Reisverslagen

26 juni 2009

Ik kan in Cux. niets zinnigs meer doen. Het herstel gaat ca. 5 weken duren. Ook de ankerkluis moet er uit omdat ze er anders niet bij kunnen, ze zagen hem eenvoudigweg door. Ik kan het niet meer aanzien. Het herstel gaat zo’n 16000 Euro kosten. Dus ik ga naar huis. De werf regelt een treinticket die ik natuurlijk wel zelf betaal, en ik ga naar huis. De trein brengt mij naar Kampen zodat ik mijn auto kan ophalen.

(Uiteindelijk koste de reparatie 31.000 Euro, en was pas eind november klaar)

De boot is op kosten van de verzekering gerepareerd, en omdat dat alles veel langer heeft geduurd dan verwacht, heeft de boot ook in Cuxhaven overwinterd.

2010

In 2010 probeer ik de reis weer voort te zetten, maar de eerste maanden, mei en juni brengen lage temperaturen en veel wind, zodat ik besluit het vertrek nog wat uit te stellen. Dan komt er onverwacht ook nog een kabinetscrises overheen en omdat ik al heel lang schoon genoeg heb van Balkenende IV besluit ik pas na de verkiezingen te vertrekken. De hoop dat ik mijn lief Tonneke kan overhalen om mee te gaan gaat in rook op. Dan maar alleen! Daarmee neem ik alle moeilijkheden die dat kan opleveren op de koop toe; ik heb tenslotte niet voor niets een zeiljacht.

Op donderdag 10 juni 2010 is het dan zo ver. Ton heeft van alles ingevroren zodat ik het wat eten betreft de eerste dagen makkelijk heb. Jan (Dhr. Jan Mulder) gaat mee naar Cux. en brengt de auto weer terug. De rit is voorspoedig en zonder problemen. De boot gaat de zelfde dag nog het water in, en Jan helpt goed mee om alles aan boord te brengen. De rekening van de winterstalling valt behoorlijk tegen – ze brengen me zelfs mijn eigen antivries inrekening – geen plaats om ooit terug te keren. De boot is aan de buitenzijde ongelofelijk smerig en bedekt met een laag fijn alluminium slijpsel, schandalig gewoon. Vrijdags ben ik de gehele dag bezig om de boot weer een beetje toonbaar te maken. Gelukkig kan ik wel vrij over water beschikken.

