Bob

Bob’s hoekje

Bob Nieboer is bezig aan zijn lang voorbereide zeilreis naar Engeland met zijn “Alcyon”, om later via de Noordzeekust een groot gedeelte van de Oostzee te gaan verkennen. Ik heb met Bob afgesproken om zijn reis hier op onze website te volgen aan de hand van zijn e-mails en (hopelijk ook) van zijn foto’s. De eerste mail is nog niet binnen, maar ik heb hem gisteren telefonisch gesproken, nadat de eerste mail blijkbaar de mist in was gegaan. Hierbij zijn verhaal in mijn woorden.
Hugo.

21 april – Op weg en inmiddels beland in Engeland

Na wat omzwervingen op het IJsselmeer via Kampen, Enkhuizen, Hoorn, Volendam, Muiden en de Sixhaven in Amsterdam ben ik donderdag een week geleden in 24 uur overgestoken van IJmuiden naar Lowesstoft in Engeland. Het was geen echt prettige tocht: windkracht N 6Bf en he….eeel koud! Maar daarop kan je je kleden. De boot heeft zich prima gehouden en is een uitstekende zeiler. Behalve in het Noordzee-kanaal heb ik alles zeilend kunnen afleggen!

Ik werd wel vaak en behoorlijk door elkaar geschud, want zo groot is de Halcyon nu ook weer niet. Ze pakt elke golf mee en die laatsten bouwden zich wel op bij deze wind! Op dek moest ik me voortdurend aanlijnen, want met dat stampen en slingeren is een val zo gebeurd. Het is fantastisch zoals de nieuwe windvaan werkt. Wat een prima constructie! Al vanaf het verlaten van de pieren van IJmuiden tot aan Lowestoft heb ik niet aan het roer gestaan! Zo kon ik me grotendeels achter de sprayhood verschuilen voor het overkomend water. Zoals Anje Valk in haar lezing al had aangeven was het invaren van Lowestoft vrij heftig, maar uiteindelijk lag ik vrijdag dan toch in de haven.

Inmiddels ben ik opgeschoven naar Southwold (ook nu weer op de windvaan!), zo’n 30 Mijl zuidwaarts en lig wat te rijen langs palen. Ben van plan hier nog een dag te blijven en dan richting Harwich te gaan. Ik heb het uitstekend naar mijn zin, vermaak me hier prima en de “Halcyon” gedraagt zich goed.
Ik doe iedereen hierbij de groeten, een succesvolle hijsdag gewenst en een goed vaarseizoen!
Wordt vervolgd!
Bob

Dinsdag 27 april – Bob belandt in London

Vandaag even met Bob gebeld. Hij is inmiddels opgeschoven naar London! Met de “Breezand” ligt hij in St. Katharine Docks. Alles wel aan boord. Via Brightlingsea (river Colne) en Queenborough vandaag aangekomen. Wel grotendeels op de motor. De Thames is lastig te bezeilen en er dient vaart gemaakt te worden om tijdig de haven te bereiken. In Queenborough pikhaak verloren bij de poging om aan de boei vast te maken. Lastig karwei om solo aan te meren met zoveel stroom.

Al twee keer bezoek van politie aan boord gehad. De laatste tijdens het lange cirkelen vlak voor de sluis van de SK Docks. Politieagente klimt aan boord met vraag naar paspoort. Prima, zegt Bob, maar dan moet je het roer wel overnemen, dan zoek ik het paspoort op. Agente had echter nog nooit een roer in haar handen gehad…….

Ook vandaag in goed weer gevaren, in London is het zelfs warm. Bob zegt hier nog wel een paar dagen willen te blijven en de stad verder te bekijken. Is al even de stad in geweest en onder de indruk van de zichtbare levendigheid en drukte van deze stad. Morgen bezoek aan boord van een kennis.
Hugo

28-4-2010 Bericht uit London van Bob zelf.

Zoals jullie al wisten begon mijn tocht op 6 april, eerst met mijn maat Ton. Dus eerst Kampen-Enkhuizen, Enkhuizen-Hoorn, Hoorn-Volendam, Volendam- Muiden en Muiden-Amsterdam, alwaar Ton van boord ging.
Alleen verder naar IJmuiden en daarna de overtocht naar Lowestoft.
Weersverwachting NE/N 4-5. Het werd even 6, maar de boot zeilt geweldig,
Hoe wel erg beweeglijk. Daardoor enkele valpartijen, maar gelukkig aangelijnd.
Binnen 24 uur en helemaal gezeild (op de windvaan). Tot nu toe zo goed als alles gezeild.
Volgende traject Lowestoft-Southwold. Daar was ik sneller dan ik had gedacht, dus een slag van 2 uur en op de kentering van HW naar binnen. Perfekt.
Bij vertrek raadt de havenmeester me aan om min. 2 uur na LW te vertrekken
dus scharrel ik voorzichtig een half uur na LW tussen de banken door naar buiten. Geen probleem.
Aangekomen tegenover Harwich, Shotley net voor donker. De volgende dag blijkt het pontje naar Harwich pas vanaf 1 mei te varen. Dan maar de vouwfiets en een mooie tocht gemaakt.
Vervolgens op naar Brightlingsea. Het navigeren tussen de banken gaat prima met een combinatie van de elektronische kaart van Imray, mijn handheld GPS, met alle waypoints erin en de papieren kaart. De Imray laat tevens de stroomrichting zien zodat je daar goed gebruik van kan maken met interpreteren van je waypoints en hoef ik niet steeds naar beneden om op mijn laptop te kijken. Groot nadeel van het navigeren op een laptop in zeer smal vaarwater.
Na een oproep aan de havenmeester komt hij aanvaren en vaart voor om een plaatsje aan de drijvende pontoon aan te wijzen en te helpen met aanleggen.
De volgende dag met de watertaxi (1 pond per overvaart single) oproep Ch 37, die op mijn marifoon ontbreekt. Dan maar via de havenmeester.
Mis 37, want die wordt vaker gebruikt.
Mijn bijboot opgepompt. Het is wel even onder een behoorlijke hoek roeien vanwege de sterke stroom.
Vervolgens naar Queenborough (achter Sheerness). De helft op de motor vanwege wind en stroom tegen. Tegen donker maak ik een inschattingsfout met het oppikken van een mooring en verlies mijn pikhaak. Stom, maar aldoende leert men!
6 uur op weg naar Londen. Een probleemloze tocht op de motor met mooi weer.
Voor St. Katharina Docks (alweer Ch.37, dus zwaaien) word ik ge-enterd door een politieboot (stevige scepters) en wordt een vrouwelijke politieagent met veel moeite overgezet. Een helpende hand mijnerzijds wordt genegeerd.
Na het invullen van een formulier wil ze mijn paspoort zien en die moet ik uit de kajuit halen. Best, stuur dan maar even. No sir. Dan geen paspoort. Yes sir.
Als woonplaats werd letterlijk uit het paspoort overgenomen :”Burgemeester van Hengelo”.
Wordt tzt. vervolgd. Groeten aan allen!

Bob Nieboer

16 mei 2010 Naar Chatham en verder…

Aan de mooring in Queenborough dus voor een paar dagen want het blijft maar waaien uit het E/NE, vaak een dikke 5.

