echt de goede richting. Het is 07.15 uur en het Engelse jacht is al vertrokken, dat voorbeeld moest ik maar volgen. De koers is NO, 54 graden, afstand 200 Nm. Het waait 20 tot 25 knopen. Om niet te schuin te gaan, vaar ik zwaar gereefd, koers zuidoost 120 graden. Zo kom ik weer bij de kust van Marokko of Algerijë uit. Omdat ik na overstag, hooguit een koers van 15 graden kan halen moet ik eigenlijk pas overstag gaan als de koers naar Ibiza 15 graden is. Het systeem doet het weer en geeft een koers van 50 graden naar een waypoint bij Ibiza. Om van die 50 graden 15 graden te maken moet ik nog heel lang deze koers aanhouden, te lang vermoedelijk, ik wil de shipping lane niet passeren: ik zie al veel grote schepen. Als ik nu al overstag ga, ontmoet ik weer het vasteland van Spanje. Niet bezeild is een ramp.

Uiteindelijk is het toch nog meegevallen, omdat ik na het overstag een hele lange slag kon maken naar het noorden en daar moet ik ook heen. Ik lig nu in een niet zo heel erg beschut baaitje met veel deining. Het is niet anders, het heet: Punte Del Canon. Er is ook een rotseiland vlakbij: Isola de Los Terreros. Als dit op de kaart niet te vinden is, het land heet: Sierra De Los Pinos, en iets verder: Sierra Almagrera.

Dag 81: Vrijdag 12 augustus 2016

De plaats hier heet Aguilas. De wind, 10 knopen, is NO, de afstand tot Ibiza Formentera is nog 170 Nm, koers 58 graden, dus recht tegen de wind in. Weer hetzelfde als gisteren. Als ik weer een laveerslag maak, kom ik weer wat noordelijker het Spaanse vaste land tegen. Met al die moeite schiet je bar weinig op, daarom koos ik voor de motor, recht tegen de wind in, anders kom je er nooit. Ik lig nu in een klein baaitje – een stukje van een heel grote baai – omgeven door hoge bergen, maar de deining is ook hier aanwezig. Het is bij de stad Cartagena en het heet: La Algameca Chica, dit is de naam van het water, het land heet: Ensenada De Rodriguez.

Dag 82: Zaterdag 13 augustus 2016

Wat mij bij al dat varen op de motor opviel, is dat ik lang niet zoveel snelheid maak als gewoonlijk. Dat kan niet alleen komen door de tegenwind en de golven, er is meer aan de hand: aangroei. De antifouling uit Nederland werkt voor geen meter….

Een mensenleven telt niet, het gaat om de vissen en ander zeeleven. Het dilemma is nu, kan ik zo wel verder of moet ik er hier al andere nieuwe antifouling opzetten? Omdat het water hier zo helder is, kan je heel goed zien dat er veel aangroei is, daarom zijn er ook zo veel vissen om de boot, die eten die algen en andere aangroei op.

Ik ben hier gaan ankeren, omdat dat geen kosten meebrengt, maar eigenlijk moet ik ook tanken. Kan ik gelijk zien of de vulslangaansluiting nog lekt. Het ziet er nu goed uit, dus het zal wel dicht zijn, alleen is de bocht van deze aansluiting 3 cm hoger dan de special van Jeanneau, zodat uiteindelijk de vloer omhoog moet.

Bij het ophalen van het anker zat er deze keer ijzeren troep in de ankerketting, zodat het anker niet meer op of neer kon. Hierdoor was ankeren niet meer mogelijk, varen ook niet en bleef er geen andere optie over dan naar de marina te gaan, helaas. Ik lig nu afgemeerd en de troep is reeds verwijderd, dus moet ik er ook gelijk gebruik van maken om boodschappen te doen. Deze haven van Cartagena heeft een eigen zwembad, wat tamelijk bijzonder is.

Volgens mijn Nederlandse buurman, die uit Eindhoven komt, scheelt tegenwind en tegen golven ca. 2 knopen, dat klopt met mijn ervaring, dus valt het mee met de remmende werking van de aangroei; dus door naar Ibiza. De bekendere plaatsen die hier in de buurt liggen zijn: Alicante en Benidorm. Morgen ga ik door naar Ibiza / Formentera omdat er geen tussenstops meer mogelijk zijn. Al vier maal geprobeerd om Ton te bellen maar het is niet gelukt. Uiteindelijk laat in de avond wel.

Dag 83: Zondag 14 augustus 2016

Vertrek uit Cartagena ca. 11.30 uur.

Nadat je de sleutels hebt ingeleverd word je niet op de steiger toegelaten en moet je over de glazen afsluiting heen klimmen om bij je boot te kunnen komen, een beetje gestoord is die beveiliging hier.

Graag wilde ik op tijd vertrekken en ik was de haven al uit, toen ik mij ineens realiseerde dat ik hier naar toe was gegaan om te tanken. Dat was ik glad vergeten, dus terug en alsnog tanken. Het tank station was te zien, maar hoe je er moest komen was een raadsel. Er bleef niets anders over dan aan te meren en het over land uit te zoeken. Dat lukte uiteindelijk.

Ik heb één grote laveerslag gemaakt, en wat je aan hoogte wint is zo teleurstellend, dat ik het laatste stuk bergland op de motor heb gedaan. Tijdens het zeilen zwom er een walvis vlak voor de boot langs, ik dacht eerst die ga ik raken! Maar zo dom zijn eenzame mannetjes nou ook weer niet. Even voor de goede orde: het was een walvis, niet een dolfijn. Tijdens het zeilen brak ineens de Genua schoot doormidden. Ik heb de einden weer aan elkaar geknoopt en dat was best nog lastig omdat het zo hard waaide, en de schoot zit hoog.

Nu lig ik gemeerd in een piepklein haventje waarvan ik niet eens wist dat het er was. Ik kreeg alle hulp bij het aanmeren van de mensen op de kade. Spanjaarden stellen je nooit teleur.

Nu moet ik nog iets te eten maken, kijken wat er nog is. Ton’s spagettisaus zou ik wel blieven. De maaltijd bestond uit vruchten- kerriesaus, ook heel lekker. Het heet hier: Puerto de Cabo Palos, tijd 22.00 uur.

Dag 84: Maandag 15 augustus 2016

Gelukkig is de wind in de nacht gaan liggen, zodat er toch nog geslapen kon worden.

Nu op zoek naar een touw-winkel en een goed kopje koffie. Koffie is eenvoudig, touw is veel lastiger. Uiteindelijk vind ik iemand die een kaartje tekent met daarop aangegeven de touw-winkel. Het blijkt een soort Gamma die ook in touw doet. Ik moet 14 mm lijn hebben, blijkt 12 mm hun grootste maat: triest. Andere winkels zijn dicht omdat het een feestdag is.

Ze doen aan mastlopen over een ronde paal boven het water, de meeste jongens vallen er snel in. Maar ik heb deze plaats verkeerd beoordeeld. Ook hier is een marina, die stond op de kaart aangegeven als heel ondiep, daar klopt niets van. Het ligt er vol met zeiljachten, dus het is diep genoeg. Maar hier in de oude haven, waar ik nu lig, hoef je niet te betalen.

Als morgen de feestdag voorbij is ga ik het nog een keer proberen en als het niet lukt dan moet de oude lijn gebruikt worden tot ik een andere heb. De aanzuigleiding lekte ook. Die heb ik een flink aantal slagen kunnen aandraaien. Hij zal nu wel dicht zijn. Het opruimen van de gelekte dieselolie is nog niet zo eenvoudig, maar wat ik al vermoedde het verdampt hier snel: je ruikt het al bijna niet meer. Als alles verdampt is kan ik het met Dasti schoonmaken.