Zaterdag 12 juni 2010

Dit is de dag van het echte vertrek. Het toeval wil dat ik om 5 voor half 11 voor de brug lig (de blauwe Hollandse brug die de oude haven afsluit) en ik roep de brugwachter op op kanaal 68. Het blijkt dat de brug alle halve uren wordt bediend, mazzel zodat ik niet zo heel lang lig te klooien voor de brug omdat de harde wind dat knap lastig maakt.
Zeilen tot de sluizen gaat gemakkelijk, maar omdat ik een rechtse schroef heb meer ik meestal aan de linkerkant van de sluis af ( de boot trekt naar links bij achteruitslaan ) maar o noodlot aan de linkerkant licht een groot zeeschip, in de kleine sluis, zeer ongewoon. Nu moet ik met een noodgang alles aan de rechterkant hangen stootwillen en meerlijnen het lukt net op tijd om het klaar te krijgen. Ik vaar heel langzaam op de automaat. De rechterkant is lagerwal dus ik waai er zo tegenaan, lekker makkelijk. Zonder de hulp van de vele Nederlanders in de sluis meer ik af. Het gaat vlot. Door de harde wind kun je op het kanaal zeilen, met alleen de genua. De motor zet ik uit hoewel dat niet mag. Dan is er een probleem, voor mij vaart een groot zeeschip ongelofelijk langzaam ik loop snel op hem in, passeren mag niet en gaat niet door tegemoed komende grote schepen. Wat nu; op wind kun je niet stoppen en ik krijg het zeil ook niet zo snel weg, hierop had ik niet gerekend. Ik besluit de genua los te gooien, te laten waaien, dan verdwijnt de voortstuwende kracht. Het grote schip is een tanker en hij moet rechtsaf naar een terminal. Als hij uit de weg is haal ik alle andere jachten weer in. Ik was nl. de laatste die de sluis verliet, ook wegvaren is nog niet zo simpel. Weer aan boord komen is al een moeilijkheid door dat de steiger zo laag is. Er kan een heel eind door het kanaal gezeild worden. De wind is noord hoe sterk weet ik niet, maar er zijn toch geen golven op het kanaal, scheef gaat hij wel, heerlijk!
Bij de sluis Gieselau bij Oldenbuttel ligt de linker aanlegsteiger helemaal vol. Dan neem ik toch de rechterkant! Eerst terug om alles weer naar de andere kant te doen. Als ik bezig ben met te gaan aanleggen, komt de sluismeester mij wegsturen. De steiger is nog niet klaar! Het eerste stuk was echter wel al klaar. Dan roepen de Nederlanders die er liggen kom maar hier liggen. Hier, is tussen de oude meerpalen door en dan proberen zonder schade langs de steiger te komen. Dat is behoorlijk moeilijk met een boot van 13,24 meter! Dankzij de boegschroef lukt het om er tussendoor te wurmen. Ik realiseer mij dat ik nu pas echt in een fuik ben gezwommen. Hoe kom ik hier ooit weer uit??? Maar dat is van later zorg, ik ben moe, maak eten, was de vaat en neem een douche, er is warmwater en ik ga maffen.

Zondag 13 juni 2010

Het bevalt goed daar bij de sluis en ik was laat op dus ik blijf nog een dagje. Alle anderen vertrekken, dus er is nu plaats zat! Dit is dus de uitgelezen mogelijkheid om de boot naar een betere plek te verhalen. De harde wind staat dwars over het kanaal van Gieselau, en het is een hogerwal; dat maakt verhalen makkelijk. Ook de tweede dag is het water nog warm genoeg voor een douche.

Maandag 14 juni 2010

Mijn plan was doorvaren tot het meertje vlak voor het einde van het kanaal en daar te ankeren. Dan heb ik nog een nachtje op rustig water. Maar o schrik de ankerwinch doet het niet! Dus moet ik doorvaren en een haven zoeken. Het verlaten (en betalen) van de sluis gaat vlot, en ik vaar door tot Laboe. Daar afmeren is moeilijk, er is geen plek, en de boxen zijn te klein. Ik neem de buitenzijde van de eerste aanlegpier. Op naar de havenmeester, ik vraag hem de werf in Cuxhaven te bellen en hun mijn probleem te vertellen. Dat doet hij gelukkig. Nu een telefoon zoeken en Ton bellen, lukt allemaal. De werf in Cux. geeft de reparatieopdracht door aan de plaatselijke werf. Die moeten het probleem zien te verhelpen. De havenmeester zegt: “Blijf maar bij de boot er komt iemand.” Ik wacht de hele dag, er komt niemand. Om 16.25 uur ben ik het zat en besluit die werf zelf een bezoek te brengen. Deze werf is supper modern en groot, zodat het moeilijk is de juiste persoon te pakken te krijgen. Als die er uiteindelijk is bemerk ik algauw dat ze denken dat het een mechanisch probleem is. Ik corrigeer dat en zeg nee het is een electrisch probleem. Dan moet er een andere man komen. Gelukkig lukt het hem de oorzaak te vinden. Er was een verbinding los. Ik had ook zelf al gekeken maar niets gevonden. Ook bleek het gehele paneel waarop alle electrische komponenten gemonteerd zijn gewoon los te hangen. Hebben ze vergeten vast te zetten. De haven in Laboe kost 28 Euro per nacht, dus wilde ik er geen tweede nacht blijven.

