De diesel moet op vol vermogen en haalt dan twee knopen SOG verschrikkelijk. De stroom en de wind maken verschrikkelijke golven de boot maakt smakkers en klappen op het water niet normaal meer, maar omdat het zo donker is kan ik de golven niet zien. Ik ben zo bang dat ik in dit geweld zonder brandstof zal komen te zitten dat ik de verkeersdienst van de Brandaris oproep en hun mijn zorgen meedeel. Zij zien het niet zo somber in, we houden U wel in de gaten zegt hij. Als ik in de verwarring met al die lichten de verkeerde lichten ga volgen zegt de marifoon ineens: “Waar wilt U heen?” Ik volgde de verkeerde lichten die vlgs. de kaart nergens heen leiden? Gelukkig neemt de wind wat af. Maar de invaart bij nacht is de eerste keer best lastig. De eerste boeien liggen zo dicht bij de kust van Vlieland dat je je afvraagd; is dat wel goed. Maar het begint nu lichter te worden. Als je vier dagen op volle zee zit en niet uit de kleren bent geweest verlang je naar een douche en een bed, meer nog dan naar eten.
Het is nu elf uur en de zon schijnt alles ziet er weer goed uit. Al met al was de kans om te zeilen een echte beloning. Ook al moest ik op het laatst reven. Twintig graden schuin vind ik wel genoeg. Brood heb ik niet meer, behalve een klein stukje keihard Noors brood, waarmee je iemand de kop kan inslaan. Maar ik heb nog beschuit en knäckebröd. Of vers brood halen hier in het dorp Vlieland mogelijk is weet ik niet, gewoon proberen dan weet je het. Maar die getij-stromingen hier maken het natuurlijk wel lastig. Met de bijboot zonder motor heb je geen enkele kans. Ik rust eerst maar eens lekker uit en dan diesel halen in Harlingen of in Ketelhaven ik zie wel.
Het ankerplekje achter Vlieland is een prima plek, goed beschut alleen is het jammer dat je in de kuip niet uit de wind zit (ligt) omdat de stand van de boot niet bepaald wordt door de wind maar door het getij. Het getij is sterker dan de wind. Het is zonnig weer maar de koele wind maakt het minder prettig. Als je de buitenboordmotor er bij hebt kun je wel het dorp bezoeken, maar roeien met die stromingen hier lijkt mij niet verstandig; je kon je boot wel eens niet, of met zeer veel moeite kunnen bereiken. Het blijkt dat je in drie dagen naar Noorwegen kunt zeilen of terug, maar gooi de dieseltank wel vol, want dat is de redder voor alle problemen. Omdat de diesel in Ketelhaven veel duurder is dan aan de autopomp en ik geen zin heb in nog meer sluispasages denk ik dat ik de boot wel bijvul in de thuishaven met de jerrycan, of een keer in Friesland of zo. Dit dagje rust had ik echt nodig. Jammer dat ik de mobiel niet bij me heb. Ton ik bel je wel bij de Wok Inn in de Roggebot. Morgen is het om 16.46 uur vloed, en ik denk 5h.15min. nodig te hebben om er te komen, dus als ik halfwaalf vertrek dan ben ik wel op tijd.

Noorwegen is echt heel mooi en er zijn natuurlijk veel mooie beschutte baaitjes, maar de rotsbodem daar maakt ankeren toch moeilijk. Je bent er meestal niet zeker van of het anker kan houden. Dat is in Denmarken beter omdat de bodem daar meestal van zand is. Een probleem in Denemarken is dat er zeer veel waterplanten groeien en die houden het vastgraven van het anker tegen. In Nederland heb je die problemen niet, daar is alleen het getij en de daarbij behorende stroming het probleem, en de diepte natuurlijk. Geschikte ankerplekken op voldoende diep water zijn schaars. Resumerend geldt natuurlijk bovenal: “Gedeelde vreugd is dubbele vreugd”. Veel dingen zijn niet echt leuk om alleen te doen, zoals uit eten gaan of een dansje maken enzo. Je wordt geheel op je zelf teruggeworpen; met het gevaar van eenzaamheid. Dat is de hoofdreden waarom je naar huis wilt, het ligt niet aan de Noren die zijn fantastisch, en behulpzaam en betrouwbaar.