Vanavond was er hier een bijzondere happening die met de visvangst te maken heeft. Alles wat varen kan gaat naar zee, zelfs kano’s. De man die met aanmeren hielp – Michael  – nodigde mij en nog anderen uit voor een zeiltocht met zijn boot, een Beneteau 38′, heel leuk allemaal. We gingen niet zo ver de zee op, maar het was leuk even niet alleen te zijn. Hij heeft foto’s gemaakt die hij naar mij zal mailen. Hij zegt morgen weer langs te komen. Hij vaart onder Belgische vlag omdat een Spaanse registratie heel duur is. Dus de Nederlanders en Belgen die ik hier zie zijn gewoon Spanjaarden of Portugezen die de kosten willen drukken. Het was een heel bijzondere ervaring. Ik vertrouwde hem toe dat ik een beetje bang was voor deze haven vanwege de vele rotsen die hier zijn en die soms niet of nauwelijks boven het water uitsteken. Volgens Michael is het morgen windstil en draait de wind daarna naar het westen, zodat ik in één rechte lijn naar Ibiza kan zeilen. Ook waarschuwde hij dat de mensen op Ibiza niet zo eerlijk zijn als hier en dat je goed op je spullen moet passen, speciaal op de dinghy.

Dag 85: Dinsdag 16 augustus 2016

Na Ton te hebben gebeld, ben ik vertrokken uit Cabo Palos, wind ca. 10 knopen en nog altijd noord-oost. Maar weinig wind betekent ook kleine golven en dat leidt tot een hogere snelheid en een hogere koers. Ik kan nu 90 graden halen; pal oost. (was 120 graden) Volgens het kompas vaar ik zelfs 85 graden. Het Raymarine systeem doet het en berekent voor Ibiza / Formentera 47 uur.

Vincent – die Hagenaar toen in Turkije- zei destijds: ‘Niet te ver van je koerslijn afwijken.’ Vraag is, wat is niet te ver? Ik wil het vaste land van Spanje niet meer tegenkomen, omdat daardoor het idee ontstaat dat je niets opschiet.

Tijdens het varen is de situatie volkomen veranderd: eerst hoog aan de wind zeilen en de koers die je wilt, haal je niet. Daarna een korte tijd windstil. En daarna halve wind, die gaandeweg steeds ruimer werd. Nu zit de wind op 160 graden over stuurboord, dus bijna plat achter. Het is relaxed en langzaam; 3,3 knopen. Als dat zo blijft gaat het 30 uur duren. De wind is 8 knopen, maar bij achterlijke wind moet je er de vaarsnelheid bij optellen, dus 11 á 12 knopen. Zo ga ik de nacht in. Nog 100,7 Nm tot de ankerplek.

Dag 86: Woensdag 17 augustus 2016

Om 02.30 uur passeerde ik de nul meridiaan, d.w.z. ik zit nu weer ten oosten van Greenwich. De breedte was 38*03,225′ N. Het is weer windstil, maar ik moest toch stroom draaien, de accuspanning was nog maar 10 V. De laadstroom is bijna 20 Amp. Nog altijd hoog, de accu’s zijn nog niet geladen, toch is de spanning nu 14 V, dat is de laadspanning. Afstand tot Ibiza 77,2 Nm.

De nacht is voorbij, het is 10.45 uur, er komt net een groot cruiseschip voorbij en de afstand tot het waypoint bij Ibiza is nog 42,6 Nm, nog zo’n 11 uur varen, snelheid: 4 knopen. De wind zit nog altijd pal achter met 8 á 9 knopen. De diepte van de zee is hier tussen de 300 en 500 m. Koers: 43 graden.

Zicht op Ibiza

Ibiza kwam in zicht om ca. 16.00 uur, maar dan duurt het nog tot 21.30 uur voor je het anker kan laten vallen. Ibiza is hoog en kan je ver zien. In de baai waar ik nu lig: Cala Bassa bij San Antonio is het een drukte van belang, meest Spanjaarden. De drukte wordt nog verergerd doordat de baai van San Antonio erg diep is zo’n 80 m, daar kan niemand ankeren.

Ik heb 40 m ankerketting en je moet driemaal de waterdiepte aan ketting zetten, dus ca. 13 m is de maximale ankerdiepte; ik lig nu op 11,50 m. Nederland is gruwelijk ondiep en Spanje is extreem diep. De Middellandse Zee is soms meer dan 3000 m diep.

Dag 87: Donderdag 18 augustus 2016

Deze baai bij San Antonio is bij deze wind (ZW) heerlijk beschut en er zijn niet zoveel andere plekken. Een dagje relaxen moet kunnen, vind ik. Omdat een goed kopje caffe con leche er wel in gaat, ben ik naar het strandje geroeid in deze baai. Een strandje van iets meer dan 100 m breed, en ongelofelijk druk. Nog nooit heb ik een strandje gezien dat zo druk was, er is geen vierkante centimeter vrij strand te ontdekken. Het is er stampvol, nergens een stukje strand te vinden om de dinghy neer te leggen, zodat er uiteindelijk niets anders op zat dan terug te roeien.

Er kwamen op een gegeven moment een paar mannen naar mij toe: wat of ik wilde. Een plekje voor de dinghy zei ik. Maar er was nergens ruimte, dus ging ik weer terug naar de boot. Ook het water is ontzettend druk. De strandmensen – de helft van de vrouwen topless – kan over het algemeen niet zwemmen en het wordt hier snel diep, zodat ook hun stukje zee maar klein is. Bootmensen kunnen, zo zie ik, wel zwemmen. Direct achter mij ligt een zeil-catamaran met minstens 7 mooie meiden aan boord, ze zwaaien en lachen naar mij. Het is ongelijk verdeeld in de wereld.

Bleef over een stukje zwemmen en een paar biertjes drinken en weer stroom draaien. De zonnecellen kunnen het verbruik niet aan. Pal achter mij – dichter bij het strand – ligt nog een Jeanneau Sun Odyssey 43 DS, hetzelfde schip als het onze. Morgen de reis weer voortzetten naar Mallorca. Daar zijn de ankerplekken aan de westkant echt schaars, aan de oostkant zijn er mogelijkheden.

Dag 88: Vrijdag 19 augustus 2016

Omdat één van de gasflessen al een tijdje leeg is, ben ik naar San Antonio gegaan om te proberen aan gas te komen. Het bleek onmogelijk om zonder kosten daar aan land te komen. Vrije plekken plenty maar alles achter hekken. Gedesillusioneerd  ben ik vertrokken, eerst op de motor – accuspanning te laag – daarna zeilen met de wind achter zeer zwak, SOG 1,3 knopen. Het is hier warm 32,5 graden en veel zon. Zo sukkel ik langzaam richting Mallorca. Nu – 16.10 uur – zit ik voor de noordoostkaap van Ibiza. De snelheid wordt zo laag dat ik er niet aan ontkom om de motor bij te zetten. Ik heb Ton nog kunnen bellen, leuk.

Dag 89: Zaterdag 20 augustus 2016

Eigenlijk is het best nog vlot gegaan, de wind nam toe tot 15 knopen (4 Bft ZO). Uitstekende zeilcondities, hoog aan de wind. Voldoende wind om een leuke snelheid te halen omdat de golven maar klein zijn. Om drie uur kwamen de lichten van Puerto de Andraitx in zicht en 1,5 uur later kon ik het anker laten vallen op 9 m diep water. Hier moet ik proberen van mijn afval af te komen, boodschappen te doen en gas te kopen. Vullen met LPG – hier GPL – is de beste optie, maar of het gaat lukken??

Eerst ben ik naar een strandje geroeid, waarvan ik dacht dat het bij een hotel hoorde maar het blijkt een publiekelijk strand. Er liggen wat vrouwen topless te zonnen, afval wegdoen is zo gedaan, dan een koffie, die hier € 2,00 kost, en dan een gasvulstation zoeken. Uiteindelijk kom ik bij een benzinepomp en daar zeggen ze: ‘Dat kan hier niet’. U moet naar Alcudia gaan, daar lukt het wel. Alcudia ligt aan de noordoost kant van Mallorca. Dat komt goed uit, want die kant moet ik toch op. Verder valt op dat alles hier veel duurder is dan elders in Spanje, maar ja dit is Mallorca!

Dag 90: Zondag 21 augustus 2016

Gelukkig gaat de wind ‘s-nachts liggen en verdwijnen de speedboten, zodat je toch nog rustig kunt slapen. De dag begint hier laat – zonsopkomst 07.30 uur – maar dat went. De accuspanning is een voortdurend punt van zorg: spanning nu: 11,7 V. Maar ik ga vertrekken naar Alcudia en dat begint op de motor door gebrek aan wind en dat komt goed uit bij lage accuspanning.

