Bert

Zaterdag 12 juni 2010

Dit is de dag van het echte vertrek. Het toeval wil dat ik om 5 voor half 11 voor de brug lig (de blauwe Hollandse brug die de oude haven afsluit) en ik roep de brugwachter op op kanaal 68. Het blijkt dat de brug alle halve uren wordt bediend, mazzel zodat ik niet zo heel lang lig te klooien voor de brug omdat de harde wind dat knap lastig maakt.
Zeilen tot de sluizen gaat gemakkelijk, maar omdat ik een rechtse schroef heb meer ik meestal aan de linkerkant van de sluis af ( de boot trekt naar links bij achteruitslaan ) maar o noodlot aan de linkerkant licht een groot zeeschip, in de kleine sluis, zeer ongewoon. Nu moet ik met een noodgang alles aan de rechterkant hangen stootwillen en meerlijnen het lukt net op tijd om het klaar te krijgen. Ik vaar heel langzaam op de automaat. De rechterkant is lagerwal dus ik waai er zo tegenaan, lekker makkelijk. Zonder de hulp van de vele Nederlanders in de sluis meer ik af. Het gaat vlot. Door de harde wind kun je op het kanaal zeilen, met alleen de genua. De motor zet ik uit hoewel dat niet mag. Dan is er een probleem, voor mij vaart een groot zeeschip ongelofelijk langzaam ik loop snel op hem in, passeren mag niet en gaat niet door tegemoed komende grote schepen. Wat nu; op wind kun je niet stoppen en ik krijg het zeil ook niet zo snel weg, hierop had ik niet gerekend. Ik besluit de genua los te gooien, te laten waaien, dan verdwijnt de voortstuwende kracht. Het grote schip is een tanker en hij moet rechtsaf naar een terminal. Als hij uit de weg is haal ik alle andere jachten weer in. Ik was nl. de laatste die de sluis verliet, ook wegvaren is nog niet zo simpel. Weer aan boord komen is al een moeilijkheid door dat de steiger zo laag is. Er kan een heel eind door het kanaal gezeild worden. De wind is noord hoe sterk weet ik niet, maar er zijn toch geen golven op het kanaal, scheef gaat hij wel, heerlijk!
Bij de sluis Gieselau bij Oldenbuttel ligt de linker aanlegsteiger helemaal vol. Dan neem ik toch de rechterkant! Eerst terug om alles weer naar de andere kant te doen. Als ik bezig ben met te gaan aanleggen, komt de sluismeester mij wegsturen. De steiger is nog niet klaar! Het eerste stuk was echter wel al klaar. Dan roepen de Nederlanders die er liggen kom maar hier liggen. Hier, is tussen de oude meerpalen door en dan proberen zonder schade langs de steiger te komen. Dat is behoorlijk moeilijk met een boot van 13,24 meter! Dankzij de boegschroef lukt het om er tussendoor te wurmen. Ik realiseer mij dat ik nu pas echt in een fuik ben gezwommen. Hoe kom ik hier ooit weer uit??? Maar dat is van later zorg, ik ben moe, maak eten, was de vaat en neem een douche, er is warmwater en ik ga maffen.

Zondag 13 juni 2010

Het bevalt goed daar bij de sluis en ik was laat op dus ik blijf nog een dagje. Alle anderen vertrekken, dus er is nu plaats zat! Dit is dus de uitgelezen mogelijkheid om de boot naar een betere plek te verhalen. De harde wind staat dwars over het kanaal van Gieselau, en het is een hogerwal; dat maakt verhalen makkelijk. Ook de tweede dag is het water nog warm genoeg voor een douche.

