Dag 92: Dinsdag 23 augustus 2016

Ik ben naar het tankstation gevaren en daar gaven ze een bedrijf op met de naam: Bricobaclear, die zouden gastanks kunnen vullen. Ga gewoon ankeren hier achter de haven en ga dan met de dinghy naar het hotel daar, dat is veiliger dan op het strand. Precies zo deed ik en nam gelijk tweemaal coffee con leche: die was goed. Maar de zaak was gesloten en ging pas om 16.30 uur open. Er vlakbij was ook een supermarkt, dus deed ik gelijk boodschappen. Toen ik terugkwam bij dat hotel – dat nota bene Boatel heet – met volle boodschappentas en lege gastank, kwam de beveiliging achter mij aan: ‘Waar of ik naar toe ging?’ Ik liep natuurlijk gewoon door naar mijn boot, zei ik. Ze geloofden het niet en liepen dus mee. Toen ze de kleine dinghy zagen zeiden ze dat als ik dat nog een keer zou doen, dan zouden ze de boot losmaken en weg laten drijven. Ik zei als je dat doet …..
De tweede keer ben ik dus naar het strand geroeid – hier niet zo vol als op Ibiza – en liet de boot achter onder de hoede van een stel uit Tjechië, geen enkel probleem. De zaak had geen gas. Bij terugkomst bij de dinghy konden ze niet geloven dat ik helemaal uit Nederland was gevaren. Met dat dingetje zeiden ze geringschattend. Ik wees hun mijn boot, maar of ze dat snapten dat weet ik niet. Er liggen namelijk heel veel boten geankerd. Het is ook een redelijk beschutte plek en het is er erg ondiep overal. Maar het gaat, ik heb nog 0,8 m water onder de kiel en dat is hier genoeg.

Dag 93: Woensdag 24 augustus 2016

Bij het ophalen van het anker valt op hoe helder het water hier is, de bodem is bedekt met zeegras. Een egale deken van groen, dat komt omdat het zonlicht hier nog gemakkelijk doordringt op de bodem. Om stroom te sparen had ik de verlichting en de koelkast uitgeschakeld, maar toch klonk ‘s-morgens het stroomalarm, spanning nog maar 10 V. Niet zo erg, omdat er geen wind is en ik dus op de motor vertrek. De afstand tussen Mallorca en Menorca is niet zo groot, dus ik ben benieuwd of er een plek is waar je beide kusten kunt zien.

Je kunt bijna overal beide kusten zien. Op Manorca is de kust van Mallorca vaag te zien. Omdat Mallorca hoge bergen heeft en Manorca niet. Manorca is niet te zien omdat het te laag is en achter de horizon verdwijnt. Omdat de afstand niet te groot is, lig ik geankerd in een kleine baai met de naam: Cala Flares, vrijwel tussen twee rotspunten, respectievelijk Punta El Bancal en Punta de Sa Farela, bij de plaats: Ciutadella, om 17.45 uur.

Morgen wil ik ook hier informeren of het mogelijk is de gastank te laten vullen. Telkens heb je hetzelfde probleem: hoe kom ik aan land? En dan het liefst op de openbare weg. In een jachthaven heb je dat probleem niet, alleen de kosten. Hier bestaat de kust uit verticale rotsen, niet zo hoog, maar onneembaar als er geen trap is.

Dag 94: Donderdag 25 augustus 2016

Ze zeggen wel je nooit de moed moet opgeven, maar het gasprobleem zie ik somber in. Ik  vraag me zelfs af of ik nog wel thee kan maken. Ze hebben mij weer vele kilometers laten lopen, zonder resultaat. Ik kwam bij een benzinestation die LPG had, maar geen passende adapter, erger nog, ze zei dat ze helemaal geen adapters had. Dat kan natuurlijk best waar zijn, het is tenslotte een eiland en vreemde auto’s komen er niet. Dus geen gas. Hoera ‘United Europe’ waar alles verschillend is. Maar er zijn ook goede dingen te melden. ik vind mijn spullen altijd weer terug, er is niets weg gelukkig.

