Zouden we dan eindelijk een zeilrak hebben op weg naar de Hamble River? Volgens de weersvoorspellingen van gisteren wel, maar eenmaal op het water blijkt dat er maar een mager windje staat uit het westen.

Maar goed, het is prima weer, de zon schijnt en de korte broeken kunnen aan. Om 11.00 uur vertrekken we met het tij mee.
Met ons vertrekt blijkbaar ook de T45, want die komt ons achterop.

Richting Wight/Fishbourne kunnen de beide zeilen inderdaad op, maar al na een half uur valt de wind praktisch weg en valt onze snelheid terug op 2 kn. Wel wat anders dan de Hovercraft die even langs komt stormen (wat een kl..herrie maken die dingen toch!)
Tja, we zullen er zo wel komen, maar een keer is de stroom op en krijgen we met een forse tegenstroom te maken, zeker op de rivier.

Dus met tegenzin de motor maar weer bij. Ik heb het al eerder opgemerkt: het is hier hollen of stilstaan met de wind!
Om de riviermonding te bereiken, moet je eerst de Southampton Water op: de rivier voor alle zeeschepen die Southampton aan doen. Net als op het Noord-Oostzeekanaal komen er weer gigantische containerschepen op je af. We blijven dus mooi buiten de vaargeul, al zien we zeiljachten die het presteren om vlak voor zo’n reus zeilend het water over te steken!  De idioten!

Eenmaal de Hamble River op wordt het rustig, al liggen hier werkelijk duizenden jachten uit heel Engeland aan moorings, pontons of aan steigers in de marina’s. Zover het oog reikt zie je masten aan de linker en rechter oever. Hier betalen ze 3000 – 5000 pond voor een jaarlijkse ligplaats met onze scheepslengte! Als je aan een mooring ligt moet je je laten ophalen of wegbrengen met een watertaxi. Armoede!, maar hier in Engeland heel gewoon.

Wij willen zelf een ordentelijke plek hebben aan een steiger en kiezen voor Port Hamble Marina. We willen achteruit parkeren vanwege de wind, maar uiteraard gaat dit weer een fout en verlijeren we tegen de buren aan. Waarom verlijer je nu nooit eens tegen de steiger waar je wilt vastmaken? (later blijkt dat door de sterke rivierstroming (3-4 kn!) het lastig is om aan te leggen of weg te varen).
Afijn, om 14.00 uur maken we vast aan een nette zijsteiger. Net als alle havens die we langs de zuid-kust tot nu toe bezocht hebben is dit er alweer één behorend tot een vier-tot-vijf sterren marina. Maar de prijs is er hier wel naar: 33 pond voor een nachtje! Het wordt steeds gekker hier. Maar je hoeft hier gelukkig geen muntjes te verzamelen en te gebruiken voor walstroom, water of douches zoals in onze jachthavens. Dat is in Engeland steeds inclusief en dat is wel zo plezierig.

In de middag bel ik Henry Riley, destijds onze engelse vertegenwoorder van Thales. Gelukkig neemt hij op en blijken hij en Antonia vlakbij te zitten, op een boot van een vriendin even terug. Ze dachten al een hollands schip gezien te hebben en hadden gezwaaid.
Zelf hebben ze een Dufour30, de ‘Sparrowsong’. Nu ook aan een vaste steiger.

Een uurtje later landen ze per watertaxi op onze ponton en kunnen we ze bij ons aan boord verwelkomen. Een leuk en plezierig weerzien, na zoveel jaren na mijn pensionering!
Beiden zijn nog geen steek veranderd en valt er weer genoeg te kletsen. Henry blijkt nog steeds te werken, nu bij Diehl. Still going strong! Ook Antonia is nog steeds werkzaam als stewardess bij British Airways en zij vliegt toevallig samen met Henry morgen naar Vancouver. We hebben dus inderdaad geluk om hen vandaag thuis te treffen.

In de namiddag gaan we met hen mee naar hun huis hier in Hamble (het huis is een beetje in Victoria-stijl) en zetten we onze gesprekken voort in hun tuin onder het genot van een drankje. Ik  hoor weer wat van oude Thales bekenden waarmee Henry en Antonia nog regelmatig contact hebben, terwijl ik ze inlicht over onze S1850M ‘schransclub’.

Henry wil ons meenemen naar de plechtstatige Royal Southern Yacht Club voor een etentje, maar het is alsof de duvel er mee speelt: op maandag de keuken van de club niet geopend! We kunnen er nog wel een drankje krijgen.Waar hebben we dat meer met Henry beleefd? Ik herinner hem eraan dat dit hem bij mijn afscheid ook al is overkomen bij de Royal Airforce Club in London. Hij lacht wat, hij was het blijkbaar niet vergeten ….….:>)

We gaan nu naar de Victoria Inn, een pub waar we een uitstekende steak krijgen opgediend. Wat het aanbod en eten betreft is Engeland er blijkbaar toch op vooruitgegaan! Dat was tien jaar geleden nog wel eens anders (Fish en chips kon je krijgen…!)

We nemen afscheid van elkaar bij de haven. Het was leuk om elkaar weer eens te zien. We moeten van hen alle Thales bekenden van thuis groeten. Hierbij dus!