Dat gebrek aan wind was maar heel kort, het ging waaien uit het oosten met 20 knopen. Één laveerslag heb ik gemaakt en toen het laatste stukje op de motor naar de lijzijde van een schiereiland: Peninsula de la Foradada, op zich een uniek plekje, maar heel erg diep zodat ik nu lig geankerd op 18 m diepte terwijl ik maar 40 m ketting heb. Driemaal de waterdiepte kan niet, dan lig je gevaarlijk dicht bij de rotsen. Als het daar tenminste nog ondieper wordt, wat ik ernstig betwijfel omdat ook de kaart grote diepten aangeeft tot aan het land. Er is hier een soort duikschool, geen strand en direct diep water. Wie hier komt moet goed kunnen zwemmen. Wat ik hier zie bewijst dat ook. Deze plek ligt nog voor Puerto Soller, dus nog niet de helft van de afstand. Aan de westkant ben ik tussen een voor de kust van Mallorca liggend eiland door gevaren, daar stonden enorme golven tussen beide kusten.

Dag 91: Maandag 22 augustus 2016

Helaas ben ik vergeten een foto van de rotspartij te maken. Het leek echt op een olifant, er zat ook een gat tussen de kop en de slurf. Aan de noordwestkant van Mallorca zijn alleen hoge bergen en nauwelijks ankerbaaien met beschutting en meestal is het zeer diep tot aan de rotsen. Om 07.30 uur was ik wakker en om 08.30 uur was ik vertrokken.

In het begin windstil en daarna was de wind achter, maar te zwak om er wat aan te hebben. Dus heeft de Diesel weer veel moeten helpen. Om 19.00 uur lag ik geankerd voor Alcudia. Een rustige dag en veel zeiljachten die dezelfde kant op gingen, allen lieten de motor helpen. Morgen kijken of het lukt de gasfles te laten vullen. Ik lig nog wat ver van de haven, dus ver lopen Of ik vaar naar het tankstation en informeer daar. Een ankerplek kun je altijd wel vinden, ook al is het druk.

Blog 07 – Reisverslag Bert Barendrecht: naar de Middellandse Zee, 23 aug – 5 sept

Dag 92: Dinsdag 23 augustus 2016

Ik ben naar het tankstation gevaren en daar gaven ze een bedrijf op met de naam: Bricobaclear, die zouden gastanks kunnen vullen. Ga gewoon ankeren hier achter de haven en ga dan met de dinghy naar het hotel daar, dat is veiliger dan op het strand. Precies zo deed ik en nam gelijk tweemaal coffee con leche: die was goed. Maar de zaak was gesloten en ging pas om 16.30 uur open. Er vlakbij was ook een supermarkt, dus deed ik gelijk boodschappen. Toen ik terugkwam bij dat hotel – dat nota bene Boatel heet – met volle boodschappentas en lege gastank, kwam de beveiliging achter mij aan: ‘Waar of ik naar toe ging?’ Ik liep natuurlijk gewoon door naar mijn boot, zei ik. Ze geloofden het niet en liepen dus mee. Toen ze de kleine dinghy zagen zeiden ze dat als ik dat nog een keer zou doen, dan zouden ze de boot losmaken en weg laten drijven. Ik zei als je dat doet …..
De tweede keer ben ik dus naar het strand geroeid – hier niet zo vol als op Ibiza – en liet de boot achter onder de hoede van een stel uit Tjechië, geen enkel probleem. De zaak had geen gas. Bij terugkomst bij de dinghy konden ze niet geloven dat ik helemaal uit Nederland was gevaren. Met dat dingetje zeiden ze geringschattend. Ik wees hun mijn boot, maar of ze dat snapten dat weet ik niet. Er liggen namelijk heel veel boten geankerd. Het is ook een redelijk beschutte plek en het is er erg ondiep overal. Maar het gaat, ik heb nog 0,8 m water onder de kiel en dat is hier genoeg.

Dag 93: Woensdag 24 augustus 2016

Bij het ophalen van het anker valt op hoe helder het water hier is, de bodem is bedekt met zeegras. Een egale deken van groen, dat komt omdat het zonlicht hier nog gemakkelijk doordringt op de bodem. Om stroom te sparen had ik de verlichting en de koelkast uitgeschakeld, maar toch klonk ‘s-morgens het stroomalarm, spanning nog maar 10 V. Niet zo erg, omdat er geen wind is en ik dus op de motor vertrek. De afstand tussen Mallorca en Menorca is niet zo groot, dus ik ben benieuwd of er een plek is waar je beide kusten kunt zien.

Je kunt bijna overal beide kusten zien. Op Manorca is de kust van Mallorca vaag te zien. Omdat Mallorca hoge bergen heeft en Manorca niet. Manorca is niet te zien omdat het te laag is en achter de horizon verdwijnt. Omdat de afstand niet te groot is, lig ik geankerd in een kleine baai met de naam: Cala Flares, vrijwel tussen twee rotspunten, respectievelijk Punta El Bancal en Punta de Sa Farela, bij de plaats: Ciutadella, om 17.45 uur.

Morgen wil ik ook hier informeren of het mogelijk is de gastank te laten vullen. Telkens heb je hetzelfde probleem: hoe kom ik aan land? En dan het liefst op de openbare weg. In een jachthaven heb je dat probleem niet, alleen de kosten. Hier bestaat de kust uit verticale rotsen, niet zo hoog, maar onneembaar als er geen trap is.

Dag 94: Donderdag 25 augustus 2016

Ze zeggen wel je nooit de moed moet opgeven, maar het gasprobleem zie ik somber in. Ik  vraag me zelfs af of ik nog wel thee kan maken. Ze hebben mij weer vele kilometers laten lopen, zonder resultaat. Ik kwam bij een benzinestation die LPG had, maar geen passende adapter, erger nog, ze zei dat ze helemaal geen adapters had. Dat kan natuurlijk best waar zijn, het is tenslotte een eiland en vreemde auto’s komen er niet. Dus geen gas. Hoera ‘United Europe’ waar alles verschillend is. Maar er zijn ook goede dingen te melden. ik vind mijn spullen altijd weer terug, er is niets weg gelukkig.

Dag 95: Vrijdag 26 augustus 2016

De hele dag waait het uit het oosten, dus voortdurend wind op kop, alles op de motor, helaas. Ik lig nu in een diepe baai bij de plaats Fornells. De havenbaas wijst op twee mogelijkheden: de jachthaven of een ankerplek. Ik had eigenlijk nog wat dieper de baai in willen gaan, maar dat mocht niet. Maar er zijn ergere dingen.

Dieper de baai ingaan heeft ook nadelen. Het wordt daar ondieper en daardoor moet je verder uit de oever ankeren, waardoor de beschutting weer verloren gaat. Een ander nadeel hier is dat de baai breed is en de enige plaats hier ligt op de westoever. Dat is dus een heel eind roeien, omdat ik vanzelfsprekend dicht bij de hoge wal lig en aan de oostkant. Er is hier toch niets te koop, het is maar een dorpje, maar wel alles vrij nieuw, lijkt het.

Dag 96: Zaterdag 27 augustus 2016

Het is maar een kort stukje naar Maó, ook wel Mahon genoemd en daarom ben ik niet zo vroeg vertrokken. Ook dit stuk moest vrijwel geheel op de motor. Een probleem bij ankeren is dat je niet aan de wal kan komen. Overal is de oever wel van iemand en kun je niet aan land. Ankeren lukt alleen een beetje buitenaf ver van de stad. Als je iets nodig hebt, zit er niets anders op dan naar een jachthaven te gaan.