Dag 95: Vrijdag 26 augustus 2016

De hele dag waait het uit het oosten, dus voortdurend wind op kop, alles op de motor, helaas. Ik lig nu in een diepe baai bij de plaats Fornells. De havenbaas wijst op twee mogelijkheden: de jachthaven of een ankerplek. Ik had eigenlijk nog wat dieper de baai in willen gaan, maar dat mocht niet. Maar er zijn ergere dingen.

Dieper de baai ingaan heeft ook nadelen. Het wordt daar ondieper en daardoor moet je verder uit de oever ankeren, waardoor de beschutting weer verloren gaat. Een ander nadeel hier is dat de baai breed is en de enige plaats hier ligt op de westoever. Dat is dus een heel eind roeien, omdat ik vanzelfsprekend dicht bij de hoge wal lig en aan de oostkant. Er is hier toch niets te koop, het is maar een dorpje, maar wel alles vrij nieuw, lijkt het.

Dag 96: Zaterdag 27 augustus 2016

Het is maar een kort stukje naar Maó, ook wel Mahon genoemd en daarom ben ik niet zo vroeg vertrokken. Ook dit stuk moest vrijwel geheel op de motor. Een probleem bij ankeren is dat je niet aan de wal kan komen. Overal is de oever wel van iemand en kun je niet aan land. Ankeren lukt alleen een beetje buitenaf ver van de stad. Als je iets nodig hebt, zit er niets anders op dan naar een jachthaven te gaan.

Dag 97: Zondag 28 augustus 2016

Ik ben om 09.00 uur vertrokken uit de grote baai bij onder andere Mahon – terwijl de wegwijzers steevast Maó schrijven –  nog voor het ontbijten. Ik had toch geen trek. De wind was rustig – de windmeter doet het ook niet meer – dus ontbijten als je trek krijgt tijdens de vaart. Ik loop zo’n 3 knopen volgens de meter maar de SOG is tussen 4 en 5 knopen; het meetradje loopt blijkbaar zwaar. De windrichting is zuidoost. Het is heerlijk rustig en ontspannen zeilen. Zo hoog aan de wind kom ik uit bij de zuidwestpunt van Sardinië, of iets noordelijker, maar het is meer dan 2 dagen varen.

De accuspanning is weer erg laag zodat de motor bij moest om stroom te draaien. Dat komt natuurlijk de vaarsnelheid ten goede, maar het is toch jammer. Door de matige wind zijn er geen golven, dat is allemaal heel ontspannen. Het lijkt het IJsselmeer wel, maar dan ietsie groter. Het Raymarine navigatiesysteem gebruik ik niet meer. Het is toch voortdurend ‘No Fix’: een nutteloze stroomvreter!

Dag 98: Maandag 29 augustus 2016

In de nacht en ochtend is het hier windstil dus moet de Diesel het opknappen, de zee is zo glad, het lijkt wel olie. Het is nu ochtend en de afstand is nog zeker 180 Nm. Dus ook deze oversteek gaat 2,5 dagen duren. Ik zie helemaal niemand op zee, de zee is helemaal leeg, uitgestorven en spiegelglad. Het is nu 10.30 uur en tot de kust is ca. 120 Nm, bij 5 knopen snelheid wordt dit 24 uur varen; dus nog een nacht op zee!

Maar zo ver is het nog niet, de “wind” waait uit het westen, dus wind mee, maar het is niet meer dan 3 knopen, veel en veel te weinig, dus alles op de motor. Ik moet nog ca. 100 Nm varen om bij land te komen.

