Dag 21: Dinsdag 14 juni 2016

Ik ga naar de watersportwinkel om toch maar een wantspanner te kopen die ik dan als railing-spanner kan gebruiken en een Frans gastenvlaggetje. Dat lukt allemaal wel, maar een klem lukt niet. Ik vraag of de man niet een bedrijf weet waar ze er één kunnen maken, dan zorg ik wel voor een tekening. Hij stuurt mij naar een adres dat een gereedschapswinkel blijkt te zijn. Die kunnen mij natuurlijk ook niet helpen.

Maar er is een andere zeiler die wel een bedrijf weet. Het is niet ver. Maar het bedrijf bestaat niet, zelfs de straat bestaat niet meer. De mensen van weer een ander bedrijf denken dat het bedrijf verplaatst is bij het opheffen van de straat en zoeken uit waar het thans gevestigd zal zijn. Het blijkt een adres boven op de citadel te zijn en ze printen de kortste weg voor mij uit, zo’n 4 km wandelen met daarin een klim langs een stel hele hoge trappen. Het blijkt allemaal vergeefse moeite, er is niets.

Ik loop terug naar de haven en zie overal bordjes die naar een toeristen informatie punt verwijzen en die blijkt vlak bij de haven te zijn. Ik vraag de meisjes daar of zij mij kunnen helpen. De vraag is natuurlijk bijzonder en ik leg uit wat voor soort bedrijf het moet zijn. Ze beloven hun best te doen en dus moet ik morgen nog maar eens terugkomen.

Dag 22: Woensdag 15 juni 2016

Het weer is nog altijd slecht, de wind is west, dus verkeerd, en om de haverklap regen. Ook is het koud, zeker voor juni. Ik heb de railing-spanner gemonteerd, maar nog niet aangespannen. Het begint weer eens te regenen. Ik ben bang dat de spanner te lang is en ik de railing-draad niet op spanning kan krijgen. Eerst maar even wachten tot het weer droog is.

De nieuwe spanner is inderdaad te lang en de railing is dus niet strak te spannen. Maar iets is beter dan niets.

Vanmiddag om 17.16 uur komt er iemand om te zien wat het probleem is. Zomaar mijn tekening accepteren doen ze dus niet, maar we zien wel. De monteur is inderdaad gekomen, samen met een vrouw van de toeristeninformatie die uitstekend Engels spreekt.  Mijn ontwerp van de klem had hij niet nodig. Hij had een mooie klem bij zich die eigenlijk van een Bimini is, zo’n zonnekap over de kuip. Het voldoet prima en ziet er netjes uit. Het is alleen jammer dat het van Engelse makelij is, zodat geen enkel metrisch gereedschap er op past. Ik denk dat hij het wel goed heeft vastgezet.

Dag 23: Donderdag 16 juni 2016

Eerst ben ik gaan tanken omdat ik de tank gevuld wil houden. Ook wilde ik nog een nieuwe gasfles halen, maar ze hebben alleen butaan en bij dat systeem moet je de hele fles kopen en die kun je dan nergens meer inleveren, een uiterst ongunstig systeem. Propaan moet je hebben, zodat ik nu geen reserve fles meer heb. Ik hoop dat het bij een andere haven wel lukt. Tonneke – mijn vrouw – heeft me nog gebeld. Ik had het trillen al vaker gevoeld maar dacht dat het van de motor was. Ik moet nog wennen aan het trillen van de telefoon, die ook op trillen is ingesteld omdat ik vanwege mijn gehoorprobleem de beloproep niet kan horen.

De wind – 4 Bft – is vandaag een stuk gunstiger. Weliswaar kan ik mijn waypoint niet in één keer bezeilen, maar met één slag is het te doen. Dus niet op de motor deze keer. Ik vaar nu COG(*) 300 graden, maar het zou eigenlijk 288 graden moeten zijn.
Ben ik rustig aan het zeilen en valt de boot een keer in een golfdal: valt er een plafondplaat naar beneden. Die platen zijn bevestigd met klittenband die weer verlijmd zijn met het kajuitdak en de plafondplaat. Die lijmnaad houdt het blijkbaar niet. De reparatie is een klusje voor later, een beetje rust moet je daar wel bij hebben. Zo heb je altijd wat te doen.

