In het vorige verslag zei ik dat ik blij was dat ik niet in de hoofdplaats Ronne op Bornholm had gekozen, maar de volgende haven werd door overmacht Ronne.

Ik wilde naar Nexo aan de zuidkust van Bornholm, maar na een dag kruisen tegen een zwakke wind en toch steile golven was ik aan het eind van de middag nog niet verder als Ronne en als de GPS dan aangeeft dat de aankomst tijd in Nexo ver na middernacht zal zijn trek ik de motor aan en lig dan al gauw in de marina van Ronne.

Het is de avond van Duitsland-Argentinie. De Duitsers winnen met 4-0 en aangezien er veel Duitsers liggen is het getoeter vanaf de schepen oorverdovend.

Het blijft erg warm en toch wil ik naar Nexo en ga dus met de bus om de vlindertuin te bezoeken. Wel mooi maar na een half uur in die broeikas ben ik wel een paar kilo lichter geworden van het vochtverlies. Geen erg goede keuze dus.

Maandag 5 juli wil ik oversteken naar Polen. Om 6 uur word ik wakker van het vertrek van mijn Duitse buren en vertrek dan ook maar meteen.

Probeer te zeilen en de eerste uren kan de windvaan het net trekken. Daarna gaat de motor bij en blijft bij tot ik om 20.30uur in Dziwnow ben. Zeilen met de motor aan. In de verte zie ik 1 keer een vrachtschip, verder alleen op de wereld.

Dat nodigt uit tot onvoorzichtigheid dus installeer ik me languit in de zon en val in slaap totdat ik wakker schrik omdat er een containerschip vlak achter me langs vaart.

Een uur voordat ik bij de riviermonding ben wordt het zwart en daar ben ik niet blij mee. Gelukkig blijft het bij een regenbui.

Een eindje rivieropwaarts staat een man te zwaaien en te wenken. Het blijkt de douane te zijn die al schreeuwend over het water gegevens moet hebben.

De “marina”is zeer provisorisch en er kunnen maar een paar schepen in.

De volgende morgen word ik wakker van een heleboel bedrijvigheid rondom de boot. De vissers zijn vannacht binnengelopen en worden nu met man(vrouw) en macht gelost. De netten zijn met vis en al in de boot gegooid en nu (dus uren later) worden de vissen uit de netten gepeuterd en dat duurt de hele morgen totdat aan het eind van de morgen de kisten met (verse)vis door vrachtauto’s wordt ingeladen. Ondertussen staan er rijen mensen om vis te kopen.

‘s Avonds in een gelegenheid naar het Nederlands elftal gekeken samen met een paar Poolse jongens, die een paar woorden Engels kunnen.
Ze verstaan hier geen Engels en soms een paar woorden Duits. Een heel andere wereld hier.

Bij inspektie van de motor blijkt dat er bijna geen olie meer in zit terwijl hij anders nauwelijks iets gebruikte. Ik ga er maar vanuit dat door langdurig draaien + extreme warmte de olie dunner is dan normaal.

Er komt nog een Hollands jacht binnen en ga meteen bedelen om leesvoer. Ik ben al enige tijd door mijn boeken heen en kan nergens wat vinden.

Op een affiche gelezen dat in KamienPomorski Europese kampioenschappen Optimist zeilers zijn en besluit daar heen te gaan.

Om 12.00uur door de brug waar ik door de brugwachter op de foto wordt gezet.

KamienPomorski is een oud vestingstadje met een vestingmuur en een heel klein (vissers)haventje. Door de kampioenschappen is het een heel circus en het haventje ligt vol begeleidingsbootjes. Er doen ook Nederlanders mee en een van de meisjes wordt uiteindelijk 9.

De afsluitings ceremonie begint hoopvol met een defilé van de deelnemers met landsvlaggen. Dan echter beginnen de toespraken enz. in het Pools. Er komt weinig bijval uit het publiek tot ze beseffen dat niemand iets verstaat en dan wordt er met excuses een soort tolk ingeschakeld.

De volgende morgen is het circus vertrokken en is het doodstil. Tijd om te vertrekken naar Wollin. Er is 1 vaste brug en daar moet ik onderdoor kunnen.
Na een paar uur wachten voor de brug van Wollin in de hitte krijg ik een plaatsje aan een gammele steiger en achter een boei.