Maandag 14 juni 2010

Mijn plan was doorvaren tot het meertje vlak voor het einde van het kanaal en daar te ankeren. Dan heb ik nog een nachtje op rustig water. Maar o schrik de ankerwinch doet het niet! Dus moet ik doorvaren en een haven zoeken. Het verlaten (en betalen) van de sluis gaat vlot, en ik vaar door tot Laboe. Daar afmeren is moeilijk, er is geen plek, en de boxen zijn te klein. Ik neem de buitenzijde van de eerste aanlegpier. Op naar de havenmeester, ik vraag hem de werf in Cuxhaven te bellen en hun mijn probleem te vertellen. Dat doet hij gelukkig. Nu een telefoon zoeken en Ton bellen, lukt allemaal. De werf in Cux. geeft de reparatieopdracht door aan de plaatselijke werf. Die moeten het probleem zien te verhelpen. De havenmeester zegt: “Blijf maar bij de boot er komt iemand.” Ik wacht de hele dag, er komt niemand. Om 16.25 uur ben ik het zat en besluit die werf zelf een bezoek te brengen. Deze werf is supper modern en groot, zodat het moeilijk is de juiste persoon te pakken te krijgen. Als die er uiteindelijk is bemerk ik algauw dat ze denken dat het een mechanisch probleem is. Ik corrigeer dat en zeg nee het is een electrisch probleem. Dan moet er een andere man komen. Gelukkig lukt het hem de oorzaak te vinden. Er was een verbinding los. Ik had ook zelf al gekeken maar niets gevonden. Ook bleek het gehele paneel waarop alle electrische komponenten gemonteerd zijn gewoon los te hangen. Hebben ze vergeten vast te zetten. De haven in Laboe kost 28 Euro per nacht, dus wilde ik er geen tweede nacht blijven.

Ik ben meteen vertrokken naar Denemarken naar het eiland Als. Er was geen wind zodat ook dit op de motor moest. Tegen half twaalf bereikte ik de zuidkust van Als bij Sonderborg en ankerde in spiegelglad water bij een bos dat Sonderskov heet. Het is hier prachtig de kust is hoog zeker voor Deense (of Nederlandse) begrippen. Het weer is ook schitterend 28 graden de hele dag zon en geen wind.

Dinsdag 15 juni 2010

Het is hier zo mooi, en er is geen wind dat ik ook deze dag lekker blijf liggen. Zonnen en luiereren; wat wil een mens nog meer!

Woensdag 16 juni 2010

Omdat ik op een mooie plek lig, en er nagenoeg geen wind is blijf ik nog een dagje liggen en luieren. Het is tenslotte vakantie en hier is het mooiste deel van Denemarken.

Donderdag 17 juni 2010

Vandaag toch maar weer verder gaan anders kom ik nooit in Noorwegen. Eerst moet ik diesel tanken in Sonderborg, een self service pomp. Aanleggen gaat vlot, vertrekken is lastiger ik heb moeite om vrij te komen van de steiger. Dan wachten op de brug, die opend om 11.00 uur; ik moet een half uur wachten. De Als-sund moet op de motor de wind staat er recht in (noordewind), maar in de Als-fjord kan ik zeilen. laveren natuurlijk, snel is het niet maar het is mooi zeilweer (wind ca. 12 knopen). De meeste zeilers kiezen er echter voor om ook dit stuk op de motor te doen. Aan het eind van de Als-fjord kom je op de Kleine Belt. Dat wordt een mooie lange slag denk ik, mooi niet de wind valt helemaal weg, dus op de motor recht naar het noorden naar de Sandvig baai bij Hejsager Strand. Het is geen mooie plek, gewoon weiland met koeien en een strandje van een halve meter breed. Er is niets in de buurt dat beter is, dus hier lig ik nu. In Laboe had ik zalm en paprika’s gekocht, er is nog een paprika over en die moet op, en ook zalm moet je niet te lang bewaren dus dat was het dinner voor vanavond met spagetti.

Het is natuurlijk een open deur maar ik mis je heel erg Ton. Bijna iedereen is met z’n tweetjes. Soms denk ik, ik ga zo snel mogelijk naar huis. Maar ik vind ook dat als je A zegt, moet je ook B zeggen! Er was hier een engels jacht met 14 personen aan boord, waaronder twee vrouwen: “Veel gezelliger” zei de schipper.

