Beste watersporters.
Na lange tijd heb ik (nu samen met een kameraad) weer een bootje aangeschaft.
Het is een Polyester zeiljachtje van ongeveer 8 meter, een Pegasus 800.
Het oude dametje is uitgerust met een al even oud Volvo Penta dieseltje (MD5A, zonder gloeiplug) en een saildrive ook van Volvo (Type 110S)
2 Weken geleden op 1 t/m 4 april hebben we de oude dame van Krommenie, over de Zaan, Noordzeekanaal, Het IJ, Markermeer, IJsselmeer, Ketelmeer, IJssel, en Twentekanalen in bijna 4 dagen tijd zeilend en op de motor naar de Jachthaven in Almelo gevaren. Een hele onderneming zo’n onbekende dame samen met m’n kameraad naar hier te halen. Maar het zeilvirusbloed stroomt waar ‘t niet gaan kan!
Een prachtige belevenis om na zo lange tijd zelf weer eens te zeilen.
De tocht begon met wat grauw weer op de Nauernasche vaart, een stukje noordwaarts langs een typisch Hollands windmolentafereeltje, tot we daarvoorbij de Zaan af konden zakken. Halverwege de Zaan het eerste zeil (Genoa) gezet, om het dieseltje een handje te helpen. Verder tot aan het Noordzeekanaal. Vandaar west richting het IJ. Op het IJ was het een drukte van belang, een druk bevaren plas: rondstuivende draagvleugelboten, heen en weer pendelende veerboten, de drukke vrachtvaart, en ons zeilbootje met -nog steeds- slechts de fok op, en het dieseltje aan (inmiddels wegens toenemende windkracht op standje stationair). Een leuke ervaring om zo dicht achter langs Station Amsterdam Centraal te varen. Dan zien we eindelijk de contouren van de Oranjesluizen aand e grauwe horizon opdoemen. We krijgen allebei een gevoel van “Daarvoorbij hebben we de tijd aan onszelf, en ligt het wijde water voor ons open!!!”
Eenmaal door de sluizen overvalt ons zoiets van “In Durgerdam is het tijd om te stoppen”, een stevige warme prak (opgewarmde macaronischotel, uit voorzorg door onze vrouwtjes voorbereid.) , een wandelingetje, een biertje, en nog eentje, en dan in de zak tot de volgende morgen.
De voorgenomen douchebeurt bleef uit, omdat het sanitair nog niet erg toegankelijk was voor passanten, en een jachthavenmeester om ons te wijzen was nog nergens te bekennen.
Als we de volgende morgen wakker worden, priemt de zon al door het half openstaande (dat moet wel met 2 stinkerds aan boord…..) schuifluik. We beginnen de dag met een stevig ontbijt, en een strakke bak koffie. Gevoel van haast hebben we niet, want voor een dergelijke reis moet je nou eenmaal goed uitgeslapen voor de dag komen, anders maak je brokken.
Na het ontbijt frissen we ons met een handje water nog wat op, en zetten we alvast het grootzeil (dat aanmerkelijk kleiner is dan de genoa) op de mast, want met dat kleine zuchtje wind moet je wel alles uit de kast halen om er nog een knoop extra uit te persen, we hebben nog een lange tocht voor de boeg.
Na lang aanhoudend doorstarten (bekend bij diesels zonder gloeiplug) begint de diesel te pruttelen.
De trossen los en,……….daar staat de havenmeester!! : “Ken ik effe vange???” We reageren wat geirriteerd “En waar konden we ons dan wassen en douchen???”
Nou gewoon even melden bij het gesloten hek waar op staat geschreven “Uitsluitend voor IJ-leden!…..”
Hij bracht ons uit coulance een hele Euro in mindering, en moesten er nog zeven betalen.
Maar dan klieft onze boeg eindelijk het Markermeer in tweeen, en zijn we vanwege het stralende weer die sores alweer vergeten.
We heffen ons lijflied (bekend van onze eerdere tochten) aan: “Allen die willen te kaap’ren varen, moeten mannen met baarden zijn! Jan Piet Joris en Corneel…….!!”
We hebben geen werkend log aan boord, maar met een eenvoudig GPS’je van Garmin (E-trex) waren we in staat onze snelheid en coordinaten uit te peilen.
