Zoals vermeld in het vorige verslag ben ik inmiddels op Norderney aangekomen. Onderweg veel zeehonden gezien.

Minder leuk was de aanvaring met een dode zeehond.

He nadeel van alleen op de waddenzee varen is het feit dat je de windvaanstuurinrichting niet kunt gebruiken, althans niet in de nauwe geultjes en de elektrische kan het met een beetje wind al niet meer trekken.

Op Norderney wordt ik verwelkomd door een maat met zijn vrouw, die zijn vertrokken vanuit Makkum voor een sabattical van 3 maanden naar het Göteborgkanaal.

Het blijft maar koud maar wel zonnig. Op de fiets is het best goed weer. Ik maak een gezellig avondje door in de Haifisch-bar.

Ik moet 2 uur voor HW vertrekken. Het zeilt geweldig en als ik onder Baltrum kom heb ik nog 20cm onder de kiel, maar dat was verwacht.
Ook op dit trajekt zie ik veel zeehonden.

Bijna op de minuut kom ik met HW bij Langeoog aan en ga aan de buitenste steiger liggen. Als het water daalt kijk ik al gauw tegen een modderbank aan.
Hier is het dorp wel een eindje van de haven, dus het fietsje komt weer tevoorschijn.

Ook hier kun je gebruik maken van WIFI tegen een tarief van Euro 3 voor 48 uur. Te verkrijgen in het restaurant aan de haven.

Naar Spiekeroog wordt het een beetje lastiger daar er door de aanhoudende NE-wind 30cm minder water staat.

Vanwege het tij kan ik pas om 16.00 uur weg maar dat doe ik liever dan voor dag en dauw op staan. En alweer is het grotendeels prachtig bezeild met veel zeehonden op de banken maar ook rondom de boot steken ze hun nieuwsgierige koppen boven water.

Precies op het wantij raak ik even de grond terwijl het om die tijd toch echt HW moet zijn. Daar gaan de tenen wel even krom van staan.

Het is een mooi eiland, zonder hoogbouw en de tijd lijkt er even te hebben stil gestaan.

In de haven lig ik aan de buitenkant en al snel na HW lig ik stevig in de modder en met LW heb ik nog een paar meter water achter me. Veel verschillende watervogels scharrelen dan vlakbij hun kostje op.

Alweer gaat het hard waaien en ik bereid me op het ergste voor wanneer ik ‘s morgens om 08.00 uur tussen Langeoog en Spiekeroog zee kies om naar de Elbe te varen.

Al gauw echter gaat het rif eruit en zelfs het zeil naar beneden want de wind is op.

Het wordt zelfs op de motor tot vlak bij de Elbe-monding. Het nadeel is nu dat de boot slingert van boord tot boord en alles wat niet goed vast zit wordt gelanceerd.

Als ik de Elbe op draai, ongeveer tijdens LW en vlak langs de kwadrantboeien wakkert de wind aan en nog wel aardig ook. Aangezien het zeer ruim is kan ik op de genua de Elbe op.

Het plan om Cuxhafen aan te lopen verander ik in Brunsbüttel.

Het laatste uur toch maar de motor er bij aan omdat ik toch wel voor donker de sluis door wil zijn en wat ik nog niet heb meegemaakt; ik ben helemaal alleen in de sluis.

Helaas is de Nothafen voorbij Brunsbüttel niet meer in gebruik en keer terug naar de jachthaven naast de sluis. Gelukkig maar voor 1 nacht want ik vind het geen prettige haven. Als ik heb vast gemaakt is het inmiddels donker en als avondmaaltijd neem ik een pils.

De volgende morgen eerst tanken en sluit aan achter een sleper die aan het bunkeren is. Dat duurt even en ik zeg tegen de kapitein; ik ben blij dat ik dat niet hoef te betalen. Ik ook zegt hij; mijn baas betaalt gelukkig anders was ik gelijk failliet. Hij bunkerde even 55000 liter en gebruikte 200 liter per uur.
Toen ik aan de beurt was en zei: volgooien, kwam ik er met 15 liter + 10 liter voor de yerrican er wat bleekjes af.