Vrijdag 18 juni 2010

Vandaag druk geweest en niets opgeschoten. De ankerplek waar ik lag was erg slecht, en veranderde door de westenwind in lagerwal. Ik lag nog net niet aan de grond (0,1 m). Bovendien is westewind prima als je naar het noorden wilt. Ik ging dan ook zeer snel bijna 9 knopen. De wind werd steeds harder aanvankelijk zo’n 20 knopen later 32. Dit was allemaal niet zo erg maar op een gegeven moment werd het steeds ondieper, en met harde wind aan de grond lopen wil je natuurlijk helemaal niet. De kaarten raadplegen lukte niet; de boot had alle aandacht nodig, dus besloot ik terug te gaan naar veilig diep water. Daarmee ging alle voortgang verloren. Maar die harde wind ben je op een gegeven moment ook zat. Daardoor besloot ik naar de hoge wal te zeilen om beschutting te krijgen. Dat viel echt niet mee, wat je denkt te winnen aan hoogte wordt door de golven weer teniet gedaan. Maar op een zeker moment komt de hoge oever dichterbij. Volgende probleem waar moet ik naar toe? Dus toch de kaart bekeken en daarop ondekte ik een mooie inham die er veelbelovend uitzag. Met behulp van de GPS heb ik die uiteindelijk gevonden. De plek heet Genner Bugt en is werkelijk schitterend. Ik lig er nu, maar o schrik het anker houdt niet; er zijn te veel waterplanten, en deze begroeiing zorgt er voor dat het anker niet kan ingraven. In het begin had ik dat niet in de gaten tot ik uit het raam keek en zag dat ik op de lagerwal lag, daar pakte hij wel dus er is niets gebeurd. Maar ik wil niet op een lagerwal liggen. Tot driemaal toe moest ik het opnieuw proberen, maar nu schijnt het goed te gaan. Achteraf bleek de volgende ochtend dat ik toch op de lagerwal lag.
Ton weet je nog wat die vrouw in Stavoren zei tijdens die wester storm: “Als je naar Noorwegen wilt moet je wel goed weer hebben”. Ik vraag mij af of deze zomer wel echt mooi is. Ik overweeg om Noorwegen maar te laten zitten en de vaarweg door Jutland langs Alborg te nemen en dan naar huis te komen. Maar wat waar is, is waar, Denemarken met al die eilanden is uniek. Want ondanks die harde wind zijn de golven niet anders dan op het IJsselmeer. Dat was op de Oostzee tussen Zweden en Rügen wel anders, en toen waaide het net zo hard. Er is toch nog iets bijzonders gebeurd vandaag; ik had een ontmoeting met een dolfijn die ineens zijn snuit uit het water stak, heel leuk. Ik wist niet eens dat er dolfijnen voorkwamen.

Zaterdag 19 juni 2010

Omdat het hier een mooie ankerplek is, en het er naar uitziet dat er regen komt lijkt het mij beter om nog even hier te blijven. De buitentemperatuur was ‘smorgens met 13 graden ook magertjes maar daalde in de loop van de dag tot 11 graden met veel regen. Deze plek is goed beschut tegen zuiden-, westen- en noordenwinden, maar het weer is bar slecht. Daarom denk ik dat het wijzer is om de doorsteek langs Alborg te nemen naar Thyboron en dan naar huis te gaan. Met die kou hier is het niet echt leuk.

zondag 20 juni 2010

Vandaag een grote afstand afgelegd zo’n 50 nm. (ruim 92 km) Van de Genner Bugt tot Korshavn en weer vele dolfijnen gezien, ook paartjes. Er was weinig wind, af en toe een bui en ook flink zonnig. Morgen ga ik is naar die kampwinkel die hier is en misschien kan ik je nog bellen Ton. Uit mijn gedachten ben je nooit, alléén genieten is half genieten. Er was noordenwind dus er moest weer veel gemotord worden. Dus ik heb heet water, kan ik mooi douchen en de vaat doen.

Maandag 21 juni 2010

Korshavn is een fantastische ankerplek, misschien wel de mooiste van heel Denemarken, beschermd tegen alle windrichtingen en een fraaie omgeving. Het weer was vandaag om te dromen het is nu halfzes en nog 26 graden. De wind zit noord, dus is de kuip de hele dag in de zon. Het gas was op; ik heb een nieuwe tank gehaald, 179 Kronen, of dat duur is weet ik niet. Het brood van bakker Nollen begint te verschimmelen en hier hebben ze alleen harde bolletjes. De komende dagen draait de wind naar NW 7 volgens de Deense krant hier en dat zou de hele week zo blijven. Het weerstation houdt het op 3 tot 4 en afnemend tot 2 á 3 Bft. dat scheelt nogal. Ik ben nu dus op het zuiderlijkste punt van het Kattegat, en meer naar het noorden is open zee. Ankerplaatsen zijn er nauwelijks. Noordewind is ondoenlijk als je naar het noorden wil, maar NW is te doen. Maar dan liever niet 7 Bft. Ik kan mij ook niet voorstellen dat dat klopt; gezien het mooie weer. Om 8 uur ga ik proberen je te bellen Ton, er is hier een telefooncel. Als ik vertrek zal het wel neerkomen op een nachtje doorzeilen en dan een haven aanlopen bv. Skagen. Het bellen is gelukt zoals je weet. Korshavn lijkt geïsoleerd maar je kan je er prima redden.

