Bert Barendrecht, “Vaar”belevenissen 2019

Bert Barendrecht: “Vaar”belevenissen 2019 – blog01

Vorige week ontving ik een bericht van Bert Barendrecht met een verhaal hoe hij terugkeerde naar zijn boot in Griekenland (dit keer alleen), hoe hij zijn boot daar aantrof en wat zijn aanvankelijke plannen waren.

Om een lang verhaal kort te maken: eenmaal aangekomen heeft hij geen meter gevaren, ontdekte schade aan de boot, verrichtte wat reparaties, wachtte op een bok die maar niet kwam en keerde – blijkbaar in één lange ruk –  onverrichterzake terug naar huis.

Als ik het verder goed begrepen heb, is het zijn bedoeling om tzt. zijn eigen bok daar naar toe te brengen om de boot op de wal te plaatsen.

Het is – Bert eigen, denk ik..- een lang verhaal en niet alles is interessant voor een watersporter. Ondanks dit alles zit er toch een leuk verhaal aan vast, dat m.i.z. het lezen ervan de moeite waard is.
Zoals gebruikelijk zal het verhaal in delen op onze website geplaatst worden.
Hugo

“Vaar”belevenissen 2019

De reis er naar toe.
Het vertrek viel dit jaar op het eind van de zomer. Het was al september, de exacte datum weet ik niet meer zo precies. Ton wilde niet mee, maar ik vond en vind, dat je een boot niet zo lang ergens kan achterlaten zonder er naar om te kijken. Waarom Ton niet mee wilde moet iedereen haar bij gelegenheid zelf maar vragen.

Bert’s boot

De reden om zo laat in het jaar te gaan komt doordat de Grieken zeiden: “Je moet later in het jaar gaan, dan vind je makkelijker een ligplaats en is het minder druk”. De mooie zomer in Nederland maakte langer wachten ook meer logisch. Dus ging ik uiteindelijk alleen.

Om een mooi bijgewerkt navigatiesysteem (voor de auto -red.) te hebben liet ik het systeem updaten bij de Media Markt. Er waren veel nieuwe wegen bijgekomen – ook in Griekenland – die veel sneller waren. Maar zonder dat ik dat wist waren hierdoor ook alle landen van het voormalige Joegoslavië uit het systeem verdwenen. Dat bleek een lelijke tegenvaller. Om de kosten van tolwegen te vermijden, en omdat de omgeving te mooi is om er zo snel doorheen te rijden, kies ik altijd voor de gewone 2-baans wegen, ook in Oostenrijk. Maar Kroatië, Servië, Bosnië Herzogevina, Montenegro, Albanië, Kosovo en Noord Massadonië zaten niet meer in het systeem. In het begin is dat niet zo erg.

In Oostenrijk stuurde het systeem mij naar de trein met autoverlading door het Taueren Massief. Dat was best wel leuk, weer eens een andere route. De vele mountainbikers die er waren, vonden het een veel betere keuze dan door de Felber Tauerentunnel omdat daar altijd stau is. De kosten zijn ongeveer even hoog en het is makkelijk en snel.

In Kroatië staat Split vrijwel direct op de wegwijzers. Niets aan de hand, denk je dan. Maar op een gegeven moment houdt de wegbewijzering op door de vele nieuwe  wegen en heb je geen idee hoe je verder moet rijden. Ik hield de kustweg aan, lekker makkelijk: gewoon de zee volgen. Maar je loopt volkomen vast en bleef er niets anders over dan de tolweg te nemen. Dat gaat snel en er was ook de mogelijkheid een toilet te vinden. Van waar ik vandaan kwam, woonde niemand en er was niets te krijgen, zeker niet ‘s nachts.

Grensperikelen..
De tolweg eindigde uiteindelijk bij de grens met Bosnië Herzogevina. Daar controleerde de douane alles wat ik bij me had. Teveel eten voor één persoon was hun mening en was hun excuus om al het bier en de uit Nederland meegenomen kaas, een fles Sugocasa van Grand Italia, een fles Advokaat en nog zo het een en ander, te stelen (..). Bosnië Herzogevina is hiervoor een beruchte staat, al jaren.