Ik ben meteen vertrokken naar Denemarken naar het eiland Als. Er was geen wind zodat ook dit op de motor moest. Tegen half twaalf bereikte ik de zuidkust van Als bij Sonderborg en ankerde in spiegelglad water bij een bos dat Sonderskov heet. Het is hier prachtig de kust is hoog zeker voor Deense (of Nederlandse) begrippen. Het weer is ook schitterend 28 graden de hele dag zon en geen wind.

Dinsdag 15 juni 2010

Het is hier zo mooi, en er is geen wind dat ik ook deze dag lekker blijf liggen. Zonnen en luiereren; wat wil een mens nog meer!

Woensdag 16 juni 2010

Omdat ik op een mooie plek lig, en er nagenoeg geen wind is blijf ik nog een dagje liggen en luieren. Het is tenslotte vakantie en hier is het mooiste deel van Denemarken.

Donderdag 17 juni 2010

Vandaag toch maar weer verder gaan anders kom ik nooit in Noorwegen. Eerst moet ik diesel tanken in Sonderborg, een self service pomp. Aanleggen gaat vlot, vertrekken is lastiger ik heb moeite om vrij te komen van de steiger. Dan wachten op de brug, die opend om 11.00 uur; ik moet een half uur wachten. De Als-sund moet op de motor de wind staat er recht in (noordewind), maar in de Als-fjord kan ik zeilen. laveren natuurlijk, snel is het niet maar het is mooi zeilweer (wind ca. 12 knopen). De meeste zeilers kiezen er echter voor om ook dit stuk op de motor te doen. Aan het eind van de Als-fjord kom je op de Kleine Belt. Dat wordt een mooie lange slag denk ik, mooi niet de wind valt helemaal weg, dus op de motor recht naar het noorden naar de Sandvig baai bij Hejsager Strand. Het is geen mooie plek, gewoon weiland met koeien en een strandje van een halve meter breed. Er is niets in de buurt dat beter is, dus hier lig ik nu. In Laboe had ik zalm en paprika’s gekocht, er is nog een paprika over en die moet op, en ook zalm moet je niet te lang bewaren dus dat was het dinner voor vanavond met spagetti.

Het is natuurlijk een open deur maar ik mis je heel erg Ton. Bijna iedereen is met z’n tweetjes. Soms denk ik, ik ga zo snel mogelijk naar huis. Maar ik vind ook dat als je A zegt, moet je ook B zeggen! Er was hier een engels jacht met 14 personen aan boord, waaronder twee vrouwen: “Veel gezelliger” zei de schipper.

Vrijdag 18 juni 2010

Vandaag druk geweest en niets opgeschoten. De ankerplek waar ik lag was erg slecht, en veranderde door de westenwind in lagerwal. Ik lag nog net niet aan de grond (0,1 m). Bovendien is westewind prima als je naar het noorden wilt. Ik ging dan ook zeer snel bijna 9 knopen. De wind werd steeds harder aanvankelijk zo’n 20 knopen later 32. Dit was allemaal niet zo erg maar op een gegeven moment werd het steeds ondieper, en met harde wind aan de grond lopen wil je natuurlijk helemaal niet. De kaarten raadplegen lukte niet; de boot had alle aandacht nodig, dus besloot ik terug te gaan naar veilig diep water. Daarmee ging alle voortgang verloren. Maar die harde wind ben je op een gegeven moment ook zat. Daardoor besloot ik naar de hoge wal te zeilen om beschutting te krijgen. Dat viel echt niet mee, wat je denkt te winnen aan hoogte wordt door de golven weer teniet gedaan. Maar op een zeker moment komt de hoge oever dichterbij. Volgende probleem waar moet ik naar toe? Dus toch de kaart bekeken en daarop ondekte ik een mooie inham die er veelbelovend uitzag. Met behulp van de GPS heb ik die uiteindelijk gevonden. De plek heet Genner Bugt en is werkelijk schitterend. Ik lig er nu, maar o schrik het anker houdt niet; er zijn te veel waterplanten, en deze begroeiing zorgt er voor dat het anker niet kan ingraven. In het begin had ik dat niet in de gaten tot ik uit het raam keek en zag dat ik op de lagerwal lag, daar pakte hij wel dus er is niets gebeurd. Maar ik wil niet op een lagerwal liggen. Tot driemaal toe moest ik het opnieuw proberen, maar nu schijnt het goed te gaan. Achteraf bleek de volgende ochtend dat ik toch op de lagerwal lag.
Ton weet je nog wat die vrouw in Stavoren zei tijdens die wester storm: “Als je naar Noorwegen wilt moet je wel goed weer hebben”. Ik vraag mij af of deze zomer wel echt mooi is. Ik overweeg om Noorwegen maar te laten zitten en de vaarweg door Jutland langs Alborg te nemen en dan naar huis te komen. Maar wat waar is, is waar, Denemarken met al die eilanden is uniek. Want ondanks die harde wind zijn de golven niet anders dan op het IJsselmeer. Dat was op de Oostzee tussen Zweden en Rügen wel anders, en toen waaide het net zo hard. Er is toch nog iets bijzonders gebeurd vandaag; ik had een ontmoeting met een dolfijn die ineens zijn snuit uit het water stak, heel leuk. Ik wist niet eens dat er dolfijnen voorkwamen.