De rivier loopt van Sheerness tot aan Queenborough zo goed als W-E.
Met opkomend water lig ik prinsheerlijk met de kop in de wind en de stroom,maar met afgaand water wordt het ten eerste slingerig en gaat de boot door de harde wind niet met de kop in de stroom liggen. Hij zeilt dan eigenlijk door zijn windvang tegen de mooring aan. Het kan geen kwaad (hoop ik)maar het dreunt best, vooral ‘s-nachts. Het lukt niet om dat te veranderen.

De heel lange drijvende steiger, waar je met de bijboot kunt aanleggen (erop vastsjorren) heeft op de wal een draaihek. Als je terug wilt moet je een munt (token) voor 50p kopen in de pub.

Paar keer met de trein naar Sheerness geweest, waar iets meer te doen is.
Ontmoet in de pub een Engelsman,die in 6 maanden een stalen zeilschip heeft gebouwd wat volgens hem moet lijken op de “Golden Hind”van Francess Drake.

Hij is toen overgestoken naar Holland, binnendoor naar de Middellandse Zee en door de Golf van Biskaje terug. Verder nog Canada, enz. In het kajuitdak een periscoop gebouwd, zodat hij alles kan overzien. Het wordt steeds mooier naarmate het bier vloeit; echter de volgende dag ligt hij voor even aan de steiger met telefoonpalen als masten en er is echt niets gelogen!! Geen fototoestel bij de hand. Shit.

Ondanks dezelfde weersvoorspelling vertrek ik na een paar dagen dubbelgereefd en kruis gewoon de rivier uit. Dat gaat heel wat rustiger als op de motor. Door de elektronische kaart van Imray durf ik ver buiten de boeien te gaan en ondanks de tegenwind kom ik aardig in de buurt van de ingang van het Swin. Op een gegeven moment roept een visser me op op Ch16 omdat hij denkt dat ik de Maplin Sands ga opvaren. Nog 1 slag en dan moet de motor bij. Het grootzeil als steun op. Nu kruis ik vlak langs de visser en bedank hem met een zwaai.

Het kruisen gaat heel makkelijk. Met de lijnen trekik de windvaankop hetzelfde aantal graden de andere kant op. De boot gaat overstag en ik hoef alleen maar de genua door te halen en hij vervolgt z’n weg. Beetje bijstellen met de lijnen. Echt fantastisch.

De volgende uren zijn niet leuk, het water dreunt af en toe hoog over.
De bevestiging van de elektrische stuurautomaat begeeft het op een gegeven moment.(weer)

Ongeveer 3 kwartier na de kentering ben ik bij de SWhittaker en nu kan het grootzeil neer en op de genua met de stroom mee de laatste 15mijl naar Burnham- on Crouch, een mooie badplaats en een uitgebaggerde marina waar je zonder sluisje naar binnen kan. Veel zeehonden op de banken en voor de eerste keer een bruinvis achter de boot, die zich goed laat bekijken.
De aanloop komt redelijk precies en de boeien zijn niet op zichtafstand.
Het reddingsstation in de marina heeft een bord aan de buitenkant hangen met alle reddingen en ook de laatste. En dat was op de dag dat ik er langs voer.
Een nieuwe bevestiging is de andere dag voor 40 pond gemaakt en het is weer als nieuw.

Het blijft helaas ijzig koud en met een N/NE wind. Volgens de locals hebben ze nog nooit meegemaakt dat de wind al een maand lang N/NE is en geven de schuld aan de vulkaan in Ijsland.

Wordt vervolgd.

Groeten Bob Nieboer.

Vervolg van de reis van de “Breezand”

Vanmorgen 10-5 is er hier in Burnham-on Crouch, een hele vloot Hollanders met 25 boten van een vereniging uit den Bosch binnen gelopen. Er wordt er 1 binnen gebracht omdat hij door een navigatie foutje op de bank was gelopen en niet meer op eigen kracht kon los komen.

Het is wel mooi weer maar ijzig koud met die harde E-wind.
Ik ga de komende dagen Essex verkennen op mijn fietsje. Prachtige omgeving.
In een pub maak ik de Uefacup finale mee en maak een paar drinkvrienden.
Maak links en rechts leuke kontakten, maar na een paar dagen heb ik het wel gezien en op 14-5 vertrek ik om 12.00 uur, 1 uur voor HW.
Meteen buiten de haven het zeil op want er staat genoeg wind om de laatste stroom dood te varen.
Ik moet nu zeilen op de elektrische stuurautomaat tot aan de “Swint Spitway”, vanaf daar kan er ruimer gezeild worden. Het wordt daar best een beetje spannend. De kaart geeft 0,5m en er staan beste golven zodat de automaat het niet meer aan kan.
Daarna kan de windvaan het overnemen tot aan Harwich.

De boot doet het weer grandioos. Tussen de Halfpenny pier en de aanlegterminal van de Stena-lijn ga ik aan een mooring. Het is even wennen en er vanuit gaan dat ze je wel zien als die grote schepen ook ‘s-nachts,vlak achter je langs varen. Hoewel ze langzaam varen komt er een beste boeggolf af.

Morgen ga ik op mijn dooie gemak naar Ipswich, ca.10mijl.

Als ik de volgende dag op de motor de rivier op vaar komt er een hele vloot voor de wind zeilende schepen afzakken, waaronder diverse Hollanders (hemelvaart weekend). Aan een mooring zie ik Ben Hoekendijk met zijn “Shalom”. Bij Pin Mill zijn de moorings aardig bezet.
Helemaal aan het eind in Ipswich is een sluisje en na een marifoon oproep gaan de deuren open. Allemaal makkelijk met drijvende aanleg.
Buiten de sluis meteen weer met de marifoon een ligplaats gevraagd. Makkelijk toch, die dingen. Nu kom ik in een marina bij een nieuw universiteitsgebouw en hoge woongebouwen, net als in Londen worden de oude havengebouwen dure woningen.

Ipswich is een grote stad en nu op zaterdagavond kijk je je ogen uit naar het uitgaans volk in de meest uitzonderlijke kleding. De Engelse jeugd heeft blijkbaar geen last van de kou, gezien al het half blote gedoe. Geen vervelend gezicht.

Na een paar dagen en diverse coffee’s op boten vertrek ik weer. Eerst even tanken. Bij het afrekenen blijkt het rode diesel te zijn. Bonnetje goed bewaren!!

Na de sluis op de genua naar Pinn Mill en aan de mooring. Een half uur nadat ik vast trekt er een enorme bui over met heel veel wind.
Het ligt hier praqchtig en ik ben nu de enige bezoeker en dus ook Hollander.
Met het bootje naar de “hard”, een betonnen dam met een enorme lengte, die bij LW helemaal tevoorschijn komt. Naast de dam blijft een klein beekje uitstromen en daar kan ik mooi gebruik van maken om de boot naar de wal te slepen. Helemaal moddervrij kom je er niet vanaf.
En dan op naar de “Butt and Oyster” voor de pint Guinness. Ik hoor er nu ook bij.