Als het navigatiesysteem had gewerkt had ik die grensovergang kunnen vermijden. Er vaart namelijk een veerboot naar een langgerekt schiereiland, en kom je voorbij Bosnië Herzogevina en hun grenzen. Bij de overige landen zijn er geen problemen, alleen de weg naar Shkoder in Albanië is zo slecht dat je jezelf afvraagt of je nog wel op de goede weg bent. En in Albanië kon ik de weg naar het zuiden niet vinden.

Gewoon naar het zuiden rijden werkt niet: ik liep muurvast in een agrarisch gebied. Maar de Albanezen zijn behulpzaam en zo kom je op de goede route. In Albanië is een nieuwe weg naar Griekenland, maar die kon ik ook niet vinden Er is echter een alternatief, gewoon vanaf Florë, de kustweg naar het zuiden nemen en waar de kustweg ophoudt, linksaf het binnenland inslaan. Die weg is qua natuurschoon mooi, maar erg slecht. Wel leuk om te rijden, je ziet nog eens hoe mooi Albanië is. In Griekenland neem je route 5 – het systeem doet het weer – en je bereikt behoorlijk snel je plaats van bestemming.

Mea Culpa..
Later toen ik de auto weer inruimde voor de thuisreis vond ik alles weer terug. Het was niet gestolen, alleen willekeurig uit de plaatsen gehaald waar ik het had opgeborgen. Daardoor kon ik het niet meer vinden. Uiteindelijk is er helemaal niets gestolen, dus die beschuldigingen neem ik terug. Dat ik negatief over Bosnië oordeelde komt doordat ik in het verleden wel ben bestolen en zelfs door de douane met een pistool bedreigt ben, toen ik de spullen terugvroeg. Maar nu hangen er overal posters die oproepen om de corruptie uit te bannen.

Aangekomen bij de boot
De boot lag er ogenschijnlijk nog goed bij. Maar dat was niet zo. De manier van  vastleggen is niet goed geweest: door een storm van afgelopen winter is de boot tegen de steiger geramd en heeft schade opgelopen. Een paar Duitsers die vlak bij mij lagen hebben foto’s van de schade gemaakt voor de verzekering.

Om de boot beter van de steiger af te houden hebben de Grieken een extra anker aangebracht met een stuk ketting eraan en voor de rest touw. Die moest ik natuurlijk wel betalen: € 200,00. Het geheel heeft verdere schade voorkomen. Dat anker wil ik niet en  blijft daar gewoon achter, zodat iedereen er gebruik van kan maken als ik er niet ben. Omdat ik nog geen registratie had, kon ik de Griekse bootbelasting niet voldoen. En er was nog een ander probleem: nl. de buitenboord-afsluiter van het toilet zat – en zit -muurvast. Toen ik die met geweld, met behulp van de Bahco open draaide, kreeg ik hem niet meer dicht. Maar met een afsluiter die niet dicht kan, wil ik niet de zee op.

Een spuitbus met penetrerende olie bracht wel een kleine verbetering, maar erg goed kan je er niet bij. Toen ik de slangen losmaakte, stroomde het water meteen naar binnen en heb ik de slangen dus maar weer ijlings teruggeplaatst en vastgemaakt.

(wordt vervolgd)

Bert Barendrecht: “Vaar”belevenissen 2019 – blog02

Boot op de wal?
Ik besloot de boot op de wal te zetten. Ze zeiden hier echter altijd dat dat niet kon omdat de boot te zwaar zou zijn. Ik dacht daardoor dat de oude kraan die hier is, de boot niet kon tillen. Maar dat was niet zo. De boot weegt 10 ton en de kraan kon wel 40 ton tillen.
Het echte probleem was echter dat ze geen bokken hadden die zwaar cq. groot genoeg zijn. Maar die waren in de maak en het zou 20 dagen duren voordat ze klaar waren.