Nu ik dit verder schrijf is alles helemaal anders, het is nu 15.48 uur en de mooie wind die zelfs voor ruim 7 knopen zorgde, is helemaal weg en de buien ook. De zon is gaan schijnen en het is windstil geworden en dus moet de Diesel het weer opknappen. Het waypoint  bij de westkaap van Normandië is nog 4.30 uur varen, daarna moet ik pal west sturen en wordt de koers daarna iets zuidelijker langs de Channel Islands: Alderney en Guernsey. Langs Jersey kom ik niet, dat ligt meer naar het zuiden.
Op dit moment – 19.50 uur – merk je de kracht van de stroming die hier heerst: hoewel ik 5 knopen door het water maak, is de SOG(**)  slechts 1,5 knopen. Het weer is mooi geworden, maar de vaarsnelheid over de grond is verschrikkelijk, niet om door te komen.

De westkaap van Normandië ligt nu bijna 10 uur varen van mij af, terwijl de afstand echt veel kleiner is geworden: de desastreuze invloed van de stroming. Er vaart een groot zeeschip met mij op – op ramkoers – die net zo veel moeite heeft om vooruit te komen. Echt verschrikkelijk.

Het is avond geworden – 22.30 uur – en ik zit voor Cherbourg. Het is nog niet helemaal donker en nog altijd windstil. De Diesel doet al uren het werk, maar ik wil doorzetten tot de Rade De Brest. Dat zal dus ver in de volgende morgen zijn.
*)  COG = Cours Over Ground (Koers over de grond).
**) SOG = Speed Over Ground (Snelheid over de grond)

Dag 24: Vrijdag 17 juni 2016

Het was een zeer vermoeiende nacht. Het Engelse kanaal met zijn eeuwige westen winden is geen ontspannen vaargebied. Om 6.30 uur was ik de laatste restanten – eilanden en rotspartijen – van Normandië voorbij. Ik heb er weinig van gezien omdat ik op ruime afstand blijf van deze gevaren. Nu kon de koers 231 graden worden, dus veel zuidelijker. Dat betekende dat er gezeild kan worden. Het systeem berekende – varende op de motor – 96 uur voor dit stuk.. Na het zetten van zeil liep dat terug tot 36 uur en 42 min. Zeilen is veel rustiger, spaart brandstof en motor en is bij redelijke wind ook sneller. Toch is de zee nog steeds erg ruw, veroorzaakt door de felle stromingen die hier zijn en het probleem van wind tegen stroom. Bij het punt waar ik nu naar toe zeil ben ik nog niet, maar daarna wordt de koers oostelijker en dus gemakkelijker en wind mee.

Het is 10.45 uur, er is geen zon gekomen, maar de wind is prima. Ik heb iets gereefd. omdat de boot zo schuin lag en omdat alles op de grond valt. Dit kost wel een beetje snelheid, maar is comfortabeler en dat is ook wat waard. De snelheid is toch nog 5,5 knopen, maar het was 7,5 knopen. De vaartijd tot het waypoint : 21,20 uur.

Voor de westpunt van Bretange ligt een eilandje: Ile d’ Ouessant, van het vaste land gescheiden door een zeestraat met de naam: Chenal Du Four. Daar doorheen varen snijdt een flink stuk af, maar ik vraag mij wel af: ‘durf ik dat of is het veiliger om om het eiland heen te varen’. Duurt langer, maar er is veilig diep water en het is er breed.