Vogeltje geland tussen Menorca en Sardinië

En ineens is er een klein vogeltje die op de railing neerstrijkt. hij lijkt op een mus, maar het is geen mus want hij heeft een relatief lange dunne snavel en een mus heeft een stompe snavel. Ik heb er een foto van gemaakt. Hoe komt een bosvogel zo ver op zee? Ik hoop dat hij meevaart tot we dichter bij land zijn, dat lijkt mij voor hem het veiligste. Zo nu en dan vliegt hij weg, maar hij komt telkens terug, gelukkig. Dat zulke kleine vogels zulke grote afstanden vliegen is een mirakel. Maar insecten kunnen er ook wat van, ongeveer midden tussen Manorca en Sardinië kwam er een heel kleine nachtvlinder aanvliegen, die bleef een tijdje en ging weer.

Ik denk: ik moet toch eens iets proberen. Ik heb het grootzeil bak gezet tegenover de genua en vast gezet met een bulletalie. Nu glijdt de wind langs het grootzeil en wordt opgevangen door de genua. Wind is 3 knopen, bootsnelheid 1,54 knopen, dus ongeveer de helft van de windsnelheid. Dat is best een aardige score, vind ik.

De wind is later meer naar het noorden gedraaid en iets in kracht toegenomen, zodat de bulletalie geen zin meer had. Daardoor maak ik nu, ruimschoots zeilend, ongeveer 3 knopen.

Het Raymarine systeem doet niets meer, geen positie.

Het kleine vogeltje was om18.30 uur verdwenen. Ik hoop dat hij zijn avontuur heeft overleefd.

Dag 99: Dinsdag 30 augustus 2016

In de ochtend om 07.30 uur bereikte ik de ankerplek waar ik nu lig, het ligt in een diepe en – ettelijke kilometers – grote baai, met de naam: Golfo di Oristano. Er is een lang zandstrand bij de plaats Torre Grande  (er is een grote dikke, niet zo hoge vestingtoren uit de middeleeuwen, mijn idee was aanvankelijk een hoge toren) waar ook een kleine supermarkt is en op het kilometers lange zandstrand is ruimte in overvloed voor de dinghy. Al met al een prima plek, waar je gemakkelijk aan land kunt gaan. Alleen jammer dat de eerste cappuccino te veel melk en te weinig koffie bevatte.

Gisteravond was er een enorme onweersbui die voornamelijk op het land en in de bergen zijn water loosde. Het is echter nog altijd bewolkt en er valt zo nu en dan een beetje regen uit. Dat had ik al wekenlang niet meer gezien.

De tijd begint te dringen, ik verlang naar huis naar mijn Tonneke. Dit leven is best wel leuk. maar als er tijdsdruk ontstaat, wordt het móeten: ik moet verder. Het is hier een goede plek om wat langer te genieten, maar ik moet door.

Als ik tijd heb, wil ik een Italiaans gastenvlaggetje zien te krijgen. In zo’n kleine plaats als Torre Grande lukt dat niet, tenzij er een winkel is in de jachthaven. Vanavond heb ik paella gemaakt en dat smaakt uitstekend als je al dagen nauwelijks eet. Door de warmte hier – elke dag boven de dertig graden – ga je heel veel drinken en fruit eten omdat dat smaakt in de hitte. Bij brood is dat veel minder en daar komt nog bij dat het brood hier niet bewaarbaar is, het is snel keihard. Ik beheers mij door water en melk te drinken en niet alleen bier, hoewel dat soms Goddelijk smaakt.

De stilte van de Middellandse Zee

De goede verstaander begrijpt dat ik wil hier wat langer wil zijn. Dit is een verademing na de drukte, in vooral Ibiza en Menorca. In Mallorca is het iets gunstiger, maar ook daar is aan land komen een crime.

Omdat er niets dwingend is vastgelegd, heb ik alle handelingsvrijheid behouden. Wanneer het mogelijk is hier de boot op de wal te zetten, ten behoeve van schoonmaken en nieuwe antifouling, stop ik hier en ga naar huis. Om de boel een beetje netjes achter te laten heb ik  toch nog enkele dagen nodig. En Sardinië is een eiland, zodat de Euroliner afvalt. Blijft over vliegen, eventueel een veerboot! Het plan was een keer naar de Middellandse Zee te gaan en daaraan is ruimschoots voldaan. De jachthaven ligt ongeveer 1 Nm van mijn ankerplek, dus minder dan 2 km lopen: is te doen. Het verlangen naar huis begint te groot te worden.