Daarnaast hadden we met een “gewone TOMTOM” (ja lach maar!!…..maar voor ons werkt ‘t, in samenwerking met ‘t kompas) enig zicht op onze locatie. Nou ja erg moeilijk was de tocht ook niet, maar voor ons beginnelingen blijft zoiets (varen waar je nog nooit geweest bent) toch wat spannend. Het water lijkt alleen voor ons te zijn, een passerend schip mag een incident heten. Na een lange (ietwat te rustige) zeiltocht krijgen we in de verte de skyline van Lelystad in ons vizier. We pakken de kaart en de verrekijker erbij. Een beetje lastig te herkennen: moeten we stuurboord of bakboord (dat is vak-jargon!) langs die landtong???
(Als we ervoorbij zijn blijkt dat beide mogelijk is…..). We wachten op onze beurt om geschut te worden, en nemen nog een broodje…of twee…. Eindelijk, groen licht op de Houtripsluizen en we varen langzaam naar binnen, de sluitende sluisdeuren lijken ons te wenken : ” Schiet eens wat op met die schuit!!” We gooien voor en achter een touw om een bolder,….nou we zijn er klaar voor,….schutten maar,……tot onze verbazing openen (nauwelijks gezakt of gestegen ???) de volgende sluisdeuren zich. We zijn er alweer uit, en het IJsselmeer ligt voor ons! Het weer blijft goed, en de wind neemt toe in kracht. We zetten koers naar de Ketelbrug. Vootgestuwd door een inmiddels krachtige zuidwester komen we nog bij volop licht bij de Ketelbrug aan. Met een onbestemd gevoel van past ie wel of niet onder de gesloten brug, besluiten we te wachten tot de brug geopend wordt. De Ketelbrug achter de rug besluiten we dat Kampen hoe dan ook onze einbestemming voor de dag zal zijn. (Dat valt dan ook mooi samen met het feit dat onze vrouwen die dag samen in Kampen winkelend hebben doorgebracht, om ons zodoende daar op te wachten.)
Na de tocht over Marker- en IJsselmeer doet de uitloper van het Ketelmeer naar de monding van de IJssel wat saai aan, te meer omdat we die route al kennen van de overtocht van onze vorige boot.
Maar niet gezeurd, de tanden erin, en stroomopwaarts dieselend, de zeilen nog uit om elk zuchtje van de inmiddels stilgevallen wind volledig uit te buiten, komen we in de schemering Kampen binnenvaren.
Op de kade zien we plotseling twee zwaaiende zeemeerminnen: Onze vrouwen!! Daar zijn ze!! Ze hebben tot het uiterste gewacht om ons te zien, het winkelen waren ze allang beu. Ze hebben na een lange dag winkelen met z’n tweeen zeker een uur in de auto zitten wachten op ons! Nadat we hebben afgemeerd in de pittoreske jachthaven van Kampen, volgt een innige omhelzing, en worden we beloond met presentjes: Een kleine reddingsboei met het opschrift :”Welkom” en een porseleinen vrouwenfiguurtje met een te dikke kont om verliefd op te worden; een soort “vergeet mij nietje”.
We maken een kleine zoektocht naar een restaurantje en eindigen bij de Griek. Na een verkwikkende maaltijd nemen we weer afscheid en gaan beide dames weer huiswaarts.
We wandelen voldaan terug naar de Pegasus, keuvelen aan boord nog wat na, drinken nog een biertje en maken aanstalten om te gaan slapen. Dan laait naast ons op een meters hoog glanzend motorjacht een feestgelach op! KOM NEEM ER NOG EEN schalt het tussen de middeleeuws aandoende haven muren. Wat geergerd reageren we maar matig, en laten weten dat we willen slapen.
Maar volgens het motto: ” IF YOU CAN”T BEAT ‘M,,..JOIN ‘M” trek ik nog een blikje los en schenk voor m’n maat nog een cola in. Men verhaalt erover dat de botenhandel onder een half miljoen totaal stil ligt, maar boven een miljoen is er meer dan ooit een levendige handel. (Het zal wel, denken we met ons scheepke van nog geen 5000)
Dan wordt ‘t toch nog wat eerder stil dan we verwachtten! (Of leek dat alleen maar zo, en kregen we niet alles meer mee?). we kruipen na tandenpoetsen weer in de zak en vallen in een diepe slaap.
De volgende morgen zijn we weer op tijd wakker, de brug in Kampen wordt vanaf 09:00 uur bediend en om 08:45 uur liggen we al voor de brug te dobberen.