Dinsdag 22 juni 2010

Zo rond 10.00 uur vertrek ik na eerst nog vers brood te hebben gehaald op de camping. Wat opvalt is dat ik de laatste ben die vertrekt iedereen is al weg. Ik vroeg op de campwinkel naar de weerberichten, en vooral naar de windrichting en sterkte; de richting was redelijk NW, de kracht zorgelijk 7, 7,5 en 7. Met 7 Bft. wil je niet op het kattegat zitten. Gezien het weerbeeld leek het mij ook onwaarschijnlijk. Toen bleek dat ze hier altijd m/s geven. Er was dus zo’n 10 á 15 knopen wind te verwachten; mooier kan niet, daarom was iedereen vertrokken. Als je de Deense oostkust volgt heb je geen last van de grote vaart omdat er in dat gebied ondiepten voorkomen. De geringste diepte was nog altijd 3 meter water onder de kiel. Wel spannend maar niets aan de hand. Het zeilen ging voortreffelijk soms meer dan 8 knopen! Midden in de nacht vielen alle systemen uit, ook de automaat. Dit is waarschijnlijk veroorzaakt doordat ik een nassi maaltijd had verwarmd in de magnatron; dat kost dus te veel accu-power. Geen spanning meer aanwezig, dus moest ik de motor starten en stroom draaien en dat is natuurlijk jammer in mooi zeilweer. Misschien worden de accu’s slecht? Maar ik heb ook niets om ze bij te laden, behalve de motor en de wallader. En de automaat en de GPS kun je slecht missen, maar ook de dieptemeter is balangrijk. Ik heb de motor laten helpen tot 6.00 uur, toen was het licht genoeg om de navigatieverlichting uit te schakelen; het was voldoende tot Skagen.

Woensdag 23 juni 2010

Om 10.45 uur was ik in Skagen afgemeerd en wel. De Noren die er lagen waren heel behulpzaam en deskundig, dus kon ik in de voorspring varen om de kont bij de kant te krijgen. Deskundigheid is heel praktisch. Het weer werd geweldig en de plaats is gezellig en touristisch, zeer veel visrestaurants. Stroom en water is hier inbegrepen in het liggeld, alleen douchen kost 5 kronen. Ik heb mezelf verwend met een douche in de nieuwe havenvoorzieningen en vissoep in het restaurant, maar ik moest heel lang wachten; ze waren mij vergeten, dat is ook een probleem van de eenling. Toen kreeg ik het tweede glas wijn gratis en ik mocht ook gratis naar jouw bellen Ton. Denen zijn geweldig. Skagen is zo gezellig en touristisch omdat de Skandinavische koningskinderen er het St-Tropez van het noorden van willen maken, hoorde ik vertellen. De mensen vragen steeds hoe het komt dat ik alleen vaar. Ze denken dat ik weduwnaar ben. Als ik ze vertel dat je angst hebt om mee te gaan begrijpen ze dat niet. Toen vertelde ik iemand dat je had gezegt: “Als je alleen rond Denemarken kunt zeilen en ook nog Noorwegen aanloopt, dan heb ik vetrouwen in je.” Toen zei een Noorse vrouw: “Maar dat kan ook heel gevaarlijk zijn.” Ik heb geantwoord: “Ik houd het weerbericht goed in de gaten”, maar daarbij moet je wel geluk hebben. Want storm op de Noordzee is het ultieme risico! En de Noordzee moet nog komen. Hier in het Noorden vind je geen ankerplekken om te wachten. In een haven wachten kan in de papieren lopen.