Ik kijk uit over het riviertje en aan de overkant een nagebouwd viking dorp.
Daar ik van de “Bosman”(havenmeester) de toezegging heb gekregen om de finale voetbal in het gebouwtje te kunnen bekijken blijf ik en besteed ik een deel van de dag aan het bezoeken van het Vikingen dorp. Naar opgravingen nagebouwd. Erg mooi.

Het voetballen bekijk ik in mijn eentje in een stikheet gebouwtje met een blikje warm bier. Zo is er echt niets aan en dan verliezen ze ook nog. Ik moet zelf afsluiten en de sleutel door het openstaande raam achter de tralies gooien.
Op weg naar Goclaw (voorstad van Szczecin) over het Zalew Scezecinski (Stettiner Hav). Goclaw uitgekozen omdat het een bewaakte haven is.
Het blijkt een haventje te zijn waar veel Berlijners hun mast opzetten of leggen. Achter het hek van de haven staan een reeks etagewoningen met hopen vuilniser tussen. De lucht van kolenstook blijkt voor mij een beetje nostalgisch.

Vanaf de ingang gaat een zeer oud trammetje naar het centrum van Szczecin.
De Bosman heeft ‘s-avonds en ‘s-nachts een pistool op zak en waarschuwt om ‘s-avonds niet in de buurt te gaan wandelen.

Onderweg heeft mijn autohelm (elektrische stuurautomaat)het opgegeven en na veel moeite en blijven vragen krijg ik van de Bosman een adres of zoiets wat hij op een briefje schrijft en moet bij de derde halte van de tram naar een bedrijfje. Daar zijn allemaal lugubere bedrijfjes zonder namen en straatnamen. Ik ga natuurlijk een verkeerde binnen en wordt onmiddellijk bedreigd door een bewakingsfiguur die zijn holster opentrekt.

Dat bevalt me niet en roep: “Do you speak English”. Antwoord:”No Russia”.
Ik duw hem het papiertje onder de neus en dan draait hij bij en wijst me zelfs de weg. Na nog een bewaker in gevechtstenue kom ik in een donker werkplaatsje en met een enkel Duits woord lijkt het voor elkaar te komen.
Kortom voor 250 Zloty (ongeveer Eur. 65) doet hij het weer.

Szczecin zelf is gewoon een redelijk moderne stad. Een groot verschil met de voorstad.

Met veel wind en venijnig korte hoge golven terug over het meer naar Swinousjcie (Swinemünde). Onderweg loop ik een scheur in mijn genua op. Shit.

De eerste indruk van de haven is slecht. Overvol, een blauwgroene stinkende laag op het water en een plaatsje aan een hoge kade zodat ik haast niet op de boot kan komen.

De volgende morgen is de stinkende laag weg en verhaal naar een drijvende steiger. Het ziet er heel wat beter uit . Het lukt me niet een zeilmaker te vinden en koop bij een winkel in de stad een rol “Sail Repair Set”. Waarschijnlijk al 30jaar oud want het plakt nauwelijks.

Dit is een mooie, moderne havenstad hoewel de armoede echt wel zichtbaar is.
Als ik mezelf op een kip van het spit trakteer bij een tentje en een gedeelte niet op kan, mijn neus in het servetje snuit en alles in de afvalemmer dump wordt deze meteen keurig opgehaald door een oude vrouw en uit het zicht geleegd.

Terug lopend door een stadsparkje zit dezelfde oude vrouw mijn restjes uit een plastic zak te eten. Mijn maag draait even om.

Volgens de pilot moet er in Gröslin in voormalig O-Duitsland tegenover Peenemünde een zeilmaker zitten.

Met weinig wind en de kleine fok vertrokken, maar dat is te weinig zeiloppervlak voor de mast zodat de genua met de geplakte scheur er op moet. Binnen een half uur zit de helft van de tape aan de zaling.

Dan breekt er een onweersbui los, die een paar uur aanhoudt met heel veel regen. En daarna wind, wel NNW. Kruisend tot het eiland Rügen duidelijk in zicht is en de kust van het eilandje Greifswalder Oie, met grote stenen onder water, vlak bij is, een slag terug en de rivier de Peene op, voorbij Peenemünde naar Kröslin. Onderweg zie ik de scheur toch wel groter worden.

Tot mijn verrassing is in Kröslin een grote jachthaven met inderdaad een zeilmaker.

Het is nu zondag en moet maar wachten tot hij morgen komt.

Wordt vervolgd

Bob Nieboer