Dag 97: Zondag 28 augustus 2016

Ik ben om 09.00 uur vertrokken uit de grote baai bij onder andere Mahon – terwijl de wegwijzers steevast Maó schrijven –  nog voor het ontbijten. Ik had toch geen trek. De wind was rustig – de windmeter doet het ook niet meer – dus ontbijten als je trek krijgt tijdens de vaart. Ik loop zo’n 3 knopen volgens de meter maar de SOG is tussen 4 en 5 knopen; het meetradje loopt blijkbaar zwaar. De windrichting is zuidoost. Het is heerlijk rustig en ontspannen zeilen. Zo hoog aan de wind kom ik uit bij de zuidwestpunt van Sardinië, of iets noordelijker, maar het is meer dan 2 dagen varen.

De accuspanning is weer erg laag zodat de motor bij moest om stroom te draaien. Dat komt natuurlijk de vaarsnelheid ten goede, maar het is toch jammer. Door de matige wind zijn er geen golven, dat is allemaal heel ontspannen. Het lijkt het IJsselmeer wel, maar dan ietsie groter. Het Raymarine navigatiesysteem gebruik ik niet meer. Het is toch voortdurend ‘No Fix’: een nutteloze stroomvreter!

Dag 98: Maandag 29 augustus 2016

In de nacht en ochtend is het hier windstil dus moet de Diesel het opknappen, de zee is zo glad, het lijkt wel olie. Het is nu ochtend en de afstand is nog zeker 180 Nm. Dus ook deze oversteek gaat 2,5 dagen duren. Ik zie helemaal niemand op zee, de zee is helemaal leeg, uitgestorven en spiegelglad. Het is nu 10.30 uur en tot de kust is ca. 120 Nm, bij 5 knopen snelheid wordt dit 24 uur varen; dus nog een nacht op zee!

Maar zo ver is het nog niet, de “wind” waait uit het westen, dus wind mee, maar het is niet meer dan 3 knopen, veel en veel te weinig, dus alles op de motor. Ik moet nog ca. 100 Nm varen om bij land te komen.

Vogeltje geland tussen Menorca en Sardinië

En ineens is er een klein vogeltje die op de railing neerstrijkt. hij lijkt op een mus, maar het is geen mus want hij heeft een relatief lange dunne snavel en een mus heeft een stompe snavel. Ik heb er een foto van gemaakt. Hoe komt een bosvogel zo ver op zee? Ik hoop dat hij meevaart tot we dichter bij land zijn, dat lijkt mij voor hem het veiligste. Zo nu en dan vliegt hij weg, maar hij komt telkens terug, gelukkig. Dat zulke kleine vogels zulke grote afstanden vliegen is een mirakel. Maar insecten kunnen er ook wat van, ongeveer midden tussen Manorca en Sardinië kwam er een heel kleine nachtvlinder aanvliegen, die bleef een tijdje en ging weer.

Ik denk: ik moet toch eens iets proberen. Ik heb het grootzeil bak gezet tegenover de genua en vast gezet met een bulletalie. Nu glijdt de wind langs het grootzeil en wordt opgevangen door de genua. Wind is 3 knopen, bootsnelheid 1,54 knopen, dus ongeveer de helft van de windsnelheid. Dat is best een aardige score, vind ik.

De wind is later meer naar het noorden gedraaid en iets in kracht toegenomen, zodat de bulletalie geen zin meer had. Daardoor maak ik nu, ruimschoots zeilend, ongeveer 3 knopen.

Het Raymarine systeem doet niets meer, geen positie.

Het kleine vogeltje was om18.30 uur verdwenen. Ik hoop dat hij zijn avontuur heeft overleefd.

Dag 99: Dinsdag 30 augustus 2016

In de ochtend om 07.30 uur bereikte ik de ankerplek waar ik nu lig, het ligt in een diepe en – ettelijke kilometers – grote baai, met de naam: Golfo di Oristano. Er is een lang zandstrand bij de plaats Torre Grande  (er is een grote dikke, niet zo hoge vestingtoren uit de middeleeuwen, mijn idee was aanvankelijk een hoge toren) waar ook een kleine supermarkt is en op het kilometers lange zandstrand is ruimte in overvloed voor de dinghy. Al met al een prima plek, waar je gemakkelijk aan land kunt gaan. Alleen jammer dat de eerste cappuccino te veel melk en te weinig koffie bevatte.

Gisteravond was er een enorme onweersbui die voornamelijk op het land en in de bergen zijn water loosde. Het is echter nog altijd bewolkt en er valt zo nu en dan een beetje regen uit. Dat had ik al wekenlang niet meer gezien.

De tijd begint te dringen, ik verlang naar huis naar mijn Tonneke. Dit leven is best wel leuk. maar als er tijdsdruk ontstaat, wordt het móeten: ik moet verder. Het is hier een goede plek om wat langer te genieten, maar ik moet door.

Als ik tijd heb, wil ik een Italiaans gastenvlaggetje zien te krijgen. In zo’n kleine plaats als Torre Grande lukt dat niet, tenzij er een winkel is in de jachthaven. Vanavond heb ik paella gemaakt en dat smaakt uitstekend als je al dagen nauwelijks eet. Door de warmte hier – elke dag boven de dertig graden – ga je heel veel drinken en fruit eten omdat dat smaakt in de hitte. Bij brood is dat veel minder en daar komt nog bij dat het brood hier niet bewaarbaar is, het is snel keihard. Ik beheers mij door water en melk te drinken en niet alleen bier, hoewel dat soms Goddelijk smaakt.

De stilte van de Middellandse Zee

De goede verstaander begrijpt dat ik wil hier wat langer wil zijn. Dit is een verademing na de drukte, in vooral Ibiza en Menorca. In Mallorca is het iets gunstiger, maar ook daar is aan land komen een crime.

Omdat er niets dwingend is vastgelegd, heb ik alle handelingsvrijheid behouden. Wanneer het mogelijk is hier de boot op de wal te zetten, ten behoeve van schoonmaken en nieuwe antifouling, stop ik hier en ga naar huis. Om de boel een beetje netjes achter te laten heb ik  toch nog enkele dagen nodig. En Sardinië is een eiland, zodat de Euroliner afvalt. Blijft over vliegen, eventueel een veerboot! Het plan was een keer naar de Middellandse Zee te gaan en daaraan is ruimschoots voldaan. De jachthaven ligt ongeveer 1 Nm van mijn ankerplek, dus minder dan 2 km lopen: is te doen. Het verlangen naar huis begint te groot te worden.

“O Wandersmann neem toch een besluit, bij haar rust je werkelijk pas uit”.

Dag 100: Woensdag 31 augustus 2016

Zicht op Sardindië

Ik ga vandaag eens bij de jachthaven hier in de buurt informeren wat het kost en of het mogelijk is om de boot hier op de wal te laten overwinteren. Tenslotte heb ik geen idee hoe dat hier ligt. Er was een heel aardige mevrouw die hier met haar zoontje en haar ouders een dagje uit waren. Toen ik zei dat ik overwoog om de boot hier achter te laten, bood ze aan om te helpen vanwege het taalprobleem.

 

 

Ook Sardinië

We gingen terug naar de haven, zij naar de onderhoudsmensen en vroeg wat het kostte. Dit is het antwoord:

Haven: Arbor Torre Grande,
€ 3400,00 alles inbegrepen, ook schoonmaken voor 8 maanden van
1 sept. ’16 tot 30 apr. ’17.
Telefoon: Aldo 00 39 349 4999392.

Ik denk dat het te duur is en dat vond zij eigenlijk ook. Ze zei zoek een kleine haven in Croatië, dat doen heel veel mensen uit Italië ook. Dus morgen gaat de reis weer verder. Griekenland of Croatië is ongeveer even duur. Ik ga er wat meer vaart achter zetten. Het definitieve besluit kan ik nog even uitstellen omdat het dezelfde route is.

Dag 101: Donderdag 1 september 2016

Om 9.15 uur was ik vertrokken bij Torre Grande, op de motor natuurlijk, maar dat was niet zo erg omdat de accu’s ook lading nodig hadden en ik heet water kon maken voor koffie in de magnetron. Om 12.00 uur kwam de wind uit het noorden en was zeilen mogelijk. Snelheid 2,5 knopen.

Er ligt in het zuidwesten van Sardinië een eiland met talrijke obstructies tussen dat eiland en het hoofdeiland. Ik heb besloten om er buiten omheen te gaan: veiliger. Het is nu 13.40 uur en het eiland is nog niet in zicht.