De volgende dag bind ik de bijboot aan het hek van de pub vast omdat ik een wandeling ga maken over een public footpath. Als ik terugkom zijn er nog meer parkeerders gekomen. Voor mij een open MG en achter mij een open Lotus.

Op 19-5 verlaat ik zeilend de mooring en ga kruisend tegen de stroom in de rivier af tot aan Harwich. Prachtig zeilen en mooi weer. Met die harde stroom is het hard werken en er is geen tijd om de schoten te beleggen.
Ga weer aan bijna dezelfde mooring omdat ik om 5 uur weg wil.
De hele tocht naar Lowestoft op de motor. Soms een beetje mistig. Beetje saai.
De havenmeester zegt dat er de komende uren 18 Hollandse boten bij komen van de Vereniging van Toerzeilers. Als ik wakker wordt heb ik al 3 buren aan me liggen. Gezellige boel. De laatsten die veellater komen hebben bijna de hele tocht vanaf IJmuiden in de mist gevaren. Leuke hobby.
De mannen komen aan het eind van de dag allemaal in pak met stropdas tevoorschijn voor het geplande diner in Yachtclub.

De finale van de Champions-league wil ik zien. Uiteindelijk vind ik een pub ergens achteraf, waar een grootbeeld tv aan staat. Tevens is er live-music want het is zaterdagavond. En alles staat keihard aan.

Ik besluit gelijk met de hele vloot op 1e pinksterdag om 9.15uur uit te varen voor de oversteek. Berichten zijn redelijk, maar de komende uren blijft de barometer zakken. Hoewel het eerst mooi zeilen was valt de wind weg en moet de motor aan.
Net voor het helemaal donker is ben ik beide traffic lanes over en kan het zeil weer op.

Af en toe was het mistig en dan blijkt hoe de AIS een prachtig middel is.
Op de vooraf ingestelde 3 mijls zône gaat er een soort bel als een schip zich op die ring meldt. Op het scherm zie je je eigen koers en die van het schip, met zijn voorliggende koers en snelheid. Op de 1 mijls ring gaat de bel weer en je kunt aardig bekijken of het een ramkoers is of niet.

Ondertussen moet het eerste rif er al weer in en de barometer zakt nog steeds.
Mijn plan om naar Helgoland te zeilen verander ik in den Helder.
Met 2 reven, een dikke 6 en stroom tegen zeil ik in behoorlijke rollers de volgende ochtend den Helder aan. Totale oversteek 27 uur en 15 min.
Uiteraard Chinees gegeten in de Marine kantine.
Terwijl mijn broer, die dicht bij den Helder woont, bij mij in de kuip koffie zit te drinken, valt mijn oog op een borgring in het gangboord. Zal wel van de boot hiernaast zijn volgens mijn broer. Maar al gauw ontdek ik dat van het achter-onderwant de borgring ontbreekt. Hoe is het mogelijk.
Op de boot naast mij hebben enkele mariniers praktijkles en het lukt om een mannetje te charteren die wel de mast in durft. Dan is het ook zo voor elkaar met mijn nieuwe bootsmanstoeltje.

Het volgende trajekt voert me naar Vlieland en als ik om 06.45 uur het Molengat uit vaar is het regenachtig en en het beetje wind wat er is staat op kop. Op de motor dus.

Op Vlieland was ik enkele jaren niet geweest en kijk mijn ogen uit hoe het is veranderd. Wel lux, maar die oude sfeer mis ik toch wel een beetje en als het de volgende dag hard waait uit SW blijken de invaarten niet zo handig te zijn.
Er blijkt daardoor al veel schade te zijn gevaren volgens een local. De burgemeester en wethouders wilden niet naar ons luisteren, aldus deze man.
Ik zit uren lang bij een 84 jarige man aan boord, die met zijn schip ruim 3 jaar om de wereld heeft gezeild en luister naar zijn mooie verhalen.

Zaterdag 29-5 vertrek ik om 16.00 uur richting Borkum. Er wordt een stormwaarschuwing voor de districten IJmuiden t/m Texel gegeven.
En dat blijven ze volhouden, maar de barometer begint onderweg redelijk snel te dalen. Voordat het donker is moet het eerste rif er alweer in.
Als ik in het pikkedonker boven Ameland vaar zie ik aan SB 3 booreilanden en aan BB nog 1. Onder de kust zie ik heel vaag een hel verlicht schip dat volgend de AIS een onderzoekschip voor anker is.

Net als ik het tweede rif er in wil trekken gaat het alarm van de AIS, dus even kijken op het scherm wat er aan komt. Het onderzoekschip blijkt ineens op 3 mijl te zijn, op koers naar het booreiland verder in zee. Het ligt op ramkoers, maar buiten kan ik zijn boordlichten niet onderscheiden door al die verlichting.
Kon hij nou niet even wachten tot ik gereefd en wel voorbij was. Door te knijpen ga ik vlak achter hem langs. Als ik een tijdje gereefd en wel weer op koers lig komt dat schip er weer aan vanaf de andere kant en vlak bij mij probeert hij mij te vangen in zijn zoeklicht. Ik begrijp er niets van tot ik na een uur tot de ontdekking kom dat mijn 3-kl. Licht het niet meer doet. Dan maar mijn ankerlicht aan.

De bedoeling was om over de plaat de Westereems aan te varen, maar besluit door het woelige water de eerste ton na de verkenningston aan te varen.
Om 9.00 uur lig ik in de oude marinehaven.

Inmiddels ben ik onder Borkum over het wantij naar Norderney gevaren.
Ik was iets te vroeg weg gegaan zodat ik een kwartiertje heb vast gelegen, maar verder was het een mooie bezeilde tocht onder Juist door.

Wordt vervolgd.

Groeten Bob Nieboer

Wachtend op beter weer.

Bob mailde dat hij nu in Moltenort in de Kieler Forde ligt te wachten op beter weer.

“Nu lig ik met veel moeite in een 20 meter box. De rechter kant was geen enkele plaats vrij en dit was de enige. I.v.m. het verlate (koude) seizoen blijft iedereen liggen. Vandaar. Ik blijf vandaag zeker vanwege de harde regen en mist en hoop morgen te kunnen oversteken. Zaterdag en zondag verwachten ze NW 8-9.”

Als je weerkaarten bekijkt is het in het Noorden flink mis met die lage drukgebieden en is van verbetering voorlopig geen sprake. Dat wordt dus wel even verwaaid blijven liggen vermoed ik zo.

Hugo

Vervolg van de reis van de reis van de “Breezand”, 20 juni 2010

Zoals vermeld in het vorige verslag ben ik inmiddels op Norderney aangekomen. Onderweg veel zeehonden gezien.

Minder leuk was de aanvaring met een dode zeehond.

He nadeel van alleen op de waddenzee varen is het feit dat je de windvaanstuurinrichting niet kunt gebruiken, althans niet in de nauwe geultjes en de elektrische kan het met een beetje wind al niet meer trekken.

Op Norderney wordt ik verwelkomd door een maat met zijn vrouw, die zijn vertrokken vanuit Makkum voor een sabattical van 3 maanden naar het Göteborgkanaal.

