Met de vouwfietsjes – hier zeer geestig ‘plooifietsjes’ genoemd – verkennen we de omgeving. Zeebrugge was toch leuker dan ik dacht na mijn bezoek met Dick Ringenier aan de haven vorig jaar.

Nu we de fietsen bij ons hebben, kom je toch op de interessantere plaatsen. Het is een druk bezochte haven, o.a. door veel autocarriers en ook cruiseschepen. In de “kaaien” barst het dan ook van de  auto’parkeerhuizen’ en parkeerplaatsen met rijen nieuwe en dure auto’s.

De hefbrug met zijn gigantisch hoge brughelften, blijkt van de zeesluis te zijn. De sluis geeft toegang tot de autokaden daar achter en tot het kanaal naar Brugge. Je kan er met je zeilboot naar toe.


Deze eerste dag fietsen we naar het strand en boulevard van Zeebrugge. Het is prachtig weer en de strandliefhebbers komen er aardig aan hun trekken. Je vindt er veel vliegeraars en kitesurfers.

De Belgen houden – net als de Borkumers en Norderneyers – ook veel van badhokjes, want het barst ervan. Hier zijn het echter badhokken om je om te kleden en voor de berging van je spullen. Van daaruit  togen we de andere kant op en bezoeken we Knokke. Maar dat was veel van hetzelfde.

Brugge blijkt redelijk dichtbij te liggen (15 km).  Dus de volgende dag opnieuw op de fiets geklommen en op naar Brugge. Een prachtige stad met heel veel historie, mooie gebouwen, kerken en gevels.

Maar het was er toch druk….Je kon over de hoofden heen lopen.

Maar het bezoek is alleszins de moeite waard. We komen er wel eens terug als we meer tijd hebben. Op de terugweg verrijden we ons en komen we in Heist terecht, vlakbij Knokke. De bewegwijzering voor fietsers is hier dan ook zeer matig….wat zijn we in Holland toch verwend!