Dag 106: Dinsdag 6 september 2016

De hele dag noordenwind gehad, dus halve wind: ideaal. Maar nu,  om 20.00 uur, noordwest, dus pal achter, het kan niet mooier. Ik ben nu bezig met de oversteek van een grote golf: de Golfo di Patti. Aan de overzijde van de golf ligt de stad Milozzo en daar is een anker mogelijkheid. Er hing een enorme regenwolk, die zelfs een waterhoos veroorzaakte, maar op een paar druppels na, kwam de hoosbui in de bergen naar beneden en verscheen hier weer snel de zon.

Dag 107: Woensdag 7 september 2016

Het is 00.15 uur en ik lig geankerd net buiten de haven van Milozzo. Milozzo heeft een grote haven, maar aankomen bij nacht blijft moeilijk. Even wat eten douchen en slapen. Morgen zien we wel verder. Ik heb in ieder geval melk nodig, dat vliegt er doorheen.

Ik heb ontbeten met het laatste restje water dat ik nog had, dus ik moet boodschappen doen. Water, melk, fruit en een stukje kaas, als dat lukt. Er is hier een strandje, dus naar de wal roeien lijkt niet zo moeilijk en een gastenvlaggetje van Italië heb ik ook niet. In Spanje had iedereen een Spaans gastenvlaggetje en hier niemand. Misschien doen ze hier niet aan die traditie.

Inderdaad, een gastenvlaggetje kun je hier niet op de kop tikken, maar boodschappen gelukkig wel. Dat het hier slecht weer is, is duidelijk. In het koffie-restaurant lag een Italiaanse krant: Gazzetta del Sud, waarin de waterhoos wordt genoemd, en dat veel mensen er bang van waren. Het was in de Golfo di Patti en daar voer ik juist ook toen die zware bui los barstte. Ik heb de krant meegenomen, maar hij is nat geworden omdat een brandingsgolf de dinghy overspoelde, juist toen ik alles erin had gezet. Ik hoop dat de krant netjes opdroogt.

Het is nog altijd slecht weer met zeer zware buien, maar gelukkig net steeds een klein beetje verder dan waar ik ben; voornamelijk in het kustgebergte. Met de krant komt het wel goed. Uit het weerbericht in die krant blijkt dat het hier alle kanten uit waait, maar ja, Italië is groot. De buien en het slechte weer gaan niet helemaal aan mij voorbij. Ik krijg een plensbui op de boot die al het zout van de ruiten wast. De wind is naar het oosten gedraaid en dan is de beschutting hier weg. Daardoor liggen alle boten hier enorm te schommelen, terwijl het vannacht zo rustig was. Ik hoop dat het weer snel verbeterd, al is het wel zo dat de wind die in zo’n bui zit, voor hoge vaarsnelheden kan zorgen.

Pech blijft mij achtervolgen, ik moest de boot iets verleggen omdat ik te dicht bij de vaarweg lag. Dat kwam omdat het donker was toen ik aankwam. Normaal geen enkel probleem, maar de ankerlier doet het niet. Ik hoor hem wel schakelen, maar er gebeurt niets. Dus anker lichten met de genualier en een andere plek zoeken dichter bij de wal. Maar daar liggen veel andere bootjes onverlicht en het is inmiddels donker. Het is ook rot weer, constant regen en dat maakt het moeilijker omdat ik door mijn bril niets meer kan zien. Dus weer een probleem dat het gevolg is van het knoeiwerk in Cuxhaven!

Iets anders: ik heb een Italiaans gastenvlaggetje gekocht en de mensen van die winkel kunnen misschien ook voor gas zorgen. Ik ga er morgen met de lege fles heen en hoop er het beste van.

De overtocht naar Griekenland is 500 Nm, dus minimaal 5 dagen continu varen, en dan moet alles mee zitten, de wind en zo. En nu komt het gedoe met de ankerlier er nog bij.