Het blijft maar koud maar wel zonnig. Op de fiets is het best goed weer. Ik maak een gezellig avondje door in de Haifisch-bar.

Ik moet 2 uur voor HW vertrekken. Het zeilt geweldig en als ik onder Baltrum kom heb ik nog 20cm onder de kiel, maar dat was verwacht.
Ook op dit trajekt zie ik veel zeehonden.

Bijna op de minuut kom ik met HW bij Langeoog aan en ga aan de buitenste steiger liggen. Als het water daalt kijk ik al gauw tegen een modderbank aan.
Hier is het dorp wel een eindje van de haven, dus het fietsje komt weer tevoorschijn.

Ook hier kun je gebruik maken van WIFI tegen een tarief van Euro 3 voor 48 uur. Te verkrijgen in het restaurant aan de haven.

Naar Spiekeroog wordt het een beetje lastiger daar er door de aanhoudende NE-wind 30cm minder water staat.

Vanwege het tij kan ik pas om 16.00 uur weg maar dat doe ik liever dan voor dag en dauw op staan. En alweer is het grotendeels prachtig bezeild met veel zeehonden op de banken maar ook rondom de boot steken ze hun nieuwsgierige koppen boven water.

Precies op het wantij raak ik even de grond terwijl het om die tijd toch echt HW moet zijn. Daar gaan de tenen wel even krom van staan.

Het is een mooi eiland, zonder hoogbouw en de tijd lijkt er even te hebben stil gestaan.

In de haven lig ik aan de buitenkant en al snel na HW lig ik stevig in de modder en met LW heb ik nog een paar meter water achter me. Veel verschillende watervogels scharrelen dan vlakbij hun kostje op.

Alweer gaat het hard waaien en ik bereid me op het ergste voor wanneer ik ‘s morgens om 08.00 uur tussen Langeoog en Spiekeroog zee kies om naar de Elbe te varen.

Al gauw echter gaat het rif eruit en zelfs het zeil naar beneden want de wind is op.

Het wordt zelfs op de motor tot vlak bij de Elbe-monding. Het nadeel is nu dat de boot slingert van boord tot boord en alles wat niet goed vast zit wordt gelanceerd.

Als ik de Elbe op draai, ongeveer tijdens LW en vlak langs de kwadrantboeien wakkert de wind aan en nog wel aardig ook. Aangezien het zeer ruim is kan ik op de genua de Elbe op.

Het plan om Cuxhafen aan te lopen verander ik in Brunsbüttel.

Het laatste uur toch maar de motor er bij aan omdat ik toch wel voor donker de sluis door wil zijn en wat ik nog niet heb meegemaakt; ik ben helemaal alleen in de sluis.

Helaas is de Nothafen voorbij Brunsbüttel niet meer in gebruik en keer terug naar de jachthaven naast de sluis. Gelukkig maar voor 1 nacht want ik vind het geen prettige haven. Als ik heb vast gemaakt is het inmiddels donker en als avondmaaltijd neem ik een pils.

De volgende morgen eerst tanken en sluit aan achter een sleper die aan het bunkeren is. Dat duurt even en ik zeg tegen de kapitein; ik ben blij dat ik dat niet hoef te betalen. Ik ook zegt hij; mijn baas betaalt gelukkig anders was ik gelijk failliet. Hij bunkerde even 55000 liter en gebruikte 200 liter per uur.
Toen ik aan de beurt was en zei: volgooien, kwam ik er met 15 liter + 10 liter voor de yerrican er wat bleekjes af.

Het wordt een zwembroek tocht tot Büdelsdorf bij Rendsburg en verheug me op het weerzien met de havenmeester, die ons altijd kwam verwelkomen.
Helaas echter, het gaat slecht met hem en zit in een rolstoel in een verpleeg tehuis. Shit.

De volgende dag hetzelfde weer en er is veel scheepvaart, dus veel te zien.
Door de sluis in Kiel hijs ik toch het zeil om naar de overkant te gaan naar Möltenort.

In de reguliere jachthaven is geen enkele plek vrij en vind uiteindelijk in de visserijhaven een vrije box voor een schip langer dan 20meter. Mijn lijnen zijn net lang genoeg om de neus tegen de steiger te krijgen.

Ga een hapje eten op de viskotter en dat loopt uit op een gezellige avond. Der Holländer moet borrels meedrinken en we bespreken met een man of vijf alle problemen van de wereld waarbij steeds harder op de tap wordt geslagen. Uiteindelijk betaal ik voor het eten en een heleboel drinken Euro 10. Zo kun je het lang volhouden.

Na een verregende dag vertrek ik richting Bagenkop in Denemarken. Het is erg mistig en ben blij met m’n AIS want het is druk tot een eind voorbij het lichtschip Kiel. Ondanks dat het nevelig blijft wordt het een mooie zeildag, waarbij de wind steeds meer toeneemt, zoals voorspelt.

M’n eeste marsvin (kleine zwarte dolfijn) duikt naast de boot op en blijft even bij me.

Enige mijlen van de Deense kust vliegt er een vinkje rakelings langs mijn hoofd en ploft met uitgespreide vleugels in het water.

Ik roep: kom dan hier en alsof hij mij verstaat komt hij met een laatste krachtsinspanning van het water los en gaat naast het kompas zitten.
Na een half uurtje schrikt hij toch van mij en vliegt weg, gelukkig richting land. Ik volg hem tot ik hem niet meer zie en hoop dat hij het land heeft gehaald.

In Bagenkop aangekomen om 15.45 staat er na een uur of twee een Bf 8 W en ik ben blij dat ik lig. Het blijft de volgende dag ook doorhuilen.

De oude veerhaven heeft plaats gemaakt voor mooie gekleurde appartementen
met een uitkijktoren op de pier, waar nu ook een toilet en een bakker is.

Het volgende trajekt voert naar het eiland Thuro ten oosten van Fynn, waar we 27 jaar geleden samen met de fam. Leppink op de camping hebben gestaan. Zij staan er nog steeds elk jaar en als ik op de fiets verschijn is het meteen meeeten en drinken in de keuken van de campingeigenaar. Een paar heel gezellige dagen.

Op de fiets naar het 4km verderop gelegen Svendborg en koop toch maar een nieuwe kaartenset.

Bij Marstal werd het nl. even onoverzichtelijk en rolde gauw de genua in om te remmen en de oude kaart te bestuderen.

Op weg naar Omo is het eerst dobberen. De log geeft niets aan, alleen de gps geeft wat stroom aan. Na uren bakken in de zon komt er wind en kan ik het Noorden van Langeland ronden. Ben uiteraard pas laat op Omo.

De volgende dag is de voorspelling NNW 5 tot 6 en dat is pal achter en ik moet een groot stuk zee over naar Vordingborg. Het wordt uiteindelijk een dikke 7 en de golven bouwen zich op. Voor de zekerheid het onderste luikschot erin.
Je kunt aan het sissen horen welke golf je probeert dwars te zetten en dat zijn aardige jongens. De genua moet wat ingerold anders kan ik hem haast niet houden.