“O Wandersmann neem toch een besluit, bij haar rust je werkelijk pas uit”.

Dag 100: Woensdag 31 augustus 2016

Zicht op Sardindië

Ik ga vandaag eens bij de jachthaven hier in de buurt informeren wat het kost en of het mogelijk is om de boot hier op de wal te laten overwinteren. Tenslotte heb ik geen idee hoe dat hier ligt. Er was een heel aardige mevrouw die hier met haar zoontje en haar ouders een dagje uit waren. Toen ik zei dat ik overwoog om de boot hier achter te laten, bood ze aan om te helpen vanwege het taalprobleem.

 

 

Ook Sardinië

We gingen terug naar de haven, zij naar de onderhoudsmensen en vroeg wat het kostte. Dit is het antwoord:

Haven: Arbor Torre Grande,
€ 3400,00 alles inbegrepen, ook schoonmaken voor 8 maanden van
1 sept. ’16 tot 30 apr. ’17.
Telefoon: Aldo 00 39 349 4999392.

Ik denk dat het te duur is en dat vond zij eigenlijk ook. Ze zei zoek een kleine haven in Croatië, dat doen heel veel mensen uit Italië ook. Dus morgen gaat de reis weer verder. Griekenland of Croatië is ongeveer even duur. Ik ga er wat meer vaart achter zetten. Het definitieve besluit kan ik nog even uitstellen omdat het dezelfde route is.

Dag 101: Donderdag 1 september 2016

Om 9.15 uur was ik vertrokken bij Torre Grande, op de motor natuurlijk, maar dat was niet zo erg omdat de accu’s ook lading nodig hadden en ik heet water kon maken voor koffie in de magnetron. Om 12.00 uur kwam de wind uit het noorden en was zeilen mogelijk. Snelheid 2,5 knopen.

Er ligt in het zuidwesten van Sardinië een eiland met talrijke obstructies tussen dat eiland en het hoofdeiland. Ik heb besloten om er buiten omheen te gaan: veiliger. Het is nu 13.40 uur en het eiland is nog niet in zicht.

Uiteindelijk ben ik tussen Sardinië en het kleine rotseiland doorgevaren, was goed te doen ondanks de rollers. De wind uit het noorden draaide naar noordwest! Mooier kan niet, de zuidwestpunt bereikte ik ruimschoots zeilend en na die kaap pal achter. Ik heb de genua bak gezet – eigenlijk heb ik het grootzeil met een bulletalie bak gezet, scheelde 1,5 knopen in snelheid. Straks weer een kaap en dan pal oost, dus weer ruimschoots. Het gaat lekker en ontspannen, als dat de hele nacht zo blijft, kan ik een mooi eind opschieten.

Dag 102: Vrijdag 2 september 2016

Om 01.00 uur viel de wind geheel weg en dat is eigenlijk elke dag wel zo. Ik dacht, zonde dat het weer op de motor moet, toen zag ik een mooi beschut baaitje op de elektronische kaart, waar je goed kan ankeren. Dan is de beslissing snel gemaakt. Ik ga een poosje ankeren en als er wind is, weer verder. Maar toen ik de kaart wat beter bekeek, zag ik dat ankeren daar verboden was. Waarom, dat staat er niet bij.

