Ook vandaag moet je op zee niet zijn en boeken we opnieuw een nachtje gastvrijheid bij de havenmeester.
We pakken de “plooifietsjes” en proberen aan de westzijde van de stad, voorbij alle havens, een stuk strand te vinden. Even lekker uitwaaien was de bedoeling. Nou, dat blijkt een hele grote vergissing te zijn. Daar bevindt zich – bijna tot aan Calais – alleen maar zware industrie. Het is er rommelig, smerig en het stinkt er dan ook enorm. Ook veel oud ijzer, zoals deze verlaten veerboot.  Er is dan ook geen enkel fietspad te bekennen en de auto’s razen je met 70 km/uur voorbij. Levensgevaarlijk en onverantwoordelijk om door te gaan.

Het strand en de boulevard blijken zich aan de oostzijde te bevinden en dat mag er zijn!  Daar kan Scheveningen nog een puntje aan zuigen! Geen ordinaire tent aan tent op het strand, maar nette gelegenheden en terrassen achter de kilometers lange boulevard (en geen autoverkeer), zodat het brede strand en de zee voor iedereen goed bereikbaar en zichtbaar is. Het is een genot om daar op één van de vele bankjes plaats te nemen en te kunnen uitkijken over de zee!
In dit gedeelte van Duinkerken zijn er wel fietspaden, maar of de Fransen of Françaises fietsen…..? We zien er hier niet veel van.