Dag 25: Zaterdag 18 juni 2016

Dat was dan weer een nachtje op zee. Doordat de wind west was kon ik niet precies uitkomen waar ik wilde, dus moest het laatste stuk langs de Bretonse noordkust op de motor. Maar ik voer nog maar net op de motor toen ik het idee had dat de wind naar het noorden was gedraaid. Ik zat binnen om de koers te controleren. Zou ik dan toch nog kunnen zeilen? Als je op de motor vaart, slingert de boot enorm heen en weer, zeilen is veel rustiger. Dat slingeren komt door de krachtige stroom die hier overal staat en die een onrustige zee oplevert. En ja hoor, er kon weer gezeild worden, maar de tegenstaande stroming maakte de voortgang gering. Om 05.00 uur de motor er weer bij gezet. Ik kies voor de veilige weg om het eilandje heen. Ik heb een waypoint gezet bij de westkaap  van het eiland d’ Ouessant, het is nog 3,45 uur varen. Het slingeren is een bezoeking, maar er is niets aan te doen. Het belooft een mooie dag te worden, zonder wind en met weinig wolken, tenminste tot nu toe. Het slingeren (rollen) is zo erg dat ik niet kan ontbijten. Je kunt niets neer zetten, alles valt gelijk op de grond. Ik hoop dat ik snel in de Rade De Brest ben, maar ik vrees dat het de hele dag gaat duren.

Invaart Rade de Brest

Deze vrees klopt wel: het is nu 21.45 uur en ik lig geankerd in de L’Aulne rivier die in de binnenzee van Brest (De Rade De Brest) uitmondt. Het is een schitterende rivier en een heerlijk beschutte ankerplek. Je denkt, ik ben er bijna….. maar er komt zo nog een dag bij. Er zijn hier twee nadelen:

Ten eerste: je hebt hier geen netwerk; blijkbaar te afgelegen, dus kan ik Ton niet bellen.
Ten tweede: de Franse marine parkeert hier ook oude marineschepen. Geen fraai gezicht, die roestbakken.

Industriehaven van Brest

 

Ik heb eten gemaakt en het heeft mij uitstekend gesmaakt. Ik had de hele dag nog niets gegeten. Een ander probleem is dat de ankerlier het niet meer doet, maar ik moest ankeren. Ik ben echter zeer vermoeid. Ik heb nu simpelweg de ketting van de lier genomen, het anker laten vallen en daarna de ketting weer om de lier gelegd. Wat de oorzaak van dit probleem is weet ik niet, maar het zal wel iets elektrisch zijn. Eerst uitrusten en dan kijken of het te verhelpen is.

Maar ik moet toch naar een jachthaven, in Brest of hier iets verder stroomopwaarts, waar ook een jachthaven schijnt te zijn. Wat is wijsheid, mijn gebit is ook nog kapot –  dat kwam door het bijten op het harde Franse stokbrood –  en dan heb je in Brest meer kans op succes dunkt me. Hierna volgt de Golf van Biskaje en dat duurt meestal 4 dagen om over te steken. En dan ben je in Spanje, Andalucië, om precies te zijn. Waar ik heen wil ligt vlakbij Santiago de Compostella – op zo’n 60 km afstand.

Dag 26: Zondag 19 juni 2016

Een maaltijd en een douche en je voelt je al beter, maar na een nachtrust is dat helemaal OK. Dat ik Ton niet kan bellen is een enorme teleurstelling waarop ik niet had gerekend alsook het probleem met de ankerlier dat moet opgelost worden. Ik was om 22.00 uur gaan slapen en pas om 10.00 uur weer op. Nu eerst maar eens gaan ontbijten en dan een oplossing vinden voor het probleem van de lier.