Uiteindelijk ben ik tussen Sardinië en het kleine rotseiland doorgevaren, was goed te doen ondanks de rollers. De wind uit het noorden draaide naar noordwest! Mooier kan niet, de zuidwestpunt bereikte ik ruimschoots zeilend en na die kaap pal achter. Ik heb de genua bak gezet – eigenlijk heb ik het grootzeil met een bulletalie bak gezet, scheelde 1,5 knopen in snelheid. Straks weer een kaap en dan pal oost, dus weer ruimschoots. Het gaat lekker en ontspannen, als dat de hele nacht zo blijft, kan ik een mooi eind opschieten.

Dag 102: Vrijdag 2 september 2016

Om 01.00 uur viel de wind geheel weg en dat is eigenlijk elke dag wel zo. Ik dacht, zonde dat het weer op de motor moet, toen zag ik een mooi beschut baaitje op de elektronische kaart, waar je goed kan ankeren. Dan is de beslissing snel gemaakt. Ik ga een poosje ankeren en als er wind is, weer verder. Maar toen ik de kaart wat beter bekeek, zag ik dat ankeren daar verboden was. Waarom, dat staat er niet bij.

Naar het noorden, dieper de grotere baai in, was een plek waar het wel was toegestaan, maar dan moet je eerst die baai in en daarna er weer uit. Leek me niets. Verder naar het oosten was er nog een mogelijkheid en dat is wel de goede richting, maar het zag er zeer donker en dreigend uit, dus niet aanlokkelijk. Toen ik er aankwam begon het weer te waaien, dus doorgaan. Al snel kom je dan bij het grote stuk open zee tussen Sardinië en Sicilië. Daar is het niet zo erg als je even weg dommelt, maar het is meer dan vier graden lang ca. 250 Nm. Bij 100 Nm per etmaal dus ruim 2 dagen, dat zijn er samen dus 3, zonder nachtrust. Doen dus, anders kom je nergens. Het is nu 10.30 uur, na aanvankelijk 5 knopen te maken, is dat nu teruggelopen tot 3 knopen. Bij de zool en de hak van Italië zijn wel plekken te vinden, maar tussen zool en hak is een heel erg diepe baai, die steek ik dus recht over.

De mooie wind is ‘s middags weer helemaal weg. ‘Geen wind’ is een Middellandse Zee probleem, dus weer de Diesel.

Ik speel nog met de gedachte om toch voor Kroatië (Croatia) te kiezen. De thuisreis is korter en er staan havens aangegeven, in Griekenland niet. Mogelijk is het ook iets dichterbij. Bij Griekenland moet ik afgaan op onze ervaringen bij de in de buurt van Porto Heli liggende plaats, waarvan ik de naam niet meer weet. Deze beide plaatsen liggen aan de oostkant van de Peloponnesos,  niet ver van Athene. Dat maakt de afstand tot hier ook weer groter. Een ander punt is nog dat het in de Balkan flink kan winteren en in Griekenland niet.

Het is nu 14.00 uur en Sardinië is nog vaag te zien. Het voelt alsof je niets opschiet. Ik zit natuurlijk in de zon, die is er altijd. Het is nu 15.00 uur en de afstand tot Palermo is nog 180 Nm, terwijl mijn snelheid echt 5 knopen is, een drama. Rond 17.00 uur kwam er een beetje wind, je kon het zien aan een iets ruwer wordende zee. Die wind is west, dus plat achter en de snelheid is 1,5 knopen: het schiet niet op. De afstand is groot en de geringe wind een marteling.

Omdat het niet werken van het Raymarine systeem toch een ergernis is en in de C-Maps geen waypoints mogelijk zijn, ben ik gaan kijken of de kabel van de antenne misschien wat overlengte heeft en om deze wat verder van de bolantenne te zetten. Ik heb dus aan de kabel gefriemeld, en o wonder, nu doet hij het weer en de rare ondiepte vermelding van de dieptemeter is ook verdwenen. Hij toont nu drie liggende streepjes als de zee dieper is dan 150 m. Driewerf, HOERA! Die drie liggende streepjes heeft hij nog nooit getoond, dus ik denk dat er bij de antenne ergens een slecht contact is, dus gewoon een installatiefout. De zoveelste slechte beurt van Krijgsman. Maar als dat de oorzaak is, is dat eenvoudig te verhelpen.

Om 11.30 uur was de wind weg, de Diesel knapt het op. Door de hogere vaarsnelheid – 6 knopen – is de resterende vaartijd 19 uur.

Dag 103: Zaterdag 3 september 2016

Tjonge, wat duurt die overtocht lang, maar Sicilië komt er aan. 18.30 uur bij een haven cq. ankerplek noordwest van het eiland. Er lijkt een strand en een dorp  – San Vito Lo Capo –  te zijn. Door gebrek aan wind vaar ik al de hele nacht op de motor. Door de stroom van de motor kan ik de magnetron gebruiken voor heet water voor koffie. Tijdens het gebruiken van de magnetron stijgt de laadstroom tot 50 Amp. Zo’n hoge stroom heb ik van de oude dynamo nooit gezien. De overtocht van Sardinië naar Sicilië is erg lang, maar die tussen Italië en Griekenland is nog langer!

De hele nacht heeft het Raymarine systeem goed gewerkt, maar nu –  09.30  uur – is het weer ‘No Fix’. Ik ben naar de kabel van de GPS-antenne gaan kijken en wat blijkt: de buitenmantel ervan is doorgesleten, dus feitelijk een installatiefout! Dus de oorzaak van alle problemen moet in die kabel gezocht worden, denk ik.

De ankerplek heb ik net niet voor donker kunnen halen, maar een probleem is dat niet. Wat wel een probleem is, is de enorme deining die hier nog heel erg is. De boot rolt niet normaal meer, de golven die heel klein zijn, kloppen precies met de eigen-rol-frequentie en dat leidt tot een slagzij van soms meer dan 45 graden. Een rustige nacht zit er niet in, helaas. Als je vaart heb je nergens last van.

Dag 104: Zondag 4 september 2016

Ik ben natuurlijk wezen tanken, je kunt hier niet zonder. De man die de pomp bediende, stuurde mij naar de volgende havenplaats: Castellammare del Golfo. Daar is een haven en kun je gas kopen. Als dat echt waar is, is dat natuurlijk schitterend. Ik ben nu op weg er naar toe. Het is toch de goede kant op, alleen ik moet een stukje de baai in, maar je kunt niet alles hebben.

Ik ben naar het stadje geroeid en de dinghy vastgelegd in de jachthaven en zo links en rechts geïnformeerd, maar niemand die iets weet of kan helpen. Dan maar een wandeling door de oude stad (500 jaar oud) gemaakt. Italië is toch wel iets aparts, de vele nauwe straatjes en trapstraten zijn heel bijzonder en vermoeiend. Ook de juffrouw van de toeristeninformatie kon mij niet helpen en ze sprak wel Engels? Onbegrijpelijk.

Misschien moet ik de dieselpomp hebben, maar die kon ik niet vinden. De jachthaven is heel klein en oud en soms een zooitje. De drijvende steigers zijn van ijzer, onverzinkt en dat is vragen om ellende met al dat zoute water hier. En de drijfelementen zijn van beton van niet de beste kwaliteit. Ik vraagt mij af of het wel zin heeft er morgen nog achteraan te gaan. Ik denk eigenlijk van niet, ik kan beter de reis voortzetten.

Dag 105: Maandag 5 september 2016

Ik ga in ieder geval weer verder, maar de wind is naar noordoost gegaan. Dat is minder mooi, maar we zien wel hoe dat uitpakt. Die windrichting was alleen in de baai. Dat komt denk ik door de bergen, op open water was de wind west, dus pal achter: mooi. Maar de wind was hard, meer dan 28 knopen, schat ik. Bij achterlijke wind geeft de windmeter niet goed aan. Hij zit in de luwte van de mast. Hij gaf 23 knopen aan en daar moet de vaarsnelheid nog bij worden opgeteld: 23 + 6 = 29 knopen. Je kan rustig zeggen: het was ruig!