Het wordt een zwembroek tocht tot Büdelsdorf bij Rendsburg en verheug me op het weerzien met de havenmeester, die ons altijd kwam verwelkomen.
Helaas echter, het gaat slecht met hem en zit in een rolstoel in een verpleeg tehuis. Shit.

De volgende dag hetzelfde weer en er is veel scheepvaart, dus veel te zien.
Door de sluis in Kiel hijs ik toch het zeil om naar de overkant te gaan naar Möltenort.

In de reguliere jachthaven is geen enkele plek vrij en vind uiteindelijk in de visserijhaven een vrije box voor een schip langer dan 20meter. Mijn lijnen zijn net lang genoeg om de neus tegen de steiger te krijgen.

Ga een hapje eten op de viskotter en dat loopt uit op een gezellige avond. Der Holländer moet borrels meedrinken en we bespreken met een man of vijf alle problemen van de wereld waarbij steeds harder op de tap wordt geslagen. Uiteindelijk betaal ik voor het eten en een heleboel drinken Euro 10. Zo kun je het lang volhouden.

Na een verregende dag vertrek ik richting Bagenkop in Denemarken. Het is erg mistig en ben blij met m’n AIS want het is druk tot een eind voorbij het lichtschip Kiel. Ondanks dat het nevelig blijft wordt het een mooie zeildag, waarbij de wind steeds meer toeneemt, zoals voorspelt.

M’n eeste marsvin (kleine zwarte dolfijn) duikt naast de boot op en blijft even bij me.

Enige mijlen van de Deense kust vliegt er een vinkje rakelings langs mijn hoofd en ploft met uitgespreide vleugels in het water.

Ik roep: kom dan hier en alsof hij mij verstaat komt hij met een laatste krachtsinspanning van het water los en gaat naast het kompas zitten.
Na een half uurtje schrikt hij toch van mij en vliegt weg, gelukkig richting land. Ik volg hem tot ik hem niet meer zie en hoop dat hij het land heeft gehaald.

In Bagenkop aangekomen om 15.45 staat er na een uur of twee een Bf 8 W en ik ben blij dat ik lig. Het blijft de volgende dag ook doorhuilen.

De oude veerhaven heeft plaats gemaakt voor mooie gekleurde appartementen
met een uitkijktoren op de pier, waar nu ook een toilet en een bakker is.

Het volgende trajekt voert naar het eiland Thuro ten oosten van Fynn, waar we 27 jaar geleden samen met de fam. Leppink op de camping hebben gestaan. Zij staan er nog steeds elk jaar en als ik op de fiets verschijn is het meteen meeeten en drinken in de keuken van de campingeigenaar. Een paar heel gezellige dagen.

Op de fiets naar het 4km verderop gelegen Svendborg en koop toch maar een nieuwe kaartenset.

Bij Marstal werd het nl. even onoverzichtelijk en rolde gauw de genua in om te remmen en de oude kaart te bestuderen.

Op weg naar Omo is het eerst dobberen. De log geeft niets aan, alleen de gps geeft wat stroom aan. Na uren bakken in de zon komt er wind en kan ik het Noorden van Langeland ronden. Ben uiteraard pas laat op Omo.

De volgende dag is de voorspelling NNW 5 tot 6 en dat is pal achter en ik moet een groot stuk zee over naar Vordingborg. Het wordt uiteindelijk een dikke 7 en de golven bouwen zich op. Voor de zekerheid het onderste luikschot erin.
Je kunt aan het sissen horen welke golf je probeert dwars te zetten en dat zijn aardige jongens. De genua moet wat ingerold anders kan ik hem haast niet houden.

Na de brug is de vaarroute naar Vordingborg niet zo goed aangegeven en met deze golven nog iets moeilijker. Het gaat allemaal goed en lig mooi met de kop in de wind.

Wordt vervolgd.

Groeten Bob Nieboer.