Zaterdag 19 juni 2010

Omdat het hier een mooie ankerplek is, en het er naar uitziet dat er regen komt lijkt het mij beter om nog even hier te blijven. De buitentemperatuur was ‘smorgens met 13 graden ook magertjes maar daalde in de loop van de dag tot 11 graden met veel regen. Deze plek is goed beschut tegen zuiden-, westen- en noordenwinden, maar het weer is bar slecht. Daarom denk ik dat het wijzer is om de doorsteek langs Alborg te nemen naar Thyboron en dan naar huis te gaan. Met die kou hier is het niet echt leuk.

zondag 20 juni 2010

Vandaag een grote afstand afgelegd zo’n 50 nm. (ruim 92 km) Van de Genner Bugt tot Korshavn en weer vele dolfijnen gezien, ook paartjes. Er was weinig wind, af en toe een bui en ook flink zonnig. Morgen ga ik is naar die kampwinkel die hier is en misschien kan ik je nog bellen Ton. Uit mijn gedachten ben je nooit, alléén genieten is half genieten. Er was noordenwind dus er moest weer veel gemotord worden. Dus ik heb heet water, kan ik mooi douchen en de vaat doen.

Maandag 21 juni 2010

Korshavn is een fantastische ankerplek, misschien wel de mooiste van heel Denemarken, beschermd tegen alle windrichtingen en een fraaie omgeving. Het weer was vandaag om te dromen het is nu halfzes en nog 26 graden. De wind zit noord, dus is de kuip de hele dag in de zon. Het gas was op; ik heb een nieuwe tank gehaald, 179 Kronen, of dat duur is weet ik niet. Het brood van bakker Nollen begint te verschimmelen en hier hebben ze alleen harde bolletjes. De komende dagen draait de wind naar NW 7 volgens de Deense krant hier en dat zou de hele week zo blijven. Het weerstation houdt het op 3 tot 4 en afnemend tot 2 á 3 Bft. dat scheelt nogal. Ik ben nu dus op het zuiderlijkste punt van het Kattegat, en meer naar het noorden is open zee. Ankerplaatsen zijn er nauwelijks. Noordewind is ondoenlijk als je naar het noorden wil, maar NW is te doen. Maar dan liever niet 7 Bft. Ik kan mij ook niet voorstellen dat dat klopt; gezien het mooie weer. Om 8 uur ga ik proberen je te bellen Ton, er is hier een telefooncel. Als ik vertrek zal het wel neerkomen op een nachtje doorzeilen en dan een haven aanlopen bv. Skagen. Het bellen is gelukt zoals je weet. Korshavn lijkt geïsoleerd maar je kan je er prima redden.