Een ander probleem was, ik had daar niet op gerekend, dat ik in de baai al het grootzeil uitgedraaid. Grootzeil en krachtige wind achter, dat gaat niet: de boot gaat enorm gieren (Eng. yaw) en is niet in de hand te houden. Zolang het grootzeil niet was ingerold, kreeg ik de boot niet op een voor-de-windse koers. Rampzalig, ik moest er de motor bijzetten om de boot op koers te houden, hij wil constant oploeven.

Als het grootzeil weg is, gaat alles gemakkelijk en zijn alleen de hoge golven een probleem. Maar het schiet natuurlijk wel lekker op, ik ben nu – 17.00 uur – Palermo al voorbij en ga recht op de Straat van Messina af. Die rechte lijn houdt in dat Sicilië helemaal uit zicht raakt. Maar niet zo ver uit zicht, dat ik niet een vuurtorenlicht zag op het moment dat alle wind wegviel. Toen bedacht ik: weer alles op de motor? Dan kan ik net zo goed gaan ankeren en gaan slapen. Morgen komen al die vulkaaneilanden in zicht, sommigen hoger dan 3000 m en die wil ik graag bij daglicht passeren. Dus zo gedacht, zo gedaan. Het is nu 22.45 uur en ik ben geankerd en wel. De plaats moet ik nog opzoeken, maar het is vlak bij Santa Lucia. Het heet hier: Cabo Cefalu.

 

Blog 08 – Reisverslag Bert Barendrecht: naar de Middellandse Zee, 6 sept – 18 sept (laatste deel)

Dag 106: Dinsdag 6 september 2016

De hele dag noordenwind gehad, dus halve wind: ideaal. Maar nu,  om 20.00 uur, noordwest, dus pal achter, het kan niet mooier. Ik ben nu bezig met de oversteek van een grote golf: de Golfo di Patti. Aan de overzijde van de golf ligt de stad Milozzo en daar is een anker mogelijkheid. Er hing een enorme regenwolk, die zelfs een waterhoos veroorzaakte, maar op een paar druppels na, kwam de hoosbui in de bergen naar beneden en verscheen hier weer snel de zon.

Dag 107: Woensdag 7 september 2016

Het is 00.15 uur en ik lig geankerd net buiten de haven van Milozzo. Milozzo heeft een grote haven, maar aankomen bij nacht blijft moeilijk. Even wat eten douchen en slapen. Morgen zien we wel verder. Ik heb in ieder geval melk nodig, dat vliegt er doorheen.

Ik heb ontbeten met het laatste restje water dat ik nog had, dus ik moet boodschappen doen. Water, melk, fruit en een stukje kaas, als dat lukt. Er is hier een strandje, dus naar de wal roeien lijkt niet zo moeilijk en een gastenvlaggetje van Italië heb ik ook niet. In Spanje had iedereen een Spaans gastenvlaggetje en hier niemand. Misschien doen ze hier niet aan die traditie.

Inderdaad, een gastenvlaggetje kun je hier niet op de kop tikken, maar boodschappen gelukkig wel. Dat het hier slecht weer is, is duidelijk. In het koffie-restaurant lag een Italiaanse krant: Gazzetta del Sud, waarin de waterhoos wordt genoemd, en dat veel mensen er bang van waren. Het was in de Golfo di Patti en daar voer ik juist ook toen die zware bui los barstte. Ik heb de krant meegenomen, maar hij is nat geworden omdat een brandingsgolf de dinghy overspoelde, juist toen ik alles erin had gezet. Ik hoop dat de krant netjes opdroogt.

Het is nog altijd slecht weer met zeer zware buien, maar gelukkig net steeds een klein beetje verder dan waar ik ben; voornamelijk in het kustgebergte. Met de krant komt het wel goed. Uit het weerbericht in die krant blijkt dat het hier alle kanten uit waait, maar ja, Italië is groot. De buien en het slechte weer gaan niet helemaal aan mij voorbij. Ik krijg een plensbui op de boot die al het zout van de ruiten wast. De wind is naar het oosten gedraaid en dan is de beschutting hier weg. Daardoor liggen alle boten hier enorm te schommelen, terwijl het vannacht zo rustig was. Ik hoop dat het weer snel verbeterd, al is het wel zo dat de wind die in zo’n bui zit, voor hoge vaarsnelheden kan zorgen.

Pech blijft mij achtervolgen, ik moest de boot iets verleggen omdat ik te dicht bij de vaarweg lag. Dat kwam omdat het donker was toen ik aankwam. Normaal geen enkel probleem, maar de ankerlier doet het niet. Ik hoor hem wel schakelen, maar er gebeurt niets. Dus anker lichten met de genualier en een andere plek zoeken dichter bij de wal. Maar daar liggen veel andere bootjes onverlicht en het is inmiddels donker. Het is ook rot weer, constant regen en dat maakt het moeilijker omdat ik door mijn bril niets meer kan zien. Dus weer een probleem dat het gevolg is van het knoeiwerk in Cuxhaven!

Iets anders: ik heb een Italiaans gastenvlaggetje gekocht en de mensen van die winkel kunnen misschien ook voor gas zorgen. Ik ga er morgen met de lege fles heen en hoop er het beste van.

De overtocht naar Griekenland is 500 Nm, dus minimaal 5 dagen continu varen, en dan moet alles mee zitten, de wind en zo. En nu komt het gedoe met de ankerlier er nog bij.

Dag 108: Donderdag 8 september 2016

Om 8.00 ging de nautische winkel open en stond ik er om 10 voor 8, met de lege gasfles. Om 10.30 kan ik die gevuld weer ophalen. Op de weg terug naar de boot werd ik overvallen door een hevig noodweer. Het regent niet normaal meer: een wolkbreuk en geen schuilmogelijkheid. Dus ben ik gewoon naar de boot geroeid en heb de natte kleren opgehangen. Nu wil ik nog kijken of het lukt de motor van de ankerlier uit te bouwen, want ik denk dat dat de oorzaak is.

Ook de accuspanning is weer veel te laag maar de bui duurt voort en ga ik dus niet naar buiten om de motor te starten. Maar ook die narigheid gaat voorbij. De motor van de ankerlier uitbouwen kan alleen door de hele lier uit te bouwen, De levertijd voor een nieuwe motor is 5 dagen. Maar ik heb haast, dus ik ben vertrokken. Tijdens de oversteek heb je geen ankerlier nodig. Er was voldoende wind in de goede richting, dus gaan.

Dag 109: Vrijdag 9 september 2016

Diverse malen heb ik je proberen te bellen, Ton, het is niet gelukt. Nu om middernacht heb ik de straat van Messina achter mij liggen. De Italiaanse kust is nog dichtbij, maar de afstand tot de middelste kaap van de Peloponesos is nog 335 Nm. Ja, het Raymarine systeem doet het weer, alleen de bootvorm op het scherm vaart achteruit en de stuurautomaat heeft een fout van 180 graden, heel raar allemaal.

Intussen is het ochtend. Vannacht geen wind, dus dobberen en nu , 08.45 uur, nog altijd geen wind. Eigenlijk is er heel weinig wind, maar die staat pal tegen. Op de motor met SOG 5,6 knopen is het tot die middelste kaap 56 uur en 20 min. Varen. Dit lijkt dus op de oversteek van de golf van Biskaje. Toch hoop ik dat er wind komt uit een bruikbare richting.

Met het verlaten van Italië is ook het slechte weer verdwenen. Van de Etna vulkaan heb ik niets gezien. Er lag een zwaar en dik pak wolken op. De straat van Messina is breed, kort en niet zo heel erg druk. Er passeerden twee vrachtschepen en een tweemast jacht  en ikzelf natuurlijk. De zeekaart heb ik nu niet nodig. Het is overal diep tot zeer diep, zo’n 2000 m. Het weer hier op zee is onbewolkt, dus volop zon. Het is rond 13.00 uur gaan waaien, maar zeer zwak. De windmeter blijft op nul staan, toch maak ik 1,6 tot 1,8 knopen door het water, d.w.z. ongeveer 2 knopen SOG.