Na de brug is de vaarroute naar Vordingborg niet zo goed aangegeven en met deze golven nog iets moeilijker. Het gaat allemaal goed en lig mooi met de kop in de wind.

Wordt vervolgd.

Groeten Bob Nieboer.

Vervolg van de reis van de “Breezand”

In Vordingborg maak ik gebruik van het mooie weer om de windvaanstuurinrichting na te kijken en bij te stellen. De bijboot moet opgeblazen anders kan ik er niet bij en het is meteen een geruststelling dat als er wat valt, het niet meteen in het water verdwijnt.
Als ik dan toch de bijboot in het water heb kan de waterlijn meteen schoon gemaakt.

Ik verbaas me er over dat ik zo weinig aangroei heb ondanks toch een winter in het water.

Na de voetbalwedstrijd Nederland-Japan gevolgd te hebben in een obscuur kroegje vertrek ik naar Rodvig.

Het vaarwater is zeer smal en ondiep en wat ik jaren geleden wel mooi vond, vind ik nu niet meer echt mooi. Vaartechnisch gezien dan.
Het waait eerst stevig en zoals al eerder op de Waddenzee is het solo redelijk moeilijk omdat de windvaan niet geschikt is voor zoiets en de autohelm het al gauw niet meer aan kan.
Waarschijnlijk is dat de reden dat de jachten die ik zie over het algemeen op de motor varen.

In Rodvig is het vol en ik kan met veel moeite een plaatsje vinden.
De angst om met een langkieler achter in een nauwe doorgang met wind te belanden en te moeten keren is toch altijd wel een beetje aanwezig.
Tot nu toe heb ik nog niet langszij een andere boot gemoeten en dat is het grote voordeel van een kleine boot. Meestal wel een plekje.

Van Rodvig gaat de reis naar Kopenhagen en dat is meteen weer eens ruim water en grote zeeschepen.

Het weer wordt nu steeds mooier en de wind laat het af en toe afweten, zodat de vaardagen lang worden en op het laatst toch de motor wel bij moet om voor donker binnen te zijn.

In Kopenhagen ga ik in de jachthaven Langelinie liggen, waar mijn nieuw aangeschafte rvst haak voor het eerst van pas komt omdat je achter aan een boei ligt.
Hier blijf ik een paar dagen liggen en maak een paar voetbalwedstrijden mee in de open lucht op een groot scherm, o.a. Het verlies van Denemarken.
Tevens maak ik het vieren van de langste dag mee, met grote vuren langs de kust en geniet van de grote stad.

Verder gaat het weer en nu naar het Falsterbo-kanaal in Zweden.
Lang zeil ik eerst parallel aan de brug,die Denemarken met Zweden verbindt.
Een dubbeldeks brug, waar op het bovenste gedeelte het autoverkeer rijdt en daaronder de treinen.
Onder de brug door zie ik Malmö liggen.
In Falsterbo voor de brug/sluis is een heel ruime jachthaven.

De brug draait 1x per uur en het lukt me de volgende dag ondanks de harde wind om 11.00uur samen met een Zweeds jacht voor de brug te liggen.
Als ik vlak bij de brug ben begint de brugwachter op ch16 en luidsprekers en vanaf zijn balkon te schelden, op zijn voorhoofd te wijzen en gebaren te maken dat ik er niet door mag.
Ik weet niet wat ik fout doe; misschien de tussenruimte van ca. 3 jachtlengtes tussen mij en de eerste boot, dus hij kan me wat en vaar door.

Ik zeil eerst gereefd een slag naar buiten en zet dan koers naar Gislovslage.
Ter hoogte van Trelleborg moet ik diverse keren uitwijken voor veerboten die af en aan varen naar Trelleborg.
De kaartenset is voor dit stuk kust niet gedetailleerd en dus ook de elektronische niet.
De aanloop van de havens is overal in graden aangegeven en met de haven als waypoint is het leuk zeilen tot de GPS de peiling van de aanloop geeft .
Van Gislovslage gaat het naar Kaseberga en daar wordt de kust al aanmerkelijk hoger.
Tot mijn verrassing is dit een heel leuk klein jachthaventje en als ik binnen ben kan ik nog snel voordat de zon in zee zakt naar boven klimmen. Prachtig uitzicht.

Boven op de rotsen is in lang vervlogen tijden de vorm van een schip gemaakt met grote stenen uit de ijstijd.

Ik moet er niet aan denken als het geweld van het hoogseizoen begint.
We liggen nu met ca. 10 jachten, waarvan 2 dubbel aangelegd en ik langszij een loodsboot op aangeven van de havenmeester en dan is het al aardig vol.
De volgende oversteek gaat naar Bornholm.en ik kies voor het haventje Hasle.
Ben blij dat ik niet voor de hoofdplaats Ronne heb gekozen.
Hier is ook geen echte jachthaven en ik heb een mooi plaatsje langszij de kade.

Een prachtig eiland van graniet met hoge kusten met een prachtig uitzicht.
Mooi begroeide binnenlanden. Schitterend vakantie eiland.
Voor diesel moet je een telefoonnummer bellen en dan moet je even naar de overkant van de haven varen. Beetje primitief en vervelend als je net een mooi plaatsje hebt.

Inmiddels al diverse tochtjes gefietst en vind dit een van de mooiere gedeelten van mijn tocht, natuurlijk mede doordat het nu inmiddels al een tijdje hoogzomer is.

Ik blijf hier nog een paar dagen voordat ik waarschijnlijk naar Polen oversteek.
Dat is een dikke 70 mijl, dus weer een beetje afzien. Met een beetje wind staan hier al aardige zeetjes.

Wordt vervolgd.

Groeten aan allemaal
Bob Nieboer.

PS. Een andere keer foto’s. Gaat een beetje traag hier.

Vervolg van de reis van de “Breezand”. 18-7-2010

In het vorige verslag zei ik dat ik blij was dat ik niet in de hoofdplaats Ronne op Bornholm had gekozen, maar de volgende haven werd door overmacht Ronne.

Ik wilde naar Nexo aan de zuidkust van Bornholm, maar na een dag kruisen tegen een zwakke wind en toch steile golven was ik aan het eind van de middag nog niet verder als Ronne en als de GPS dan aangeeft dat de aankomst tijd in Nexo ver na middernacht zal zijn trek ik de motor aan en lig dan al gauw in de marina van Ronne.

Het is de avond van Duitsland-Argentinie. De Duitsers winnen met 4-0 en aangezien er veel Duitsers liggen is het getoeter vanaf de schepen oorverdovend.

Het blijft erg warm en toch wil ik naar Nexo en ga dus met de bus om de vlindertuin te bezoeken. Wel mooi maar na een half uur in die broeikas ben ik wel een paar kilo lichter geworden van het vochtverlies. Geen erg goede keuze dus.

Maandag 5 juli wil ik oversteken naar Polen. Om 6 uur word ik wakker van het vertrek van mijn Duitse buren en vertrek dan ook maar meteen.

Probeer te zeilen en de eerste uren kan de windvaan het net trekken. Daarna gaat de motor bij en blijft bij tot ik om 20.30uur in Dziwnow ben. Zeilen met de motor aan. In de verte zie ik 1 keer een vrachtschip, verder alleen op de wereld.