En daar wacht ik nu maar op. Daarom staat ‘vaar’ in de titel van het verhaal tussen aanhalingstekens. Ik drijf wel, maar vaar niet. Komt eigenlijk wel goed uit omdat de papieren nog niet helemaal oké zijn. De Griekse bootbelasting geldt alleen als je vaart.
(in 2019 ingevoerd: voor een boot tussen 10 en 12 m.: € 33/maand..   red.)
Er is hier een Franse jongen, met vriendin en een zoontje van zo’n 8 á 9 jaar, schat ik, die zei “betaal alleen als je vaart”. Nu begin ik te snappen waarom zoveel mensen blijven liggen: haven gratis, belasting niet nodig.

Een beetje saai is het wel, maar je moet wat. Nu ik dit schrijf is het 5 oktober 2019 en een temperatuur van zo’n 30O C elke dag. Die 20 dagen zijn dan wel na 11 oktober voorbij, maar iedereen zegt, het zijn 20 Griekse dagen, reken er niet te vast op. Het weer geeft soms een kletterbui, maar verder heerlijk weer. Ik zie hier behalve Fransen, Nederlanders en Duitsers, ook Belgen (Vlamingen). Die laatsten waren het er niet mee eens toen ik zei “dat maakt geen verschil met Nederlanders”.

Nu heb ik een Franse boot, en daarop bevindt zich een groepen-schakelaar waarop staat: FROID ATTELE. Ik wist niet wat dat betekende, dus dacht ik, laat ik dat eens vragen aan die Franse jongen. Hij wist het ook niet. Hij zei: “I live outside France, I have no idea”. (“Ik woon buiten Frankrijk ik heb geen idee”). En dat vind ik nou een leuke grap. Er staat ook een Engelse vertaling bij: FRIGOBOAT. Maar ook dat zegt mij niets.
(misschien Frigoboat koelkast? – red.)

Dus dit jaar is er van varen niets gekomen. Af en toe bezoek ik het strand bij Finikounta, maar alleen is niet zo leuk. Het tentje (barretje) dat er toen was, is er niet meer. Het lijkt nu eerder een homo ontmoetingsplek.

Ik sprak ook nog een Zwitser die wilde weten waarom ik niet ging varen. Ik hielp hem met vertrekken: hij ging naar Messina (Italië). Ik zei dat dat hem vier dagen zou  kosten, maar daar maakte hij geen probleem van. Waarom hij Griekenland verliet, vertelde hij niet.

Het Griekse eten

Vandaag ontmoette ik een Surinaams stel met dochter die ook wilden gaan eten, maar ook hen beviel het traditionele Griekse eten niet zo goed. Het is altijd koud en rauw, het ligt zwaar op de maag en het is overal hetzelfde, ze kunnen niet anders. Altijd tomaat, rode ui, komkommer, heel veel olie en feta en het gegrilde vlees is van te voren gegrild. Dan is het sneller klaar. Meestal zit er ook Tzatziki bij, een soort Griekse yoghurt met kruiden erdoor.

Conclusie: ze leren het nooit en ze kunnen er helemaal niets van. Grieks eten is een bezoeking, waar je uren, soms dagen lang last van hebt. Gewoon een warme maaltijd serveren met dingen die gaar zijn: het lukt ze nooit. Net zo min als ergens smaak aan geven. Dat Grieken zo slank blijven, komt omdat het eten gewoon niet lekker is. Als een Griek dik is, komt dat door snoepen (vooral veel zoete dingen voor de dames, en als het mannen zijn, is de oorzaak drank).

Gelukkig zijn er ook Italianen…

Omdat de Griekse traditionele maaltijden mij zo slecht bekomen, besloot ik vandaag – zondag 6 oktober – zelf maar iets te kokkerellen, bestaande uit kip filet, een halve ui en halve tomaat en een hele paprika met rijst. En dat smaakte prima. Maar helaas heb ik in de winkel de verkeerde wijn gepakt, ik moest droge rode hebben maar ik pakte medium sweet. Ook rood, dat wel, maar niet droog en dat is jammer want ik ben geen liefhebber van zoet. Volgende keer beter opletten. De verpakkingen lijken te veel op elkaar. Wat mij de vorige jaren wel heel goed beviel, was de spaghetti met fruits de mer van het restaurant van de Methoni camping. Dus dat kan ik ook nog wel een keer doen.