Ik heb tot nu toe 78 Nm afgelegd gerekend vanaf de uitgang van de straat van Messina. Maar het gaat om het etmaal gemiddelde en dat bereik ik morgenochtend bij zonsopkomst ca. 06.00 uur. Meer dan 100 Nm is zeer welkom. De boot blijft op koers met 2 á 2,5 knopen. Het is irritant langzaam, maar alles op de motor, durf ik niet omdat ik bang ben dat de brandstof daarvoor niet toereikend is. En dan ineens begint het te stormen: 25 knopen wind, 6 Bft. Het is zo heftig dat ik besluit het grootzeil te reven. Het stond nog vol uit, omdat dat bij geen wind geen kwaad kan. De genua was ingerold en voor het evenwicht zet ik ook wat genua. Het windveld hoort bij een zware onweersbui die lichtflitsen en regen geeft. Maar het is van korte duur, kort maar hevig. Dus is er nu weer weinig wind, ongeveer 7 knopen, maar dat leidt tot 2 knopen vaarsnelheid. Ik denk dat dit nog verder afneemt en dan is het weer de Diesel die het moet opknappen.

Dag 110: Zaterdag 10 september 2016

Vannacht alles gezeild met gemiddeld 1,5 á 2 knopen, maar nu, 06.30 uur, moet het weer op de motor, anders kom ik er nooit.

Oversteek Ionische zee, tussen de Straat van Messina Italië en de Pelopennesos Griekenland:

Uitgang Straat van Messina: 8 september 21.00 uur. (15* 55′ Oost)
100 Nm 9 september 21.30 uur. (17* 15′ Oost) Gedeeltelijk gezeild
200 Nm 10 september 16.00 uur. (18* 55′ Oost) Geheel op de motor
300 Nm 11 september 07.15 uur. (20* 35′ Oost) Geheel op de motor
366 Nm Pylos: 11 september 17.00 uur. (21* 41′ Oost) Geheel op de motor

Ik hoop dat de brandstof voorraad voldoende is voor de hele oversteek. Helemaal geen wind is niet waarop ik gerekend had. Ik ga niet naar Porto Heli, maar neem de eerste haven die ik tegen kom, dat is: Pylos (36* 55.072′ N  21* 41.051′ O). En zo ga ik weer de nacht in. De wind is constant west 3,6 knopen, veel te weinig om er iets mee te kunnen doen. Wind mee is leuk maar dan moet het wel iets meer zijn. Deze wind kan de boot niet inhalen als hij op de motor 5,5 á 6 knopen vaart, dus geeft het systeem constant ‘wind apperent’:  0,0 kts.

Dag 111: Zondag 11 september 2016

Weer een nacht op zee en ja, ook de Ionische zee is groot water. De overtocht waarden heb ik bij elkaar gehouden, beter voor het overzicht. Een voordeel van op de motor varen is dat er genoeg stroom is voor alles. Ook de magnetron kan ik gebruiken om de ingevroren maaltijd en water voor de koffie te verwarmen, enz. Een nadeel zijn de kosten van brandstof, maar alleen zeilen zoals vroeger kan niet meer, dat kost zeeën van tijd. En zonder de motor houd je de accu’s niet op spanning met een koelkast, diepvriezer, magnetron en elektronische navigatie, etc.

Er is nog steeds niets van Griekenland te zien. Geen rotseiland, helemaal niets. Als er geen GPS zou zijn, zou je aan jezelf gaan twijfelen.

Een eerste glimp van Griekenland gezien om 10.15 uur, afstand tot de kust 46 Nm. Om 17.00 uur was ik afgemeerd in Pylos, achter een groot (56 voet) jacht dat door Duitsers gehuurd was. De baas nodigde mij uit om een blikje Duits bier met hen te drinken, gezellig. Wij mogen er voor de nacht blijven liggen. Dus morgen opzoek naar de havenmeester om een en ander aan de weet te komen. Ik heb ook diesel kunnen tanken vanuit een tankauto. Het is hier een mooie beschutte baai. Dat komt omdat er rotseilanden voor de ingang liggen die de deining van de zee tegen houden.

Als de haven van Pylos niet te duur is, is dit het eindpunt van deze reis (trip).

Resumerend:
Er zijn heel veel vriendelijke en behulpzame mensen, ook de politie was uitstekend, vooral toen mijn anker verloren ging in Portugal. De haven autoriteiten zijn minder, het winstbejag ligt er te dik bovenop, vooral in Portugal. In Spanje was dat veel beter. Over Italië kan ik niet oordelen, ik heb daar alleen geankerd. Men zou de belangen van de vaarders zwaarder moeten laten wegen. Het Engels kanaal blijft de zwaarste beproeving. De Middellandse Zee is relax en ontspannen, er zijn twee dingen die mij niet bevallen.

1- Er is te weinig wind.
2- De afmeermethode hier, bevalt mij niet, omdat hij voor iemand alleen bijna niet is uit te voeren. Je hebt altijd hulp nodig (meestal krijg je die ook wel).

Maar laat ik niet teveel vooruitlopen op wat komt.  Ik ga heel graag weer terug naar mijn lief Tonneke.

Dag 112: Maandag 12 september 2016

Al de hele morgen probeer ik Ton te bellen, zonder succes.

De haven van Pylos is gratis, maar ik moet € 100,00 betalen voor een goede bevestiging aan de zware verankerde ketting die op de bodem van de haven ligt. Daarvoor wordt mijn eigen ankerketting gebruikt. Ik heb intussen het anker verwijderd omdat die niet nodig is. De duiker vraagt € 450,00 om de boot in de winterperiode in de gaten te houden. Hoe veilig dat allemaal is in verband met mogelijke inbraak, dat kan ik niet inschatten. Komende woensdag kan ik de boot naar de ligplaats brengen. Het is hier een kleine marina direct naast het dorp.

Ik weet niet of het mogelijk is hier een wasje te draaien. Als dat niet kan moet de vuile was mee naar huis. Ik overweeg om zelf de was te doen, de spullen te laten drogen en mee naar huis te nemen. Alles staat nu in het teken van de naderende thuisreis, waar ik naar uitzie. De douche heb ik schoon gemaakt, de wc-ruimte komt morgen, het opruimen van de kajuit komt als laatste aan de beurt.

Het was mooi, soms spannend, besef ik nu pas. En wat anderen ook beweren, de Middellandse Zee zelf is een makkie. Ooit moet ik weer door het Engelse kanaal, maar dan heb ik waarschijnlijk de wind mee, omdat die meestal west is. Die westenwinden zijn eigenlijk ook passaatwinden.

Van de aanmeergewoonte hier, heb ik geen goed gevoel, maar naar men zegt: álles went. Het spannendste stuk was tussen Ria Vigo en Aveira swamp (moeras). Het zwaarste, de motorvaart naar Le Havre, recht tegen de wind in. Met hoge golven en golfdalen ten gevolge van wind tegen stroom, dat laatste is het ergste wat je kunt meemaken. Maar toch is het leuk er aan terug te denken, maar het plat gooien van de boot in het kanaal is zeer beangstigend als je er aan terug denkt. De klappen waren zo hard dat ik soms dacht: de boot kan wel breken en wat dan, want ik wil mijn Tonneke heel graag terug zien.

Dag 113: Dinsdag 13 september 2016

De douche en het toilet heb ik al schoongemaakt, de kajuit komt morgen aan de beurt, en dan een was doen, laten drogen en vertrekken. Ik besef nu pas goed hoe erg ik mijn Tonneke mis. Er kwam een groepje mensen 2 mannen en 2 vrouwen die vroegen of ze een foto mochten maken met hun op de boot, ik zei ja hoor, doe maar. En ze maakten een foto met de vrouwen achter de stuurstand en liggend op het dek.

Dag 114: Woensdag 14 september 2016

Vandaag komt Niko van het duikcentrum om de boot met een harpsluiting vast te maken aan een zware ketting die op de bodem van de haven ligt. Daarom heb ik mijn anker verwijderd. Hij heeft alleen de ketting nodig om de boot vast te leggen. Ik ga schoonmaken en inpakken.