Dag 108: Donderdag 8 september 2016

Om 8.00 ging de nautische winkel open en stond ik er om 10 voor 8, met de lege gasfles. Om 10.30 kan ik die gevuld weer ophalen. Op de weg terug naar de boot werd ik overvallen door een hevig noodweer. Het regent niet normaal meer: een wolkbreuk en geen schuilmogelijkheid. Dus ben ik gewoon naar de boot geroeid en heb de natte kleren opgehangen. Nu wil ik nog kijken of het lukt de motor van de ankerlier uit te bouwen, want ik denk dat dat de oorzaak is.

Ook de accuspanning is weer veel te laag maar de bui duurt voort en ga ik dus niet naar buiten om de motor te starten. Maar ook die narigheid gaat voorbij. De motor van de ankerlier uitbouwen kan alleen door de hele lier uit te bouwen, De levertijd voor een nieuwe motor is 5 dagen. Maar ik heb haast, dus ik ben vertrokken. Tijdens de oversteek heb je geen ankerlier nodig. Er was voldoende wind in de goede richting, dus gaan.

Dag 109: Vrijdag 9 september 2016

Diverse malen heb ik je proberen te bellen, Ton, het is niet gelukt. Nu om middernacht heb ik de straat van Messina achter mij liggen. De Italiaanse kust is nog dichtbij, maar de afstand tot de middelste kaap van de Peloponesos is nog 335 Nm. Ja, het Raymarine systeem doet het weer, alleen de bootvorm op het scherm vaart achteruit en de stuurautomaat heeft een fout van 180 graden, heel raar allemaal.

Intussen is het ochtend. Vannacht geen wind, dus dobberen en nu , 08.45 uur, nog altijd geen wind. Eigenlijk is er heel weinig wind, maar die staat pal tegen. Op de motor met SOG 5,6 knopen is het tot die middelste kaap 56 uur en 20 min. Varen. Dit lijkt dus op de oversteek van de golf van Biskaje. Toch hoop ik dat er wind komt uit een bruikbare richting.

Met het verlaten van Italië is ook het slechte weer verdwenen. Van de Etna vulkaan heb ik niets gezien. Er lag een zwaar en dik pak wolken op. De straat van Messina is breed, kort en niet zo heel erg druk. Er passeerden twee vrachtschepen en een tweemast jacht  en ikzelf natuurlijk. De zeekaart heb ik nu niet nodig. Het is overal diep tot zeer diep, zo’n 2000 m. Het weer hier op zee is onbewolkt, dus volop zon. Het is rond 13.00 uur gaan waaien, maar zeer zwak. De windmeter blijft op nul staan, toch maak ik 1,6 tot 1,8 knopen door het water, d.w.z. ongeveer 2 knopen SOG.

Ik heb tot nu toe 78 Nm afgelegd gerekend vanaf de uitgang van de straat van Messina. Maar het gaat om het etmaal gemiddelde en dat bereik ik morgenochtend bij zonsopkomst ca. 06.00 uur. Meer dan 100 Nm is zeer welkom. De boot blijft op koers met 2 á 2,5 knopen. Het is irritant langzaam, maar alles op de motor, durf ik niet omdat ik bang ben dat de brandstof daarvoor niet toereikend is. En dan ineens begint het te stormen: 25 knopen wind, 6 Bft. Het is zo heftig dat ik besluit het grootzeil te reven. Het stond nog vol uit, omdat dat bij geen wind geen kwaad kan. De genua was ingerold en voor het evenwicht zet ik ook wat genua. Het windveld hoort bij een zware onweersbui die lichtflitsen en regen geeft. Maar het is van korte duur, kort maar hevig. Dus is er nu weer weinig wind, ongeveer 7 knopen, maar dat leidt tot 2 knopen vaarsnelheid. Ik denk dat dit nog verder afneemt en dan is het weer de Diesel die het moet opknappen.

Dag 110: Zaterdag 10 september 2016

Vannacht alles gezeild met gemiddeld 1,5 á 2 knopen, maar nu, 06.30 uur, moet het weer op de motor, anders kom ik er nooit.