Dat nodigt uit tot onvoorzichtigheid dus installeer ik me languit in de zon en val in slaap totdat ik wakker schrik omdat er een containerschip vlak achter me langs vaart.

Een uur voordat ik bij de riviermonding ben wordt het zwart en daar ben ik niet blij mee. Gelukkig blijft het bij een regenbui.

Een eindje rivieropwaarts staat een man te zwaaien en te wenken. Het blijkt de douane te zijn die al schreeuwend over het water gegevens moet hebben.

De “marina”is zeer provisorisch en er kunnen maar een paar schepen in.

De volgende morgen word ik wakker van een heleboel bedrijvigheid rondom de boot. De vissers zijn vannacht binnengelopen en worden nu met man(vrouw) en macht gelost. De netten zijn met vis en al in de boot gegooid en nu (dus uren later) worden de vissen uit de netten gepeuterd en dat duurt de hele morgen totdat aan het eind van de morgen de kisten met (verse)vis door vrachtauto’s wordt ingeladen. Ondertussen staan er rijen mensen om vis te kopen.

‘s Avonds in een gelegenheid naar het Nederlands elftal gekeken samen met een paar Poolse jongens, die een paar woorden Engels kunnen.
Ze verstaan hier geen Engels en soms een paar woorden Duits. Een heel andere wereld hier.

Bij inspektie van de motor blijkt dat er bijna geen olie meer in zit terwijl hij anders nauwelijks iets gebruikte. Ik ga er maar vanuit dat door langdurig draaien + extreme warmte de olie dunner is dan normaal.

Er komt nog een Hollands jacht binnen en ga meteen bedelen om leesvoer. Ik ben al enige tijd door mijn boeken heen en kan nergens wat vinden.

Op een affiche gelezen dat in KamienPomorski Europese kampioenschappen Optimist zeilers zijn en besluit daar heen te gaan.

Om 12.00uur door de brug waar ik door de brugwachter op de foto wordt gezet.

KamienPomorski is een oud vestingstadje met een vestingmuur en een heel klein (vissers)haventje. Door de kampioenschappen is het een heel circus en het haventje ligt vol begeleidingsbootjes. Er doen ook Nederlanders mee en een van de meisjes wordt uiteindelijk 9.

De afsluitings ceremonie begint hoopvol met een defilé van de deelnemers met landsvlaggen. Dan echter beginnen de toespraken enz. in het Pools. Er komt weinig bijval uit het publiek tot ze beseffen dat niemand iets verstaat en dan wordt er met excuses een soort tolk ingeschakeld.

De volgende morgen is het circus vertrokken en is het doodstil. Tijd om te vertrekken naar Wollin. Er is 1 vaste brug en daar moet ik onderdoor kunnen.
Na een paar uur wachten voor de brug van Wollin in de hitte krijg ik een plaatsje aan een gammele steiger en achter een boei.

Ik kijk uit over het riviertje en aan de overkant een nagebouwd viking dorp.
Daar ik van de “Bosman”(havenmeester) de toezegging heb gekregen om de finale voetbal in het gebouwtje te kunnen bekijken blijf ik en besteed ik een deel van de dag aan het bezoeken van het Vikingen dorp. Naar opgravingen nagebouwd. Erg mooi.

Het voetballen bekijk ik in mijn eentje in een stikheet gebouwtje met een blikje warm bier. Zo is er echt niets aan en dan verliezen ze ook nog. Ik moet zelf afsluiten en de sleutel door het openstaande raam achter de tralies gooien.
Op weg naar Goclaw (voorstad van Szczecin) over het Zalew Scezecinski (Stettiner Hav). Goclaw uitgekozen omdat het een bewaakte haven is.
Het blijkt een haventje te zijn waar veel Berlijners hun mast opzetten of leggen. Achter het hek van de haven staan een reeks etagewoningen met hopen vuilniser tussen. De lucht van kolenstook blijkt voor mij een beetje nostalgisch.

Vanaf de ingang gaat een zeer oud trammetje naar het centrum van Szczecin.
De Bosman heeft ‘s-avonds en ‘s-nachts een pistool op zak en waarschuwt om ‘s-avonds niet in de buurt te gaan wandelen.

Onderweg heeft mijn autohelm (elektrische stuurautomaat)het opgegeven en na veel moeite en blijven vragen krijg ik van de Bosman een adres of zoiets wat hij op een briefje schrijft en moet bij de derde halte van de tram naar een bedrijfje. Daar zijn allemaal lugubere bedrijfjes zonder namen en straatnamen. Ik ga natuurlijk een verkeerde binnen en wordt onmiddellijk bedreigd door een bewakingsfiguur die zijn holster opentrekt.

Dat bevalt me niet en roep: “Do you speak English”. Antwoord:”No Russia”.
Ik duw hem het papiertje onder de neus en dan draait hij bij en wijst me zelfs de weg. Na nog een bewaker in gevechtstenue kom ik in een donker werkplaatsje en met een enkel Duits woord lijkt het voor elkaar te komen.
Kortom voor 250 Zloty (ongeveer Eur. 65) doet hij het weer.

Szczecin zelf is gewoon een redelijk moderne stad. Een groot verschil met de voorstad.

Met veel wind en venijnig korte hoge golven terug over het meer naar Swinousjcie (Swinemünde). Onderweg loop ik een scheur in mijn genua op. Shit.

De eerste indruk van de haven is slecht. Overvol, een blauwgroene stinkende laag op het water en een plaatsje aan een hoge kade zodat ik haast niet op de boot kan komen.

De volgende morgen is de stinkende laag weg en verhaal naar een drijvende steiger. Het ziet er heel wat beter uit . Het lukt me niet een zeilmaker te vinden en koop bij een winkel in de stad een rol “Sail Repair Set”. Waarschijnlijk al 30jaar oud want het plakt nauwelijks.

Dit is een mooie, moderne havenstad hoewel de armoede echt wel zichtbaar is.
Als ik mezelf op een kip van het spit trakteer bij een tentje en een gedeelte niet op kan, mijn neus in het servetje snuit en alles in de afvalemmer dump wordt deze meteen keurig opgehaald door een oude vrouw en uit het zicht geleegd.

Terug lopend door een stadsparkje zit dezelfde oude vrouw mijn restjes uit een plastic zak te eten. Mijn maag draait even om.

Volgens de pilot moet er in Gröslin in voormalig O-Duitsland tegenover Peenemünde een zeilmaker zitten.

Met weinig wind en de kleine fok vertrokken, maar dat is te weinig zeiloppervlak voor de mast zodat de genua met de geplakte scheur er op moet. Binnen een half uur zit de helft van de tape aan de zaling.

Dan breekt er een onweersbui los, die een paar uur aanhoudt met heel veel regen. En daarna wind, wel NNW. Kruisend tot het eiland Rügen duidelijk in zicht is en de kust van het eilandje Greifswalder Oie, met grote stenen onder water, vlak bij is, een slag terug en de rivier de Peene op, voorbij Peenemünde naar Kröslin. Onderweg zie ik de scheur toch wel groter worden.