Fort in Rade de Brest

Maar er is een ernstiger probleem: ik lig veel te dicht bij de oever en het water blijft maar zakken. Ik moet verder uit de kant ankeren, maar de lier doet het niet. Met de hand er uit trekken gaat echt niet: te vast en te zwaar. Dus ga ik de lier van de genua gebruiken met behulp van de genuaschoot. Dit gaat niet met deze schoot omdat het touw is te dik om door de ketting te halen. Ik heb gelukkig ook dunner touw. Met de genualier is het geen probleem, zodra het anker los is vaar ik naar een plek verder uit de oever en laat het anker opnieuw vallen. Ik vermoed dat het probleem met de lier veroorzaakt wordt door een slecht contact in de stekkerverbinding, maar doormeten kan ik het niet. Ik kom steeds een hand te kort: de contacten aanraken met de universeelmeter lukt wel, maar dan is er niemand die op de knop drukt. Dus alleen: onuitvoerbaar.

De wind is naar het zuiden gedraaid en daardoor kwam ik dicht bij de wal te liggen. Dat is nu opgelost, nu eerst koffie. Morgen toch maar naar Brest omdat mijn gebit gemaakt moet worden.

Dag 27: Maandag 20 juni 2016

Het Nederlandse weerbericht voorspelde voor vandaag een regendag, nou dat geldt ook hier: het regent en niet een klein beetje. Niet zo’n leuke dag om naar Brest te varen en de problemen met de ankerlier op te lossen. Het lijkt mij beter om te wachten tot dit regenfront voorbij is. Niets anders te eten dan Knackebrod, dat hard en droog is. Geen gebit om het fijn te kauwen is echt niet zo leuk, maar het is te overleven.

Zeilen is leuk met goed weer en 15 à 20 knopen wind, maar daar is vandaag geen sprake van. Maar het ergste vind ik dat ik Ton niet kan bellen, er is geen bereik op deze plek, jammer. Wat moet zij wel niet denken dat ze al zo lang niets hoort. Het blijft de hele dag regenen, maar om 17.10 uur lijkt het droog te worden. De regen wordt vervangen door mist.

Hopelijk is het morgen beter, kan ik naar Brest gaan en mijn gebit laten maken. Ik krijg steeds sterker de indruk dat de problemen met de ankerlier veroorzaakt worden door de stekker van de handbediening, dus daar moet een nieuwe voor komen. Ook lekt er water door het plafond. Ik heb ooit de railing langs de kuipingang verstevigd en de bevestiging door het kajuitdak gemaakt  (boutje moertje). Dat zit nu stevig, maar blijkbaar heb ik het niet goed waterdicht afgedicht. Ik vrees dat ik dat een keer opnieuw moet doen. Ondanks het slechte weer – geen zon en weinig wind – blijven de accu’s voldoende op spanning, nu ongeveer 12,5 Volt. Maar de TV aanzetten zal wel teveel vragen van de stroomvoorziening.

Dag 28: Dinsdag 21 juni 2016

Omdat ik denk dat het probleem met de ankerlier komt door slechte contacten, heb ik een stukje draad gezocht cq. gemaakt om rechtstreeks contact tussen de bussen van het vaste stekkerdeel te kunnen maken. Als dat de oorzaak is moet het mogelijk zijn om zo het anker op te halen. In Cuxhaven hebben ze indertijd die stekkerdoos beschadigd en ik heb dat zo goed mogelijk hersteld. Het heeft lange tijd goed gewerkt, maar nu niet meer vrees ik. Daarom verdenk ik de stekkerverbinding. Als het vanmiddag hoogwater is ga ik het proberen en als het lukt, vertrek ik naar de jachthaven bij Brest.

Die haven is nog een aardig eind van de stad vandaan, maar ik hoop dat ze mij kunnen helpen en dat er netwerk is voor de GSM. Dit is een mooi, maar erg afgelegen plekje in deze rivier de L’Aulne, die hoger stroomopwaarts een sluis heeft en gekanaliseerd is, maar zo ver ga ik niet. Weliswaar zijn de eerste bruggen heel hoog 25 m, maar daarna weet ik het niet.