Oversteek Ionische zee, tussen de Straat van Messina Italië en de Pelopennesos Griekenland:

Uitgang Straat van Messina: 8 september 21.00 uur. (15* 55′ Oost)
100 Nm 9 september 21.30 uur. (17* 15′ Oost) Gedeeltelijk gezeild
200 Nm 10 september 16.00 uur. (18* 55′ Oost) Geheel op de motor
300 Nm 11 september 07.15 uur. (20* 35′ Oost) Geheel op de motor
366 Nm Pylos: 11 september 17.00 uur. (21* 41′ Oost) Geheel op de motor

Ik hoop dat de brandstof voorraad voldoende is voor de hele oversteek. Helemaal geen wind is niet waarop ik gerekend had. Ik ga niet naar Porto Heli, maar neem de eerste haven die ik tegen kom, dat is: Pylos (36* 55.072′ N  21* 41.051′ O). En zo ga ik weer de nacht in. De wind is constant west 3,6 knopen, veel te weinig om er iets mee te kunnen doen. Wind mee is leuk maar dan moet het wel iets meer zijn. Deze wind kan de boot niet inhalen als hij op de motor 5,5 á 6 knopen vaart, dus geeft het systeem constant ‘wind apperent’:  0,0 kts.

Dag 111: Zondag 11 september 2016

Weer een nacht op zee en ja, ook de Ionische zee is groot water. De overtocht waarden heb ik bij elkaar gehouden, beter voor het overzicht. Een voordeel van op de motor varen is dat er genoeg stroom is voor alles. Ook de magnetron kan ik gebruiken om de ingevroren maaltijd en water voor de koffie te verwarmen, enz. Een nadeel zijn de kosten van brandstof, maar alleen zeilen zoals vroeger kan niet meer, dat kost zeeën van tijd. En zonder de motor houd je de accu’s niet op spanning met een koelkast, diepvriezer, magnetron en elektronische navigatie, etc.

Er is nog steeds niets van Griekenland te zien. Geen rotseiland, helemaal niets. Als er geen GPS zou zijn, zou je aan jezelf gaan twijfelen.

Een eerste glimp van Griekenland gezien om 10.15 uur, afstand tot de kust 46 Nm. Om 17.00 uur was ik afgemeerd in Pylos, achter een groot (56 voet) jacht dat door Duitsers gehuurd was. De baas nodigde mij uit om een blikje Duits bier met hen te drinken, gezellig. Wij mogen er voor de nacht blijven liggen. Dus morgen opzoek naar de havenmeester om een en ander aan de weet te komen. Ik heb ook diesel kunnen tanken vanuit een tankauto. Het is hier een mooie beschutte baai. Dat komt omdat er rotseilanden voor de ingang liggen die de deining van de zee tegen houden.

Als de haven van Pylos niet te duur is, is dit het eindpunt van deze reis (trip).

Resumerend:
Er zijn heel veel vriendelijke en behulpzame mensen, ook de politie was uitstekend, vooral toen mijn anker verloren ging in Portugal. De haven autoriteiten zijn minder, het winstbejag ligt er te dik bovenop, vooral in Portugal. In Spanje was dat veel beter. Over Italië kan ik niet oordelen, ik heb daar alleen geankerd. Men zou de belangen van de vaarders zwaarder moeten laten wegen. Het Engels kanaal blijft de zwaarste beproeving. De Middellandse Zee is relax en ontspannen, er zijn twee dingen die mij niet bevallen.

1- Er is te weinig wind.
2- De afmeermethode hier, bevalt mij niet, omdat hij voor iemand alleen bijna niet is uit te voeren. Je hebt altijd hulp nodig (meestal krijg je die ook wel).

Maar laat ik niet teveel vooruitlopen op wat komt.  Ik ga heel graag weer terug naar mijn lief Tonneke.

Dag 112: Maandag 12 september 2016

Al de hele morgen probeer ik Ton te bellen, zonder succes.

De haven van Pylos is gratis, maar ik moet € 100,00 betalen voor een goede bevestiging aan de zware verankerde ketting die op de bodem van de haven ligt. Daarvoor wordt mijn eigen ankerketting gebruikt. Ik heb intussen het anker verwijderd omdat die niet nodig is. De duiker vraagt € 450,00 om de boot in de winterperiode in de gaten te houden. Hoe veilig dat allemaal is in verband met mogelijke inbraak, dat kan ik niet inschatten. Komende woensdag kan ik de boot naar de ligplaats brengen. Het is hier een kleine marina direct naast het dorp.