Tot mijn verrassing is in Kröslin een grote jachthaven met inderdaad een zeilmaker.

Het is nu zondag en moet maar wachten tot hij morgen komt.

Wordt vervolgd

Bob Nieboer

Vervolg van de reis van de “Breezand”, 16 augustus 2010

Het is inmiddels al weer een tijdje geleden dat ik me met een verslag heb gemeld. Door de warmte kon ondergetekende de moed niet opbrengen om in een hete kajuit achter de laptop te kruipen.

In het laatste verslag lag ik in Kröslin te wachten totdat de zeilmaker op kwam dagen. Ik stond al vroeg met het zeil voor zijn deur en dat was maar goed want er waren meer zeilers met reparatie.
Rond het middaguur was het zeil keurig gemaakt voor Euro 57.

Zo gauw mogelijk weg naar het eilandje Ruden tussen Peenemunde en Rügen.
Hier woont alleen een beheerder/havenmeester met zijn vrouw. Je kunt hier een korte wandeling door het natuurgebied maken en een als een museumpje ingerichte uitkijktoren bezoeken met een prachtig uitzicht.

Er komen toch nog een paar boten bij in de haven zonder enkele voorziening.
Toen ik begin april vertrok naar Engeland lagen hier de ijsschotsen nog meters hoog. Maar goed dat ik het rondje niet andersom heb gepland.

De volgende dag zeil ik onder de Greifswalder Oie richting Sassnitz op Rügen.
Het wordt een perfekte zeildag en ik ben blij dat ik uit die nauwe vaargeulen ben.

In Sassnitz is sinds 10 jaar, toen ik er ook was, het een en ander veranderd en doet niet meer zo Oost-Duits aan. Nu liggen de jachten langs de heel lange pier. Wel een beetje onrustig vanwege de af en aan varende rondvaartboten.
Op dezelfde plek als toen is een toiletgebouwtje met een draaihekje die direkt werkt als je er 50 cent in doet. Het hekje draait een beetje van onder naar boven en omdat ik er te dicht bij sta om het geld er in te doen krijg ik een “knietje”, zodat ik even niet meer hoef. Trouwens de enige douche is al dagen defekt.

De haven ligt vol met, niet meer vissende, kotters, vol met visbroodjes etende toeristen. Het blijft echter een prachtig eiland.

Langs de Oostkust van Rügen omhoog. Hier is een mooi klein haventje gekomen. Ik vaar er vlak langs, maar ook hier stampvol.

Verder naar Glowe op Rügen. De eerste vrije box schiet ik in waar de havenmeester later niet echt blij mee is omdat er een grotere in had gekund.
Er ligt een als een oldtimer ogende 2-master, de Cor 13.13 uit Rotterdam. De eigenaar heeft de boot zelf gebouwd en blijkt grotendeels van polyester met aluminium lantaarnpalen als mast. Op weg naar Sail Rostock.

Ik krijg een leesboek, weliswaar Duits.

Op weg naar Vitte op het eiland Hiddensee moet ik eerst Kaap Arkona ronden en al gauw moet er een rif in het grootzeil. Hoog aan de wind is het behoorlijk hakken.

Vitte blijkt ook overvol te zijn in de inmiddels al een tijdje aangebroken vakantieperiode, maar dank zij de bescheiden maten van mijn scheepje krijg ik toch een plekje, bijna op de stenen en half in het riet. Hoe ik hier uit moet komen zie ik dan wel weer.

Aangezien de voorspelling NW 7-8 is blijf ik liggen en verhaal alleen met veel moeite naar een vrijgekomen plaats met de kop in de wind.

Bij verkenning per fiets blijkt Hiddensee een mooi vakantie eiland te zijn, zonder auto’s en veel paard en wagens. Ook hier veel nieuwbouw vakantie woningen.

De volgende dag waait het hard en ik plak er nog een dag bij aan hier in jachthaven “Lange Land”. Wel duur hier. Voor 3 minuten douchen betaal je bijv. 3 Euro.

De bevestiging van de windvaanstuurinrichting op dek heeft zich los gewerkt en ik besteed de hele morgen hieraan en nogmaals afstellen van de uitslag van het roerblad. Ondertussen vertelt mijn buurman onder het genot van een pils over zijn Oostduitse verleden..

Mijn in Bagenkop gevonden barnsteen blijkt volgens de barnsteenman hier in het dorp geen barnsteen te zijn en krijg een splinter afval mee.

Er komt nog een verwaaidag bij en maak een wandeling naar de vuurtoren op Kaap Doornbusch.

Ik besluit om toch maar om via dezelfde route te vertrekken naar Darszer Ort.
Het is griezelig smal en ondiep en ik loop nog even al zeilend vast terwijl ik , dacht ik, toch tussen de boeien van de vaargeul zit. Gelukkig kom ik al snel op eigen gelegenheid los.

In Darszer Ort mag je aanleggen als je een noodgeval bent. De meesten vullen op het formulier in: zeeziekte.

Maar het is mooi weer en ik ga voor anker voor de kust. Er volgt een prachtige zonsondergang.

Op weg naar Warnemünde valt de wind steeds meer weg en er zit niets anders op dan de motor aan te zetten.

Het is zo warm dat ik tegen mijn gewoonte in het voorluik open zet en vlak voor de haveningang doe ik het luik wel dicht maar draai de knevel niet aan. En ja hoor, vlak voor de haveningang rolt er door een kombinatie van loodsboot en passagiersschip een grote golf over dek en perst water door het voorluik en over mijn beddegoed.

Eerst zoek ik plaats in de oude haven , echter ook hier is het druk.

Tot overmaat van ramp is er net een schip gezonken, dus beperkt varen daar.

Ik wijk uit naar de luxe marina “Hohe Düne. Het havenburo lijkt wel een receptie van een luxe hotel. Er vaart normaal een veerbootje van de jachthaven naar Warnemünde aan de overkant. Maar door de gezonken boot is hij even uit de vaart en moet je naar de overkant met de (niet gratis) veerboot.

In Warnemünde is het een gezellige kermisachtige toeristenstroom.

Ze zijn bezig met het lichten en leegpompen van de gezonken boot.

Na een verwaaidag wil ik de rivier op naar Rostock.

Aan de kade in Rostock ligt de Cor 13.13 en ga even langszij voor een praatje.
Ze varen volgende week ook met toeristen rond.

In de stadshaven vind ik een mooi plaatsje met de achterkant aan een boei.
Ze zijn druk bezig met de voorbereidingen voor de sail feestweek .

De bemanning van de Cor 13.13 zit op een terrasje aan de havenkant en ik schuif graag aan.

Als ik op zaterdag 31-7 nog even een weerbericht wil zien op de laptop, weigert hij dienst. Ik heb een heleboel foto’s nog niet op een stick gezet en vrees het ergste.

De wind is gunstig, dus ik vertrek. Eerst weer de rivier af naar Warnemünde en vervolgens naar Kühlingsborn, een vrij nieuwe jachthaven.

Langs de haven een soort promenade met van alles te doen. De promenade loopt door tot het vakantiedorp.