Dag 29: Woensdag 22 juni 2016

Het is een mistige regenachtige ochtend en het meest acute probleem is mijn gebit en dat ik geen brood heb. Wel heb ik reeds kunnen vaststellen dat de stekkerverbinding bij de ankerlier niet het enige probleem is. Het verbinden van de draadjes levert namelijk geen reactie op. Er is dus meer aan de hand. Omdat er veel dingen zijn die moeten gebeuren heb ik een boodschappenlijstje gemaakt. Dan is de kans dat er iets vergeten wordt, kleiner. Of de weersverbeteringen die in Nederland voorspeld zijn, ook voor hier gelden, moet ik afwachten. Echt beter weer zal er pas in Spanje of Portugal zijn.

Om mijn gebit te laten maken moest ik naar het  L’Hôpital in Brest. Mijn eerste plan was om te gaan wandelen, maar Brest is groter dan je denkt en de jachthaven ligt nog achter de industriehaven. Het is een heel eind lopen, dus heb ik voor de heenreis de bus (€ 1,70) genomen. Heel weinig Fransen spreken Engels, maar tot mijn geluk was er een Canadese stagiaire uit Montreal en die sprak behalve goed Frans ook uitstekend Engels. Ze was nog heel jong en een beetje verlegen wat haar heel charmant maakte. Ze regelde alles en morgenmiddag 13.30 uur is het gebit weer klaar. Kosten: € 43,50.

Later kreeg ik nog een rekening thuisgestuurd van het ziekenhuis. Groot: € 6,90 i.v.m. de reparatie van mijn gebit. En waarvoor?: ik heb geen idee. Daarvoor is mijn Frans te summier.

Op de terugweg heb ik gewandeld langs een paar mooie voetpaden, maar de jachthaven is erg ver. Ik ben gesleten: morgen neem ik de bus maar weer. Bij de administratie van het ziekenhuis wilde ze wel weten of ik getrouwd was, en zo ja, waarom mijn vrouw er dan niet bij was. Ik heb het zo goed mogelijk uitgelegd.

Dat vrouwen vaak wat meer ontzag hebben voor de zee begrijpen ze heel goed, evenals dat je niet zo lang van huis wil. Wat ze nauwelijks snappen is waarom ik het wil.

Dag 30: Donderdag 23 juni 2016

Het is nog altijd bewolkt, volgens de satellietbeelden van de Nederlandse TV is de bewolking niet zo dik maar daar is hier niets van te merken, het oogt somber. De wind is Noord geworden en zwak ongeveer 7 knopen (2 Bft.). Nu is noordenwind natuurlijk wel de goede richting als je naar het zuiden wil, maar wind mee moet krachtiger zijn wil je er iets aan hebben. Maar vandaag ga ik nog niet weg, ik moet mijn gebit ophalen en nog veel andere dingen. De ankerlier werkt ook nog niet en ik heb gas nodig. De temperatuur is binnen 17 graden.

Tot de baai van Camariñas – in de buurt van de beroemde kaap Cabo Finisterre – is het 375 Nm, dat is met een gemiddelde snelheid van 5 knopen zo’n 75 uur varen, dus ruim 3 dagen. Maar 5 knopen is veel te optimistisch ingeschat. Het zal eerder 5 à 6 dagen duren.

Het is inmiddels 9.45 uur en ook een beetje zonnig geworden. Het is nog een flauw zonnetje maar als dat doorzet kan het een mooie dag worden. Na deze opklaringen begon het te regenen. Maar nu schijnt de zon weer; het lijkt Nederland wel.

Ik ben toch maar gaan lopen naar het ziekenhuis waar blijkt dat mijn gebit uitstekend gemaakt is. Wat mij vooral zorgen baart is dat het in Frankrijk blijkbaar onmogelijk is om propaangas te kopen. Ze hebben alleen butagas – blauwe flessen – en die wil ik niet. Het blijft natuurlijk mogelijk dat de beschaving in Spanje wel is doorgedrongen. Ik heb de haven al afgerekend, maar ik heb nog altijd een niet werkende ankerlier! Ook de WiFi toegang wil niet echt lukken, zodat ik geen toegang heb tot de bank gegevens.