Ik weet niet of het mogelijk is hier een wasje te draaien. Als dat niet kan moet de vuile was mee naar huis. Ik overweeg om zelf de was te doen, de spullen te laten drogen en mee naar huis te nemen. Alles staat nu in het teken van de naderende thuisreis, waar ik naar uitzie. De douche heb ik schoon gemaakt, de wc-ruimte komt morgen, het opruimen van de kajuit komt als laatste aan de beurt.

Het was mooi, soms spannend, besef ik nu pas. En wat anderen ook beweren, de Middellandse Zee zelf is een makkie. Ooit moet ik weer door het Engelse kanaal, maar dan heb ik waarschijnlijk de wind mee, omdat die meestal west is. Die westenwinden zijn eigenlijk ook passaatwinden.

Van de aanmeergewoonte hier, heb ik geen goed gevoel, maar naar men zegt: álles went. Het spannendste stuk was tussen Ria Vigo en Aveira swamp (moeras). Het zwaarste, de motorvaart naar Le Havre, recht tegen de wind in. Met hoge golven en golfdalen ten gevolge van wind tegen stroom, dat laatste is het ergste wat je kunt meemaken. Maar toch is het leuk er aan terug te denken, maar het plat gooien van de boot in het kanaal is zeer beangstigend als je er aan terug denkt. De klappen waren zo hard dat ik soms dacht: de boot kan wel breken en wat dan, want ik wil mijn Tonneke heel graag terug zien.

Dag 113: Dinsdag 13 september 2016

De douche en het toilet heb ik al schoongemaakt, de kajuit komt morgen aan de beurt, en dan een was doen, laten drogen en vertrekken. Ik besef nu pas goed hoe erg ik mijn Tonneke mis. Er kwam een groepje mensen 2 mannen en 2 vrouwen die vroegen of ze een foto mochten maken met hun op de boot, ik zei ja hoor, doe maar. En ze maakten een foto met de vrouwen achter de stuurstand en liggend op het dek.

Dag 114: Woensdag 14 september 2016

Vandaag komt Niko van het duikcentrum om de boot met een harpsluiting vast te maken aan een zware ketting die op de bodem van de haven ligt. Daarom heb ik mijn anker verwijderd. Hij heeft alleen de ketting nodig om de boot vast te leggen. Ik ga schoonmaken en inpakken.

Dag 115: Donderdag 15 september 2016

Om 07.30 uur komt Niko mij met de auto ophalen om mij naar de bushalte te brengen. Doordat het in Griekenland 1 uur later is dan bij ons, kom ik nog bijna te laat. Dan begint de lange busreis naar Athene, eerst naar Kalamata, langs vele bochtige wegen en daarna langs de snelweg naar Athene. Voor Athene was er nog een stop. Ik dacht dat het een koffiestop was en stapte uit. Maar het was geen koffiestop, alleen om een paar passagiers te laten uitstappen en de bus reed gelijk weer weg. Wat nu? Gelukkig gaan er veel bussen naar Athene en ik mag met de volgende bus mee rijden, nadat ik het heb uitgelegd.

Op het busstation in Athene vind ik mijn bagage weer terug en ik besluit met de stadsbus naar het vliegveld te gaan. Maar ik heb teveel overgewicht bij me en de ene plaats die er nog was is mij te duur. Dus wil ik terugkeren naar het Atheense busstation en ik stap in de eerste stadsbus die ik zie, in de veronderstelling dat die allemaal naar het busstation gaan.

Op het eindpunt van die lijn meld ik mijn vergissing bij de chauffeur, die een briefje schrijft in het Grieks voor zijn collega van die andere bus. Zo verlies ik veel tijd, maar kom ik uiteindelijk wel in de nachtbus naar Igomenitsa. De vele bochtige wegen neemt deze chauffeur met het grootste gemak.