Mijn Duitse buren weten daar een gelegenheid met eigen gebrouwen bier en zullen daar ‘s-avonds om ca. 21.00 uur zijn. Ik kan het niet vinden en ga terug naar de haven met live-music op het terras en kom in gesprek met een buschauffeur uit Chemnitz, die een lading toeristen komt halen.

Zo langzamerhand weet ik veel over de Oostduitse tijd.

Ik ben van plan naar Wismar te gaan omdat ik denk daar de meeste kans te hebben een computerspecialist te vinden.

Echter als ik naar Wismar wil moet ik een heel eind op de motor en Neustadt is bezeild. Dus Neustadt.

Onderweg een paar keer de zeilen neer voor een onweersbui en net als ik vast lig in Neustadt in de stadshaven breekt er een geweldige stortbui los.

Daarna op zoek naar een computerspecialist en zowaar er is er een.

‘s-Maandagsmorgen sta ik al vroeg op de stoep bij de specialist echter het wordt wel de volgende dag.

Fietsje tevoorschijn en de omgeving verkennen. Best wel een mooie plaats en ik ben blij dat ik in de stadshaven lig want de Marina is een eind buiten de plaats . Er vaart wel een watertaxi af en aan.

Gelukkig mankeert er niets aan de laptop. De externe netvoeding was kapot terwijl het indicatielampje gewoon brandt. De rest van de foto’s direkt op de stick gezet.

Inmiddels is de wind Naar het zuiden gedraaid en ik ga voor de wind kruisen naar Fehmarn.

De kust aan beide zijden van Grömitz, waar ik zulke goed herinneringen aan heb is inmiddels behoorlijk vol gebouwd met huizen en heel veel campings.

In Burgstaken op Fehmarn ga ik de volgende dag op de fiets, op aanraden van Hugo, naar het zeeaquarium in Burg. Erg druk, wel mooi. Alleen van de film over haaien wordt ik niet vrolijk. Per jaar worden er 2 miljoen haaien vermoord omwille van de soep en daardoor worden de haaien snel met uitsterven bedreigd. Inmiddels is men er achter gekomen dat deze beesten niet de gevreesde killers zijn, maar de regelaars van het zeeleven. Dus enz., enz.
Ik krijg een sms van mijn vrienden Andre en Lies op de Rondo, die al een paar dagen vlak achter me zitten, dat ze in Heiligenhafen zijn aangekomen.

Om 4 uur ‘s-middags besluit ik er ook heen te gaan en een paar uur later en is het weerzien in een mooi klein vissers/verenigingshaventje.

We besluiten de volgende dag op de fiets naar Burgstaken op Fehmarn te fietsen. Kan ik meteen de borg van de toiletsleutel ophalen. Die had ik weer eens vergeten in te leveren.

Het wordt een mooie fietstocht en nu eens over de brug in plaats van er onderdoor. Al met al wel 40km.

Het glas bier onderweg zakt eerst wel eventjes in de benen.

Zaterdag nog op de fiets naar Grossenbrode geweest om een kijkje te nemen in de winkel van Compass, maar helaas Feierabend, dus gesloten.

Andre wil naar Hamburg en dat lijkt me ook wel leuk. Daar ben ik nog niet met eigen boot geweest. Dus besluit ik mijn plannen aan te passen.

Na een gezellige barbecue op een bankje in de haven, terwijl de regattazeilers binnen komen na een rondje Fehmarn gaat de volgende dag de reis naar Möltenort in de Kielerbocht waar ik op de heenweg ook ben geweest.

Er zijn geen schietoefeningen zodat er gezeild kan worden tot onder de kust en dat komt goed uit want de wind is pal tegen gepaard met enorme plensbuien.
We moeten deze keer lang wachten voor de sluis van het Kielerkanaal. Gelukkig is het weer opgeklaard en is het weer gewoon zonnig.

Overnachten in het vertrouwde Büdelsdorf en op naar Brunsbüttel aan het eind van het kanaal, waar de jachthaven zowaar helemaal niet zo vol meer is.
We krijgen nu weer met getijden te maken, dus weer even rekenen voor de trip naar Hamburg.

We kunnen zeilen, weliswaar hoog aan de wind, tot de haven van Hamburg in zicht is. Daar ik geen kaart heb en het zicht in het begin slecht is rolt Andre af en toe zijn fok in om even te wachten voor het geval ik dreig te verdwalen.

Een Dehler 36 zeilt toch wel iets sneller dan mijn bootje.

Het aanlopen van de haven van Hamburg is zeer onrustig vanwege de vele veerpontjes, rondvaartboten, pilots en grote zeeschepen. En alles vaart hard.
In de city-haven, die ik zonder kaart moeilijk had kunnen vinden, ligt het mooi precies bij St.Pauli, echter erg onrustig. Zelfs de drijvende steigers met de toiletten en douches slingeren heen en weer. Gelukkig zijn we al ingeslingerd.
Uiteraard wordt er ‘s-avonds een terras gepakt op de Reeperbahn.

Andre en ik willen nog even een red-district straat bekijken, waar je nog steeds door een schutting naar binnen moet. Lies voelt zich niet erg prettig en terecht want aan het eind van de straat, waar een oudere dame achter het geopende raam zit moet ze het ontgelden. Ik loop vlak achter A en L en zie dat ze een doorzichtig waterkanon vanuit haar schoot op Lies richt en haar met kracht in de nek spuit onderwijl uitroepend: “Raus hier”. Lies reageert (gelukkig) niet, is kletsnat en ik heb de slappe lach.

Volgende dag verkenning van Hamburg en fietsen rond een groot meer midden in de stad.

Glückstadt is de volgende aanlegplaats en ik verkrijg even het nummer van de boei waar ik naar binnen moet tussen een begroeide bank en de kust.
De sluis staat open tijdens Hoogwater, maar we blijven voor de sluis liggen waar ligplaatsen zijn.

‘s-Avonds een, druk bezocht, openlucht concert van een band met alleen maar fifties t/m seventies.

De volgende dag voornamelijk hoog aan de wind naar Cuxhafen, waar vlak voor Cuxhafen de Elbe nog even zijn tanden laat zien.

Afscheid genomen van Andre en Lies, die naar Norderney gaan en naar huis.
Ruim een week met hun opgetrokken, erg gezellig.

Wordt vervolgd en Groeten aan allen

Bob Nieboer

Aanvulling op “Bob’s hoekje” – 28 juli 2010

Ik volg – en wie van ons niet – met veel interesse zijn zeilreis door Polen en Oost-Duitsland. Inmiddels is hij volgens een recente mail aan mij al in Warnemünde aangekomen. Het duizelde mij echter van al die Poolse namen van plaatsen die ik op mijn lagere school destijds of later nooit heb hoeven te leren (althans ik herinner me dit niet… maar dat zegt bij mij ook niet alles meer…:>)).

Ik heb daarom zijn route m.b.v. Google-Earth eens in kaart gebracht, zodat je nog een beter idee krijgt hoe zijn reis door Polen is verlopen. Ik neem de vrijheid om dit in het reisverslag van Bob op te nemen. De afstanden zijn welliswaar kaart-correct, maar kunnen wat mijlen afwijken door opkruisen of door vermijden van opstakels.

Hugo