Klokslag 9 wordt de brug geopend, en beginnen we aan het volgende stuk van onze reis: Eindbestemming voor de dag: Jachthaven Deventer: met als taken: Tanken, mast-strijken, eten (indien mogelijk poepen) en slapen. Maar voor het zover was moesten we nog wat bruggen nemen. 1 van de bruggen (vaste brug voorbij Kampen) zou kritisch zijn voor staande mast. plan van aanpak: ” Centimeter voor centimeter de mast onder de brug varen en bij “contact” onmiddellijk gas eraf en afdrijven….. Zogezegd zogedaan ging alles goed, totdat een dikke moer in de brug lager bleek dan het windvaantje hoog was. De windvaan lag plotseling in stukken in de kuip, nou ja!…da’s dan een clearance van tenminste 20 cm: dan maar volgas eronderdoor! De overige bruggen waren daarmee geen probleem meer. tegen het eind van de dag bereikten we Deventer en zochten een vrije steiger uit. We warnden een flinke pan met boerenkool en worst op, en deden ons er tegoed aan.
Daarna even bijkomen, en vervolgens de maststrijkinstallatie optuigen. De maststrijk installatie was een zelgemaakt exemplaar, maten geschat vanaf de foto’s van de boot. De mast werd neergehaald alsof het dagelijks werk was: alles paste, en het werkte als geplanned. Bij gebrek aan vertier op de kade (daar was het nog te vroeg in het seizoen voor…) kropen we weer onder de wol, om ‘s-morgens weer vroeg te kunnen starten. Onderweg op de IJssel heb je alle tijd om allerlei berekeningen uit te voeren over hoe laat je Eefde wel niet zult bereiken. Ze komen echter geen van allen uit. ‘t wordt zowieso later dan geplanned.
Halverwege Deventer / Eefde werdenb we langszij gevaren door de rivierpolitie, die ons erop attent maakte dat we wel wat dicht naar het midden voeren, en dat dat niet de bedoeling was. (Voor ons was dat wel zo, want we zochten de plekken met de minste stroming op,….elke knoop is er eentje) We verontschuldigden ons en bl;oofden beterschap. na het overhandigen van een een Folder ” Veilig varen op de IJssel,..Dat doe je samen.) maakten ze zich met een benijdenswaardige snelheid stroomopwaarts uit de voeten. Tegen vieren bereiken we Eefde, en moeten eerst wat vrachtvaarders voor laten gaan bij de sluis. Maar dan zijn ook wij aan de beurt. Zo,….dat is nog eens schutten, daar kunnen ze in Lelystad nog wat van leren!!! eenmaal door de sluis begint het meest saaie stuk varen van de hele tocht. Onderweg doen we ons tegoed aan koffie, koeken en frisdrank,…er lijkt maar geen eind aan te komen met ons 7.5PK 1-cylinder motortje. Onderweg op het Twentekanaal bellen we met de Jachthaven in Almelo of we daar mogelijk nog terecht kunnen later op de avond. De havenmeester licht ons in dat we 24 uur van tevoren hadden moeten bellen, en verwijst ons door naar AWV verenigingshaven, dat moet lukken volgens hem, en geeft ons het telefoonnummer.
Wel zegt hij, bel even terug als het niet lukt. Dat met name gaf ons de indruk, dat ie ons dan zou matsen. Maar goed we hebben gebeld met AWV, en konden er terecht, we zouden dan de volgende dag de reis moeten afmaken, terwijl we eigenlijk al bij de open haard dachten te zitten. Toch nog even zielig teruggebeld…met de Havenmeester, en die bleek van goede wil!! Afspraak: Om 20:00 uur bij de Dollegoor brug, dan zullen we de bruggen opnenen, en jullie een vrije plek in de jachthaven toewijzen. Verdere verloop van de reis is langdradig, maar liep als een Zwitsers uurwerk.
Met dank aan de Havenmeesters in Almelo!!
Nu wat praktische vragen:
We hebben de boot gekocht met de wetenschap dat de Saildrive te wensen overlaat.
Voor het wegvaren hebben we de olie op peil gebracht.
Bij het later peilen zakt de olie in de Saildrive niet, maar stroomt een beetje over en heeft een melkwitte kleur (watervervuiling???)
Wie kent dit probleem?
Kan de saildrive- olie vauit de kuip (liggend in het water) ververst worden? (leegzuigen of zo?)
(We willen gedurende het seizoen nog wat zeiltochtjes maken, en willen de olie daarvoor verversen)
Kunnen we nog een zeiltochtje wagen of moet ie er zo snel mogelijk uit?
Follow Us!