Het is koeler geworden met regen, maar toch nog 26 graden.

Vandaag 7 oktober laat het Griekse weer het een beetje afweten: de hele dag bewolkt en regen, 23 graden. De accu’s hebben krap 10 Volt, de zonnecellen doen maar weinig. De windgenerator doet wel iets, maar te weinig.

Ik heb ingevroren vis gekocht, drie kleine visjes met courgette en paprika à € 3,40. Ik heb er een gegeten en nu nog twee over. Het lijkt op sliptong, maar ik denk dat het andere vis is. Het  smaakte beter als de rauwkost die hier gebruikelijk is. Die twee vissen heb ik in de koelkast gelegd. Dat brengt de temperatuur in de koelkast weer wat omlaag.

Natuurlijk is het saai, dat wachten. En nu maar hopen dat de kraandrijver woord houdt. Hij zit de hele dag een dobbelsteenspel te doen met een andere ouwe kerel; een bruin leven is het, maar dat is het mijne ook.

Dinsdag 8 oktober: Accu problemen
Het regenfront is voorbij en de zon schijnt weer. Temperatuur 22O en dat gaat nog oplopen.
De accuspanning is zo dramatisch laag (7,5 Volt) dat ik toch maar de diesel gestart heb. Laadstroom 48 A. Ik doe dit nu al een hele tijd omdat de accuspanning niet omhoog wilde gaan. Blijkbaar moet er zo veel lading in dat ik dit nog een hele tijd moet voortzetten.
Nu, om 12 uur, is de spanning 13 V en de laadstroom 46 A, nog altijd een te hoge laadstroom. Betekent dit dat de accu’s aan het eind van hun leven zijn?

Ik heb geïnformeerd of iemand dat kan testen, maar in Pylos is niets mogelijk. Onbegrijpelijk. De koelkast schakelt zich zelf uit bij te lage accuspanning, maar hij heeft zichzelf nog niet ingeschakeld.

Net weer gekeken en hij koelt nu. Omdat er nu ook voldoende warm water is, kan ik de vaat doen. Ik vraag mij af of ik de motor moet laten lopen tot de laadstroom onder de 20 A is. Het is nu 12:15 uur, laadstroom 44 A. Om half 2 ben ik gestopt, de vaatwas gedaan en de laadstroom is weer 40 A. Genoeg brandstof verbruikt. Elektriciteit is niet gratis!

Ik dacht dat de Franse jongen met vriendin en zoontje waren vertrokken, maar dat is niet zo. Ze zijn weer aan boord, evenals de twee Engelse meisjes, die zijn ook gewoon aan boord.

Morgen haal ik de dinghy uit het water, laat hem drogen en pak alles weer in. Ik hoop dat de boot het water uit kan, dan kom ik weer naar huis.

Dan moet ik thuis maar eens zien uit te zoeken of de accu’s vervangen moeten worden.

(wordt vervolgd)

Bert Barendrecht: “Vaar”belevenissen 2019 – blog03

Woensdag 9 oktober.

Wachten op een bok?
Het is opnieuw prachtig weer. Ik had net de bijboot uit het water gehaald, toen er een visser terugkwam van zee. Hij had prachtige vissen bij zich en ik kon de hele plastic zak kopen voor € 20,00, maar dat is veel te veel voor mij. Ik ben maar alleen zei ik. Ik wilde wel een vis kopen en ik wees er een aan. Ik mocht hem voor niets meenemen. Dus Grieken zijn best wel aardig. Vanavond dus vis met groente, ik verheug me er nu al op.

De vis en alles was erg goed, veel lekkerder dan Grieks eten. Het visafval heb ik aan de zee teruggegeven. Dat was dus een klein gelukje.

Vandaag weer een regendag, 24O en niet veel te beleven. Het weer is niet mooi genoeg om naar Methoni te gaan.