Dag 116: Vrijdag16 september 2016

Bij het licht worden komen we bij de veerhaven. Ik koop gelijk een ticket voor Brendisi, maar de eerst volgende afvaart is pas om 23.00 uur. Dus een dag verlummelen. Eenmaal op de veerboot vind ik een bank die verder onbezet blijft zodat ik kan liggen en slapen. Dat is het beste dat je kunt doen en dat doet ook vrijwel iedereen.

Dag 117: Zaterdag 17 september 2016

Bij het licht worden komen we in Brendisi aan en een taxi brengt mij naar het station. Van Euroliners heeft hij nog nooit gehoord. Ik moet de trein naar Venetië hebben, in Bologna overstappen op de trein naar Milaan en vandaar op de trein naar Zürich in Zwitserland. Naar mijn idee heeft Italië de beste (mooiste) treinen, ze zitten heerlijk, hebben allemaal een vaste tafel en een stopcontact, waarop alle stekkers passen! In Zürich neem ik de nacht D-trein naar Amsterdam.

Dag 118: Zondag 18 september 2016

De trein sukkelt gestaag door en ik heb de hele coupe voor mijzelf alleen, zodat ik ook een beetje kan liggen. Eigenlijk is alleen een kussen een probleem, iets vinden om je hoofd op te laten rusten is lastig. Tegen de ochtend zie ik aan de masten van de bovenleiding dat we in Nederland zijn aangekomen. Het eerste station waar we doorheen rijden is Eindhoven, dan volgt ‘s-Hertogenbosch en Utrecht, waar de trein wel stopt. Daarna Amsterdam. Zoeken naar het juiste perron voor Enschede levert problemen op. Enschede staat niet meer op de reisbestemmingen, Apeldoorn is de laatste vermelding, op spoor 11a.

Op het laatste moment krijg ik door dat ik de trein naar Berlijn moet hebben, die verplaatst is naar spoor 13b, dus rennen. Ik haal hem gelukkig. Ik besluit om in Almelo uit te stappen en de bus naar huis te nemen. Bij een buschauffeur informeer ik welke bus ik moet nemen naar Markvelde en krijg te horen dat die niet rijdt. Dus weer terug naar het perron en de volgende trein nemen naar Hengelo. Ik wil de bagage in een kluis doen om zonder bagage mijn auto op te halen. Dat soort voorzieningen heeft Hengelo niet. En ik kan niemand bellen omdat mijn beltegoed op is. Wat nu?

Dan laat één van de NS mensen de opmerking vallen dat de AH–winkel in de hal misschien wel een plekje heeft. Ik wist niet dat er een AH-winkel in het station was. Maar ook die winkel wil niet helpen. In Nederland word je door niemand geholpen, je kan gewoon doodvallen. Nederland is denk ik, het meest ….

Maar ze verkopen wel prepaid kaarten, zodat ik weer kan bellen. Ik bel Ton en die biedt aan naar Goor te fietsen. Dan kan ik, als ik daar naar toe ga, naar huis fietsen en mijn auto ophalen. Ik vraag in de AH-winkel wanneer de volgende trein komt, elk half uur is het antwoord. Dat geef ik door aan Ton. Boven op het perron aangekomen, blijkt de informatie onjuist. Op zondag rijdt de trein om het uur. Ik bel Ton om haar dat door te geven, maar die is al vertrokken zodat ik haar niet meer kan bereiken en waardoor zij bijna een uur moet wachten in Goor.

Ik vraag aan niemand in het bijzonder, waar kun je hier kaartjes kopen? In de automaat is het antwoord. Dan komt er iemand naar mij toe die zegt: ‘Ik heb er nog een voor u van Kruitvat, daar mag je de hele dag op reizen en ik zoek altijd iemand die ik er een plezier mee kan doen’. Fantastisch, het maakt mijn dag goed en herstelt het vertrouwen in de mensheid.

Weer thuis!

Uiteindelijk kom ik in Goor, haal de auto op en ik ben thuis.  Ik haat de zondag.

 

 

 

 

 

 

Bert Barendrecht
Mijn blog: Reisverslag naar de Middellandse Zee in de zomer van 2016.