Dag 31: Vrijdag 24 juni 2016

En ook deze dag begint weer bewolkt, het is 8.00 uur en een zonnige dag blijft een niet vervulde wens. Eerst nog wat boodschappen en dan een ankerplek zoeken, waar ik in alle rust kan zoeken naar de oorzaak van de niet werkende ankerlier. Er is vandaag totaal geen wind, maar dat komt vaker voor in de nacht. De boodschappen zijn gedeeltelijk succesvol geweest. Ik heb een driepolige stekker kunnen vinden en afdichtingskit, de rest lukt niet. De Duitsers –  de vrouw – die achter mij liggen, kwamen informeren of ik nog gas heb kunnen vinden. Ik moest toegeven dat ik daar niet meer naar gevraagd heb. Zij adviseerde mij om naar La Coruña te gaan. Daar lukt het om de gastank te laten vullen en het is er goedkoper dan in Portugal, dus dat ga ik doen.

Ik ben er inmiddels achter gekomen waarom de ankerlier niet meer werkte: het was mijn eigen schuld. In België zei die monteur: ‘geef ook de boegschroefmotor maar mee dan kijk ik er naar’, dus heb ik die uitgebouwd. Daarvoor moet je alle kabels los maken en daar zat ook de kabel naar de ankerlier bij. En die laatste ben ik vergeten weer aan te sluiten. Deze kabel was een beetje weggevallen en daardoor viel het mij niet op in eerste instantie. Toen ik wat beter ging kijken wat er aan de hand was, ontdekte ik de losse kabel. Toen ik die weer aansloot begon de ankerlier meteen te lopen. Dat is raar, omdat niemand op de knoppen drukte, en omdat het anker niet verder kon, werd alles heel heet. Gelukkig kon ik de hoofdschakelaar uitzetten. Hoe komt dit nu, dacht ik:  zit er ergens sluiting in de stuurstroomkabel? Maar na doormeten bleek alles goed te zijn. Rara, hoe kan het toch dat de lier vanzelf gaat lopen???

Nog erger is dat er veel water in de voorpunt staat: is het daar lek geworden door de harde klappen in de golfdalen in het Engelse kanaal? Dat weet ik niet maar ik verdenk de reparatiewerf in Cuxhaven nog altijd van knoeiwerk. Ik heb het water weggepompt en kijk hoe snel het zich weer vult. De accu’s voor boegschroef en ankerlier bevinden zich vòòr het waterdichte schot waardoor het water daar niet naar de bilge wordt afgevoerd. Daarom moet het juist daar heel goed waterdicht zijn.

Ik moet de stuurleiding doormeten met de stekker van de handbediening aangesloten. Tot nu toe heb ik beide delen los van elkaar gemeten en dan is het goed.
Misschien zitten niet de juiste draden tegenover elkaar?

Dag 32: Zaterdag 25 juni 2016

Afgelopen nacht nog illegaal gebivakkeerd in de haven Du Moulin Blanc. Moet kunnen, de havengelden zijn hoog genoeg. De ligplaats is lagerwal en het is lastig om daarvan weg te komen. Vooral als er voor en achter je andere jachten liggen. Dat was ook een reden om gisteren niet te vertrekken. Maar nu was er iets minder wind – het was nog vroeg – dus ben ik vertrokken. Eerst tanken en dan weg. Nog op de Rade de Brest belde mijn lief Tonneke, die kon ik dus even bijpraten.