Naar het noorden, dieper de grotere baai in, was een plek waar het wel was toegestaan, maar dan moet je eerst die baai in en daarna er weer uit. Leek me niets. Verder naar het oosten was er nog een mogelijkheid en dat is wel de goede richting, maar het zag er zeer donker en dreigend uit, dus niet aanlokkelijk. Toen ik er aankwam begon het weer te waaien, dus doorgaan. Al snel kom je dan bij het grote stuk open zee tussen Sardinië en Sicilië. Daar is het niet zo erg als je even weg dommelt, maar het is meer dan vier graden lang ca. 250 Nm. Bij 100 Nm per etmaal dus ruim 2 dagen, dat zijn er samen dus 3, zonder nachtrust. Doen dus, anders kom je nergens. Het is nu 10.30 uur, na aanvankelijk 5 knopen te maken, is dat nu teruggelopen tot 3 knopen. Bij de zool en de hak van Italië zijn wel plekken te vinden, maar tussen zool en hak is een heel erg diepe baai, die steek ik dus recht over.

De mooie wind is ‘s middags weer helemaal weg. ‘Geen wind’ is een Middellandse Zee probleem, dus weer de Diesel.

Ik speel nog met de gedachte om toch voor Kroatië (Croatia) te kiezen. De thuisreis is korter en er staan havens aangegeven, in Griekenland niet. Mogelijk is het ook iets dichterbij. Bij Griekenland moet ik afgaan op onze ervaringen bij de in de buurt van Porto Heli liggende plaats, waarvan ik de naam niet meer weet. Deze beide plaatsen liggen aan de oostkant van de Peloponnesos,  niet ver van Athene. Dat maakt de afstand tot hier ook weer groter. Een ander punt is nog dat het in de Balkan flink kan winteren en in Griekenland niet.

Het is nu 14.00 uur en Sardinië is nog vaag te zien. Het voelt alsof je niets opschiet. Ik zit natuurlijk in de zon, die is er altijd. Het is nu 15.00 uur en de afstand tot Palermo is nog 180 Nm, terwijl mijn snelheid echt 5 knopen is, een drama. Rond 17.00 uur kwam er een beetje wind, je kon het zien aan een iets ruwer wordende zee. Die wind is west, dus plat achter en de snelheid is 1,5 knopen: het schiet niet op. De afstand is groot en de geringe wind een marteling.

Omdat het niet werken van het Raymarine systeem toch een ergernis is en in de C-Maps geen waypoints mogelijk zijn, ben ik gaan kijken of de kabel van de antenne misschien wat overlengte heeft en om deze wat verder van de bolantenne te zetten. Ik heb dus aan de kabel gefriemeld, en o wonder, nu doet hij het weer en de rare ondiepte vermelding van de dieptemeter is ook verdwenen. Hij toont nu drie liggende streepjes als de zee dieper is dan 150 m. Driewerf, HOERA! Die drie liggende streepjes heeft hij nog nooit getoond, dus ik denk dat er bij de antenne ergens een slecht contact is, dus gewoon een installatiefout. De zoveelste slechte beurt van Krijgsman. Maar als dat de oorzaak is, is dat eenvoudig te verhelpen.

Om 11.30 uur was de wind weg, de Diesel knapt het op. Door de hogere vaarsnelheid – 6 knopen – is de resterende vaartijd 19 uur.

Dag 103: Zaterdag 3 september 2016

Tjonge, wat duurt die overtocht lang, maar Sicilië komt er aan. 18.30 uur bij een haven cq. ankerplek noordwest van het eiland. Er lijkt een strand en een dorp  – San Vito Lo Capo –  te zijn. Door gebrek aan wind vaar ik al de hele nacht op de motor. Door de stroom van de motor kan ik de magnetron gebruiken voor heet water voor koffie. Tijdens het gebruiken van de magnetron stijgt de laadstroom tot 50 Amp. Zo’n hoge stroom heb ik van de oude dynamo nooit gezien. De overtocht van Sardinië naar Sicilië is erg lang, maar die tussen Italië en Griekenland is nog langer!

De hele nacht heeft het Raymarine systeem goed gewerkt, maar nu –  09.30  uur – is het weer ‘No Fix’. Ik ben naar de kabel van de GPS-antenne gaan kijken en wat blijkt: de buitenmantel ervan is doorgesleten, dus feitelijk een installatiefout! Dus de oorzaak van alle problemen moet in die kabel gezocht worden, denk ik.