Zaterdag 12 oktober.
Vandaag was het weer een prachtige dag, temperatuur 29,7O.
Ik begin nu een beetje te begrijpen wat er om mij heen staat te gebeuren: van een grote staalconstructie wordt steeds meer gebracht. Het wordt bekleed met houten platen en er zijn mastdelen gebracht. Het komt te drijven op lege oliedrums en gaat dan echt het water in.
Het heeft denk ik te maken met een slagkruiser, de Navarino, die ergens gezonken is. Of het met de Turken te maken heeft of met de laatste oorlog, dat weet ik nog niet, maar ik vermoed met de Turken. 

Vanavond was er een dikke Griek met een schipperspet waarop de slagkruiser stond afgebeeld en met de naam in het Grieks eronder. Dat is dan zoiets als NABAPINO en ik kreeg van hem twee plastic bekers vol rode wijn en gebraden speklapjes, zo veel als je maar wilde. Het lijkt op de Markveldse voorjaarsfeesten, maar dan groter en met de zee als middelpunt.

Heel leuk allemaal, maar ik word geplaagd door een rotte tand die er echt uit moet. Ik denk dat ik moet beginnen met wat Grieks te leren. Een beetje meer dan jasad en kalimera, resp. goedendag en goedemorgen. Als je iets van de taal begrijpt heb je er meer aan.

Ik heb de treeplankjes van de zwemtrap met roestvrijstalen slotbouten vastgezet, maar het onderste treetje is gebroken, daar moet ik een nieuwe voor maken. En toen ik de te lange bouten wilde inkorten, is het zaagblad gebroken en dat natuurlijk in het weekend. Van de bestelde grotere bokken heb ik niets gezien.

En mijn dagen worden verpest door tandpijn, ook in het weekend natuurlijk.

Maandag 14 oktober.
Mijn eerste gang is naar de tandarts, maar hij tikt tegen mijn tanden en ik voel nergens pijn, onbegrijpelijk. Mijn tweede gang is om de kraandrijver – de heer Konstantinos –  te vinden. Hij is in de marina, zeggen de mensen in het restaurant.
Ik neem eerst een cappuccino en ga daarna naar de haven. Hij is weer terug naar het restaurant, zeggen de mensen in de haven en dus ga ik weer naar het restaurant, maar kan hem niet te pakken krijgen.

Op het haventerrein nodigen ze mij uit voor een barbecue met vis, wijn en vele bijlagen. Er zijn mensen uit Schotland, Brazilië, Engeland, Wallonië (België), Frankrijk en de USA. Gelukkig verstaat iedereen Engels, het is super gezellig en er is genoeg voor iedereen. Een geweldige belevenis. Ze hadden prachtige grote en ook veel kleinere vissen.

Vanavond nog maar eens proberen om de kraandrijver te pakken te krijgen, omdat ik voor je verjaardag (Ton?= red) thuis wil zijn.

Als ik gedwongen word om op deze plek te blijven liggen, ruim ik de boel op en kom naar huis!

Voorbereidingen om toch naar huis te gaan
Ik heb het idee dat de afsluiter van het toilet nu wel dicht gaat. Als ik de kraandrijver niet te pakken kan krijgen, zit er niets anders op dan de boot te laten waar hij nu ligt en moet ik vooraf controleren of de buitenboordkraan dicht is. Ik moet dan de slangen nogmaals los nemen. Met de boot op land hoeft dat niet. Het is hier nog altijd 29,8OC.

Wie de BBQ betaald heeft weet ik niet, maar het was zeer geslaagd!

De buitenafsluiter zit goed dicht. De grote loze slag in de kraanhendel is het gevolg van slijtage van de as van de afsluitkogel en niet van de platte kanten van de hendel zelf. Omdat de as tamelijk lang is, is dit op te lossen met een paar sluitringen van 10 mm. Dan grijpt de hendel op een andere plaats aan waar de platte kanten nog in orde zijn. Probleem opgelost.