Op zee, na verlaten van Rade de Brest

De uitvaart uit de Rade is nog niet zo eenvoudig. Het lijkt vrije zee, maar er zijn heel veel onderwater rotsen en piepkleine eilandjes. Je moet onwaarschijnlijk ver naar het westen om er omheen te komen en Frankrijk is dan allang uit zicht verdwenen. Er zijn hier en daar doorvaartmogelijkheden tussen de onderwaterrotsen waardoor de afstand kleiner wordt, maar ik heb niet het lef om dat te proberen. Dat is naar mijn idee vragen om problemen, dan maar liever er omheen. Omdat de wind 280 graden is heeft de Diesel moeten helpen.

Nu 16.40 uur, is de koers 207 graden en de wind 11 à 12 knopen, dus rustig weer. Toch sloeg er tijdens het tegen de wind in varen, een enorme golf helemaal over de boot heen. Ik zat op dat moment binnen om mijn positie te controleren. Zoiets had ik nog niet meegemaakt. Mijn positie is nu: 47*.55,0′ N, en 5*.11,23′ W. Het is zonnig, snelheid 4,7 knopen, reistijd tot in de buurt van La Coruña 62,30 uur. Maar als de omstandigheden niet veranderen, mag ik niet klagen.

Het is nu 21.30 uur en er is nog 286,3 Nm te gaan, ca. 58,15 uur varen.

Ik heb mij weer eens in de luren laten leggen door de dieptemeter. Ik vaar in de Golf van Biskaje en het is hier meer dan 5000 m diep. Toevallig werp ik een blik op de dieptemeter en die geeft 2,5 m diepte aan! Ik schrik me een ongeluk, er is hier verd…een ondiepte. Meteen gooi ik het roer om om terug te varen naar het noorden. Na een tijdje dringt het tot me door dat dat helemaal niet kan, de kaart liegt niet. Het is een onvolkomenheid van de dieptemeter die niet met grote diepten kan omgaan, jammer maar helaas.

Dag 33: Zondag 26 juni 2016

Het is nog altijd heerlijk rustig weer. De wind zit nog altijd in dezelfde hoek en is weer toegenomen tot 12 à 13 knopen, bootsnelheid 5 knopen, resterende vaartijd 44,15 uur en de afstand is nog 225,6 Nm. Rest nog de positie: 46* 49,00′ N, 06*  06,00′ W. In de loop van de dag – nu 12.00 uur – wordt de wind steeds zwakker, dus wordt ook de snelheid minder, nu 2,5 knopen. Dus wordt de vaartijd langer, het systeem berekent nu 59,15 uur. Het is ontspannen en rustig, al is er veel deining, met soms een idioot hoge golf. Zo’n golf heeft de thermosfles op de vloer doen vallen en daar kon hij niet tegen, helaas. Ik gebruik nu de roestvrijstalen thermoskan. Die kan meer hebben, maar houdt minder goed warm. Dus ik moet de koffie sneller opdrinken.

Hoewel het zonnig is, is het een omfloerste zon met hoge sirusbewolking en ook niet zo erg warm: zo’n 20 graden binnen. Die hoge dunne bewolking is vaak het eerste teken van weersomslag, ik hoop dat dat allemaal gaat meevallen.

Het is intussen 15.30 uur en de wind is naar het zuidwesten gedraaid en sterker geworden, weer 10 knopen. Ik moet nu hoog aan de wind zeilen en maak 4,7 knopen. Vaartijd nu 38,23 uur, dus in ieder geval nog een etmaal op zee.

De wind draait meer en meer naar het zuiden – ik zeil nu hoog aan de wind – als dat nog verder gaat kan ik mijn koers niet meer aanhouden en zal ik moeten afvallen. Dan kom ik oostelijker uit dan de bedoeling is en dat kan met nog 181,5 Nm te gaan een grote afwijking worden. Dat mag de Diesel dan weer opknappen, dus ik hoop dat mijn bestemming bezeild blijft. De grens van de wolkenband die in het NPO-journaal satellietbeeld goed te zien is, ben ik intussen gepasseerd: het is dus onbewolkt geworden en de zon heeft veel kracht. Maar ik ben nog niet op de helft van de afstand. Dus nog altijd in het noordelijke deel van de Golf van Biskaje, maar het kan niet lang meer duren. De halve afstand is 143 Nm, de resterende afstand is nu, om18.30 uur: 180,5 Nm.