De ankerplek heb ik net niet voor donker kunnen halen, maar een probleem is dat niet. Wat wel een probleem is, is de enorme deining die hier nog heel erg is. De boot rolt niet normaal meer, de golven die heel klein zijn, kloppen precies met de eigen-rol-frequentie en dat leidt tot een slagzij van soms meer dan 45 graden. Een rustige nacht zit er niet in, helaas. Als je vaart heb je nergens last van.

Dag 104: Zondag 4 september 2016

Ik ben natuurlijk wezen tanken, je kunt hier niet zonder. De man die de pomp bediende, stuurde mij naar de volgende havenplaats: Castellammare del Golfo. Daar is een haven en kun je gas kopen. Als dat echt waar is, is dat natuurlijk schitterend. Ik ben nu op weg er naar toe. Het is toch de goede kant op, alleen ik moet een stukje de baai in, maar je kunt niet alles hebben.

Ik ben naar het stadje geroeid en de dinghy vastgelegd in de jachthaven en zo links en rechts geïnformeerd, maar niemand die iets weet of kan helpen. Dan maar een wandeling door de oude stad (500 jaar oud) gemaakt. Italië is toch wel iets aparts, de vele nauwe straatjes en trapstraten zijn heel bijzonder en vermoeiend. Ook de juffrouw van de toeristeninformatie kon mij niet helpen en ze sprak wel Engels? Onbegrijpelijk.

Misschien moet ik de dieselpomp hebben, maar die kon ik niet vinden. De jachthaven is heel klein en oud en soms een zooitje. De drijvende steigers zijn van ijzer, onverzinkt en dat is vragen om ellende met al dat zoute water hier. En de drijfelementen zijn van beton van niet de beste kwaliteit. Ik vraagt mij af of het wel zin heeft er morgen nog achteraan te gaan. Ik denk eigenlijk van niet, ik kan beter de reis voortzetten.

Dag 105: Maandag 5 september 2016

Ik ga in ieder geval weer verder, maar de wind is naar noordoost gegaan. Dat is minder mooi, maar we zien wel hoe dat uitpakt. Die windrichting was alleen in de baai. Dat komt denk ik door de bergen, op open water was de wind west, dus pal achter: mooi. Maar de wind was hard, meer dan 28 knopen, schat ik. Bij achterlijke wind geeft de windmeter niet goed aan. Hij zit in de luwte van de mast. Hij gaf 23 knopen aan en daar moet de vaarsnelheid nog bij worden opgeteld: 23 + 6 = 29 knopen. Je kan rustig zeggen: het was ruig!

Een ander probleem was, ik had daar niet op gerekend, dat ik in de baai al het grootzeil uitgedraaid. Grootzeil en krachtige wind achter, dat gaat niet: de boot gaat enorm gieren (Eng. yaw) en is niet in de hand te houden. Zolang het grootzeil niet was ingerold, kreeg ik de boot niet op een voor-de-windse koers. Rampzalig, ik moest er de motor bijzetten om de boot op koers te houden, hij wil constant oploeven.

Als het grootzeil weg is, gaat alles gemakkelijk en zijn alleen de hoge golven een probleem. Maar het schiet natuurlijk wel lekker op, ik ben nu – 17.00 uur – Palermo al voorbij en ga recht op de Straat van Messina af. Die rechte lijn houdt in dat Sicilië helemaal uit zicht raakt. Maar niet zo ver uit zicht, dat ik niet een vuurtorenlicht zag op het moment dat alle wind wegviel. Toen bedacht ik: weer alles op de motor? Dan kan ik net zo goed gaan ankeren en gaan slapen. Morgen komen al die vulkaaneilanden in zicht, sommigen hoger dan 3000 m en die wil ik graag bij daglicht passeren. Dus zo gedacht, zo gedaan. Het is nu 22.45 uur en ik ben geankerd en wel. De plaats moet ik nog opzoeken, maar het is vlak bij Santa Lucia. Het heet hier: Cabo Cefalu.