Ik begin met de douche en het toilet schoon te maken en start de diesel om warm water te hebben. Ook breng ik alvast dingen naar de auto. Daarna ga ik naar de watersportwinkel om afscheid te nemen. De winkelbaas zegt: “je moet de boot beter vast leggen”. Dat ben ik met hem eens. Dan zegt hij, “Ik regel een duiker die de ankerketting van je boot vast legt aan de ketting op de havenbodem”.

De duiker komt en haalt mijn ketting door een ring van de havenketting en brengt hem weer aan boord. Maar hij trekt hem niet aan. Het kostte de nodige moeite voor hij begreep wat ik bedoelde. Ik betaalde de duiker €100,00 voor het duikwerk. Maar toen kwam ik er achter dat ik niet meer over zoveel kracht beschikte om de ketting strak te trekken. De afname van mijn kracht komt door het ouder worden. Ik maakte een touw aan de ketting met behulp van een harpsluiting en deed het touw om de winch en toen was strak trekken eenvoudig. De boot ligt nu veilig afgemeerd.

(wordt vervolgd)

Bert Barendrecht: “Vaar”belevenissen 2019 – blog04 (tot slot)

De lange reis terug

De volgende dag, dinsdag, vertrok ik op weg naar huis, na alles wat mee moet in de auto te hebben geladen en de kajuit netjes aan kant was. De reis ging naar Patras, waar ik gebruik maakte van de mooie nieuwe hangbrug die daar is en vervolgde de reis naar Ioánnina. Toen begonnen de problemen, het navigatiesysteem bevatte Albanië en de landen van voormalig Joegoslavië niet meer, zodat ik de weg naar de Albanese grens niet kon vinden. Er waren wel wegwijzers die naar Igoemanitsa verwezen, hoog door het Pindos gebergte.


Dan neem ik die maar, dacht ik, ik kan altijd nog kiezen voor een terugreis via Italië. Toen ik bij de ferry terminal aankwam stonden daar nergens de vertrektijden van de veerboten vermeld. Na informatie bij de man van de koffiecorner kwam ik te weten dat je die vertrektijden pas kon vragen om 8.00 uur als de balies open gingen. Ik werd daar zo kwaad over dat ik zei, met zulke imbecielen wil ik helemaal niet mee. Een hele dag verlummelen alleen omdat die klunzen de vertrektijden niet willen vermelden, dat nooit.

Er bleef dus niets anders over dan de grensovergang te gaan zoeken. Die grensovergang was er, ik was er al vaker overheen gegaan, maar toen werkte het navigatiesysteem nog. Ik dacht, ik neem gewoon alle wegen die geasfalteerd zijn en die zo dicht mogelijk langs de grens lopen. Je komt door heel kleine Griekse dorpjes waarvan niemand het bestaan kent, behalve de inwoners natuurlijk. Maar uiteindelijk komt er een wat betere weg die bij de grens uitkomt. De grens was gesloten en ging pas om 6.30 uur open. Een mooie gelegenheid om een tukje te doen, ik viel in slaap, maar was wel de eerste auto in de rij.

Ik werd gewekt door de douane, je mag erdoor, zei hij. De grenspassage ging snel. Er loopt een mooie nieuwe weg vanaf de grens, die rijd je helemaal af en dan neem je de weg naar Vlorë, dat is een grote snel-groeiende stad aan de kust, die je bereikt via de kronkelende kustweg en een bergpas, heel mooi. Na Vlorë is het simpel, eerst naar Durres en daarna Tirana. Eigenlijk moet je voor Tirana linksaf naar Skhoder, maar je kunt nergens linksaf, je moet de snelweg volgen tot Tirana en dan is er een viaduct waar je onder de weg door kunt, en kunt terug rijden. Op deze manier sparen ze een viaduct uit. Albanië is niet zo rijk, dus moeten ze slim zijn.