Een ander probleem is dat de onderste punt van het grootzeil bij de mast los hangt. Het zeil is dus iets gezakt. Dat is eerder gebeurd, toen was Jan  erbij. Je moet met z’n tweeën zijn om dit weer goed te krijgen. Ik heb het geprobeerd, maar het is ondoenlijk. Als het al lukt om de lus van het zeil weer om de haak te krijgen, is hij er weer af voor je het zeil kunt optrekken. Hier is absoluut een hulp bij nodig. Ik maak mij er nu al zorgen over of ik het zeil nog wel kan oprollen straks in de haven.

Ik moet moeite doen om de verleiding te weerstaan om de TV aan te zetten. Vooral bij een rechte strakke koers en rustig weer is het aantrekkelijk om de TV aan te zetten, maar of de accu’s dat kunnen trekken weet ik niet. Als de Diesel loopt zou het moeten kunnen. De windcharger laadt niets bij dit weer en de zon is straks weg. Maar nog voor de zon weg is, is de wind weg en dat is heel jammer, want het ging juist zo lekker.

Omdat er nu stroom genoeg is, heb ik de TV aangezet, maar dat lukt niet best. Er is teveel beweging, al heb ik nog wel gezien dat België met 1 – 0 voor staat tegen Hongarije.

Het is 21.30 uur en de vaartijd is op de motor 37,20 uur, snelheid: 5 knopen. Ik vrees dat wind hier schaars is. Pas over 35 Nm ben ik op de helft, dus om ca. 5.00 uur. Dat is niet best. Ik vaar hier over een volkomen lege zee die meer dan 5000 m diep is. De dieptemeter zegt hier helemaal niets over, dieper dan 150 m kan hij niet aan.

Dag 34: Maandag 27 juni 2016

En zo wordt dit weer een doorwaakte nacht en dan ook geen wind. Een voordeel is wel dat er nu stroom zat is en dat ik dus niet in het donker hoef te zitten. Als dat maar niet de regel is hier in het zuiden! Dat ik zelfs nu nog niet over de helft ben, frustreert en verbaast mij. Zou er morgen nog wind komen? ‘s Nachts is er wel vaker weinig of geen wind en zeilen zonder wind kan niet.

De helft van de totale afstand van de oversteek van de Golf van Biskaje zit er om 4.00 uur op. Nu nog 143 Nm tot La Coruña, nog 27 uur varen.

Als het licht wordt, blijkt het weer een sombere bewolkte ochtend, er is geen enkele golf meer te ontdekken; de zee is een rimpelloze vlakte. Het is nu 10.30 uur, nog 102 Nm te gaan en 18 uur varen. Ja, de Bay of Biscay liegt er niet om: groot water!

Het is intussen halfvier en bladstil, geen zuchtje wind en geen rimpel op het water. Het lijkt wel olie. Hoe deden ze dat vroeger in zulke omstandigheden, gewoon dobberen, denk ik. Nog 73,5 Nm, zo’n 12,3 uur varen. Om 19.00 uur kwam er weer een klein beetje wind uit het noorden. Ik heb de Genua uitgezet en de Diesel af. De snelheid is nu dus veel minder, zo’n 3 knopen en dan wordt de vaartijd wel weer 17,5 uur. Maar wat kan het schelen, zeilen heeft de voorkeur. Misschien neemt de wind nog wat toe? Nou vergeet het maar. Om 22.30 uur was de wind weer zo goed als weg, de snelheid 1 knoop en dus knapt de Diesel het weer op. De Diesel is de betrouwbare remedie voor alle moeilijkheden. Als het zo doorgaat is het nog zeven-en-een-half uur varen. Dus zo rond 4.30 uur morgenochtend.