Dag 115: Donderdag 15 september 2016

Om 07.30 uur komt Niko mij met de auto ophalen om mij naar de bushalte te brengen. Doordat het in Griekenland 1 uur later is dan bij ons, kom ik nog bijna te laat. Dan begint de lange busreis naar Athene, eerst naar Kalamata, langs vele bochtige wegen en daarna langs de snelweg naar Athene. Voor Athene was er nog een stop. Ik dacht dat het een koffiestop was en stapte uit. Maar het was geen koffiestop, alleen om een paar passagiers te laten uitstappen en de bus reed gelijk weer weg. Wat nu? Gelukkig gaan er veel bussen naar Athene en ik mag met de volgende bus mee rijden, nadat ik het heb uitgelegd.

Op het busstation in Athene vind ik mijn bagage weer terug en ik besluit met de stadsbus naar het vliegveld te gaan. Maar ik heb teveel overgewicht bij me en de ene plaats die er nog was is mij te duur. Dus wil ik terugkeren naar het Atheense busstation en ik stap in de eerste stadsbus die ik zie, in de veronderstelling dat die allemaal naar het busstation gaan.

Op het eindpunt van die lijn meld ik mijn vergissing bij de chauffeur, die een briefje schrijft in het Grieks voor zijn collega van die andere bus. Zo verlies ik veel tijd, maar kom ik uiteindelijk wel in de nachtbus naar Igomenitsa. De vele bochtige wegen neemt deze chauffeur met het grootste gemak.

Dag 116: Vrijdag16 september 2016

Bij het licht worden komen we bij de veerhaven. Ik koop gelijk een ticket voor Brendisi, maar de eerst volgende afvaart is pas om 23.00 uur. Dus een dag verlummelen. Eenmaal op de veerboot vind ik een bank die verder onbezet blijft zodat ik kan liggen en slapen. Dat is het beste dat je kunt doen en dat doet ook vrijwel iedereen.

Dag 117: Zaterdag 17 september 2016

Bij het licht worden komen we in Brendisi aan en een taxi brengt mij naar het station. Van Euroliners heeft hij nog nooit gehoord. Ik moet de trein naar Venetië hebben, in Bologna overstappen op de trein naar Milaan en vandaar op de trein naar Zürich in Zwitserland. Naar mijn idee heeft Italië de beste (mooiste) treinen, ze zitten heerlijk, hebben allemaal een vaste tafel en een stopcontact, waarop alle stekkers passen! In Zürich neem ik de nacht D-trein naar Amsterdam.

Dag 118: Zondag 18 september 2016

De trein sukkelt gestaag door en ik heb de hele coupe voor mijzelf alleen, zodat ik ook een beetje kan liggen. Eigenlijk is alleen een kussen een probleem, iets vinden om je hoofd op te laten rusten is lastig. Tegen de ochtend zie ik aan de masten van de bovenleiding dat we in Nederland zijn aangekomen. Het eerste station waar we doorheen rijden is Eindhoven, dan volgt ‘s-Hertogenbosch en Utrecht, waar de trein wel stopt. Daarna Amsterdam. Zoeken naar het juiste perron voor Enschede levert problemen op. Enschede staat niet meer op de reisbestemmingen, Apeldoorn is de laatste vermelding, op spoor 11a.

Op het laatste moment krijg ik door dat ik de trein naar Berlijn moet hebben, die verplaatst is naar spoor 13b, dus rennen. Ik haal hem gelukkig. Ik besluit om in Almelo uit te stappen en de bus naar huis te nemen. Bij een buschauffeur informeer ik welke bus ik moet nemen naar Markvelde en krijg te horen dat die niet rijdt. Dus weer terug naar het perron en de volgende trein nemen naar Hengelo. Ik wil de bagage in een kluis doen om zonder bagage mijn auto op te halen. Dat soort voorzieningen heeft Hengelo niet. En ik kan niemand bellen omdat mijn beltegoed op is. Wat nu?

Dan laat één van de NS mensen de opmerking vallen dat de AH–winkel in de hal misschien wel een plekje heeft. Ik wist niet dat er een AH-winkel in het station was. Maar ook die winkel wil niet helpen. In Nederland word je door niemand geholpen, je kan gewoon doodvallen. Nederland is denk ik, het meest ….

Maar ze verkopen wel prepaid kaarten, zodat ik weer kan bellen. Ik bel Ton en die biedt aan naar Goor te fietsen. Dan kan ik, als ik daar naar toe ga, naar huis fietsen en mijn auto ophalen. Ik vraag in de AH-winkel wanneer de volgende trein komt, elk half uur is het antwoord. Dat geef ik door aan Ton. Boven op het perron aangekomen, blijkt de informatie onjuist. Op zondag rijdt de trein om het uur. Ik bel Ton om haar dat door te geven, maar die is al vertrokken zodat ik haar niet meer kan bereiken en waardoor zij bijna een uur moet wachten in Goor.

Ik vraag aan niemand in het bijzonder, waar kun je hier kaartjes kopen? In de automaat is het antwoord. Dan komt er iemand naar mij toe die zegt: ‘Ik heb er nog een voor u van Kruitvat, daar mag je de hele dag op reizen en ik zoek altijd iemand die ik er een plezier mee kan doen’. Fantastisch, het maakt mijn dag goed en herstelt het vertrouwen in de mensheid.

Weer thuis!

Uiteindelijk kom ik in Goor, haal de auto op en ik ben thuis.  Ik haat de zondag.

 

 

 

 

 

 

Bert Barendrecht
Mijn blog: Reisverslag naar de Middellandse Zee in de zomer van 2016.

Blog 09 – Reisverslag Bert Barendrecht: naar de Middellandse Zee – een nawoord

Met Blog 08 van Bert kwam er een einde aan het verslag van zijn indrukkende solozeilreis naar Griekenland. Ter afsluiting vroeg ik hem om nog wat slotopmerkingen te maken over bv. de totaal afgelegde afstand, motor/zeil-uren, kosten bootstalling, aanbevelingen voor anderen en de plannen voor dit jaar. Ik geef zijn reactie hieronder weer.
Hugo

Bert Barendrecht:
“Dat mijn uitbarsting over de Islam buiten de publicatie bleef, kan ik wel begrijpen, maar andere, voor sommigen, minder vlijende uitlatingen had je niet moeten censureren, dat doet afbreuk aan het lopende verhaal. Tenslotte heeft iedereen recht op vrije meningsuiting.

Kosten vermijden – van havens en zo – is een zinnige sport. Tenslotte zijn de financiën eindig. Zoiets kun je misschien van te voren uitzoeken, maar ik geef er de voorkeur aan handelingsvrijheid en het verrassingselement te behouden. Dat de haven van Pylos zonder kosten was, en dat er plaats was, wist ik van tevoren niet. Griekenland is groot en heeft veel kust, dus zal er heus wel ergens een plekje te vinden zijn, was mijn gedachte. Ook wat het weer betreft, windkracht en zo, plan ik niet zo veel. Ik ben niet zo bang voor een golfje. Harde wind is soms zelfs een genoegen, hoge snelheden en een beetje spectaculairder.

Nu ik er aan terug denk, zijn de momenten met harde wind het leukste, maar harde wind tegen krachtige stroom blijft afschuwelijk en wens je niemand toe. De perioden zonder wind zijn relaxed, duur en saai.

Ik heb wel een log op de boot, maar die telt alles bij elkaar op. Er is ook een log trip en die waarden worden bij langere stilstand bij het totaal opgeteld en ik lees dat niet uit. Als je echt de gezeilde, en de gemotorde afstanden wil weten, moet ik dat met de kaart en mijn geheugen berekenen.

Er past natuurlijk ook een compliment, de blog zag er goed uit, waarvoor mijn dank.

Voor komende zomer ga ik met mijn vrouw van 1 mei tot 16 juni naar de boot. We varen er wat rond en genieten, er hoeft niets, maar we laten de boot in Griekenland.

Met vriendelijke groeten, Bert”

Gevolgde route

Ter afsluiting van de blog van Bert, zet ik het kaartje met de plekken en plaatsen die hij tijdens zijn tocht heeft aangedaan, er nog een keer bij.
Het hele reisverslag staat onder de rubriek Reisverslagen>2016>Bert
Hugo