Na Skhoder moet je de weg zien te vinden naar Vladimir en Ulsinj in Montenegro, die plaatsen staan nergens op de wegwijzer, wel de piepkleine dorpjes aan de Albanese kant van de grens, maar die ken ik dan weer niet. Ik dacht, ik probeer het op goed geluk en dwaalde steeds verder af van waar ik heen moest. Op een gegeven moment vroeg ik het een paar schooljongens en die stuurden mij terug naar Skhoder. Voor de zekerheid vroeg ik het nog een keer na bij een benzinepomp. Hij zei, je zit goed, rij maar door. Toen herkende ik de weg weer en vooral de grote rivier die ik over moest. Die rivier komt uit een heel groot meer, voor ongeveer 40% Albanees gebied en de rest is van Montenegro. Er zit een viskwekerij die grote meervallen kweekt, zo’n 50 cm lang en die maar 4 Euro kosten, heerlijke vis.

Het was druk aan de grens maar het ging toch nog redelijk vlug. In Montenegro moest ik tanken, ik haalde het op m’n tandvlees en kon 67 liter tanken. In Montenegro is alles goedkoop, ik ken maar één land dat nog goedkoper is, en dat is: Kosovo (Prestina). De weg naar Bar is heel slecht, maar wel veel korter dan over Ulsinj. Daardoor is hij druk en gevaarlijk. Ik klaagde daar een keer over bij een politieman, hij was het met mij eens, maar wat kan ik er aan doen, zei hij.

Op een gegeven moment zag ik een wegwijzer en daar stond op Ferry Road. Ik dacht dat ze de route via de veerboot over de baai van Kotor bedoelden en nam die weg. Maar ik kwam uit bij de veerboten naar Italië, helemaal verkeerd. Toen vreesde ik dat ik om de hele baai heen zou moeten rijden, een enorme omweg en heel druk, maar gelukkig kreeg ik toch nog een route via de veerboten. Er zijn veel veerboten, dus je kunt gelijk mee.

Bij de grens met Kroatië zijn weer veel benzinepompen en hele grote supermarkten. Ik kreeg al een tijdje een oliealarm en kocht daar, ongelooflijk, 4,5 liter motorolie 10W50 voor maar € 4,00!

Ook de grensovergang naar Kroatië ging snel, en voor je het weet ben je in Dubrovnik. Bij een pizza restaurant even voorbij Dubrovnik, ging ik een pizza eten en zei tegen de baas: “Rijden naar Split vanuit het zuiden is kinderlijk simpel, maar ik heb geen idee hoe je na Split weer op de kustweg moet komen, heeft U een suggestie?” “Nee”, zei hij, “ik weet het ook niet”. Dus nam ik bij Split de tolweg naar Sibenik, omdat Sibenik weer aan de kust ligt.


De weg waarmee je binnen komt ligt heel hoog, dus heb je een prachtig overzicht over de grote baai daar en vind je gemakkelijk de kustweg naar het noorden. Doorrijden tot Zadar en dan Rijeka. Onderweg nam ik een lifter mee omdat hij zo verlegen liftte en zijn hand wegtrok toen hij zag dat het een buitenlander was. Ik nam hem mee om een goede indruk achter te laten en zei “u moet zelf aangeven wanneer u er weer uit wil”. Met elkaar praten konden we niet, maar hij bedankte mij heel hartelijk voor de lift.

Na Rjeka koos ik voor Ljubliana in Slovenië, dat is bijna recht naar het noorden. De wegwijzers in Slovenië zijn niet zo goed. Zelfs de weg naar Ljubliana is in het begin niet aangegeven. Ik reed op goed geluk naar het noorden en vroeg een paar keer de weg aan mannen die aan het werk waren. Na Ljubliana moest ik recht naar het noorden naar Klagenfurt. Maar dat bleek niet zo eenvoudig te zijn.
Ik kwam over onwaarschijnlijk smalle wegen met aan één kant een diepe afgrond en aan de andere kant een steile rotswand. En toen kwamen er ook nog twee tegenliggers. De ravijnkant was rechts, maar ik had niet het lef om zoveel mogelijk naar rechts te gaan. Dus zette ik de auto zo strak mogelijk tegen de rotswand en beduidde hen om mij rechts te passeren. Ze snapten het eerst niet maar deden het uiteindelijk wel.

