Gisteren de Windguru nog gecheckt, vanmorgen nog eens extra a.h.v. de US- en ZyGribfiles: de wind zou onder de kust ZW 3 /4 blijven met windstoten van 5 Bf. Moet te doen zijn. In het begin wordt het motoren, daarna vlak langs de cliffs misschien een zeilrak.

Om 10.15 uur starten we de motor. De  buren komen verwonderd vragen waar we naartoe gaan. Zij blijven nog een dag liggen vanwege waarschuwingen voor windkracht 6. Maar morgen wordt het helemaal een slechte dag en – als gecertificeerde meteoroloog (een workshop van Zilt weerman Henk Huizinga gevolgd….) – vertrouw ik op mijn eigen analyse en vertrek. Om 10.30 uur worden we geschut en we zijn om 11.00 uur op volle zee. De koers is pal ZW dus tegen de wind in. We hebben na een half uur de stroom al mee. De wind is inderdaad matig. De golven zijn te doen en de snelheid is al gauw 5.5 kn. Het gaat eigenlijk prima zo.

Waar we gisteren gewandeld hebben varen we nu aan de zeezijde voorbij. Stonden we al op met een licht regentje, nu daalt er af en toe een bui op ons neer. Boven het land is het al helemaal zwart. We zijn echter met onze zeilkleding goed beschermd en een bui deert ons niet zo.

Als we Beachy Head bereiken en een stuk oostelijk moeten gaan varen, zetten we het grootzeil (2e rif, dat wel) bij als steunzeil, want het is nog steeds een motorrak.
Op die hoek staat plotseling meer wind en neemt ook de golfhoogte toe. De wind is geen 3 /4 meer, maar 5/6. Het wordt aan boord wat onstuimiger allemaal. De wind en de golven komen iets schuin voorin, waardoor het zeewater regelmatig over dek, in de kuip en dus over ons heen komt.  Regelmatig pikken we paaltjes, dwz. maken we met het voorschip klappen op het water.  Echt leuk varen is dit niet meer, alhoewel de boot zich verder prima gedraagt en goed bestuurbaar blijft. We zorgen wel voor een koers waarbij het grootzeil vol blijft staan, al raken we daarvan een beetje van onze route af.

We hebben een waypoint gezet op een markant punt op onze route: daar waar we door de Greenwich Mean Time (GMT) meridiaan varen (00º 00´000¨W). We zien op de GPS-repeater buiten op het juiste moment onze positie inderdaad door de meridiaan gaan. Weer een memorabele mijlpaal in onze zeilhistorie!

Een paar uur voordat we Brighton in zicht krijgen gaat het nog harder waaien. De wind gaat van ZW tot W  6 /7 en de golven bouwen zich nu snel op naar 2 – 3 meter. Ook geen wonder want hier krijgen we ook de meeste stroom mee ( 1 kn). We krijgen  nu helemaal veel water over en we hebben moeite om de ogen vrij te houden van het zoute water.
Nee, dit hoeft van ons niet meer en we verlangen naar de veilige haven.

En die komt er uiteindelijk ook: Om 14.30 uur bereiken we de pieren van Brighton. De westelijke wind en de oostelijke stroom vergen heel wat stuurmanskunst om de pieren heelhuids binnen te varen, maar het lukt prima. Nog wel met het grootzeil op, varen we de Marina binnen, bekeken door vele schippers binnen in hun kajuit, waarschijnlijk met de opmerking: wie zijn die idioten die zich buiten hebben gewaagd?….. Als we het zeil hebben geborgen, de fenders hangen en de lijnen gereed zijn kunnen we ons wagen aan het afmeren aan een steiger aan lager wal. Met die storm op de kont is dat een heel waagstuk. Gelukkig komen er twee havenmeesters en een aantal schippers aanhollen om ons te helpen de boot op te vangen. Om 15.00 uur liggen we vast en kijken elkaar aan: als we dit van tevoren hadden geweten, waren we zeker niet vertrokken.
Een paar uur later zijn we een beetje van de spanning bekomen en kunnen we er ook nog wel een beetje positief over zijn: de boot gedraagt zich goed, de bemanning kan het ook wel aan, maar er waren momenten dat het te spannend was en niet leuk meer was. Liever dus geen herhaling!

De rest van de dag blijft het buiten maar stormen en liggen we aan de buitenkant behoorlijk tegen de steiger aan te rollen. Morgen toch maar een ander plekje vragen.

Noot van Marianne: Nee, liever geen herhaling van een tocht als deze! De bemanning kan het goed aan en geeft gelukkig veel vertrouwen, maar de bevrouwing was toch niet zo dapper meer……

Naschrift:
In een boek van Gordon Kent, “Peacemaker”, las ik net een fraaie zinsnede die onze zeiltocht van vandaag zo treffend omschrijft:
“De hemel zag er guur uit, en een rauwe, vochtige wind blies langs het dek. Het stuifwater, dat door de boeg omhoog werd gegooid, sloeg vervolgens over het dek neer. De boot gleed als een soort speelgoedbootje door de golven, om het ene moment door een golfkam omhooggetild te worden en vervolgens weer met een klap in een golfdal te verdwijnen.

En zo was het!