Ik kwam in Bled, en omdat ook in Slovenië de benzine goedkoper is dan in Oostenrijk, besloot ik nog een keer te tanken en vroeg aan de kassa-man hoe ik het beste naar Klagenfurt kon rijden. Hij zei, het is nu donker, neem de autobahn en de toltunnel, dat is snel en veilig. En dat deed ik. De tunnel is ongelofelijk lang, dus het is zeker een goed advies geweest.

Een vermoeide rijder..

En toen kwam Oostenrijk in het donker en met een vermoeide chauffeur. Ik reed niet al te snel omdat ik geen wijs kon worden uit de vele lijnen op de weg. Dan weer smal, dan weer breed, een stukje 80 km/u, dan weer 50 km/u. Voor mijn gevoel chaos.

Op een bepaald moment reed er iemand achter mij die maar achter me bleef hangen. In zo’n geval ga ik langzamer rijden, dan gaat hij wel voorbij. Het bleek de Duitse politie, die dachten dat ik gedronken had of zo. Het lag voor in mijn mond om te zeggen, ik ben Jorg Heider niet, de Oostenrijkse premier, die zichzelf met zijn zatte kop dood reed. Maar ik slikte dat maar in en zei: “Als ik de situatie niet duidelijk vind, ga ik langzamer rijden, dat is gezonder voor mij en voor iedereen en als dan iemand achter mij blijft rijden en steeds hinderlijk in mijn spiegel schijnt, ga ik desnoods stil staan”.

En toen moest ik blazen, en omdat ze niets konden meten, moest ik nog een keer blazen.
Vervolgens vroegen ze me waar ik eigenlijk naar toe wilde. Ik zei, dat weet ik niet, ik volg het navigatiesysteem. Dit is de weg over de Großglockner, en die doe je toch niet in de nacht, zeiden ze. Ik zei als dat echt waar is dan is dat een ramp. Ik wil die rit graag eens maken bij daglicht.

Uiteindelijk ze gingen weg en het systeem bracht mij bij de autoverlading door de Großglockner. “Ga de veerboot op” zei het systeem. Ik dacht een veerboot hier, dat kan niet, maar het systeem bedoelde de trein. We moesten wachten tot tien voor elf, het was de laatste rit door het hooggebergte. Aan de noordkant van het hooggebergte aangekomen, stak nog een heel groot hert vlak voor de auto over.
Dan komt Duitsland en de Duitse autobahn is eenvoudig en snel. De volgende dag tegen 18.00 uur was ik thuis.

Tot slot
De eindconclusie: Er zijn heel veel goede en eerlijke mensen, die best wel bereid zijn om je te helpen.

Thuis kreeg ik het bericht dat mijn broer euthanasie had gepleegd omdat hij ondragelijk kanker had. En dan te bedenken dat ik niets afwist van die kanker.

Bij de Media Markt maakten ze de ontbrekende landen direct in orde, zodat de landen van voormalig Joegoslavië er weer allemaal zijn.

Ik ben mij ervan bewust dat het met varen niet zo veel te maken heeft deze keer.

Was getekend,
Bert  Barendrecht

Naschrift
Hiermee eindigt het verslag van Bert. Om het laatste deel van zijn reis naar huis voor ons wat aanschouwelijker te maken heb ik Google Earth Pro gebruikt om – in de plaatjes hierboven – de plaatsen en landen te kunnen aangeven waar hij, volgens het verhaal, langs is gegaan.
Al heeft hij dan geen nautische mijl gezeild, het verhaal was ook dit keer onderhoudend en leuk om te lezen. Helaas geen begeleidende foto’s dit keer. Wat nog wel onbesproken bleef, is wat er met die schade aan zijn boot is gebeurd cq. gaat gebeuren. Dat moeten we hem tzt. nog maar eens vragen.

Ik ben ook benieuwd wat er volgend jaar op zijn programma staat. Het lijkt me toch wel wat als je je boot daar zo’n jaar onbeheerd moet achterlaten.
Alhoewel: je zorgen over het winterklaar maken van je boot ben je wel (even) kwijt …. ;>)
Hugo